Plan: | Buitengebied |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0313.Buitengebied1600-0301 |
het bestemmingsplan Buitengebied met identificatienummer NL.IMRO.0313.Buitengebied1600-0301 van de gemeente Bunschoten;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlage;
een aan een woning aangebouwd, al dan niet voor bewoning bestemd gebouw, dat als uitbreiding van die woning dient;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
een bedrijf dat is ingericht voor zowel de grondgebonden als niet-grondgebonden activiteiten: het telen van gewassen of het houden van dieren, één en ander ten behoeve van het voortbrengen van producten;
aaneengesloten terrein, waarbinnen bedrijfsgebouwen, bijgebouwen, bedrijfswoning(en) met bijbehorend erf en tuin, andere bouwwerken zoals hooibergen, voersilo's, kuilvoerplaten, mestopslag, erfverharding, parkeervoorzieningen en erfbeplanting zijn geconcentreerd;
een bedrijf dat, voornamelijk met behulp van verplaatsbare werktuigen, diensten verleent, hoofdzakelijk aan agrarische bedrijven;
een bouwwerk, geen gebouw zijnde;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouw zijnde;
een gedeelte van agrarische opstallen, bedoeld voor recreatief nachtverblijf door een persoon, gezin of andere groep van personen, die zijn/hun vaste woon- of verblijfplaats elders hebben; onder recreatief nachtverblijf is in ieder geval niet begrepen permanente bewoning door eenzelfde persoon, gezin of andere groep van personen;
een niet voor bewoning bestemd gebouw ten dienste van een bedrijf, instelling of voorziening;
een woning in of bij een gebouw of op of bij een terrein, die hoort bij en functioneel gebonden is aan een bedrijf, instelling of voorziening in dat gebouw of op dat terrein;
een strook grond of water waaraan beperkingen kunnen worden opgelegd in verband met de veiligheid van de leidingen;
een activiteit, die in of bij een woonhuis wordt uitgeoefend op een zodanige wijze dat het woonhuis in overwegende mate de woonfunctie behoudt;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
een niet voor bewoning bestemd gebouw, behorende bij en dienstbaar aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw, dat in functioneel en architectonisch opzicht ondergeschikt is aan en ten dienste staat van het hoofdgebouw;
het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren alsmede het be- of verwerken en verhandelen van de producten volgens EU -Verordening 834/2007 en EU-Uitvoeringsbesluit 889/2009; zoals verankerd in de Landbouwkwaliteitswet van 8 april 1971, het Landbouwkwaliteitsbesluit biologisch productiemethode van 26 november 1992;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
de grens van een bouwvlak;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
de grens van een bouwperceel;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
de vloeroppervlakte van alle voor mensen toegankelijke ruimten binnen een gebouw;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen voor gebruik, verbruik of aanwending overwegend anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
schuttingen, muren, terrasschermen en andere gebouwde verticale afscheidingen welke al
dan niet op de erfgrens zijn geplaatst;
een tijdelijke, van het reguliere gebruik afwijkende, activiteit, gericht op het bereiken van een algemeen of besloten publiek voor informerende, educatieve, vermaak, culturele en/of levensbeschouwelijke doeleinden;
vormen van recreatief medegebruik van het agrarisch of natuurgebied door middel van al dan niet aangelegde en aanwezige voorzieningen, waarbij de recreatie geen specifiek beslag legt op de ruime, zoals wandel-, ruiter- en fietspaden, vis- en picknickplaatsen;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
