Plan: | bedrijventerrein |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0339.BDTR-vg01 |
Zowel de ruimtelijke ordening als het milieubeleid stellen zich ten doel een goede kwaliteit van het leefmilieu te handhaven en te bevorderen. Dit gebeurt onder andere door milieuzonering. Onder milieuzonering verstaan we het aanbrengen van een voldoende ruimtelijke scheiding tussen milieubelastende bedrijven of inrichtingen enerzijds en milieugevoelige functies als wonen en recreëren anderzijds. De ruimtelijke scheiding bestaat doorgaans uit het aanhouden van een bepaalde afstand tussen milieubelastende en milieugevoelige functies. Die onderlinge afstand moet groter zijn naarmate de milieubelastende functie het milieu sterker belast.
Milieuzonering heeft twee doelen:
Voor het bepalen van de aan te houden afstanden is voor dit bestemmingsplan gebruik gemaakt van de algemeen aanvaarde VNG-uitgave 'Bedrijven en Milieuzonering' uit 2009. Deze uitgave bevat een lijst, waarin voor een hele reeks van milieubelastende activiteiten (naar SBI-code gerangschikt) richtafstanden zijn gegeven ten opzichte van milieugevoelige functies. De lijst geeft richtafstanden voor de ruimtelijk relevante milieuaspecten geur, stof, geluid en gevaar. De grootste van de vier richtafstanden is bepalend voor de indeling van een milieubelastende activiteit in een milieucategorie en daarmee ook voor de uiteindelijke richtafstand. De richtafstandenlijst gaat uit van gemiddeld moderne bedrijven. Indien bekend is welke activiteiten concreet zullen worden uitgeoefend, kan gemotiveerd worden uitgegaan van de daadwerkelijk te verwachten milieubelasting, in plaats van de richtafstanden. De afstanden worden gemeten tussen enerzijds de grens van de bestemming die de milieubelastende functie(s) toelaat en anderzijds de dichtst daarbij gelegen situering van de gevel van een milieugevoelige functie die op grond van het bestemmingsplan mogelijk is.
Hoe gevoelig een gebied is voor milieubelastende activiteiten is mede afhankelijk van het omgevingstype. De richtafstanden van de richtafstandenlijst gelden ten opzichte van het omgevingstype rustige woonwijk. Een rustige woonwijk is ingericht volgens het principe van de functiescheiding: afgezien van wijkgebonden voorzieningen komen vrijwel geen andere functies voor; langs de randen is weinig verstoring door verkeer. Vergelijkbaar met de rustige woonwijk zijn rustig buitengebied, stiltegebied en natuurgebied. Daarvoor gelden dan ook dezelfde richtafstanden.
Een ander omgevingstype is het gemengd gebied. Een gemengd gebied is een gebied met een variatie aan functies; direct naast woningen komen andere functies voor zoals winkels, horeca en kleine bedrijven. Ook gebieden die direct langs de hoofdinfrastructuur liggen behoren tot het omgevingstype gemengd gebied. Het gemengd gebied kent door de aanwezige variatie aan functies en situering al een hogere milieubelasting. Dit kan aanleiding zijn om gemotiveerd voor één of meer milieuaspecten een kleinere afstand aan te houden dan wordt geadviseerd voor een rustige woonwijk. Een geadviseerde afstand van 30 meter kan dan bijvoorbeeld worden gecorrigeerd tot 10 meter en een geadviseerde afstand van 100 meter tot 50 meter. Uitzondering op het verlagen van de richtafstanden vormt het aspect gevaar: de richtafstand voor dat milieuaspect wordt niet verlaagd.
