16.1 Algemeen
Burgemeester en wethouders zijn, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, bevoegd het plan te wijzigen, indien de wijziging betrekking heeft op:
-
a. het oprichten van gebouwen ten dienste van (openbare) nutsvoorzieningen met een inhoud van ten hoogste 150 m3 en een goothoogte van ten hoogste 3 m;
-
b. een enigszins andere situering en/of begrenzing van bouwpercelen, dan wel bestemmingsgrenzen, bouwgrenzen en bouwvlakken en/of aanduidingen, indien bij de uitvoering van het plan mocht blijken dat verschuivingen nodig zijn ter uitvoering van een bouwplan, op voorwaarde, dat de oppervlakte van het betreffende bouwperceel, bestemmingsvlak dan wel bouwvlak met niet meer dan 10% zal worden gewijzigd;
-
c. het (gedeeltelijk) laten vervallen van de bestemming Waarde -
Archeologie - 1 en/of Waarde - Archeologie - 2 op de verbeelding; indien uit (nader) archeologisch onderzoek is gebleken, dat niet langer sprake is van een gebied met oudheidkundige waarden, dan wel nadat er sprake is van opgravingen en documentatie waardoor de planologische bescherming niet langer gehandhaafd behoeft te blijven.
-
d. het toekennen van de bestemming Waarde - Archeologie - 1 en/of Waarde - Archeologie - 2 aan gronden op de verbeelding, indien uit (nader) archeologisch onderzoek is gebleken, dat sprake is van een gebied met oudheidkundige waarden, dan wel nadat er sprake is van opgravingen en documentatie waardoor planologische bescherming noodzakelijk wordt geacht.
16.2 Wro-zone - wijzigingsgebied
Burgemeester en wethouders zijn, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, bevoegd het plan te wijzigen in die zin dat de geldende bestemming ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied' geheel, gedeeltelijk en/of gefaseerd kan worden gewijzigd in de bestemming Wonen, waarbij de volgende regels in acht moeten worden genomen:
-
a. toegestaan zijn gestapelde woningen;
-
b. de woningen dienen met de voorgevel op zowel het plein te worden georiƫnteerd, alsook op de Lopikerwetering, zodat een tweezijdige oriƫntatie ontstaat;
-
c. aan de zijde van de Lopikerwetering mag de maximale goot- en bouwhoogte respectievelijk 7 m en 10 m bedragen;
-
d. aan de zijde van het plein mag de maximale goot- en bouwhoogte respectievelijk 10 m en 13 m bedragen;
-
e. er dient op eigen terrein ruimte te worden gereserveerd voor de realisering en ontsluiting van voldoende parkeerplaatsen volgens de volgende parkeernormen:
-
1. dure woningen: 1,7 pp/woning;
-
2. middeldure woning: 1,5 pp/woning;
-
3. goedkope woning: 1,3 pp/woning.
-
f. voldaan moet worden aan de eisen zoals gesteld in de Wet geluidhinder;
-
g. vooraf moet middels een bodemonderzoek worden aangetoond dat de grond geschikt is voor het beoogde gebruik;
-
h. vooraf moet advies worden ingewonnen bij de waterbeheerder in verband met de bescherming en veiligstelling van de waterstaatkundige waarden;
-
i. na wijziging van de verbeelding zijn de bouw- en gebruiksregels van de bestemming Wonen van toepassing.