direct naar inhoud van 3.2 Provinciaal beleid
Plan: Eemdijk
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0313.Eemdijk0400-0401

3.2 Provinciaal beleid

3.2.1 Beleidslijn nieuwe Wro 2008

Om het Streekplan 2005-2015 na 1 juli 2008 slagvaardig te kunnen blijven toepassen hebben gedeputeerde staten van de provincie Utrecht op 23 juni 2008 het Streekplan 2005-2015 beleidsneutraal omgezet in een structuurvisie. Wanneer gesproken wordt over de structuurvisie worden de volgende streekplannnen bedoeld: het Streekplan 2005-2015, de streekplanuitwerkingen Hart van de Heuvelrug I en II, en de Streekplanuitwerking Nationale Landschappen. Samen met de handleiding bestemmingsplannen 2006 vormt het Streekplan het beoordelingskader voor gemeentelijke ruimtelijke plannen in brede zin.

De Beleidslijn maakt daarbij duidelijk wat onder de nieuwe Wro van de provincie verwacht mag worden: het provinciaal belang wordt gemarkeerd en de inzet van de nieuwe Wro-instrumenten wordt vastgelegd. Omdat de inhoud van het streekplan niet verandert heeft deze beleidslijn geen consequenties voor het bestemmingsplan.

3.2.2 Structuurvisie Utrecht 2005-2015 (2004)

In het kader van de (nieuwe) Wet op de ruimtelijke ordening (Wro), is op 1 juli 2008 het Streekplan omgezet naar een provinciale structuurvisie. De structuurvisie zet in op zorgvuldig ruimtegebruik voor zowel het stedelijk als het landelijk gebied. Daarnaast wordt veel belang gehecht aan water. Water vormt een ordenend principe en bij nieuwe ruimtelijke afwegingen vormt water een vertrekpunt. Ruimtelijke ontwikkelingen dienen te voldoen aan milieuregelgeving.

In de navolgende afbeelding is een uitsnede weergegeven van de structuurvisiekaart. De kern van Eemdijk ligt in het opengebied tussen de dorpen Bunschoten-Spakenburg en Eemnes.

afbeelding "i_NL.IMRO.0313.Eemdijk0400-0401_0003.png"  

afbeelding - uitsnede structuurvisie

Stedelijk gebied
De kern Eemdijk is op de structuurvisiekaart aangewezen als stedelijk gebied. De bebouwde kom van Eemdijk is dan ook grotendeels omsloten door een rode contour. Aan de noordoostzijde van de kern wordt conform de structuurvisie de mogelijkheid geboden voor een stedelijke uitbreiding. Voor deze uitbreidingslocatie zijn in het verleden al eens plannen opgesteld deze zijn echter tot op heden nog niet tot uitvoer gekomen.

Primaire waterkering
Langs het Eemmeer en de Eem liggen zogenaamde primaire waterkeringen. Aangezien het plangebied betrekking heeft op Eemdijk en de Eem onderdeel uitmaakt van het plangebied is dit aspect van belang bij het opstellen van dit bestemmingsplan. Langs primaire waterkeringen in Eemland geldt een vrijwaringszone van 175 meter buitendijks en 100 meter binnendijks.

afbeelding "i_NL.IMRO.0313.Eemdijk0400-0401_0004.png"  

afbeelding - watersysteem

Op de afbeelding is te zien dat een deel van het plangebied buitendijks ligt. Kijkend naar de verwachte stijging van de zeespiegel, heeft dit tot gevolg dat ook het IJsselmeerpeil, en daarmee ook het peil van het Eemmeer en van de Eem, in de verre toekomst omhoog gaat. In verband daarmee worden momenteel plannen voorbereid om de dijken te versterken c.q. op te hogen.

Natuur
De Eem vormt een ecologische verbindingszone binnen het EHS-netwerk. Ecologische verbindingszones zijn zones die planten en dieren de mogelijkheid bieden zich tussen bestaande en nieuwe natuurgebieden te verplaatsen. Doel van de verbindingszones is om tijdig een ruimtelijk stabiele en duurzame Ecologische Hoofdstructuur te realiseren.

Landelijk gebied 2
Het plangebied heeft enkel betrekking op de kern Eemdijk. Echter in het kader van de volledigheid is het ook van belang om de omgeving van Eemdijk te beschrijven. De omgeving van het plangebied is aangeduid als 'Landelijk gebied 2': agrarisch gebied met zowel grondgebonden als niet-grondgebonden landbouw. Het beleid voor dit landelijk gebied is primair afgestemd op de belangen en waarden die in dit gebied aanwezig zijn: agrarische, cultuurhistorische, landschappelijke en natuurlijke waarden. Behoud van de huidige kwaliteiten staat daarbij voorop. Tevens wordt gekozen voor behoud en versterking van de sociale structuur en identiteit in dit gebied.

