Artikel 15 Algemene gebruiksregels
Een verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening, is in ieder geval ook het gebruik:
-
a. van onbebouwde gronden:
-
1. als standplaats voor onderkomens, alsmede wagens, geschikt en bestemd voor de uitoefening van detailhandel;
-
2. als opslag-, stort-, lozings- of bergplaats van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijk gebruik onttrokken voorwerpen, stoffen en materialen, behouden voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de gronden;
-
3. als terrein voor het al dan niet ten verkoop opslaan en opstellen van ongebruikte en/of gebruikte, dan wel geheel of ten dele uit gebruikte onderdelen samengestelde motorvoertuigen of aanhangwagens c.q. onderdelen daarvan, welke bruikbaar en niet aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken zijn;
-
b. van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning;
-
c. van gronden en bouwwerken als of ten behoeve van een seksinrichting;
een en ander tenzij dit gebruik verband houdt met het op de bestemming gerichte beheer van de gronden.