direct naar inhoud van 5.6 Waterhuishouding
Plan: Dorpshart Renswoude
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0339.BpDorpshart-vg01

5.6 Waterhuishouding

CSO Adviesbureau heeft een waterhuishoudkundig onderzoek (nr. 10J125.R03, d.d. 22 maart 2011) uitgevoerd ten behoeve van de voorgenomen ontwikkeling van het Dorpshart van Renswoude. Het plangebied ligt binnen het beheersgebied van het waterschap Vallei en Eem, verantwoordelijk voor het waterkwaliteits- en - kwantiteitsbeheer en beheer van waterkeringen. Het onderhoud aan de riolering wordt uitgevoerd door de gemeente Renswoude. Op basis van de planontwikkeling (stedenbouwkundig plan) en beleid van de waterbeheerders is een waterhuishoudkundig plan opgesteld, dat ter beoordeling aan zowel het waterschap Vallei en Eem als de gemeente Renswoude is voorgelegd. Over deze rapportage bestaat overeenstemming met het waterschap (de heer D. van Dam en mevrouw E. Vermeij) en de gemeente (de heer F. van Drie).

Het plangebied betreft een locatie in het centrum van het dorp Renswoude en heeft een oppervlakte van circa 1,2 ha. Binnen het plangebied zijn woonhuizen met tuin, een bedrijfspand, parkeerplaatsen, een schapenweide en moestuinen gesitueerd. Circa 7.250 m2 van het plangebied is verhard.

Men is voornemens het plangebied her in te richten ten behoeve van detailhandel, gemengde doeleinden (maatschappelijke voorzieningen) en woningbouw. Hiertoe zal de aanwezige (bedrijfs)bebouwing alsmede de aanwezige verharding worden verwijderd. Er zal een ontsluitingsweg binnen het plangebied worden aangelegd, welke aansluit op de Oude Holleweg en de Taets van Amerongenweg. Het bestaande appartementencomplex aan de Taets van Amerongenweg blijft gehandhaafd. In totaal zullen naast een supermarkt en andere commerciële ruimten, enkele appartementen en grondgebonden woningen worden gerealiseerd. In de toekomstige situatie zal circa 10.775 m2 verhard zijn.

In de toekomstige situatie dient hemelwater te worden gescheiden van de vuilwaterriolering en dient te worden vastgehouden (infiltreren) of geborgen binnen het plangebied. Als gevolg van de planontwikkeling zal de verharde oppervlakte ten opzichte van de bestaande opervlakte toenemen met circa 3.525 m2. In het kader van “hydrologisch neutraal bouwen” dienen compenserende maatregelen genomen te worden voor minimaal deze verhardingstoename. Dit houdt in dat het regenwater van de bestaande oppervlakte opgevangen kan worden in de gemeentelijke riolering, maar dat voor de toegenomen oppervlakte in het plangebied maatregelen moeten worden getroffen. Hierdoor wordt voorkomen dat de nieuwe situatie een verslechtering zal zijn ten opzichte van de bestaande situatie. Om aan deze eis te voldoen dient hiervoor minimaal 192 m3 waterberging teworden gerealiseerd.

Binnen het plangebied wordt een bergingsvoorziening gerealiseerd in de vorm van infiltratiekratten , poreus funderingsmateriaal o.i.d. met een waterbergingsvolume van minimaal 192 m3. Deze voorziening wordt voorzien van een geknepen afvoer op het hemelwaterriool in de Van Arckelweg, om zo het hemelwater met een vertraagde afvoer op het oppervlaktewater van maximaal de landelijke afvoer af te kunnen voeren.

Naast een vertraagde afvoer richting het hemelwaterriool in de Van Arckelweg, zal de bergingsvoorziening ook worden voorzien van een overloop om het volume hemelwater van maximaal het oorspronkelijke verhard oppervlak af te voeren richting gemeentelijke riolering. Hierdoor zal bij neerslagbuien met een lage intensiteit voor het gehele verhard oppervlak waterberging plaatsvinden en bij extremere situaties (T = 100 + 10%) enkel voor de toename van het verhard oppervlak. Deze overstort van de hemelwaterafvoer loost op de gemeentelijke riolering in de Oude Holleweg of deTaets van Amerongenweg. Indien de aanwezige riolering in de toekomst vervangen wordt door een separaat hemelwaterriool, kan de noodoverloop op de hemelwaterriolering worden aangesloten.

Aangezien in de huidige situatie reeds al het hemelwater wordt afgevoerd naar de gemeentelijke riolering en deze hoeveelheid in de toekomstige situatie met de waterberging niet zal toenemen maar eerder zal afnemen, zal de planontwikkeling een positief effect hebben in het kader van het hydrologisch neutraal ontwikkelen.

Om de kwaliteit van het hemelwater niet negatief te beïnvloeden dient:

  • geen gebruik gemaakt te worden van uitlogende bouwmaterialen (zinken dakgoten, bitumineuze dakbedekking, loodslabben, koper en dergelijke);
  • hondenpoep tegengegaan te worden;
  • geen chemische onkruidbestrijding toegepast te worden;
  • duidelijk aangegeven te worden dat sprake is van een hemelwater infiltratiegebied;
  • het wassen van auto’s op straat verboden te worden;
  • terughoudend omgegaan te worden met de toepassing van strooizout;
  • regelmatig te worden geveegd.

Bij ontwikkeling van het plangebied dient het maaiveld te worden opgehoogd met minimaal 20 cm, teneinde wateroverlast in de toekomst te voorkomen. Ophoging is echter, gezien de maaiveldhoogte van omliggende terreinen, niet zonder meer mogelijk. Derhalve wordt drainage aangebracht op 0,7 m -mv op terreindelen waar ophoging van het maaiveld niet mogelijk is, om de gewenste hoogste grondwaterstand te handhaven. Deze drainage is nadrukkelijk niet bedoeld om de grondwaterstand te verlagen, maar enkel om pieken in extreme situaties op te vangen en daarmee wateroverlast te voorkomen.

Huishoudelijk afvalwater zal onder vrij verval worden geloosd op de gemeentelijke riolering die binnen het plangebied zal worden aangelegd. Deze vuilwaterafvoer zal worden aangesloten op een lozingsput van aanwezige (gemengde) riolering in de Oude Holleweg en in de Taets van Amerongenweg. Het aanvragen van rioolaansluitingen alsmede berekeningen ten aanzien van de riolering (rioleringsplan) dient te worden uitgevoerd door de gemeente Renswoude. De totale hoeveelheid huishoudelijk afvalwater zal in de toekomstige situatie circa 105 vervuilingseenheden bedragen. Door de planontwikkeling verdwijnen echter 16 grondgebonden woningen (3 inwoners gemiddeld) en 1 detailhandel (baderie), zodat de netto toename van het aanbod afvalwater (105 – 51) = 54 vervuilingseenheden bedraagt.

Om de ontwikkelingen binnen het plangebied mogelijk te maken, dient een watervergunning te worden aangevraagd voor het realiseren van de waterbergingsvoorziening met geknepen afvoer op het oppervlaktewater, via het hemelwaterriool in de Van Arckelweg. Hiermee vormt het aspect waterhuishouding geen verdere belemmering voor de realisatie van het Dorpshart.