Plan: | Kern Linschoten |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0335.BPKernLinschoten-VA03 |
Landschappelijke context
Linschoten ligt aan de oostzijde van de N204, de provinciale weg van Woerden via Montfoort en Benschop naar Lopik. De plaats wordt voor het eerst genoemd in 1172 als Lindescote, een samenvoegsel van Linde (de naam van een riviertje) en scote (een stuk land dat uitkomt boven het laagland). Linschoten ligt binnen het Utrechtse deel van het rivieren- en veenweidelandschap en wordt aan alle zijden omgeven door het agrarisch cultuurlandschap. De oude kern ligt circa 1.200 m zuidelijk van de A12, maar de latere woonwijken strekken zich noordwaarts uit tot ongeveer 800 m van de A12. Direct aan de overzijde van de rijksweg ligt het bedrijventerrein van Woerden.
De landschappelijke kwaliteit van Linschoten wordt sterk bepaald door de nabijheid van de Oude Rijn en de Hollandsche IJssel. Ter hoogte van Woerden en Montfoort zijn de stroomruggen van deze twee in westelijke richting stromende rivieren onderling verbonden door een min of meer noord-zuidgerichte stroomrug. Deze stroomrug vormde, totdat de Rijnmond bij Katwijk dichtslibde, een belangrijk tracé (de 'Linschoterstroom') van de nu meer zuidelijk stromende Hollandsche IJssel. Linschoten ligt op de oostflank van deze stroomrug bij de scheiding van de stromen van de Lange en Korte Linschoten. Direct ten oosten van deze stroomrug strekt zich een tussen de Oude Rijn en de Hollandsche IJssel gelegen komkleigebied uit. In het westelijk nabij Linschoten gelegen deel van dit komkleigebied komen ook meer venige gronden (rietveen) voor. Het meer uitgestrekte veen-kleigebied van de Hollandse polders en droogmakerijen ligt echter meer westelijk van de stroomrug, waar de afstand tussen de Oude Rijn en de Hollandsche IJssel toeneemt. Linschoten ligt daardoor in de overgangszone van het rivierenlandschap en veenweidelandschap.
Dorpsvorming en dorpsstructuur
Omdat de stroomrug waarop Linschoten is ontstaan relatief smal is, heeft het dorp zich op een vrij compacte wijze ontwikkeld. Dit komt onder meer tot uiting in het vrij grote aantal relatief op korte onderlinge afstand gebouwde oorspronkelijke boerderijen binnen de oude dorpskern. De oude kern strekt zich uit langs de Lange Linschoten en het daarop aansluitende deel van de Korte Linschoten/Montfoortse Vaart.
Figuur 2.1 De Dorpstraat van Linschoten (bron: http://www.rhcrijnstreek.nl)
Het bebouwingspatroon wordt sterk bepaald door individueel gebouwde vrijstaande panden langs de Raadhuisstraat, Korte Linschoten (west- en oostzijde), Engherzandweg, Dorpstraat en Vaartkade (noord- en zuidzijde). Langs de Dorpstraat en zij het in iets mindere mate langs de Vaartkade, is de afstand tussen de panden beperkt of staan zij soms tegen elkaar. De panden, veelal in één of soms anderhalve bouwlaag onder kap, zijn met een wisselende rooilijn zowel haaks, evenwijdig of onder een sterke hoek gebouwd ten opzichte van de weg. Met name bij de Dorpstraat en de Raadhuisstraat komen ook in twee volledige bouwlagen onder een hoge kap gebouwde statige panden en grote herenhuizen voor in afwisseling met oude boerderijen en arbeiderswoningen in één bouwlaag onder kap. Een van deze hogere panden is het oude, in 1919 aan de binnenbocht van de Lange Linschoten gebouwde, raadhuis. Het raadhuis vormde toentertijd een van de eerste belangrijke gebouwen aan de westzijde van het water.
De historische dorpskern van Linschoten is ook na de Tweede Wereldoorlog nog goed intact gebleven en is al geruime tijd een beschermd dorpsgezicht. Het historische karakter van Linschoten wordt sterk bepaald door:
In Linschoten zijn bijna 50 percelen aanwezig waar sprake is van het voorkomen van als monument aangewezen panden, schuren en bouwkundige objecten. Hiervan ligt een aanzienlijk deel in de oude kern of op de gronden behorende bij het Huis te Linschoten.