agrarisch bedrijf met een bedrijfsvoering die geheel of in overwegende mate niet in gebouwen plaatsvindt. Het betreft akkerbouw, vollegrondstuinbouw, fruitteelt en boomteelt en rundvee-, paarden-, schapen- of geitenhouderij voor zover bij deze veebedrijven het benodigde ruwvoer (gras, snijmaïs) geheel of vrijwel geheel afkomstig is van structureel bij het bedrijf behorende gronden;
het telen van gewassen en/of het weiden van dieren, anders dan in het kader van de uitoefening van een agrarisch bedrijf of een bedrijfsmatige agrarische nevenfunctie, niet zijnde een volkstuin;
gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;
hotel, pension, restaurant, café, cafetaria of daaraan verwante inrichting, waar tegen vergoeding logies wordt verstrekt, dranken worden geschonken of spijzen voor directe consumptie worden bereid of verstrekt, een en ander, tenzij uitdrukkelijk anders vermeld, met uitzondering van nachtclubs, discotheken, dancings of soortgelijke inrichtingen; onder horeca is in ieder geval niet begrepen een seksinrichting;
persoon of groep personen die een huishouding voert, waarbij sprake is van onderlinge verbondenheid en continuïteit in de samenstelling ervan. Bedrijfsmatige kamerverhuur wordt daaronder niet begrepen;
een tent, tentwagen, kampeerauto of caravan dan wel enig ander onderkomen of ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, voorzover geen bouwwerk zijnde; een en ander voorzover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf;
een gebouw, dat dient voor de uitoefening van administratieve werkzaamheden;
vormen van horeca die wat betreft exploitatievorm en openingstijden aansluiten bij winkelvoorzieningen en waar naast kleinere etenswaren tevens dranken worden verstrekt, zoals een theeschenkerij of een koffiehuis;
een object als bedoeld in artikel 1, sub l van het Besluit externe veiligheid inrichtingen;
het verlenen van diensten in de medische, sociale, educatieve, culturele, religieuze en administratieve sfeer en andere vormen van dienstverlening, die een min of meer openbaar karakter hebben, met uitzondering van een seksinrichting;
bedrijvigheid geheel of overwegend gericht op het houden, stallen, africhten, trainen en berijden van paarden en pony's, het ter plaatse lesgeven en de exploitatie van daarbij behorende voorzieningen, waaronder begrepen een kantine of soortgelijke horecavoorziening;
een tijdelijke maar langer dan drie maanden durende behoefte aan zorg op het fysieke, psychische en/of sociale vlak, waarbij de zorgverlening gebeurt op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband. Er behoeft daarbij niet per sé sprake te zijn van een ouder-kind relatie;
een activiteit die uitsluitend uitgeoefend kan worden naast een feitelijk aanwezige hoofdfunctie en wat betreft vloeroppervlakte ondergeschikt is aan die hoofdfunctie;
agrarisch bedrijf met een bedrijfsvoering die geheel of in overwegende mate in gebouwen plaatsvindt en gericht is op het houden van dieren, zoals rundveemesterij, varkens-, vleeskalver-, pluimvee-, pelsdier-, geiten- of schapenhouderij of een combinatie van deze bedrijfsvormen, alsmede naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijfsvormen, met uitzondering van grondgebonden veehouderij;
een voor verblijf geschikt, al dan niet aan zijn bestemming onttrokken, vaar-, vlieg- of voertuig, ark of caravan, voorzover dat/die niet als een bouwwerk is aan te merken, alsook een tent;
een niet overdekt terrein met daarbij behorende voorzieningen, ingericht voor het africhten, trainen en berijden van paarden en pony's en het anderszins beoefenen van de paardensport;
