direct naar inhoud van Artikel 3 Agrarisch
Plan: Buitengebied herziening
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0339.BPherzbuitengebied-vg01

Artikel 3 Agrarisch

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. grondgebonden agrarische bedrijven;
  • b. het behoud, herstel en de ontwikkeling van het waterhuishoudkundig systeem;
  • c. het behoud, herstel en de ontwikkeling van de landschapsstructuur;

en tevens voor:

  • d. ter plaatse van de aanduiding 'bed & breakfast': de uitoefening van een bed & breakfast in een woning;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'caravanstalling': een caravanstalling;
  • f. ter plaatse van de aanduiding specifieke vorm van agrarisch'- eendenhouderij': een eendenhouderij;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - kas 1': kassen;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - kas 2': kassen;
  • i. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - nertsenhouderij': een nertsenhouderij;
  • j. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch – paardenrenbaan': een paardenrenbaan;
  • k. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - veldschuur': een veldschuur;
  • l. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf – agrarisch hulpbedrijf': een agrarisch hulpbedrijf;
  • m. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf – bouwbedrijf en caravanstalling': een bouwbedrijf en caravanstalling;
  • n. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf – opslag en caravanstalling': opslag en een caravanstalling;
  • o. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - vergaderaccommodatie': tevens een vergaderaccommodatie;
  • p. ter plaatse van de aanduiding 'intensieve veehouderij': een intensieve veehouderij;
  • q. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - kinderdagverblijf': tevens een kinderdagverblijf;
  • r. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - zorg': een zorginstelling;
  • s. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - minicamping'; een minicamping;
  • t. ter plaatse van de aanduiding 'zorgboerderij'; tevens een zorgboerderij;

alsmede voor:

  • u. aan de bestemming ondergeschikte extensieve dagrecreatie met bijbehorende kleinschalige dagrecreatieve voorzieningen;
  • v. de bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals wegen en paden, tuinen, erven, groenelementen, (natuurvriendelijke) oevers, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, laad- en losvoorzieningen, nutsvoorzieningen en parkeervoorzieningen;
  • w. beweiding voor recreatieve of hobbydoeleinden;
  • x. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - agrarisch hobbybedrijf': uitsluitend een agrarisch hobbybedrijf.

3.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

3.2.1 Bedrijfsbebouwing en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, binnen het bouwvlak
  • a. tenzij anders is bepaald, mogen binnen bouwvlakken gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder tevens worden begrepen een buitenrijbaan en/of een stapmolen, en teeltondersteunende voorzieningen, niet zijnde kassen, worden gerealiseerd;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - kas 1' mogen kassen worden gerealiseerd met een maximale oppervlakte van 300 m² en ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - kas 2' mogen kassen worden gerealiseerd met een maximale oppervlakte van 8.500 m²;
  • c. de maximale goothoogte van bedrijfsgebouwen bedraagt 6 meter en de maximale bouwhoogte 10 meter;
  • d. de maximale hoogte van bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, bedraagt 10 meter;
  • e. de maximale hoogte van teeltondersteunende voorzieningen bedraagt 4 meter, de maximale oppervlakte per bedrijf 300 m²;
  • f. de maximale hoogte van erf- of terreinafscheidingen voor de voorgevellijn van de bedrijfswoning bedraagt 1 meter;
  • g. de maximale hoogte van erf- of terreinafscheidingen achter de voorgevellijn van de bedrijfswoning bedraagt 2 meter;
  • h. de maximale hoogte van silo's, niet zijnde mestsilo's en watersilo's, bedraagt 12 meter;
  • i. de maximale hoogte van sleufsilo's bedraagt 3 meter;
  • j. de maximale hoogte van mestopslagruimten bedraagt 10 meter en de maximale inhoud bedraagt 2.500 m³, exclusief de mestopslagruimten onder gebouwen;
  • k. de oppervlakte van een buitenrijbaan bedraagt maximaal 1.200 m²;
  • l. de maximale hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van een buitenrijbaan bedraagt 2 meter;
  • m. de maximale hoogte van lichtmasten ten behoeve van een buitenrijbaan bedraagt 8 meter;
  • n. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - agrarisch hobbybedrijf' bedraagt de oppervlakte van gebouwen maximaal hetgeen met de maatvoeringsaanduiding 'maximum oppervlakte (m2)' is bepaald;
  • o. de maximale bedrijfsvloeroppervlakte ten behoeve van een caravanstalling, een agrarisch hulpbedrijf, een vergaderaccommodatie, een kinderdagverblijf, een zorgboerderij, een bed & breakfast, een bouwbedrijf of opslag bedraagt ten hoogste:

