Plan: | Bestemmingsplan Loerik VI-Albers Pistoriusweg |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0321.0280BPLOERIKVI-VAST |
De uit te werken bestemming en de wijzigingsbevoegdheid die middels dit bestemmingsplan vastgelegd worden, maken functies als wonen, bedrijven, kantoren en maatschappelijke voorzieningen mogelijk. Dat betekent, dat het bestemmingsplan een stedelijk onwikkelingsproject, zoals dat is bedoeld in categorie D.11.2 van onderdeel D van de bijlage bij het Besluit milieueffectrapportage, mogelijk maakt.
Een stedelijk project valt onder een m.e.r-beoordelingsplichtig in gevallen waarin de activiteit betrekking heeft op:
Aangezien deze drempelwaarden niet worden overschreden geeft het Besluit milieueffectrapportage aanleiding om een vormvrije m.e.r.-beoordeling uit te voeren. Bij de vormvrije m.e.r.-beoordeling wordt nagegaan of er sprake kan zijn van belangrijke nadelige milieueffecten. Op grond van artikel 2 lid 5 van het Besluit milieueffectrapportage moet het voornemen worden getoetst aan de criteria van Bijlage III van de Europese m.e.r. richtlijn.
De kenmerken van het voornemen en de potentiële effecten
Het bestemmingsplan maakt door middel van de uit te werken bestemming en de wijzigingsbevoegdheid woningen, bedrijven, kantoren, maatschappelijke voorzieningen, sportvoorzieningen (gebouwd) en bedrijven op het gebied van cultuur en onstpanning mogelijk. Er kan naast wonen en bedrijven maximaal 30.000 m2 aan voorzieningen worden gerealiseerd. Er kunnen alleen bedrijven tot milieucategorie 2 worden gevestigd, hetgeen een relatief lage milieubelasting met zich mee brengt. Gezien het in deze situatie gaat om een beperkt oppervlak waarop (een combinatie van) woningen, bedrijven, kantoren, maatschappelijke voorzieningen, cultuur en ontspanning en gebouwde sportvoorzieningen gesitueerd kunnen worden, is de verwachting dat dit niet gepaard zal gaan met een grote toename aan verkeersintensiteiten en gepaard gaande milieubelasting (geluid, luchtkwaliteit) als gevolg van de toekomstige activiteiten ten opzichte van de referentiesituatie. Als gevolg van de realisatie van bedrijven tot categorie 2, maatschappelijke voorzieningen, kantoren, gebouwde sportvoorzieningen en actviteiten gericht op cultuur, spel, vermaak en ontspanning zijn er naar verwachting ook nauwelijke effecten op het milieu te verwachten.
De plaats van de uitbreiding (ligging ten opzichte van gevoelige gebieden)
Het plangebied ligt in een stedelijke omgeving met daaromheen wegen, wonen, het spoor en bedrijven. Het plangebied ligt niet in de nabijheid van beschermde natuurgebieden.
De conclusie op grond van bovenstaande is, dat er geen belangrijke nadelige milieugevolgen worden verwacht. Hierbij zijn de criteria van Bijlage III van de Europese m.e.r. richtlijn in acht genomen.