34.1 Overgangsrecht bouwwerken
Voor bouwwerken luidt het overgangsrecht als volgt:
-
a.
een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan
aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een
bouwvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en
omvang niet wordt vergroot:
-
1.
gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
-
2.
na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of
veranderd, mits de aanvraag van de bouwvergunning wordt gedaan binnen twee
jaar na de dag waarop het bouwwerk is tenietgegaan;
-
b.
burgemeester en wethouders kunnen eenmalig ontheffing verlenen van het
bepaalde onder lid a voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als
bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%;
-
c.
het onder lid a bepaalde is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar
bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd
zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen
de overgangsbepaling van dat plan.