ter plaatse van de gronden met de aanduiding 'caravanstalling'   500 m2 tenzij met de maatvoeringsaanduiding 'maximum oppervlakte (bvo)' anders is aangegeven  
ter plaatse van de gronden met de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf – agrarisch hulpbedrijf'   zoals aangegeven met de maatvoeringsaanduiding 'maximum oppervlakte (bvo)'  
ter plaatse van de gronden met de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf – bouwbedrijf en caravanstalling'   500 m2  
ter plaatse van de gronden met de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf – opslag en caravanstalling'   500 m2  
ter plaatse van de gronden met de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - vergaderaccommodatie', 'caravanstalling', 'specifieke vorm van recreatie - minicamping', 'bed & breakfast' en 'zorgboerderij' (Biesbosserweg 19)   gezamenlijk 350 m2  
ter plaatse van de gronden met de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - kinderdagverblijf'   290 m2   
ter plaatse van de gronden met de aanduiding 'zorgboerderij'   350 m2 tenzij met de maatvoeringsaanduiding 'maximum oppervlakte (bvo)' anders is aangegeven  
ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - minicamping' en 'bed & breakfast' (Groeperweg 9)   gezamenlijk 500 m2  
ter plaatse van de aanduiding 'bed & breakfast'   350 m2  

3.2.2 Bedrijfswoningen en bijbehorende bijgebouwen binnen het bouwvlak
  • a. per bouwvlak mag één bedrijfswoning, inclusief aan- en uitbouwen, worden gebouwd, tenzij met de maatvoeringsaanduiding 'maximum aantal wooneenheden' een ander maximaal aantal wooneenheden is aangegeven, waarbij het aantal wooneenheden het aantal woningen aangeeft;
  • b. in afwijking van het bepaalde onder a mag ter plaatse van een bouwvlak met de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' en ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - veldschuur' geen bedrijfswoning worden gebouwd;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding – kleine woning' bedraagt de inhoud van bedrijfswoningen, inclusief aan- en uitbouwen, maximaal hetgeen met de maatvoeringsaanduiding 'maximum volume (m³)' is bepaald;
  • d. de inhoud van overige bedrijfswoningen inclusief aan- en uitbouwen bedraagt maximaal 600 m3;
  • e. de goothoogte van bedrijfswoningen bedraagt maximaal 6 meter en de bouwhoogte maximaal 10 meter;
  • f. de maximale oppervlakte bijgebouwen en overkappingen bedraagt 80 m2 per bedrijfswoning;
  • g. de goothoogte van bijgebouwen bedraagt maximaal 3 meter en de bouwhoogte maximaal 6 meter.

3.2.3 Buiten het bouwvlak

3.3 Ontheffing van de bouwregels
3.3.1 Vergroten mestopslag binnen het bouwvlak
3.3.2 Vergroten bedrijfswoning
3.3.3 Mestopslag en silo's buiten het bouwvlak

3.3.4 Ontheffing buitenrijbaan

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 2.8 onder a, ten behoeve van het bouwen van een buitenrijbaan buiten het bouwvlak ten behoeve van het houden van paarden met in achtneming van het volgende:

