direct naar inhoud van Artikel 9 Wonen - Aaneengebouwd
Plan: De Hoon
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0321.0170BPDEHOON-ONHR

Artikel 9 Wonen - Aaneengebouwd

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - Aaneengebouwd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. zelfstandig wonen;
  • b. beroepen en bedrijven aan huis;
  • c. tuinen, erven en verhardingen;
  • d. parkeren ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - parkeren';
  • e. vlonders;
  • f. nutsvoorzieningen.

9.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

9.2.1 Hoofdgebouwen
  • a. hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. hoofdgebouwen mogen uitsluitend in aaneengebouwde vorm worden gebouwd;
  • c. de voorgevel van het hoofdgebouw moet worden gesitueerd op de voorgevelrooilijn;
  • d. de goothoogte mag niet meer bedragen dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'goothoogte';
  • e. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'bouwhoogte';

9.2.2 Bijbehorende bouwwerken
  • a. bijbehorende bouwwerken mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de oppervlakte mag niet meer bedragen dan 50% van de oppervlakte van het bouwperceel buiten het bouwvlak, met een maximum van 50 m²;
  • c. de goothoogte van bijgebouwen mag niet meer bedragen dan 3,2 m;
  • d. de nokhoogte van bijgebouwen mag niet meer bedragen dan 6 m;
  • e. de bouwhoogte van overkappingen mag niet meer bedragen dan 3,2 m;
  • f. de bouwhoogte van de overige bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 2 m.

9.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 3 m, met uitzondering van erfafscheidingen waarvan de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 2 m.
  • b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, dienen op een afstand van ten minste 1 m achter de voorgevelrooilijn te worden gebouwd.
  • c. vlonders ten behoeve van de woonfuncties zijn toegestaan, met dien verstande dat per woonperceel de oppervlakte voor een vlonder, inclusief het gedeelte dat is gelegen binnen de bestemming 'water', niet groter mag zijn dan 4 m2 en de bouwhoogte niet hoger dan 1 m;
  • d. in afwijking van het bepaalde in het voorgaande lid mag de afmeting niet groter zijn dan:
    • 1. 27 m2 ter plaatse van de aanduiding sw-v2;
    • 2. 32 m2 ter plaatse van de aanduiding sw-v3;
    • 3. 38 m2 ter plaatse van de aanduiding sw-v4.

9.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om nadere eisen te stellen met betrekking tot de situering en/of afmetingen van bebouwing, indien dit noodzakelijk is in verband met:

  • a. een goede stedenbouwkundige en/of landschappelijke inpassing;
  • b. een goede verkeerskundige inpassing;
  • c. een goede inpassing van de cultuurhistorische waarden;
  • d. een goede hydrologische inpassing;
  • e. een goede sociale veiligheid;
  • f. een goede brandveiligheid en rampenbestrijding.

9.4 Specifieke gebruiksregels
  • a. voor de uitoefening van beroepen en bedrijven aan huis zoals genoemd in lid 1b, gelden de volgende regels:
    • 1. de woonfunctie zal in overwegende mate behouden moeten blijven, met dien verstande dat uitsluitend minder dan 1/3 van het woonoppervlak, met een maximum van 100 m², met inbegrip van de maximaal te realiseren aangebouwde bijbehorende bouwwerken, gebruikt mag worden;
    • 2. het gebruik mag niet plaatsvinden in een vrijstaand bijbehorend bouwwerk, met uitzondering van kleinschalige kinderopvang;
    • 3. detailhandel is niet toegestaan met uitzondering van behandelinggerelateerde producten gelijktijdig bij een behandeling;
    • 4. het gebruik mag geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en mag geen onevenredige toename van de parkeerbehoefte veroorzaken;
    • 5. de activiteit dient milieuhygiënisch inpasbaar te zijn in de woonomgeving;
    • 6. de activiteit dient uitgeoefend te worden door één bewoner zelf en maximaal één ondersteunend personeelslid.
  • b. de overeenkomstig de in lid 1 aangelegde of gebouwde parkeervoorzieningen mogen alleen voor parkeerdoeleinden worden gebruikt.