direct naar inhoud van Hoofdstuk 7 Economische uitvoerbaarheid
Plan: Eemdijk
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0313.Eemdijk0400-0301

Hoofdstuk 7 Economische uitvoerbaarheid

Bij het opstellen van een nieuw bestemmingsplan dient op grond van artikel 3.1.6 lid 1 sub f van het Besluit ruimtelijke ordening onderzoek plaats te vinden naar de economische uitvoerbaarheid van het plan. Dit bestemmingsplan heeft in de eerste plaats met name tot doel om de bestaande situatie te actualiseren. De kosten voor het opstellen van dit bestemmingsplan komen voor rekening van de gemeente.

Nieuwe ontwikkelingen
Het bestemmingsplan is voor een groot deel consoliderend van aard. Het plan voorziet, naast de gebruikelijke (beperkte) uitbreidingsmogelijkheden van de bestaande functies, slechts in beperkte mate in nieuwe ontwikkelingen. Het betreft in alle gevallen bestaande particuliere initiatieven waaraan in beginsel geen kosten voor de gemeente zijn verbonden, afgezien van kosten van het ambtelijk apparaat voor de begeleiding en toetsing van aanvragen. Deze laatste kosten worden door middel van leges gedekt.

In een tweetal gevallen is een specifieke wijzgingsbevoegdheid opgenomen voor woningbouw. Mochten er (andere) kosten zijn die op grond van artikel 6.13 Wro dienen te worden verhaald, dan zal uitsluitend worden meegewerkt aan de wijziging of omgevingsvergunning nadat een exploitatieovereenkomst is gesloten.

Planschade
De enige kosten die uit dit plan kunnen voortvloeien, zijn planschadekosten. Met uitzondering van de dijkverbetering maakt het voorliggend bestemmingsplan in principe geen nieuwe planologische wijzigingen mogelijk. Er is op voorhand geen aanleiding voor vergoedbare planschade.
Planschade is evenwel niet uit te sluiten. De gemeente zal daarom bij iedere aanvraag (laten) bezien of er planschade kan ontstaan. Indien dit het geval kan zijn, zal met de belanghebbende aanvrager een overeenkomst worden gesloten, zoals bedoel in artikel 6.4a van de Wro. Daarmee kan worden voorkomen dat de gemeenschap de planschadekosten moet betalen ten behoeve van de aanvrager.

Nadeelcompensatie waterkering
In het concept-projectplan wordt ingegaan op mogelijke schadeloosstelling als gevolg van de dijkverbetering. In het kader van de economische uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan is de nadeelcompensatie van belang.

Het waterschap is verplicht onevenredige nadelen die ontstaan door het rechtmatig uitvoeren van de dijkversterking te compenseren. Op grond van artikel 3.4, lid 2 van de Algemene wet bestuursrecht mogen de nadelige gevolgen van een besluit (of een werk) niet onevenredig zijn in verhouding tot de met dat besluit te dienen doelen. De schade moet veroorzaakt zijn in het algemeen belang, de schade moet onevenredig zijn, er moet verband bestaan tussen oorzaak en schade en de schade moet niet anderszins zijn verzekerd.
Als aan deze voorwaarden wordt voldaan, moet het waterschap een schadevergoeding toekennen. Dit wordt nadeelcompensatie genoemd. Hierbij kan gedacht worden aan waardevermindering van onroerende zaken, inkomens- of bedrijfsschade, vermogenschade en dergelijke. Alleen schade die redelijkerwijze niet of niet geheel ten laste van belanghebbende behoort te blijven en waarvan de vergoeding niet of niet voldoende op een andere wijze is verzekerd, komt voor vergoeding in aanmerking.

Geen exploitatieplan
Gezien het voorgaande is een exploitatieplan voor dit bestemmingsplan niet nodig. Mochten er in de toekomst toch ontwikkelingen voordoen waarbij de gemeente kosten moet maken dan zullen die uitsluitend onder de wijzigingsbevoegdheid vallen. Er zal dan eerst worden bezien of er een kostenverhaalovereenkomst kan worden gesloten. In het uiterste geval kan worden overwogen om bij wijzigingsbevoegdheid een exploitatieplan op te stellen. Dat is geen uitgangspunt en gezien de ontwikkelingsmogelijkheden niet de verwachting.