  • a. aangetoond moet zijn dat de buitenrijbaan niet geheel of gedeeltelijk binnen het bouwvlak of, indien sprake is van een buitenrijbaan ten behoeve van en behorend bij een woning, niet binnen de bestemming Wonen kan worden gerealiseerd, met in achtneming van het bepaalde onder m;
  • b. een buitenrijbaan wordt gerealiseerd direct aansluitend aan het agrarische bouwvlak of op gronden grenzend aan bestemmingsvlakken van andere bestemmingen waar een woning toegestaan en aanwezig is;
  • c. de oppervlakte van een buitenrijbaan ten behoeve van een agrarisch bedrijf bedraagt maximaal 1.200 m²;
  • d. de oppervlakte van een buitenrijbaan ten behoeve van en behorend bij een woning en als onderdeel van een nevenactiviteit bij een agrarisch bedrijf bedraagt maximaal 800 m²;
  • e. de maximale hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt 2 meter;
  • f. de maximale hoogte van lichtmasten bedraagt 8 meter;
  • g. ontheffing wordt niet verleend voor een buitenrijbaan gelegen voor de voorgevellijn van de bebouwing;
  • h. ontheffing wordt niet verleend binnen een afstand van 50 meter ten opzichte van de meest nabij gelegen woning van derden;
  • i. voorzien wordt in een goede landschappelijke inpassing, afgestemd op de kenmerken van de omgeving;
  • j. ter plaatse van de gronden met de aanduiding 'Wro - zone wijzigingsgebied' en binnen een afstand van 50 meter van de door de provincie in de Verordening Ruimte vastgestelde begrenzing van de Ecologische Hoofdstructuur is het realiseren van een buitenrijbaan en het oprichten van lichtmasten slechts toegestaan als de wezenlijke ecologische kenmerken, waarden en potenties van de Ecologische Hoofdstructuur niet significant worden aangetast;
  • k. alvorens ontheffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders advies van de landschaps- en natuurbeschermingsdeskundige met betrekking tot de onder i en j vermelde voorwaarden en wordt voorzien in een privaatrechtelijke overeenkomst omtrent de aanleg, het beheer en het onderhoud van de landschappelijke inpassing;
  • l. ontheffing leidt niet tot onevenredige aantasting van gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van naastgelegen percelen;
  • m. ontheffing wordt niet verleend voor een buitenrijbaan ten behoeve van en behorend bij een bouwvlak met de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - agrarisch hobbybedrijf'.

3.3.5 Tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen buiten het bouwvlak

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 3.2.3  onder a, ten behoeve van het realiseren van tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen buiten het bouwvlak, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. de tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen worden gerealiseerd in de vorm van boog- en/of tunnelkassen;
  • b. de tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen worden gerealiseerd direct aansluitend aan het agrarische bouwvlak;
  • c. ontheffing wordt verleend voor een periode van ten hoogste maart tot en met september in één kalenderjaar;
  • d. de gezamenlijke oppervlakte van de tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen buiten het bouwvlak bedraagt maximaal 500 m² per bedrijf;
  • e. de maximale hoogte bedraagt 4 meter;
  • f. ontheffing leidt niet tot onevenredige aantasting van de landschapsstructuur en het aanwezige reliëf;
  • g. ontheffing leidt niet tot onevenredige aantasting van gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van naastgelegen percelen;
  • h. ter plaatse van de gronden met de aanduiding 'Wro - zone wijzigingsgebied' en binnen een afstand van 50 meter van de door de provincie in de Verordening Ruimte vastgestelde begrenzing van de Ecologische Hoofdstructuur is het oprichten van tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen slechts toegestaan als de wezenlijke ecologische kenmerken, waarden en potenties van de Ecologische Hoofdstructuur niet significant worden aangetast; alvorens het plan te wijzigen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van de landschaps- en natuurbeschermingsdeskundige. 

reliëf r van de door de provincie in de Verordening Ruimte vastgestelde begrenzing van de Ecologische Hoofdstructuur is het oprichten van tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen slechts toegestaan als de wezenlijke ecologische kenmerken, waarden en potenties van de Ecologische Hoofdstructuur niet significant worden aangetast; alvorens het plan te wijzigen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van de landschaps- en natuurbeschermingsdeskundige.  

