Artikel 19 Algemene wijzigingsregels
19.1 Bestemmingsgrenzen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen zodat bestemmingsgrenzen in het belang van een goede ruimtelijke ontwikkeling kunnen worden aangepast, met dien verstande dat de bij de wijziging betrokken bestemmingen met niet meer dan 10% worden verkleind of vergroot.
19.2 Wro-zone - wijzigingsgebied 1
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd op gronden ter plaatse van de aanduiding 'Wro-zone - wijzigingsgebied 1' de aanduiding 'detailhandel' toe te voegen:
-
a. voor het vestigen van een winkel op de begane grond in een woning en daarbij behorende aanbouwen en bijgebouwen;
-
b. waarbij de gezamenlijke vloeroppervlakte, ingericht en ge- of verbouwd ten behoeve van detailhandel in de betreffende woning en de daarbij behorende aanbouwen en bijgebouwen niet meer bedraagt dan 100 m².
Deze wijzigingsbevoegdheid mag in totaal ten behoeve van drie woningen worden toegepast.
19.3 Wro-zone - wijzigingsgebied 2
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd op gronden ter plaatse van de aanduiding 'Wro-zone - wijzigingsgebied 2' de bestemmingen 'Wonen - Twee aaneengesloten' en 'Tuin' te wijzigen naar de bestemming:
met in achtneming van de volgende voorwaarden:
-
a. het aantal woningen mag niet meer dan zeven bedragen;
-
b. de goothoogte van de woning mag niet meer bedragen dan 6,5 m;
-
c. de bouwhoogte van de woning mag niet meer bedragen dan 11 m;
-
d. bij wijziging wordt de aanduiding 'opslag' verwijderd;
-
e. de milieuhygiënische uitvoerbaarheid van de nieuw te bouwen woningen dient bij wijziging te zijn aangetoond;
-
f. op geen van de gevels van de woning, mag bij voltooiing, de ter plaatse toegestane grenswaarde krachtens de Wet geluidhinder worden overschreden;
-
g. door de wijziging mag geen milieuhygiënische belemmeringen ontstaan voor omringende bedrijven;
-
h. het te ontwikkelen woongebied dient op een verantwoorde wijze te worden ontsloten;
-
i. er dient in de parkeerbehoefte te worden voorzien.