Veenweidegebied
Voor de veenweidegebieden, waar de omgeving van Eemdijk ook deel van uit maakt, is in de structuurvisie aanvullend beleid opgesteld. In de veenweidegebieden zijn de ontwikkelingsmogelijkheden van de landbouw sterk beïnvloed (=beperkt) door de fysieke structuur van de veenbodem en de waterhuishouding. Dit geeft naast beperkingen ook kansen en mogelijkheden in de vorm van verbrede landbouw en productie van groene diensten.

Stiltegebied
Het gebied rondom de kern Eemdijk is aangewezen als stiltegebied. Stiltegebieden hebben hun intrede gedaan omdat de behoefte aan gebieden waar het stil is en waar de aanwezige geluidsbronnen in harmonie zijn met de omgeving groeit. Uit onderzoek blijkt echter dat de geluidsbelasting in de provincie Utrecht nog steeds toeneemt, ook in de zogenoemde stiltegebieden. Om te voorkomen dat stiltegebieden hun 'stilte' verliezen zijn activiteiten die de geluidsbelasting negatief beïnvloeden, niet meer mogelijk. De gebiedseigen geluiden, zoals die van de landbouw, zijn hiervan uitgesloten. De status stiltegebied leidt dus niet tot bijvoorbeeld extra regelgeving voor de agrarische bedrijfsvoering.

Eempolders
In de structuurvisie zijn aparte opgaven beschreven voor de Eempolders. Aangezien het plangebied binnen de Eempolders is gelegen is dit onderwerp in het kader van dit bestemmingsplan van belang. Belangrijkste doelstellingen voor het landschap van de Eempolders zijn:

  • het behoud van het gave, open karakter van het gebied. Een goede agrarische structuur biedt daarvoor een goede garantie. Daarnaast dankt Eemland zijn leegheid en openheid aan de eeuwenlange strijd tegen de Zuiderzee. Behoud van de kenmerken van deze strijd staat voor ons voorop;
  • voorkomen dient te worden dat de historische, ecologische en landschappelijke relatie tussen gewest Eemland en het Gelderse Arkemheen wordt verbroken;
  • de Eem en de voor natuur ingerichte uiterwaarden en polders die eraan grenzen, zijn ecologisch van grote waarde. De botanisch waardevolle graslanden in deze polders zijn ook van belang voor weidevogels, ganzen en wilde zwanen. Vanwege de natuurstatus heeft het Eemmeer voor de toervaart voornamelijk een doorgangsfunctie;
  • uitbreiding van de jachthaven langs het meer bij de monding van de rivier de Eem, mits hierbij de landschappelijke en ecologische waarden van het gebied behouden blijven;
  • voor de recreant staat het beleven van rust en ruimte voorop in Eemland. Kansen om het netwerk van fiets- en wandelpaden te verfijnen zullen wij benutten. De Eem is een belangrijke schakel tussen de stad Amersfoort en het buitengebied;
  • bij ontwikkelingen binnen de Eempolders zal rekening worden gehouden met het feit dat in het gebied primaire waterkeringen aanwezig zijn. In verband met de aanwezigheid van de waterkeringen is het belangrijk om er voor te zorgen dat voldaan kan worden aan de veiligheidsnormen.

Het bestemmingsplan voor Eemdijk sluit aan bij de uitgangspunten uit de provinciale structuurvisie. Het nieuwe bestemmingsplan maakt geen ontwikkelingen mogelijk die aanwezige ecologische-, historische-, en landschappelijke waarden aantasten. Daarnaast wordt in dit bestemmingsplan niet de mogelijkheid geboden voor uitbreiding van de kern Eemdijk.
In dit bestemmingsplan wordt aangesloten bij de bepalingen die gelden met betrekking tot de ligging nabij een primaire waterkering. Tevens wordt ingegaan op de plannen van het waterschap met betrekking tot de ontwikkeling van de dijken in het plangebied.
In de huidige plannen voor dijkverbetering wordt rekening gehouden met de toekomstige peilstijging van Eem en Eemmeer.

Nationale Landschappen
In de Nota Ruimte zijn door het rijk twintig gebieden aangemerkt als nationaal landschap. Deze gebieden kenmerken zich door de aanwezigheid van internationaal zeldzame of unieke en nationaal kenmerkende landschapskwaliteiten, en in samenhang daarmee bijzondere natuurlijke, cultuurhistorische en recreatieve kwaliteiten. Deze kwaliteiten moeten behouden blijven, duurzaam beheerd worden en - zo mogelijk - worden versterkt.
Als strategie voor het ruimtelijk beleid wordt gehanteerd: “behoud door ontwikkeling”. In algemene zin geldt dat binnen nationale landschappen ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk zijn, mits de kernkwaliteiten van het landschap worden behouden of versterkt.
Het plangebied maakt deel uit van het Nationaal Landschap Arkemheen-Eemland. Binnen de nationale landschappen worden via de uitvoering van concrete projecten impulsen gegeven aan het behoud en de versterking van de landschappelijke kwaliteiten.

