Indien niet op grond van een andere bevoegdheid van deze regels omgevingsvergunning ter afwijking kan worden verleend, zijn burgemeester en wethouders bevoegdheid om omgevingsvergunning te verlenen ter afwijking van:
maximale en minimale hoogte-, breedte-, oppervlakte- en inhoudsmaten voor bebouwing als verbeeld dan wel omschreven in de regels, mits:
de afwijking van enige maat ten hoogste bedraagt 10 %;
bestemmingsgrenzen niet worden overschreden;
het percentage genoemd onder 1. niet wordt overschreden door eerder verleende omgevingsvergunningen.
geringe afwijkingen, die in het belang zijn van een ruimtelijk of technisch beter verantwoorde plaatsing van bouwwerken of die noodzakelijk zijn in verband met de werkelijke toestand van het terrein.
8.2 Ambachtelijke bedrijvigheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd omgevingsvergunning te verlenen ter afwijking van het bepaalde in Wonen voor ambachtelijke bedrijvigheid in woningen, bijgebouwen, aanbouwen en uitbouwen van woningen, mits:
de woonfunctie van de gronden in overwegende mate gehandhaafd blijft;
geen afbreuk wordt gedaan aan het woon- en leefmilieu in de omgeving;
ten gevolge van de beroeps- of bedrijfsactiviteit geen onevenredige toename van de verkeersbelasting in de omgeving optreedt;
de beroeps- of bedrijfsuitoefening geschiedt door degene die ter plaatse woonachtig is.
8.3 Voorwaarde
De omgevingsvergunningen als bedoeld in artikel 8 lid 1 en artikel 8 lid 2 worden uitsluitend verleend indien de bebouwingskarakteristiek van de omgeving niet wordt aangetast en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden beperkt.