direct naar inhoud van 5.2 Water
Plan: 't Spieghel 2010
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0327.83-0501

5.2 Water

Bestaande waterhuishouding

Het gebied 't Spieghel is voor de afwatering nu grotendeels gericht op de Ursulineweg en vandaar in zuidwestelijke richting naar de Heiligenbergerbeek. Het bestaande werkgebied ten westen van het plangebied watert af in de richting van de rijksweg A28, eveneens naar de Heiligenbergerbeek. De waterafvoer van een smalle strook langs de Groene Zoom en de Randweg loopt in noordelijke richting via het stedelijk water in bedrijfsterrein De Horst naar het Valleikanaal.


Bestaande riolering

De afvoer van de nu aanwezige riolering in het gebied is gericht op een hoofdriool van het bedrijventerrein De Horst, dat langs de westzijde van de Groene Zoom ligt. Dat hoofdriool eindigt in het rioolgemaal 'De Horst', gelegen tegenover de Larikslaan. Het gemaal pompt het rioolwater over naar een hoofdriool door de wijken Princenhof en 't Ruige Veld. De nu aanwezige riolering in het plangebied bestaat uit verschillende stelseltypen. In de Ursulineweg ligt een drukrioleringssysteem voor het afvalwater. Het regenwater gaat er rechtstreeks naar de bestaande sloten. Bij het sportcentrum De Inslag ligt een beperkt gemengd rioolstelsel; het grootste deel van het regenwater is daar echter al afgekoppeld en gaat rechtstreeks naar de sloot bij de Groene Zoom. Het werkgebied ten westen van Het Lint heeft een verbeterd gescheiden rioolsysteem met regenwateroverstorten op de afwateringsloten richting rijksweg A28.


Plan voor riolering en waterhuishouding

Er bestaat een sterke samenhang tussen het riolerings- en het watersysteem, vooral vanwege de afvoer van het regenwater. Als algemeen principe bij stedelijke uitbreidingen wordt de trits 'vasthouden - bergen - afvoeren' gehanteerd. Het regenwater en het grondwater worden pas afgevoerd buiten het plangebied wanneer er overlast dreigt te ontstaan. Belangrijke criteria daarbij zijn de gewenste drooglegging van het gebied en de genormeerde waterafvoer naar de hoofdafwateringen buiten het plangebied.

In het ontwerp zijn deze, in relatie met de bestaande maaiveld- en weghoogtes en het toekomstige verharde oppervlak, bepalend voor de uiteindelijke keuze van aanlegpeilen, waterpeilen en de omvang van waterbergende voorzieningen. Als vuistregel kan worden uitgegaan van een waterbergend oppervlak van maximaal 10%.

De riolering wordt in principe uitgevoerd als een gescheiden systeem. Het afvalwater wordt afgevoerd naar het bestaande rioolgemaal 'De Horst'. Het regenwater afkomstig van sterk vervuilde oppervlakken wordt ook afgevoerd naar het afvalwaterriool. Het overige regenwater gaat al dan niet via een bodempassage naar het oppervlaktewater.

Het karakter van de Ursulineweg verandert niet. Voor de strook van bestaande en nieuwe woon-werkkavels wordt het afwateringsstelsel langs de weg gehandhaafd. Hooguit worden de slootprofielen iets aangepast, mits dat het huidige karakter niet aantast. Dit gedeelte van het plangebied blijft voor de afwatering gericht op de Heiligenbergerbeek. Het afvoerende verharde oppervlak neemt niet toe. De vele kassen die nu nog in en buiten deze kavelstrook aanwezig zijn, worden gesloopt. Extra waterberging is voor dit deel van het plangebied niet noodzakelijk.

Voor het plangebied buiten de kavelstrook direct langs de Ursulineweg (De Plantage en Het Lint) wordt de afwatering gericht op De Horst en het Valleikanaal. De bestaande afvoersloten langs de Groene Zoom en de Randweg worden aangepast.


Benodigde berging en oppervlak

Een berekening voor de benodigde berging is gemaakt volgens een statische waterbalans berekening. Hierbij is geen correctie toegepast voor berging op het verhard oppervlak zelf. Ook is geen correctie voor de toename van berging als gevolg van de aanwezigheid van taluds toegepast. Gezien de mate van nauwkeurigheid van de beschikbare gegevens wordt daarmede geen ernstige fout gemaakt en blijft het berekende wateroppervlak aan de veilige kant.

Uit de berekeningen blijkt dat voor het gehele plangebied een tijdelijke berging van 3.009 m3aanwezig dient te zijn. Bij een maximaal toegestane peilstijging van 0,4 m is daartoe een wateroppervlak van 7.523 m2 noodzakelijk.

In het Masterplan 't Spieghel is een hoeveelheid wateroppervlak van 11.000 m2 meegenomen. Deze oppervlakte is globaal bepaald vanuit de lengtes en breedtes op het Masterplan, gemeten op de waterlijn. Bij dit wateroppervlak zou een peilstijging van minder dan 0,30 m te verwachten zijn. Derhalve kan worden vastgesteld dat ruim voldoende wateroppervlak in het ontwerp is aangegeven. In dit bestemmingsplan is 'De Buitenplaats' niet meegenomen, een gebied waar een groot deel van de extra waterberging gerealiseerd dient te worden. Bij toekomstige plannen dient dit aspect meegenomen te worden.


Toekomstige waterhuishouding

Voor het plangebied is een waterstructuurplan opgesteld. Deze is als bijlage 2 opgenomen. De belangrijkste conclusies uit het waterstructuurplan zijn hierna opgenomen.

  • Het gehele plangebied bevindt zich in een kwelgebied. Uit de beschikbare informatie blijkt dat met een gemiddelde kwel van 1 mm/d rekening gehouden moet worden. Om die reden is het gewenst in de watergangen een zo hoog mogelijk waterpeil in te stellen, om op die wijze zo weinig mogelijk grondwater af te voeren.
  • Vanwege te handhaven bebouwing en bestaande wegen, zoals de Ursulineweg, zal bij ophoging van nieuw uit te geven gebieden, de bestaande bebouwing en het peil van de bestaande weg maatgevend zijn voor de toekomstige ontwatering en peilhoogten.
  • Geconcludeerd kan worden dat een waterpeil op 1,40 m + NAP voor de Ursulineweg acceptabel is.
  • Geconcludeerd moet worden dat ter plaatse van de Groene Zoom het waterpeil in de watergang aan de westzijde van de Groene Zoom en de Randweg op 1,10 m + NAP gehandhaafd dient te blijven.
  • Verdroging in het plangebied wordt met de verhoging van het peil naar 1,40 m + NAP tegen gegaan.
  • In het plangebied is ruim voldoende wateroppervlak ontworpen om ook de neerslag bij T=100 ruimte kunnen bergen.