bewoning door eenzelfde persoon, gezin of andere groep van personen van een ruimte als hoofdwoonverblijf, waarbij niet aannemelijk is of kan worden gemaakt dat elders daadwerkelijk over een hoofdwoonverblijf wordt beschikt;
een van oorsprong agrarische bedrijfswoning die is gelegen binnen een agrarisch bouwvlak en die gebruikt mag worden door derden die geen functionele relatie hebben met het agrarische bedrijf dat ter plaatse nog wordt uitgeoefend;
grondgebonden paardenhouderij die is gericht op het fokken van paarden, het bieden van leefruimte aan paarden en/of het voortbrengen van producten door middel van het houden van paarden, zoals een paardenmelkerij of een daarmee gelijk te stellen bedrijfsvorm, eventueel in combinatie met (en daaraan ondergeschikte) trainingsfaciliteiten ten behoeve van de eigen gefokte paarden;
een gebouw, uitsluitend bestemd om te dienen voor recreatief nachtverblijf door een persoon, gezin of andere groep van personen, die zijn/hun vaste woon- of verblijfplaats elders hebben; onder recreatief nachtverblijf is in ieder geval niet begrepen permanente bewoning;
ter plaatse van de aanduiding 'relatie' wordt de verbinding aangegeven tussen twee of meer afzonderlijk begrensde bestemmingsvlakken, inclusief de daaraan toegekende aanduidingen en waarmee die bestemmingsvlakken één vlak vormen;
een inrichting, bestaande uit een of meer voor publiek toegankelijke, besloten ruimten, waarin bedrijfsmatig of op een daarmee vergelijkbare wijze, seksuele handelingen worden verricht; onder een hiervoor bedoelde inrichting worden in elk geval verstaan: een bordeel;
een caravan of soortgelijk onderkomen op wielen, dat mede gelet op de afmetingen kennelijk niet bestemd is om regelmatig en op normale wijze op de verkeerswegen, ook over grotere afstanden, als een aanhangsel van een auto te worden voortbewogen, en dat dient voor recreatief (nacht)verblijf voor recreanten die hun hoofdverblijf elders hebben en die/dat als één geheel wordt aangevoerd en voortbewogen op een eigen aswielstelsel;
de vloeroppervlakten van alle voor mensen toegankelijke ruimten binnen een gebouw ten behoeve van detailhandel, onder welke ruimten niet zijn begrepen sanitaire ruimten, garderobes, opslag-, personeels- en andere dienstruimten en keukens;
de naar de weg gekeerde of aan de voorzijde van een gebouw gelegen gevel of, indien het een gebouw betreft met meerdere zodanige gevels, één van de gevels.
denkbeeldige, rechte lijn die strak loopt langs de voorgevel van een gebouw tot aan de perceelsgrenzen;
beroep of beroepsmatige dienstverlening op administratief, juridisch, medisch, paramedisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch en daarmee gelijk te stellen gebied;
een bouwwerk ten behoeve van de opwekking van windenergie;
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden, niet zijnde een woonwagen, of voor de huisvesting van maximaal vier afzonderlijke personen wanneer er geen huishouden in het gebouw is ondergebracht en de vloeroppervlakte van de woning groter is dan 80 m² bvo;
een voorziening in hoofdzaak gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren door personen die niet zelfstandig kunnen werken en die geestelijke en/of lichamelijke verzorging behoeven.
Voor de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten en berekend:
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
boven de begane grondvloer, tussen de buitenwerkse gevelvlakken, harten van scheidsmuren en buitenwerkse dakvlakken, met inbegrip van erkers en dakkapellen, en in geval van een recreatiewoning ook onder de begane grondvloer, met inbegrip van kelders en souterrains;
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw-, c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 m bedraagt.
