Plan: | Cabauw - Uitbreiding |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0331.04cabauwuitbr00000-BP00 |
Streekplan Utrecht 2005-2015/ 2005
In het kader van de (nieuwe) Wet op de ruimtelijke ordening (Wro), is op 1 juli 2008 het Streekplan omgezet naar een provinciale structuurvisie. Ten behoeve van deze omzetting is de Beleidslijn nieuwe Wro opgesteld. Het doel van de Beleidslijn is om ook onder de Wro, slagvaardig het Streekplan als beleidskader te kunnen blijven toepassen. Het Streekplan is beleidsneutraal omgezet; de Beleidslijn bevat geen nieuw beleid.
De Wet op de ruimtelijke ordening gaat uit van een nieuw sturingsconcept en biedt meer en nieuwe instrumenten. Het provinciaal belang bepaalt het ruimtelijk ordeningsbeleid van de provincie. De provincie definieert zelf binnen de grenzen van de wet het eigen provinciaal belang en handelt van daaruit naar de andere overheidslagen. De Wro biedt de provincie onder meer de mogelijkheid een verordening vast te stellen wanneer zij haar provinciale belangen wil laten doorwerken richting gemeenten.
Met het vaststellen van het Streekplan voor de provincie Utrecht (Utrecht 2005-2015', vastgesteld op 13 december 2004) en de Beleidslijn nieuwe Wro (vastgesteld op 23 juni 2008) is de stedelijke (rode) contour in oostelijke richting verruimd met een tweetal aansluitende weilandpercelen. Het plangebied bevindt zich grotendeels binnen de rode contour. Echter één kavel die ook tot het plangebied behoort valt net buiten de rode contour.
Met toepassing van de zogenaamde "touwtjesmethode" wordt de 'extra' uitbreiding aan de oostzijde mogelijk gemaakt. De touwtjesmethode, een flexibiliteitinstrument in het Streekplan, maakt het mogelijk om het grondgebied ten zuiden van het plangebied in te ruilen tegen de 'extra' kavel ten oosten van het plangebied. Zodoende kan de ten oosten gelegen kavel als vallend binnen de rode contour worden beschouwd.
Op 4 augustus 2009 heeft de gemeente de provincie dan ook verzocht om de rode bebouwingscontour voor de kern Cabauw aan te passen, om daarmee de beoogde ruimtelijke ontwikkeling mogelijk te maken. Door de provincie is in een brief van 9 september 2009 te kennen gegeven dat het verzoek voldoet aan de voorwaarden voor de toepassing van "touwtjesmethode". In de vergadering van 9 september 2009 is door het college van Gedeputeerde Staten van Utrecht besloten tot aanpassing van de rode bebouwingscontour.
Afbeelding 3.1: Nieuwe en vervallen Rode contour Cabauw (besluit GS, d.d. 9 september 2009)
Verder wordt in het Streekplan aangegeven dat de huidige basisschool mogelijk naar de uitbreidingslocatie kan worden verplaatst, in combinatie met maximaal 25 woningen. Meer woningen worden door de provincie in eerste instantie onwenselijk geacht. In paragraaf 2.2 van deze toelichting is hier al bij stilgestaan. Bij verplaatsing van de school is woningbouw op de vrijkomende locatie mogelijk. Gezien de ruimtelijke en functionele mogelijkheden en de directe relatie tussen de in- en uitbreidingslocaties wordt voor de nadere afweging door de provincie een integrale visie gewenst.
Daarbij moet rekening worden gehouden met ruimte reservering voor de periode ná 2015.
Het plan past niet alleen in het Streekplan maar maakt daarnaast ook deel uit van het "Leefbaarheidsplan Kleine Kernen" waarvoor subsidie beschikbaar is gesteld. Hier wordt bij gemeentelijk beleid verder op ingegaan.
Provinciale verordening/2009
Op 21 september 2009 hebben Provinciale Staten van Utrecht de provinciale ruimtelijke ordening vastgesteld. De verordening is gebaseerd op artikel 4.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening. Doel van de verordening is om provinciale belangen op het gebied van de ruimtelijke ordening te laten doorwerken naar het gemeentelijk niveau. De normen uit de verordening moeten vertaald worden in een gemeentelijk planologisch besluit, zoals het voorliggende bestemmingsplan.
De definitieve tekst van de vastgestelde (aangepaste) verordening is nog niet bekend, maar duidelijk is dat de (nieuwe) rode contour in de verordening wordt aangemerkt als stedelijk gebied. In de verordening is aangegeven dat binnen stedelijk gebied regels moeten worden opgenomen voor woningbouw op nieuwe uitbreidingslocaties. Ook dient de cultuurhistorische hoofdstructuur te zijn veiliggesteld.
Cultuurhistorische Hoofdstructuur/ 2006
Met de visie van de Cultuurhistorische Hoofdstructuur geeft de provincie aan waar haar prioriteiten liggen bij het (ruimtelijk gerelateerde) cultuurhistorisch beleid voor de komende jaren. Het plangebied is gelegen in het gebied met de aanduiding 'veilig stellen'. In deze gebieden is de cultuurhistorie sturend voor de ruimtelijke ontwikkeling. Er is sprake van een grote cultuurhistorische samenhang in tijd en ruimte. In het algemeen kennen deze gebieden al geruime tijd dezelfde (economische) functie en ruimtelijke opbouw en de verwachting is dat dit zo blijft. In deze gebieden wil de provincie grootschalige transformaties in ruimte en tijd voorkomen.
Cultuurhistorische Atlas van Utrecht/ 2005
Provincie Utrecht heeft op 23 april 2005 de 'Cultuurhistorische Atlas van Utrecht' als opvolger van de notitie 'Niet van Gisteren', vastgesteld. De nota is richtinggevend voor het provinciale beleid over het culturele erfgoed.
Kenmerkend voor de Lopikerwaard is het grote aaneengesloten veenweidegebied met enkele zeer lange, oostwest gerichte ontginningslinten (Cabauw). De sterk samenhangende eenheid van het nagenoeg volledig bewaard gebleven kopenlandschap zorgt voor de beslissing van de provincie tot het veilig stellen van enkele gebiedskarakteristieken:
Dat de Lopikerwaard een uniek en waardevol gebied betreft blijkt onder meer uit het feit dat het gebied is aangewezen als Belvedère-gebied en in de provinciale Landschapsvisie als landschappelijke parel.
Het beleid van de provincie Utrecht is, zoals ook blijkt uit het Streekplan 2005-2015 gericht op instandhouding van het cultuurhistorisch waardevolle landschap en de bijbehorende rol van de landbouw.
Afbeelding 3.2: uitsnede cultuurhistorische Atlas van provincie Utrecht
Uit de cultuurhistorische gegevens van de provincie Utrecht blijkt dat Cabauw wordt getypeerd als geografische eenheid met een zeer grote cultuurhistorische waarde. De lintbebouwing aan weerszijde van de wetering heeft een hoge archeologische verwachtingswaarde. Het betreffende gebied wordt met een rode contour op bovenstaande afbeelding aangegeven.
Bij de ontwikkeling van het plan wordt rekening gehouden met de aanwezige cultuurhistorische waarden van de kern Cabauw. Dit is mede terug te zien in het ontwerp. In het ontwerp wordt de structuur van de watergangen behouden, blijven de zichtlijnen naar het open landschap aanwezig en zijn de wegen- en bebouwingsstructuur, net als het omliggende landschap, noordzuid georiënteerd.