direct naar inhoud van 3.3 Gemeentelijk beleid
Plan: Cabauw - Uitbreiding
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0331.04cabauwuitbr00000-BP00

3.3 Gemeentelijk beleid

Leefbaarheidsplan kleine kernen/ 2005
Cabauw is in overleg met de gemeente Lopik, door de Provincie Utrecht aangewezen als pilot project voor het provinciale "Uitvoeringsplan Leefbaarheid Kleine Kernen". Met dit plan wil de provincie leefbaarheidsprojecten stimuleren. In het voorjaar van 2005 is het leefbaarheidsproject Cabauw van start gegaan met een haalbaarheidsonderzoek.

In het rapport "Kansen benutten in Benschop en Cabauw" is voor Cabauw, in nauwe samenwerking met lokale initiatiefnemers, de in de gemeenschap levende ideeën verder uitgewerkt tot een voorkeursscenario (het concentratiemodel). Dit voorkeursscenario kan niet alleen op een groot draagvlak rekenen bij de bevolking, maar ook bij de politiek en het bestuur.

Het concentratiemodel houdt een zeer ambitieuze ontwikkeling in van het dorp en stelt daardoor een aantal essentiële zaken veilig, waardoor de leefbaarheid op langere termijn gewaarborgd blijft, waar het gaat om het wonen van starters en senioren, om nieuwe woonmogelijkheden voor de doorstromers, om een hoogwaardig basisonderwijs, om kinder- en jeugdopvang en om een nieuwe ruimtelijke ordening van het dorp.

In hoofdlijnen houdt de ambitie in:

  • 1. een (ver)nieuw(d) verenigingsgebouw voor de jongere en oudere jeugd op het terrein van het dorpshuis In 't Witte Paard;
  • 2. een nieuwe 'brede school' waarin ruimte is voor een kinderdagverblijf, basisschool en mogelijk een bibliotheek;
  • 3. verplaatsen van de huidige basisschool en de ontwikkeling van een nieuw centrum met onder meer seniorenwoningen en gezamenlijke 'huiskamer' op deze locatie;
  • 4. aanpassing van verouderde seniorenwoningen gelegen aan de Nobelaerweg tot startershuisvesting;
  • 5. toevoeging van doorstromingswoningen, bedoeld voor de eigen woningbehoefte van Cabauw.

Door gezamenlijk optrekken van de stichting V.O.C.U.S., (een stichting die zich tot doel stelt om activiteiten op gebied van cultuur en ontspanning te bevorderen) de woningbouwvereniging Lopik, het schoolbestuur Lek en IJssel, particuliere grondeigenaren, de provincie en de gemeente kan aan deze ambitie uitvoering worden gegeven.
Het voorgenomen plan zal de onder 1,2, 3 en 5 genoemde ambities mogelijk maken. De ambitie genoemd onder 4, kan binnen het op 23 september 2008 vastgestelde en inmiddels onherroepelijke bestemmingsplan Cabauw worden uitgevoerd.

Nota Volkshuisvesting Montfoort en Lopik/ 2006
De Nota Volkshuisvesting bevat een woningmarktanalyse en vormt een leidraad voor de beoordeling van nieuwbouwplannen, het opstellen prestatieovereenkomsten met woningcorporaties en het maken van afspraken en overeenkomsten met marktpartijen. Deze visie kent een viertal beleidslijnen:

  • doelgroepenbeleid: gericht op starters, senioren en huishoudens met een laag inkomen;
  • kernenbeleid: huisvesten met behoud van leefbaarheid en identiteit;
  • woon-zorgbeleid: integrale benadering van wonen, welzijn en zorg;
  • regiefunctie van de gemeente.

Uit deze beleidslijnen volgt een aantal algemene kwantitatieve en kwalitatieve opgaven voor de beide gemeenten. Deze kunnen worden doorvertaald op kernenniveau. Voor de kern Cabauw betekent dit onder andere dat de gemeente bij huisvesting voorrang tracht te verlenen aan mensen die een maatschappelijke of economischs binding met het dorp hebben.

Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden/ 2003
Het plangebied valt onder de Keur van het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden. Het Hoogheemraadschap heeft de zorg voor de dijken en de polderkaden, de kwaliteit en kwantiteit van het oppervlaktewater en de zuivering van het afvalwater. Het Hoogheemraadschap zet met het Waterbeheerplan 2003-2007 in op de drie-trapsstrategie; vasthouden-bergen-afvoeren. De toepassingsperiode van dit waterbeheerplan is verlengd tot en met december 2009. Met het beheerplan worden een aantal doelen nagestreefd.

De maatregelen in het waterbeheersplan 2003-2007 zijn gebaseerd op deze doelstellingen:

  • het garanderen van het gewenste veiligheidsniveau tegen overstromingen en wateroverlast;
  • het realiseren van een goede waterkwaliteit;
  • het herstellen van de ecohydrologische variatie binnen het plangebied; het realiseren van goede gebruiksmogelijkheden van het plangebied voor verschillende maatschappelijke functies;
  • het verminderen en zo mogelijk stoppen van de bodemdaling;
  • het behouden of versterken van de landschappelijke betekenis van water.

De doelstellingen dienen bij te dragen aan robuuste, meer zelfvoorzienende en veerkrachtige watersystemen.

Welstandnota/ 2004
Bouwaanvragen dienen te worden getoetst aan eisen van welstand en hebben betrekking op het uiterlijk van bouwwerken en de situering van deze bouwwerken in hun omgeving. Gekeken wordt of het bouwwerk dat men wenst te plaatsen op zichzelf of in verhouding tot de omgeving voldoende passend is. De gemeenteraad van de gemeente Lopik heeft in 2004 een welstandsnota vastgesteld. Hierin staan criteria omtrent de redelijke eisen van welstand.

Het gaat daarbij om de volgende aspecten:

  • karakteristiek van de bestaande bebouwing;
  • openbare ruimte;
  • landschap;
  • stedenbouwkundige context;
  • massa, structuur, maat en schaal, detaillering, materiaalkeuze en kleurstelling;
  • samenhang in het bouwwerk (de onderlinge relatie tussen samenstellende delen).

De criteria kunnen afhankelijk van de specifieke ruimtelijke kwaliteiten en uiterlijke kenmerken van de omgeving per dorp, wijk, buurt of deelgebied verschillen. Daartoe zijn in de welstandnota specifieke gebiedscriteria opgesteld.

afbeelding "i_NL.IMRO.0331.04cabauwuitbr00000-BP00_0007.jpg"

Afbeelding 3.3: uitsnede gemeentelijke welstandskaart


De kern Cabauw maakt onderdeel uit van de volgende deelgebieden: (zie afbeelding 3.3)

  • ontginningslint dorpsgebied (H6.1);
  • ontginningslint uitloper/buurtschap of Sniep (H6.2);
  • woongebieden in stroken- en blokverkaveling (W1.2);
  • woongebieden eind 20e eeuw (W1.4);
  • individuele bouw (W2).

Voor deze gebiedstypen gelden afzonderlijke gebiedsgerichte welstandcriteria. De inbreidingslocatie ligt in het deelgebied H6.1 en de nieuw te realiseren school in het deelgebied H6.2. Voor de uitbreidingslocatie worden nieuwe eigen projectcriteria opgesteld.

Nieuwbouwplannen dienen te worden getoetst aan deze welstandscriteria.