Voorliggend bestemmingsplan is conserverend van aard en staat derhalve geen ontwikkelingen toe die de specifieke waarden van het Nationaal Landschap Arkemheen-Eemland aantasten. Het bestemmingsplan sluit aan bij de uitgangspunten die ook gelden voor het Nationaal Landschap Arkemheen-Eemland.

3.2.3 Provinciale Ruimtelijke Verordening

Op 21 september 2009 hebben gedeputeerde staten van Utrecht de provinciale ruimtelijke verordening vastgesteld. In de verordening is opgenomen hoe wordt omgegaan met provinciaal belang in bestemmingsplannen. De verordening bevat veel instructienormen.
Gelet op de ligging van het plangebied zijn de volgende onderwerpen uit de verordening relevant:

  • aardkundige waarden;
  • veiligstellen cultuurhistorische hoofdstructuur;
  • waterlinies;
  • ecologische verbindingszone;
  • stiltegebied;
  • stedelijk gebied.

De bepalingen zoals deze zijn opgenomen in de provinciale ruimtelijke verordening hebben met name betrekking op ontwikkelingen binnen stedelijk gebied of aspecten die spelen in het landelijk gebied. Omdat sprake is van een conserverend plan voor stedelijk gebied, spelen de meeste aspecten geen rol. Het bestemmingsplan maakt immers geen ontwikkelingen mogelijk die leiden tot aantasting van onder andere de aanwezige aardkundige waarden, de cultuurhistorische hoofdstructuur in het plangebied en de ligging nabij een stiltegebied.

Enkele van de relevante onderwerpen hebben wel een doorwerking gekregen in dit bestemmingsplan. Het betreft hier de ecologische verbindingszone en het feit dat sprake is van stedelijk gebied. In de planregels van dit bestemmingsplan zijn regels opgenomen die aansluiten bij de provinciale eisen voor deze beide onderwerpen.

3.2.4 Provinciaal Milieubeleidsplan 2009-2011

In het nieuwe Provinciaal Milieubeleidsplan 2009-2011 (PMP) worden keuzes gemaakt voor het milieu in de provincie Utrecht. Deze keuzes zullen doorwerken in besluiten over de kwaliteit van de fysieke leefomgeving. De ambitie in het Provinciaal Milieubeleidsplan richt zich vooral op het cluster duurzaamheid-klimaat-energie. Het Milieubeleidsplan richt zich op de mogelijkheden op dit terrein en het vormgeven van de mogelijkheden.
In de Beleidslijn Wro zijn op milieugebied twee bepalingen als 'provinciaal belang' benoemd, te weten: stiltegebieden èn de mogelijkheid een beperking op te leggen aan de bebouwingsdichtheid langs transportroutes van gevaarlijke stoffen. Verder is bij de vestiging van risicovolle bedrijven het locatiebeleid, dat ook benoemd is als provinciaal belang, van toepassing.

Het plangebied ligt zelf niet binnen het stiltegebied maar grenst wel aan het stiltegebied. Aangezien dit bestemmingsplan geen ontwikkelingen mogelijk maakt die leiden tot een verslechtering van de situatie in het stiltegebied voldoet dit bestemmingsplan aan het Provinciaal Milieubeleidsplan.

3.2.5 Waterplan 2010-2015

Het beleid voor waterveiligheid, waterbeheer en gebruik en beleving van water in de provincie Utrecht is vastgelegd in het Waterplan 2010-2015. Op 23 november 2009 is het plan vastgesteld. Het nieuwe waterplan vervangt het Waterhuishoudingsplan 2005-2010.
In het Waterplan wordt de essentie van het provinciaal waterbeleid uiteengezet. Dit op basis van een toekomstverkenning naar de ontwikkelingen en trends waarmee rekening gehouden moet worden en een beschrijving van het speelveld van partijen die bij het waterbeleid betrokken zijn. Gestreefd wordt, vanuit de kernwaarden duurzaamheid, kwaliteit en samenwerking, naar de ontwikkeling van duurzame, robuuste watersystemen en het borgen van bestaande kwaliteiten, waarbij het gaat om het bieden van zo veel mogelijk toegevoegde waarde. Van belang is een gebiedsgerichte aanpak, gericht op de lange termijn. De inzet van de provincie daarin bestaat uit initiëren, coproduceren of volgen.

Voor dit bestemmingsplan is een waterparagraaf opgenomen in paragraaf 5.9. Hierin is opgenomen welke waterhuishoudkundige thema's relevant zijn voor het plangebied en op welke manier daarmee wordt om gegaan.