Plan: | Wonen-West |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0313.WonenWest1100-0301 |
Het externe veiligheidsbeleid is gericht op de beperking en/of beheersing van de risico's als gevolg van de opslag en verwerking van gevaarlijke stoffen binnen inrichtingen en het vervoer van gevaarlijke stoffen. Het uitgangspunt van het beleid is dat burgers voor de veiligheid van hun omgeving mogen rekenen op een basis beschermingsniveau (plaatsgebonden risico). Daarnaast moet de kans op een groot ongeluk met meerdere slachtoffers (groepsrisico) worden afgewogen en verantwoord binnen het invloedsgebied (met name bij een toename van het aantal personen binnen dit gebied).
Voor (de omgeving van) de meest risicovolle bedrijven is het 'Besluit externe veiligheid inrichtingen' (Bevi) van belang. Het Bevi schrijft voor om - in geval van nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen binnen een invloedsgebied - te toetsen aan de normen voor het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR) te verantwoorden bij een toename van het aantal personen binnen het invloedsgebied. Aanvullend zijn in het Vuurwerkbesluit en Activiteitenbesluit (Besluit algemene regels inrichtingen milieubeheer) veiligheidsafstanden genoemd, die rond minder risicovolle inrichtingen moeten worden aangehouden.
Uitsnede risicokaart (Bron provincie Utrecht)
Situatie
Plaatsgebonden risico
Binnen het plangebied van het bestemmingsplan liggen, volgens de risicokaart van de provincie Utrecht, geen risicovolle inrichtingen. Op het bedrijventerrein 'De Kronkels', net ten zuiden van het plangebied liggen vier risicovolle inrichtingen. De risicocontouren van deze bedrijven liggen eveneens buiten het plangebied. De bedrijven hebben dan ook geen gevolgen voor de binnen het plangebied gelegen kwetsbare functies.
Groepsrisico
Het bestemmingsplan is een zogeheten 'conserverend bestemmingsplan'. Het bestemmingsplan legt uitsluitend de bestaande situatie opnieuw vast in een ruimtelijk juridische regeling. Er worden geen nieuwe ontwikkelingen op basis van dit bestemmingsplan mogelijk gemaakt, met uitzondering van een tweetal kleinschalige inbreidingslocaties. Deze ontwikkelingen zijn dusdanig klein en in reeds bestaand bebouwd gebied, dat dit geen gevolgen zal hebben voor het groepsrisico.
Zones plaatsgebonden (rood) en groepsrisico bedrijventerrein 'De Kronkels' (bron: het bestemmingsplan "Kronkels/Haarbrug (Noord)")
De invloedsgebieden van de vele Bevi-inrichtingen op het bedrijventerrein zijn, met uitzondering van een LPG-station aan de Kronkels 3, niet gelegen binnen de grenzen van het plangebied (zie voorgaand kaartbeeld).
Voor het LPG-station is het Bevi wel van toepassing. Voor het tankstation geldt dat er een doorzet van het lpg is van minder dan 1000 m3/jaar. Dit houdt in dat het 10-6 plaatsgebonden risicocontour op 45 meter uit het vulpunt ligt en dat de afstand van het vulpunt tot de grens van het invloedsgebied op 150 m ligt. Binnen de 10-6 plaatsgebonden risicocontour bevinden zich geen kwetsbare objecten conform het Bevi. De afdeling milieu van het gewest Eemland en bureau Pouderoyen hebben voor het gehele bedrijventerrein een onderzoek verricht naar de personendichtheid als gevolg van de Bevi-bedrijven. Hieruit blijkt dat ten gevolge van het LPG-station de personendichtheid (van 109 personen) wordt overschreden, voor BP Wijnands zijn dit namelijk 202 personen. Dit houdt in dat de oriënterende waarde wordt overschreden.
Verantwoording groepsrisico
Allereerst moet worden opgemerkt dat hier sprake is van een conserverend bestemmingsplan waarbij de in het plan benoemde inrichtingen met een extern veiligheidsaspect als bestaand zijn aangemerkt. Een conserverend bestemmingsplan legt de bestaande situatie vast. De vraag die hierbij moet worden beantwoord is of het bij het vaststellen van een conserverend bestemmingsplan om een nieuwe of bestaande situatie gaat.
Volgens het BEVI gaat het om een nieuw besluit en moet het dus worden getoetst aan nieuwe situaties. Het Ministerie van EL&I (voorheen VROM) heeft besloten om het bevoegd gezag de mogelijkheid te geven om conserverende bestemmingsplannen als bestaande situatie te beschouwen. In die zin dient de verantwoording van het groepsrisico pas vanaf 2010 beschouwd te worden.
