direct naar inhoud van Artikel 25 Algemene gebruiksregels
Plan: Kern Eemnes
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0317.KernEemnes2012-VG01

Artikel 25 Algemene gebruiksregels

25.1 Parkeerregels
  • a. Ten behoeve van het parkeren of stallen van auto's moet in voldoende mate ruimte zijn aangebracht in, bij, of onder een gebouw, dan wel op de tot 'Verkeer - Verblijfsgebied', 'Verkeer' of 'Groen' bestemde gronden in het plangebied. Deze ruimte mag niet overbemeten zijn, gelet op het gebruik of de bewoning van de gebouwen, waarbij rekening moet worden gehouden met de eventuele bereikbaarheid per openbaar vervoer.
  • b. De in sub a bedoelde ruimte voor het parkeren van auto's moet afmetingen hebben die zijn afgestemd op gangbare personenauto's. Aan deze eis wordt geacht te zijn voldaan:
    • 1. indien de afmetingen van bedoelde parkeerruimten ten minste 2 m bij 5 m en ten hoogste 3,25 m bij 6 m bedragen;
    • 2. indien de afmetingen van een gereserveerde parkeerruimte voor een gehandicapte, voor zover die ruimte niet in de lengterichting aan een trottoir grenst, ten minste 3,5 m bij 5 m bedragen.
  • c. Indien de bestemming van een gebouw aanleiding geeft tot een te verwachten behoefte aan ruimte voor het laden of lossen van goederen moet in deze behoefte in voldoende mate zijn voorzien aan, in of onder dat gebouw, dan wel op de tot 'Verkeer - Verblijfsgebied', 'Verkeer' en 'Groen' bestemde gronden in het plangebied.
  • d. Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in sub a en c:
    • 1. indien het voldoen aan die bepalingen door bijzondere omstandigheden op overwegende bezwaren stuit;
    • 2. voor zover op ander wijze in de nodige parkeer- of stallingsruimte dan wel laad- of losruimte wordt voorzien.

25.2 Verbod
25.2.1 Verboden gebruik

Als een verboden gebruik als bedoeld in artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt in elk geval beschouwd:

  • a. het gebruiken van gronden en bouwwerken voor een seksinrichting;
  • b. het gebruik van een vrijstaand bijgebouw ten behoeve van zelfstandige bewoning;
  • c. het gebruik van gronden en gebouwen ten behoeve van detailhandel en horeca, uitgezonderd voor zover toegelaten binnen het plan;
  • d. het gebruik van gronden als opslag-, stort- of bergplaats van al dan niet afgedankte voorwerpen, stoffen, materialen en goederen;
  • e. staanplaats voor onderkomens.
25.2.2 Uitzondering

Onder een gebruik strijdig met het bestemmingsplan wordt niet verstaan het gebruiken of laten gebruiken van gronden ten behoeve van weekmarkten, jaarmarkten, evenementen, festiviteiten, manifestaties en horeca-activiteiten, indien en voor zover daarvoor ingevolge een wettelijk voorschrift een omgevingsvergunning is verleend.

25.3 Afwijken
25.3.1 Afwijkingen

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 25.2 voor:

  • a. opslag en bewaring van goederen die verband houden met activiteiten van bedrijven als bedoeld in Artikel 4 Bedrijf, alsmede bedrijven welke naar de aard gelijk te stellen zijn met die bedrijven.
25.3.2 Meest doelmatige gebruik

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 25.2 indien strikte toepassing van deze bepalingen leidt tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.