De voor 'Agrarisch met waarden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Aanduiding | Functie |
evenemententerrein | het gebruik als evenemententerrein waarop tijdelijk (niet langer dan 4 weken aaneengesloten) voorzieningen in de vorm van bouwwerken, geen gebouwen zijnde zoals een tent, kunnen worden opgesteld om grotere groepen te ontvangen |
specifieke vorm van agrarisch met waarden - minicamping | voor standplaatsen voor kampeermiddelen, met uitzondering van stacaravans, in de periode van 15 maart t/m 31 oktober |
opslag | opslag |
specifieke vorm van agrarisch met waarden - paardenbak | paardenbakken buiten bouwvlakken |
parkeerterrein | parkeervoorzieningen |
specifieke vorm van agrarisch met waarden - kennis- en proefbedrijf | voor de uitoefening van aan het agrarisch bedrijf gerelateerde nevenactiviteiten in de vorm van: - de uitoefening van een zorgboerderij in combinatie met 'begeleid wonen' voor maximaal 12 personen, inclusief begeleiding; - agrarische hotelfaciliteit (Boer & Bed / Hooiberghotel) met ten hoogste 24 kamers binnen één gebouw; - kleinschalige horeca ten dienste van de overige functies op het bedrijf tot een maximum vloeroppervlak van 300 m² en een eventueel buitenterras tot maximaal 250 m²; - kantoorruimten en vergaderruimten tot maximaal 500 m²; - zaal- en congresfaciliteiten tot maximaal 550 m²; - recreatief steunpunt, kantine, Landschapshuis, educatieve doeleinden tot maximaal 500 m²; - detailhandel in op het betreffende agrarische bedrijf vervaardigde / bewerkte agrarische producten of streekproducten met dien verstande dat de verkoopvloeroppervlakte niet meer mag bedragen dan 100 m²; - niet gemotoriseerde recreatieve (outdoor) activiteiten; - een kleinschalige hoogstam boomgaard (maximaal 100 bomen) |
specifieke vorm van agrarisch met waarden - natuurobservatorium | een natuurobservatiepunt |
specifieke vorm van agrarisch met waarden - landwinkel en schenkerij | landwinkel voor verkoop streekproducten, het aanbieden van arrangementen, verhuur van rustieke ruimtes en het verzorgen van openluchtactiviteiten met een totale oppervlakte van maximaal 450 m2 |
recreatiewoning | recreatiewoning |
specifieke vorm van agrarisch met waarden - hondenpension | hondenpension tot maximaal de bestaande (vloer)oppervlakte |
zorgboerderij | zorgboerderij tot maximaal de bestaande (vloer)oppervlakte |
kinderboerderij | kinderboerderij tot maximaal de bestaande (vloer)oppervlakte |
specifieke vorm van agrarisch met waarden - moestuin | een moestuin en dierenweide |
specifieke vorm van agrarisch met waarden - pluktuin | een pluktuin met fruitbomen en andere opgaande beplanting, waarbij één gebouw is toegestaan met een oppervlakte van maximaal 20 m2 en een bouwhoogte van maximum 3 m. Het gebouw dient te worden geplaatst op een afstand van minimaal 20 m en maximaal 30 m uit het hart van de weg. |
specifieke vorm van agrarisch met waarden - ambachtelijke be- en verwerking van agrarische producten | ambachtelijke be- en verwerking van agrarische producten |
met daarbij behorende:
Binnen elk bouwvlak op de gronden als bedoeld in lid 3.1, mogen uitsluitend worden gebouwd:
Voor het bouwen van gebouwen en andere bouwwerken gelden de volgende regels:
Bebouwing | max. goothoogte in m | max. bouwhoogte in m |
bedrijfsgebouwen | 6 | 12 |
bedrijfswoning | 7 | 11 |
bijgebouwen bij bedrijfswoning | 3 | 6 |
bij een standplaats voor kampeermiddelen behorende gebouwen | 3 | 6 |
andere bouwwerken ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - bestaande voorzieningen'. | - | bestaande bouwhoogte |
gebouw ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch met waarden - natuurobservatorium' | - | 8 |
schuur ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - solitaire schuur' | bestaande goothoogte | bestaande bouwhoogte |
recreatiewoning ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning'. | bestaande goothoogte | bestaande bouwhoogte |
schuur voor opslag ter plaatse van de aanduiding 'opslag' | bestaande goothoogte | bestaande bouwhoogte |
schuur ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - schuur' | - | 3 |
kuilvoerplaten en sleufsilo's | - | 2 |
bouwwerken voor mestopslag en kassen | - | 6 |
boogkas | - | 4 |
voersilo's | - | 12 |
erf- of perceelafscheidingen op ten minste 1 meter achter de voorgevelrooilijn binnen bouwvlak | - | 2 |
overige erf- of perceelafscheidingen | - | 1 |
overige andere bouwwerken binnen agrarisch bouwvlak | - | 10 |
overige andere bouwwerken buiten agrarisch bouwvlak | - | 2 |
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.2.1 ten behoeve van de bouw van vrijstaande windturbines, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.2 ten behoeve van het gebruiken van gronden behorende bij agrarische bedrijven als schuilgelegenheid en het aldaar bouwen van andere bouwwerken ten dienste daarvan, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.2.2 sub d ten behoeve van een bouwhoogte van bedrijfsgebouwen tot 15 m, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.2, ten behoeve van het bouwen van 5 trekkershutten binnen de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch met waarden - minicamping', mits wordt voorzien in een goede landschappelijke inpassing, door middel van afschermende beplanting.
Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in elk geval wordt begrepen het gebruiken van gronden buiten bouwvlakken voor:
Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen:
Voor de bedrijven die zijn voorzien van de aanduiding 'intensieve veehouderij veehouderij' wordt onder gebruik in strijd met deze bestemming in elk geval gerekend het omschakelen naar een andere dierencategorie (overeenkomstig de hoofdcategorieën uit de Regeling ammoniak en veehouderij) dan de categorie zoals onderstaand aangegeven en met uitzondering van melkrundvee:
Amersfoortseweg 23 | Varkens |
Groeneweg 10 | Vleeskalveren of vleesstieren |
Groeneweg 14 | Vleeskalveren of vleesstieren |
Groeneweg 25 | Kippen en varkens |
Zevenhuizerstraat 150 | Varkens |
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.1, ten behoeve van het gebruiken van agrarische bedrijfsgebouwen binnen een agrarisch bouwvlak met een maximum van 30% van het bebouwd oppervlak, tot maximaal 600 m², waar sprake is van agrarische bedrijvigheid als hoofdactiviteit, voor het volgende niet-agrarisch gebruik, uitsluitend als ondergeschikte nevenactiviteit:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.1, sub g, ten behoeve van het gebruiken van gronden als standplaats voor ten hoogste 25 kampeermiddelen, mits wordt voorzien in een goede landschappelijke inpassing, door middel van afschermende beplanting.
Bij het verlenen van de omgevingsvergunning als bedoeld in lid 3.5.1 en lid 3.5.2 worden de volgende regels in acht genomen:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.1 ten behoeve van het gebruiken van gronden behorende bij (agrarische) bedrijven en woningen, waaronder begrepen bedrijfs- en dienstwoningen, niet zijnde recreatiewoningen, als paardenbak, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.1 ten behoeve van het wonen, anders dan ten behoeve van het agrarische bedrijf, in een voormalige agrarische bedrijfswoning (plattelandswoning), met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.1 ten behoeve van een kwekerij van fruitbomen en andere opgaande beplanting, inclusief ondergeschikte bebouwing, ten behoeve van een pluktuin, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.4.3 ten behoeve van het binnen een bedrijf omschakelen naar een andere dierencategorie dan de huidige, ter plaatse van de aanduiding 'intensieve veehouderij', mits dit niet leidt tot een verslechtering van het woon- en leefklimaat in omliggende woningen en met inachtneming van artikel 3.4.2.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen voor het van vorm veranderen en/of het vergroten van een agrarisch bouwvlak bij een grondgebonden agrarisch bedrijf tot maximaal 2,5 ha, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen voor het van vorm veranderen en/of het vergroten van een bouwvlak bij een niet-grondgebonden agrarisch bedrijf tot maximaal 1,5 ha, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, indien is komen vast te staan dat in een agrarisch bouwvlak geen agrarisch bedrijf meer is gevestigd en dat het bouwperceel niet optimaal is gesitueerd voor de grondgebonden landbouw, de bestemming binnen dat agrarisch bouwvlak te wijzigen in een woonbestemming, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, indien is komen vast te staan dat in een agrarisch bouwvlak geen agrarisch bedrijf meer is gevestigd en dat het bouwperceel niet optimaal is gesitueerd voor de grondgebonden landbouw, de bestemming binnen dat