De directe relatie van de oude kern met het water komt tot op vandaag de dag nog steeds tot uitdrukking in de ligging van een omvangrijke houthandel in de directe nabijheid van het water. In de directe nabijheid van deze houthandel hebben zich ook andere bedrijven gevestigd, met name aan de oostzijde en aan de noordwestzijde daarvan langs het water. Deze concentratie van bedrijven aan het water en bij het dorpshart is dan ook van invloed op niet alleen het historisch bebouwingsbeeld van het beschermde dorpsgezicht, maar ook op de bebouwings- en ontsluitingsstructuur van het gehele dorp.
Linschoten heeft zich in de tweede helft van de vorige eeuw vooral ontwikkeld in oostelijke richting. Aan deze zijde van het dorp is sprake van een duidelijke dorpsgrens. Deze dorpsgrens is op vrij logische wijze bepaald door de slagenverkaveling van het polderlandschap en de aanwezigheid van een achterwetering. Aan de westzijde van de oude kern heeft de aanleg van de N204 geleid tot een harde afbakening van het dorp zonder dat het gehele tussen de N204 en de Linschoterstroom gelegen gebied is volgebouwd. Met name in het zuidelijk deel van dit gebied komen nog veel onbebouwde kavels voor, waardoor ook in de directe nabijheid van het historisch centrum nog sprake is van een waardevolle landschappelijke relatie met de omgeving.
De oude dorpskern en de daarbij aansluitende oude bebouwingslinten kenmerken zich door het relatief compacte bebouwingspatroon. Ook bij de latere ontwikkeling van Linschoten hebben eerst de relatief smalle oeverwal en vervolgens de stringente slagenverkaveling van het landschap geleid tot een compact dorpsbeeld.
Na de Tweede Wereldoorlog heeft Linschoten zich sterk uitgebreid, aanvankelijk vrij geleidelijk en in de directe nabijheid van de oude kern. De ruimtelijke structuur van Linschoten wordt vandaag de dag nadrukkelijk bepaald door:
Eerste planmatige uitbreidingen
Na de Tweede Wereldoorlog heeft Linschoten zich sterk uitgebreid, aanvankelijk vrij geleidelijk en in de directe nabijheid van de oude kern. De eerste dorpsuitbreiding betreft het direct ten zuidoosten van de kerk gelegen kleinschalige woonbuurtje 'Hoge Werf' (1953). Hier zijn 6 blokjes met in totaal 22 eengezinsrijenwoningen gebouwd in twee bouwlagen onder rode zadeldaken. De woningen zijn gebouwd rond een ruim gedimensioneerde groene ruimte. Doordat de woningen zijn gebouwd aan de noord-, oost- en zuidzijde van het groen, is hier sprake van een bijzondere ruimtelijke relatie van het hofjesvormige woonbuurtje met de aan de westzijde van het groen gelegen kerk. De Hogewerf betreft een van de eerste sociale woningbouwprojecten binnen Linschoten. Mede door de ruimtelijke relatie met de terp van de kerk, is het buurtje van cultuurhistorische waarde. De huurwoningen zijn in het bezit van de Stichting Woonbelangen Weidegebied, maar zijn niet meer geschikt voor senioren en kinderen. De woningen zijn populair bij jongeren.
In 1958 werd een tweede kleinschalige woonbuurt aangelegd aan de Strick van Linschotenstraat. Hier werden 12 rijenwoningen gebouwd (het uitbreidingsplan 'Lage Polder' ook wel 'De Strick' genoemd). Nadien zijn aan deze in de zogeheten Lage Polder gelegen straat nog meer rijenwoningen gebouwd.
Grotere woonbuurten
De grotere woonbuurten verschenen vanaf het begin van de 70-er jaren van de 20eeeuw. Deze woonbuurten zijn 'Rapijnen', 'Overvliet', 'Voorvliet' en 'Kasteel', ten oosten van de oude stroomrug en de wijk 'Noord' ten westen van de stroomrug.
Oostelijk Woongebied (Rapijnen en Voorvliet)
Aan de oostzijde dragen de Montfoortse Vaart en de Voorvliet bij aan een duidelijke geleding van het dorpsgebied in duidelijk herkenbare buurten, namelijk het zuidelijk gelegen 'Rapijnen' en het tussen noordelijk gelegen 'Kasteel' en 'Overvliet'. De Laan van Overvliet en Laan van Rapijnen vormen een dwarsverbinding tussen deze deelgebieden. Via het noordelijk deelgebied sluit het tracé middels de Van Rietlaan aan op de meer westelijk gelegen N204. Via het zuidelijk deelgebied (Rapijnen) sluit de route aan op de rotonde van de N204. Het tracé vormt daarmee een belangrijke ontsluitingsroute binnen de huidige kern van Linschoten, temeer omdat de weg de druk op de oude aan het water gelegen dorpswegen kan opvangen.