Ten aanzien van het groepsrisico kan verder nog opgemerkt dat dit geen grenswaarde is, maar een (buitenwettelijke) oriënterende waarde. Een oriënterende waarde geeft het bevoegde gezag een discretionaire bevoegdheid om hiervan gemotiveerd af te wijken. Een dergelijke afwijking wordt ten aanzien van het groepsrisico in ieder geval gemotiveerd aan de hand van de beoordeling van een viertal aspecten, te weten:
Hieronder is dit artikelsgewijs samengevat weergegeven.
Het BEVI stelt in artikel 13 lid 1;
Indien een bevoegd gezag een besluit als bedoeld in artikel 5, eerste tot en met derde lid, vaststelt, wordt in de toelichting op het desbetreffende besluit, behoudens het vierde en vijfde lid in ieder geval vermeld:
Ad a en b
Zoals hiervoor reeds geconstateerd is er een overschrijding van de oriënterende waarde van het groepsrisico. De oriënterende waarde van het groepsrisico van 109 wordt overschreden aangezien de personendichtheid ter plaatse 202 bedraagt.
Ad c en e
Los van de in het bestemmingsplan Kronkels/Haarbrug (Noord)opgenomen maatregelen ter beperking van een toename in het groepsrisico zijn er voor individuele inrichtingen nog een aantal bronmaatregelen mogelijk om het groepsrisico te verminderen. Bronmaatregelen hebben altijd de voorkeur vanwege hun effectiviteit ten aanzien van risicoreductie. Er kan daarbij gedacht worden aan de LPG tankstations waarbij de volgende maatregelen kunnen worden getroffen of in onderzoek zijn:
Door het vastleggen van de doorzet kan worden voorkomen dat het groepsrisico toeneemt als gevolg van het verhogen van de doorzet en daardoor meer toelevering van product
Wanneer er in het invloedsgebied sprake is van functies, waarbij mensen alleen overdag aanwezig zijn, kan in de milieuvergunning worden opgenomen dat alleen in de avond/nacht LPG afgeleverd mag worden.
Deze scheurbestendige loslang met lekdetectie waarbij tevens een automatische afsluiter met drukverschilmeting wordt aangebracht zorgt voor een aanzienlijke verkleining van de faalkans.
Door het aanbrengen van een hittewerende coating op de tankwagen krijgt de brandweer meer tijd om een brand in de nabijheid van een tankwagen te blussen. Hiermee wordt de kans op een 'BLEVE na brand' verkleind en hebben de hulpverleningsdiensten meer tijd om de omwonenden te evacueren.
Voor het LPG tankstation is de procedure in het kader van de Wm gestart om de doorzet vast te leggen. Gelet op de huidige stand van zaken qua procedure is aangenomen dat daartegen bij de inrichtingdrijvers geen bezwaar bestaat.
Ten aanzien van de onder 2 aangehaalde maatregel valt zonder nader onderzoek niet te bepalen in hoeverre wijziging van het aflevermoment tot verbetering van het groepsrisico leidt. Dit omdat de afwezigheid van de personen binnen het plangebied moeten worden afgezet tegen de aanwezigheid van de personen in de woonwijk.
De onder 3 en 4 aangehaalde bronmaatregelen zijn momenteel in onderzoek op rijksniveau. De uitkomsten van dat onderzoek dienen vervolgens met de branche vertaald te worden naar de feitelijke invulling van de maatregelen.
Ad d en g
De hiervoor beschreven inventarisatie betreffende de externe veiligheid in het plangebied heeft zijn weerslag gevonden in een juridische vertaling in het bestemmingsplan Kronkels/Haarbrug (Noord), waarbij de plaatsgebonden risicocontour net binnen het voorliggende bestemmingsplan valt, over het openbare gebied.. In de handreiking verantwoordingsplicht groepsrisico (augustus 2004) is voor industrie en bedrijvigheid 1 persoon/werknemer per eenheid per 100 m2 brutovloeroppervlak en voor kantoren is 1 persoon/werknemer per 30 m2 brutovloeroppervlak opgenomen. Door het bebouwingspercentage en de gebouwhoogte niet verder uit te breiden kan ook het aantal personen binnen een invloedsgebied niet verder (officieel) toenemen.
Nabij het tankstation aan de Kronkels 3 wordt de mogelijkheid uitgesloten om grootschalige kantoorgebouwen op te richten. In tegenstelling tot de vigerende bestemmingsplanmogelijkheden waarin het perceel volledig met kantoren mocht worden bebouwd, is er slechts ruimte opgenomen voor kleinschalige kantoren in een smalle bebouwingsstrook langs de weg. De personendichtheid binnen het invloedsgebied van het lpg-tankstation aan de Kronkels 3 wordt hiermee zoveel mogelijk ingeperkt.