De tabel geeft de relatie tussen milieucategorie, richtafstanden en omgevingstype weer.
milieucategorie | richtafstand tot omgevingstype rustige woonwijk | richtafstand tot omgevingstype gemengd gebied |
1 | 10 m | 0 m |
2 | 30 m | 10 m |
3.1 | 50 m | 30 m |
3.2 | 100 m | 50 m |
4.1 | 200 m | 100 m |
4.2 | 300 m | 200 m |
Het systeem van richtafstanden gaat uit van het principe van scheiding van functies: de richtafstandenlijst geeft richtafstanden tussen bedrijfslocatie en omgevingstype rustige woonwijk respectievelijk gemengd gebied.
Naast de geadviseerde milieuzonering voor bedrijven op basis van de VNG uitgave 'Bedrijven en milieuzonering', kunnen er ook nog afstandscriteria uit specifieke milieuwet- en regelgeving gelden. Denk hierbij aan de Wet milieubeheer, de agrarische geurwetgeving en de veiligheidsregelgeving. Deze regelgeving geldt uiteindelijk als toetsingskader voor de toegestane milieueffecten. Ook deze afstandscriteria worden meegenomen bij de beoordeling van nieuwe ontwikkelingen.
Voor het bepalen van de milieuzones voor het bedrijventerrein in Renswoude is rekening gehouden met de (bedrijfs)woningen in het plangebied zelf, maar is ook gekeken naar de woningen in de direct omliggende woonbuurten Spikhorst en Renswoude-noord.
Voor de woningen in het plangebied is uitgegaan van het omgevingstype gemengd gebied. Voor de woningen in Spikhorst en Renswoude-noord is eveneens uitgegaan van gemengd gebied in verband met de ligging van een drukke weg aan de rand van het gebied. Voor het plangebied worden derhalve de richtafstanden van het omgevingstype gemengd gebied gehanteerd zoals opgenomen in de tabel in paragraaf 5.8.1. Op basis van deze richtafstanden is voor het bedrijventerrein de inwaartse zonering bepaald, daarbij is uitgegaan van een maximale milieucategorie 3.2.
De betreffende milieuzones zijn op de verbeelding aangegeven met een functieaanduiding 'bedrijf tot en met categorie #'. Binnen deze zones worden in de regels enkel de bedrijven toegestaan die op grond van de afstand tot omringende milieugevoelige functies toelaatbaar zijn. In het geval dat bedrijven uit een hogere milieucategorie zijn gevestigd dan op basis van de milieuzonering is toegestaan krijgen deze bedrijven een specifieke functieaanduiding. Deze specifieke aanduiding regelt dat het betreffende bedrijf zijn huidige bedrijfsvoering mag voortzetten. Zodra het bedrijf stopt mag uitsluitend het huidige bedrijfstype of een bedrijfstype met een lagere toegestane milieucategorie terug komen. Op deze manier wordt huidige bedrijf niet belemmerd in zijn bedrijfsvoering.
De specifieke bedrijven worden zowel opgenomen op de verbeelding als in de regels bij het bestemmingsplan. In dit bestemmingsplan gaat het om vier typen bedrijven op de onderstaande locaties:
Bedrijfsnaam | Adres | Type bedrijf | Milieucategorie |
Van Heugten Carpit tile backing | De Hooge Hoek 12 | Textielproductie bedrijf |
4.1 |
Schotlus Carpfood | De Hooge Hoek 15 | Vervaardiging diervoer | 4.1 |
Scholtus Carpfood | De Hooge Hoek 44 | Vervaardiging diervoer | 4.1 |
AutoPol | Utrechtseweg 16 | Garagebedrijf | 3.1 |
Autobedrijf Romijn | Utrechtseweg 26 | Autohandel | 3.1 |
Naast de bovenstaande bedrijfstypen die in het plangebied specifiek zijn aangeduid krijgt ook de in het plangebied aanwezige lpg-tankstation, met bijbehorende voorzieningen, een aparte aanduiding.
Aangezien het bestemmingsplan uitsluitend de bestaande situatie in het plangebied vastlegt is geen sprake van nieuwe situatie met betrekking tot de milieuzonering. Voor dit bestemmingsplan vormt het aspect milieuhinder bedrijvigheid dan ook geen knelpunt.