direct naar inhoud van Artikel 6 Wonen
Plan: De Steenen Poort
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0321.0360BPSTEENENPOORT-VAST

Artikel 6 Wonen

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor “Wonen” aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. zelfstandig wonen, met dien verstande dat maximaal 40 woningen toegestaan zijn;
  • b. beroepen en bedrijven aan huis;
  • c. tuinen, erven en verhardingen;
  • d. parkeren, waarbij geldt dat per woning ten minste 2 parkeerplaatsen op eigen terrein dienen te worden gerealiseerd;

met daaraan ondergeschikt:

  • e. groen- en speelvoorzieningen;
  • f. nutsvoorzieningen;
  • g. verkeer en verblijf;
  • h. water, waterhuishoudkundige voorzieningen en infiltratievoorzieningen.
6.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

6.2.1 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. hoofdgebouwen moeten binnen het bouwvlak worden gebouwd, met dien verstande dat de voorgevel van de woningen dient te worden gerealiseerd ter plaatse van de aanduiding 'gevellijn' of tot ten hoogste 3 meter daar achter;
  • b. hoofdgebouwen moeten in vrijstaande of halfvrijstaande en/of geschakelde vorm worden gebouwd, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'vrijstaand' hoofdgebouwen in vrijstaande vorm moeten worden gebouwd;
  • c. de afstand van hoofdgebouwen tot de zijdelingse perceelsgrenzen bedraagt minimaal 3 m, met dien verstande dat deze bepaling bij halfvrijstaande woningen aan één zijde van het hoofdgebouw van toepassing is;
  • d. de maximale diepte van het hoofdgebouw bedraagt 15 m;
  • e. de goot- en bouwhoogte bedragen maximaal de hoogte die is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte'.
6.2.2 Erfbebouwing

Bijbehorende bouwwerken

Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. bijbehorende bouwwerken moeten binnen het bouwvlak worden gebouwd, met dien verstande dat de bijbehorende bouwwerken minimaal 1 meter achter de voorgevel van de woning of het verlengde daarvan dienen te worden gebouwd;
  • b. de oppervlakte bedraagt maximaal 60% van de oppervlakte van het bouwperceel, met een maximum van 80 m2;
  • c. de goot- en bouwhoogte van bijbehorende bouwwerken bedragen maximaal 3,3 respectievelijk 6 m;

Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde

  • d. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheiding bedraagt maximaal 2 m, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn en buiten het bouwvlak maximaal 1 m bedraagt;
  • e. de bouw hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde bedraagt maximaal 3 m.
6.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om nadere eisen te stellen met betrekking tot de situering en/of afmetingen van bebouwing, indien dit noodzakelijk is in verband met:

  • a. een goede stedenbouwkundige en/of landschappelijke inpassing;
  • b. een goede verkeerskundige inpassing en het realiseren van voldoende parkeervoorzieningen;
  • c. een goede inpassing van de cultuurhistorische waarden;
  • d. een goede hydrologische inpassing;
  • e. een goede sociale veiligheid;
  • f. een goede brandveiligheid en rampenbestrijding.
6.4 Specifieke gebruiksregels

Voor de uitoefening van beroepen en bedrijven aan huis zoals genoemd in lid 1, gelden de volgende regels:

  • a. de woonfunctie zal in overwegende mate behouden moeten blijven, met dien verstande dat uitsluitend minder dan 1/3 van het woonoppervlak, met een maximum van 100 m2, met inbegrip van de maximaal te realiseren aangebouwde bijbehorende bouwwerken, gebruikt mag worden;
  • b. het gebruik mag niet plaatsvinden in een vrijstaand bijbehorend bouwwerk, met uitzondering van kleinschalige kinderopvang;
  • c. detailhandel is niet toegestaan met uitzondering van:
    • 1. behandelinggerelateerde producten gelijktijdig bij een behandeling;
    • 2. webwinkels, waarbij de goederen niet ter plaatse worden opgehaald en met een maximale oppervlakte van 20 m2 aan opslag en distributie van de te verhandelen goederen;
  • d. het gebruik mag geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en mag geen onevenredige toename van de parkeerbehoefte veroorzaken;
  • e. ieder beroep of bedrijf aan huis dient milieuhygiënisch inpasbaar te zijn in de woonomgeving;
  • f. ieder beroep of bedrijf aan huis dient uitgeoefend te worden door één bewoner zelf en maximaal één personeelslid;
  • g. er zijn maximaal twee beroepen en/of bedrijven aan huis toegestaan per woning.
6.5 Afwijken van de gebruiksregels
6.5.1

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 6.1. sub d voor het toestaan dat er bij een woning minder dan 2 parkeerplaatsen op eigen terrein worden gerealiseerd, mits:

  • a. er ten minste 1 parkeerplaats per woning op eigen terrein wordt gerealiseerd;
  • b. aan wordt getoond dat er wordt voldaan aan het gestelde in artikel 11.1.