Ad f
Aangezien het hier een conserverend bestemmingplan betreft is onderzoek naar de voor- en nadelen van de andere mogelijkheden voor ruimtelijke ontwikkeling met een lager groepsrisico niet aan de orde.
Ad h en i
De brandweer van de gemeente Bunschoten heeft een rapportage verricht naar de zelfredzaamheid en bestrijdbaarheid van een calamiteit voor het LPG station en het afvulpunt van propaan. Geconcludeerd wordt dat rond de risicobronnen voldoende vluchtwegen aanwezig zijn, die ook voldoende capaciteit beschikken om de vluchtende personen weg te leiden van de risicobron. Daarnaast kan gesteld worden dat de scenario's te bestrijden zijn mits snelle blussing van het object dat de tank aanstraalt of koeling van de tank kan worden opgestart. Gelet op de planologische invulling van de gebieden rond de overige risicovolle bedrijven hoeft voor een afwijking van bestrijdingsmogelijkheden zoals hiervoor beoordeeld niet te worden gevreesd.
Saneringsmogelijkheden
Het vorenstaande overwegende kan worden vastgesteld dat het hier een conserverend bestemmingplan betreft waarbij de verantwoording van het groepsrisico heeft plaatsgevonden voor zover dit de toetsing aan de oriënterende waarde, de beoordeling zelfredzaamheid van de aanwezige personen en de mogelijkheid tot het bestrijden van een ontstane ramp betreft. De kosten gemoeid met de sanering zijn niet onderzocht omdat dit, gelet op het conserverende plan nog niet aan de orde was. Het feit dat de bedrijfswoning van tankstation op de rand van de 10-6 contour van de eigen inrichting aanwezig is doet hier echter niets aan af, immers, deze woning wordt in het BEVI niet als kwetsbaar object aangemerkt.
Hoewel er op grond van het bovenstaande, geen wettelijke saneringsplicht geldt, is het met name gezien de overschrijding van het groepsrisico, evenwel wenselijk om het bedrijf te saneren (lees in ieder geval de activiteiten rondom lpg bij BP wijnands te beëindigen). Het voert nu echter te ver om het lpg vulpunt weg te bestemmen. Wel wordt overwogen om met in acht name van de landelijke ontwikkelingen op het gebied van Externe veiligheid, een nader onderzoek te doen naar de saneringsmogelijkheden van de bedrijven welke het groepsrisico bijna of geheel overschrijden.
Vervoer gevaarlijke stoffen
Op grond van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen (WVGS) heeft de gemeente Bunschoten routes aangewezen voor het transporteren van gevaarlijke stoffen.
De wet schrijft voor dat elke vervoerder zich hieraan moet houden. Deze routes sluiten aan op de provinciale wegen en rijkswegen die door de provincie en/of het Rijk zijn aangewezen als 'route gevaarlijke stoffen'.
In het plangebied komen geen routes voor, waarover het vervoer van gevaarlijke stoffen mag plaatsvinden. In de directe omgeving zijn wel enkele routes aangewezen voor vervoer van gevaarlijke stoffen. Op De Kronkels betreft dit de N199, N414, De Kronkels, de Ampèreweg, de Einsteinweg en de Edisonweg.
Het plangebied ligt buiten de 200 m toetsingszone. Het plangebied is dus gelegen op voldoende afstand van deze wegen en ligt dan ook niet binnen de plaatsgebonden risicocontour van deze wegen.
Verantwoordingsplicht
Op basis van de vorenstaande informatie omtrent inrichtingen en transportroutes kan worden gesteld dat een klein deel van het plangebied binnen de verantwoordingsplicht van het groepsrisico is gelegen. Op basis van de wet- en regelgeving op het gebied van externe veiligheid dient een verantwoording van het groepsrisico plaats te vinden bij besluiten die betrekking hebben op de voorgenoemde gebieden.
Zoals hierboven is geconcludeerd zijn er momenteel geen situaties die knelpunten opleveren voor wat betreft het plaatsgebonden risico. Tevens zijn er geen situaties waar de oriëntatiewaarde voor het groepsrisico wordt overschreden. Het bestemmingsplan is conserverend van aard en laat bij recht geen ontwikkelingen toe die veel mensen aantrekt. Hierdoor is het groepsrisico door de gemeente te verantwoorden.
Uitgangspunten voor het bestemmingsplan