Rapijnen
'Rapijnen' is de eerste grote woonbuurt van Linschoten en dateert uit het begin van de 70-er jaren. Deze ten zuiden van de Montfoortse Vaart gelegen woonbuurt kenmerkt zich door het zeer eenduidig opgezette bebouwingspatroon van eengezinsrijenhuizen. Opvallend is hier de haaks op het slotenpatroon opgezette verkaveling van de woonstraten. Het stratenstramien wordt doorsneden door enkele groene assen (waaronder die van de Appellaan). In deze ten zuiden van de Montfoortse Vaart gelegen woonbuurt werden circa 390 woningen gerealiseerd. De woonbuurt bestaat nagenoeg geheel uit eengezinsrijenhuizen in twee bouwlagen onder kap dan wel (met name in de randen van de woonbuurt) in twee tot drie bouwlagen onder asymmetrische kap of zadeldak. Plaatselijk zijn aan de Veldzichtlaan boven-benedenwoningen gerealiseerd. Ten noordoosten van de woonbuurt bevindt zich het sportveldencomplex. Dit sportveldencomplex is met een voetbrug over de vaart verbonden met het middelste, aan de overzijde van de vaart gelegen deelgebied waar ook de gebouwde sportvoorzieningen en tennisvelden zijn gelegen.
Kasteel en Voorvliet
In datzelfde decennium startte men ook de plannen voor een multifunctionele accommodatie met onder meer een sporthal in het gebied direct ten noorden van de aansluiting van de Montfoortse Vaart op de Korte Linschoten (het bestemmingsplan 'Kasteel' gelegen tussen het oude lint, de Voorvliet, Laan van Overvliet en de vaart). Dit ten noorden van Rapijnen gelegen deelgebied sluit direct aan bij de oude dorpsstructuur van Linschoten. In dit gebied komt een gemêleerde bebouwing in maximaal twee bouwlagen onder kap voor, bestaande uit oudere en nieuwe woningen (vrijstaand of aaneengebouwd of in rijen), bedrijfjes en detailhandel waaronder de in 1983 gebouwde supermarkt (Golff) op de hoek van de Jacob Barneveldstraat Laan van Rapijnen-Vaartkade Noordzijde. Het oostelijk van de Laan van Rapijnen gelegen gedeelte met maatschappelijke voorzieningen is met name gereserveerd voor sportaccommodatie en een parkbos.
Overvliet
Enkele jaren na de voltooiing van woonbuurt Rapijnen, vond de ontwikkeling plaats van de in de 80'er jaren gebouwde woonbuurten 'Noord' en 'Overvliet'. De woonbuurt Overvliet strekt zich uit aan de noordzijde van de Voorvliet, achter het gebied met de aan de zijde van de Korte Linschoten gelegen oude bedrijven ten noorden van de historische kern. De woonbuurt wordt inmiddels niet alleen aan de westzijde, maar ook vanuit zuidelijke richting (Laan van Overvliet) ontsloten door middel van een brug over de Voorvliet. De woonbuurt bestaat uit zowel rijenwoningen in en/of twee bouwlagen onder kap (hetzij symmetrisch, hetzij asymmetrisch met een hoge en lage goot) en uit een als vrijstaande woningen. De vrijstaande woningen staan met name in de noordwestrand en in de zuidoostrand van de woonbuurt, twee-onder-een-kapwoningen in de noordoostrand. Het westelijk deel van dit noordelijke deelgebied bestaat uit een groot bedrijvengebied (ten westen van de Laan van Rapijnen) dat direct aansluit bij de oudere aan het water gelegen bedrijven.
Westelijk woongebied (Woonbuurt Noord)
Woonbuurt Noord werd gerealiseerd in het meest westelijke deel van de huidige bebouwde kom van Linschoten, in het noordelijk deel van de tussen de M.A. Reinaldaweg (N204) en de Korte Linschoten gelegen gebied. De woningen bestaan voor het merendeel uit eengezinsrijenwoningen in twee bouwlagen onder kap. In de westrand van de woonbuurt komt echter afwijkende bebouwing voor zoals vrijstaande woningen (al dan niet met kantoorruimten) in één bouwlaag onder kap aan de westzijde van de Meidoornlaan. Ook aan de Liefhovendijk in de zuidrand komt afwijkende bebouwing voor. Hier is sprake van een afwisseling van oudere en fijn gedetailleerde woonbebouwing met naoorlogse woonbebouwing. Er komen zowel vrijstaande als geschakelde of rijenwoningen voor in één tot anderhalve bouwlaag onder kap. Daarnaast komen hier ook seniorenwoningen en maatschappelijke doeleinden (zoals een basisschool) voor waarvan de bebouwing bestaat uit twee bouwlagen onder kap.