3.4 Gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. detailhandel, anders dan het verkopen van streekeigen producten of ter plaatse geproduceerde producten met een oppervlakte van ten hoogste 150 m², is niet toegestaan;
  • b. niet-agrarische bedrijfsmatige nevenactiviteiten zijn niet toegestaan;
  • c. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie – minicamping' zijn ten hoogste 25 niet-permanente standplaatsen op of aansluitend aan het bouwvlak toegestaan;
  • d. fokkerijen en mesterijen van eenden, ganzen en kalkoenen in de open lucht alsmede vis-, wormen- en madenkwekerijen zijn niet toegestaan, met dien verstande dat:
    • 1. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'eendenhouderij' een eendenhouderij is toegestaan;
    • 2. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'nertsenhouderij' een nertsenhouderij is toegestaan;
  • e. de opslag van goederen en materialen is uitsluitend toegestaan ten behoeve van het eigen bedrijf binnen het bouwvlak en achter de voorgevellijn van de bedrijfsgebouwen;
  • f. teeltondersteunende voorzieningen zijn uitsluitend gedurende de periode van maart tot en met september toegestaan;
  • g. het gebruik van afdekfolie buiten een bouwvlak is niet toegestaan;
  • h. containervelden zijn buiten een bouwvlak niet toegestaan;
  • i. waterbassins zijn niet toegestaan;
  • j. mestbassins, niet zijnde bouwwerken, zijn buiten een bouwvlak niet toegestaan;
  • k. het aanbieden van meer dan 3 kamers ten behoeve van bed en breakfast per bedrijfswoning is niet toegestaan, met dien verstande dat een omvang van maximaal 5 kamers - met inachtname van het bepaalde in 3.2.1 onder o - is toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bed & breakfast';
  • l. bed & breakfast is niet toegestaan in een bijgebouw;
  • m. bed & breakfast is niet toegestaan op de gronden gelegen binnen de aanduiding 'reconstructiewetzone – landbouwontwikkelingsgebied';
  • n. bewoning anders dan door één afzonderlijk huishouden is niet toegestaan;
  • o. permanente of tijdelijke bewoning van bedrijfs- en bijgebouwen is niet toegestaan;
  • p. het gebruiken van een bedrijfsgebouw of bijgebouw bij de woning, ten behoeve van het ontvangen of verlenen van mantelzorg is niet toegestaan;
  • q. het opslaan van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval is niet toegestaan, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • r. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen is niet toegestaan, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • s. het gebruik van de bedrijfswoning door derden ten behoeve van bewoning in afwijking van het bepaalde in 1.21, terwijl er binnen het betreffende bouwvlak nog sprake is van een agrarische bedrijfsvoering, is toegestaan;
  • t. niet- agrarisch gebruik en/of gebruik anders dan ten behoeve van het bijbehorende bouwvlak van gebouwen met de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch – veldschuur' is niet toegestaan'.

 

3.5 Ontheffing van de gebruiksregels
3.5.1 Ontheffing bed & breakfast

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 3.4 onder k en/of l voor de uitoefening van een bed & breakfast met meer dan drie kamers in een woning of in een bestaand bijgebouw, met in achtneming van het volgende:

  • a. ontheffing wordt niet verleend op de gronden gelegen binnen de aanduiding 'reconstructiewetzone – landbouwontwikkelingsgebied ';
  • b. ontheffing wordt niet verleend voor meer dan vijf kamers en een bedrijfsvloeroppervlakte van meer dan 350 m2 ;
  • c. ontheffing leidt niet tot onevenredige aantasting van gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van naastgelegen percelen.

3.5.2 Ontheffing ten behoeve van mantelzorg

3.5.3 Twee bedrijfshoofden

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen voor het gebruik van de bestaande bedrijfswoning ten behoeve van de huisvesting van het huishouden van een tweede bedrijfshoofd, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. ontheffing is noodzakelijk voor een doelmatige agrarische bedrijfsvoering;
  • b. het agrarisch bedrijf biedt naar omvang en aard van de bedrijfsactiviteiten duurzaam aan twee volwaardige arbeidskrachten een volledige of nagenoeg volledige dagtaak;
  • c. ontheffing leidt niet tot onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van naastgelegen percelen.

3.5.4 Huisvesting van tijdelijke werknemers

3.6 Aanlegvergunning
3.6.1 Aanlegverbod
3.6.2 Uitzonderingen op het aanlegverbod
3.6.3 Voorwaarden voor een aanlegvergunning
3.6.4 Advisering over de aanlegvergunning
3.6.5 Strafbepaling

3.7 Wijzigingsbevoegdheden
3.7.1 Collectieve mestopslag
3.7.2 Vormverandering bouwvlak ten behoeve van een grondgebonden agrarisch bedrijf
3.7.3 Vergroting bouwvlak ten behoeve van een grondgebonden agrarisch bedrijf
3.7.4 Vormverandering bouwvlak ten behoeve van een intensieve veehouderij
3.7.5 Vergroting bouwvlak ten behoeve van dierenwelzijn

