4.5 Archeologie
In 1992 is in Valletta (Malta) het Europees Verdrag inzake de bescherming van het archeologisch erfgoed (Verdrag van Malta) ondertekend. Het Verdrag van Malta voorziet in bescherming van het Europees archeologisch erfgoed onder meer door de risico's op aantasting van dit erfgoed te beperken. Deze bescherming is in Nederland wettelijk verankerd in de Monumentenwet. Op basis van deze wet zijn mogelijke (toevals)vondsten bij het verrichten van werkzaamheden in de bodem altijd beschermd. Er geldt een meldingsplicht bij het vinden van (mogelijke) waardevolle zaken. Dat melden dient terstond te gebeuren. In het kader van een goede ruimtelijke ordening in relatie tot de Monumentenwet kan vooronderzoek naar mogelijke waarden nodig zijn zodat waar nodig die waarden veiliggesteld kunnen worden en/of het initiatief aangepast kan worden.
Provinciaal beleid
Op de cultuurhistorische waardenkaart van de provincie Utrecht (figuur 10) is een overzicht gegeven van de in de omgeving van het gebied aanwezige cultuurhistorische waarden met een doorvertaling ervan naar beleid (figuur 11).
Figuur 10: Uitsnede cultuurhistorische waardenkaart van de provincie Utrecht
Figuur 11 Uitsnede cultuur- historische beleidskaart provincie Utrecht.
Beleidsplan Houten
Op 4 december 2007 heeft het college van B&W van de gemeente Houten het definitieve beleidsplan Archeologie vastgesteld. De kern van het archeologiebeleid is de Archeologische Maatregelenkaart. Op deze kaart is te zien waar archeologisch waardevolle gebieden zijn of worden verwacht, te gebruiken bij ruimtelijke ontwikkelingen. Het beleidsplan is gebaseerd op de uitgangspunten van de nieuwe wet op de archeologische monumentenzorg en het eerder vastgestelde monumentenbeleid in de nota Gekoesterd Erfgoed. De maatregelenkaart is tot stand gekomen op basis van zeer gedegen en compleet bureauonderzoek, gebaseerd op fysisch-geografische, historische en archeologische bronnen. Het gehele gemeentegebied en alle archeologische terreinen zijn daarin meegenomen, evenals gegevens over bekende grondverstoringen. De Archeologische Maatregelenkaart geeft aan dat de bodem binnen de grens van de planlocatie en de omgeving geen directe archeologische (verwachtings)waarde heeft. Op enige afstand van de planlocatie liggen echter wel enkele bekende archeologische terreinen (zie figuur 12).
Figuur 12: Archeologische Maatregelenkaart van de gemeente Houten
Daarnaast is door de gemeentearcheoloog bekeken of het voorontwerpbestemmingsplan strijdig is met archeologische belangen in het gebied. Hierin is de gehele onderzoeksgeschiedenis van het gebied betrokken, is gekeken naar de omgeving van het plangebied (AMK terreinen) en zijn bekende verstoringen binnen het plangebied meegenomen. Er is daarbij geconstateerd dat er onvoldoende aanleiding is om hier aanvullend archeologisch bureauonderzoek te doen, het gebied is reeds door verschillende partijen door middel van bureauonderzoek onderzocht in 1986, 2004, 2006 en 2007. Geen van deze onderzoeken heeft aanleiding gegeven om aan het plangebied een archeologische status toe te kennen, of om te veronderstellen dat de begrenzingen van de nabij liggende AMK-terreinen onjuist zijn. Archis2 (archeologisch registratiesysteem van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed) geeft geen indicaties in de vorm van archeologische vondstmeldingen of waarnemingen. Vanuit fysisch-geografische motieven is er in het gebied geen reden om aan te nemen dat er een hoge indicatie op archeologie bestaat.
Wel is duidelijk dat ter plekke van het plangebied reeds enkele vanuit het verleden stammende verstoringen aanwezig zijn: een ondergrondse opslagtank voor dieselolie, en een onderhoudsput in een garage. Er heeft een sanering plaatsgevonden in 1992 tot maximaal 1 meter diepte. Archeologische sporenniveaus bevinden zich in Houten gemiddeld op 50 cm -maaiveld.
Gezien de huidige inrichting van de locatie, de afwezigheid van archeologische indicatoren, bovenbeschreven in het recente verleden uitgevoerde onderzoeken en de geplande wijze van ontwikkelen (integraal ophogen na sloop gebouwen en verwijderen verharding) wordt geen verder archeologisch vooronderzoek overwogen.