direct naar inhoud van Artikel 7 Woongebied - Uit te werken
Plan: De Steenen Poort
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0321.0360BPSTEENENPOORT-VAST

Artikel 7 Woongebied - Uit te werken

7.1 Bestemmingsomschrijving
7.1.1 Algemeen

De voor “Woongebied - Uit te werken” aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. zelfstandig wonen;
  • b. beroepen en bedrijven aan huis;
  • c. tuinen, erven en verhardingen;
  • d. parkeervoorzieningen;
  • e. groen- en speelvoorzieningen;
  • f. nutsvoorzieningen;
  • g. ondergrondse afvalsystemen;
  • h. verkeer en verblijf;
  • i. water, waterhuishoudkundige voorzieningen en infiltratievoorzieningen.
7.2 Bouwregels
7.2.1

Het is uitsluitend toegestaan om te bouwen op de in lid 1.1 bedoelde gronden overeenkomstig de uitwerkingsregels zoals opgenomen in lid 3 voor zover burgemeester en wethouders hiertoe een uitwerkingsplan hebben vastgesteld.

7.3 Uitwerkingsregels
7.3.1

Burgemeester en wethouders werken de bestemming uit met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  • a. het uitwerkingsplan moet in hoofdlijnen passend zijn binnen de uitgangspunten zoals genoemd in paragraaf 2.2.3 van de toelichting;
  • b. zelfstandig wonen, waaronder begrepen aan beroepen en bedrijven aan huis, is toegestaan, met dien verstande dat:
    • 1. er maximaal 60 woningen zijn toegestaan;
    • 2. er wordt gebouwd volgens het Keurmerk Veilig Wonen;
    • 3. de bouwwijze van de woningen mag vrijstaand, twee-aaneengebouwd en aaneengebouwd zijn;
    • 4. de goot- en bouwhoogte van een woning maximaal respectievelijk 7 meter en 12 meter mogen bedragen;
    • 5. voor wat betreft de bijbehorende bouwwerken en overige bouwwerken geen gebouw zijnde, de regels van toepassing zijn, als genoemd in artikel 6.2.2;
  • c. wegen en parkeervoorzieningen zijn toegestaan, met dien verstande dat:
    • 1. de wegen bij voorkeur dienen te worden ingericht als woonerf dan wel als een 30 km/u-gebied als bedoeld in artikel 74 lid 2 van de Wet geluidhinder, zoals deze luidt op het tijdstip van het vaststellen van het plan;
    • 2. er voorzien dient te worden in voldoende parkeergelegenheid voor de woningen, waarbij een norm wordt aangehouden van;
      - 1,5 parkeerplaats per woning bij goedkope woningen;
      - 1,7 parkeerplaats per woning bij middeldure woningen;
      - 1,9 parkeerplaats per woning bij dure woningen;
      met dien verstande dat een deel van de parkeerplaatsen ook op de woonpercelen kan worden gerealiseerd, waarbij de te realiseren parkeerplaatsen op de volgende wijze worden meegeteld:
      - bij een enkele oprit zonder garage telt 1 parkeerplaats mee als 0,8 parkeerplaats;
      - bij een lange oprit zonder garage of carport tellen 2 parkeerplaatsen mee als 1,00 parkeerplaats;
      - bij een dubbele oprit zonder garage tellen 2 parkeerplaatsen mee als 1,7 parkeerplaats;
      - bij een garage zonder oprit (bij woning) telt 1 parkeerplaats mee als 0,4 parkeerplaats;
      - bij een garagebox (niet bij woning) telt 1 parkeerplaats mee als 0,5 parkeerplaats;
      - bij een garage met lange oprit tellen 2 parkeerplaatsen achter elkaar mee als 1,3 parkeerplaats;
      - bij een garage met dubbele oprit tellen 2 parkeerplaatsen naast elkaar mee als 1,8 parkeerplaats;
      - bij een garage met enkele oprit telt 1 parkeerplaats mee als 1 parkeerplaats;
  • d. er dient een aanvaardbaar woon- en leefmilieu te kunnen worden gegarandeerd;
  • e. de uitvoerbaarheid van het uitwerkingsplan moet zijn gewaarborgd, in verband waarmee in elk geval moet worden aangetoond:
    • 1. dat de bodemkwaliteit voldoende is voor het beoogde gebruik;
    • 2. dat er geen archeologische waarden worden verstoord;
    • 3. dat vanuit de Wet geluidhinder geen belemmeringen zijn tegen de realisatie van woningen;
    • 4. dat het uitwerkingsplan financieel uitvoerbaar is.
7.3.2

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om in de uitwerking afwijkingsbevoegdheden op te nemen met betrekking tot :

  • a. de toegestane goot- en bouwhoogte, met dien verstand de dat de toegestane hoogte met niet meer dan 2 meter wordt verhoogd.
7.3.3

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om in de uitwerking wijzigingsbevoegdheden op te nemen met betrekking tot:

  • a. het wijzigen van de bouwwijze van hoofdgebouwen;
  • b. het wijzigen van de situering van het bouwvlak;
  • c. het wijzigen van het plan teneinde maximaal 5 nieuwe woningen toe te staan.