3.7.6 Veldschuren en/of schuilgelegenheden buiten het bouwvlak

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen door een aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - veldschuur' op te nemen voor het bouwen van veldschuren en/of schuilgelegenheden buiten het bouwvlak, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. per bedrijf  bouwvlak zijn ten hoogste twee veldschuren en/of schuilgelegenheden toegestaan;
  • b. de minimale afstand tot het bouwvlak bedraagt 500 meter;
  • c. de goothoogte bedraagt maximaal 2,5 meter, de bouwhoogte bedraagt maximaal 4 meter;
  • d. de gezamenlijke oppervlakte van de veldschuren en/of schuilgelegenheden mag niet meer dan 100 m2 per bedrijf bedragen;
  • e. de noodzaak voor een doelmatige agrarisch bedrijfsvoering en van situering buiten het bouwvlak is aangetoond; alvorens het plan te wijzigen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van de agrarisch deskundige;
  • f. wijziging leidt niet tot onevenredige aantasting van de landschapsstructuur;
  • g. voorzien wordt in een goede landschappelijke inpassing, afgestemd op de kenmerken van de omgeving;
  • h. alvorens het plan te wijzigen vragen burgemeester en wethouders advies van de landschaps- en natuurbeschermingsdeskundige met betrekking tot de onder f en g vermelde voorwaarden en wordt voorzien in een privaatrechtelijke overeenkomst omtrent de aanleg, het beheer en het onderhoud van de landschappelijke inpassing;
  • i. wijziging leidt niet tot onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van naastgelegen percelen
  • j. planwijziging is niet toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'Wro-zone wijzigingsgebied'.

3.7.7 Wijziging bestemming Agrarisch naar Natuur

3.7.8 Wijziging bestemming Agrarisch naar Wonen

Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming 'Agrarisch' ter plaatse van de aanduiding bouwvlak wijzigen in de bestemming 'Wonen' met de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - voormalig agrarisch bedrijf' en / of in de bestemming 'Agrarisch' zonder aanduiding of bouwvlak en in combinatie daarmee tevens lid 29.2 onder a wijzigen , met inachtneming van de volgende regels:

  • a. aangetoond moet zijn dat het agrarisch bedrijf is beëindigd en voortzetting van het agrarisch gebruik niet reëel is;
  • b. de gronden zijn niet gelegen op een ster-locatie;
  • c. de wijziging in de bestemming 'Wonen' omvat ten hoogste de bestaande bebouwing en het daarbij behorende erf binnen het bouwvlak;
  • d. de wijziging in de bestemming 'Wonen' omvat in elk geval alle woonruimten binnen het betreffende bouwvlak, waarbij het aantal woningen binnen het bouwvlak niet mag worden vergroot;
  • e. bij wijziging van de gronden met de aanduiding ´ zonder bedrijfswoning uitgesloten´ mag ten hoogste één woning worden gebouwd, mits vooraf vaststaat dat binnen het betreffende bouwvlak alle voormalige (agrarische) bedrijfsgebouwen worden gesloopt, met uitzondering van de bebouwing, die als bijgebouwen bij de woning kunnen, en gezien de maximale oppervlaktebepalingen, mogen worden aangemerkt;
  • f. de oppervlakte van de te slopen bedrijfsbebouwing als bedoeld onder e bedraagt ten minste 1.000 m², met inachtneming van hetgeen onder g is bepaald;
  • g. cultuurhistorisch waardevolle bebouwing mag niet worden gesloopt;
  • h. het resterende deel van de gronden wordt gewijzigd in de bestemming 'Agrarisch' zonder aanduiding of bouwvlak;
  • i. bij wijziging van de gronden zonder de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' mag ten hoogste het aantal bestaande toegestane woningen worden gebouwd/gehandhaafd, mits vooraf vaststaat dat binnen het betreffende bouwvlak alle voormalige (agrarische) bedrijfsgebouwen worden gesloopt, met uitzondering van bebouwing tot maximaal  80  200 m2 per woning, die als bijgebouwen bij de woning worden aangemerkt, met inachtneming van hetgeen onder g is bepaald; wijziging van lid 29.2 onder a is uitsluitend toegestaan in geval van sloop van bedrijfsgebouwen als bedoeld onder e en f, waarbij deze wijziging is gericht op het verminderen van de maximaal toelaatbare oppervlakten van bestaande bouwwerken voor het betreffende perceel met de oppervlakte aan bebouwing die wordt gesloopt;
  • j. wijziging leidt niet tot onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van naastgelegen percelen.