agrarisch bouwvlak te wijzigen ten behoeve van maatschappelijke voorzieningen, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, indien is komen vast te staan dat in een agrarisch bouwvlak geen agrarisch bedrijf meer is gevestigd en dat het bouwperceel niet optimaal is gesitueerd voor de grondgebonden landbouw, de bestemming binnen dat agrarisch bouwvlak te wijzigen ten behoeve van bedrijfsactiviteiten tot maximaal milieucategorie 2, zoals een groothandel en opslag van goederen, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, indien is komen vast te staan dat in een agrarisch bouwvlak geen agrarisch bedrijf meer is gevestigd, de bestemming binnen dat agrarisch bouwvlak te wijzigen ten behoeve van recreatieve voorzieningen, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming te wijzigen in de bestemming Natuur (Artikel 9), met dien verstande dat het wijzigen uitsluitend mag geschieden ten aanzien van gronden waarvoor geldt dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen voor de bouw van een tweede bedrijfswoning binnen een agrarisch bouwvlak, met dien verstande dat:
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Adres | Nadere bestemming | Max. aantal bedrijfswoningen | Max. oppervlakte gebouwen en overkappingen in m2 (1) | Max. goothoogte gebouwen in m (2) | Max. bouwhoogte gebouwen in m ( 2) |
Eemdijk 10 | transportbedrijf en agrarisch hulpbedrijf (3) | 1 | 805 | 5 | 10 |
Eemdijk 10a | transportbedrijf en agrarisch hulpbedrijf (3) | 1 | 375 | 5 | 10 |
Eemdijk 23 | opslag ten behoeve van een aannemingsbedrijf | 0 | 260 | 4 | 4,5 |
Eemdijk 27a/ 32 | hei- en grondwerken | 1 | 850 | 4,5 | 5,5 |
Eemdijk 29b | agrarisch loonbedrijf | 1 | 1.300 | 5 | 7 |
Eemdijk 40b | melktransportbedrijf | 0 | 140 | 3,5 | 6,5 |
Groeneweg 6 | groothandel in meststoffen | 0 | 10.500 | 7 | 13 |
(1) inclusief bedrijfswoning(en) en bijgebouwen (2) geldt niet voor niet-inpandige bedrijfswoningen en bijgebouwen, zie lid 4.2.2, sub d (3) alsmede bedrijfsactiviteiten, die in de van deze regels deel uitmakende bijlage Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn aangeduid als categorie 1 en 2, dan wel daarmee gelijk kunnen worden gesteld wat betreft hun gevolgen voor de omgeving |
Op de gronden als bedoeld in lid 4.1, mogen, met inachtneming van het bepaalde in de tabel in lid 4.1, uitsluitend worden gebouwd gebouwen en andere bouwwerken, waaronder zijn begrepen bedrijfswoningen en bijbehorende bijgebouwen.
Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in lid 4.2.1, gelden de volgende regels:
Bouwwerken | Max. goothoogte in m | Max. bouwhoogte in m |
niet-inpandige bedrijfswoningen | 7 | 11 |
bijgebouwen | 3 | 6 |
erf- of perceelsafscheidingen op ten minste 1 m achter de voorgevelrooilijn binnen het bouwvlak | - | 2 |
overige erf- of perceelsafscheidingen | - | 1 |
licht- en vlaggenmasten | - | 12 |
andere bouwwerken in de vorm van een traverse ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - overbouwing' | - | 9 |
overige andere bouwwerken | - | 10 |
Onder strijdig gebruik met de bestemming wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en gebouwen ten behoeve van:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.1, en een ander soort bedrijf toe staan, met dien verstande dat:
De voor 'Bedrijf - Nutsvoorziening' aangewezen gronden zijn bestemd voor nutsvoorzieningen, met de nadere bestemming die in onderstaande tabel is vermeld bij een adres, en voor daarbij behorende voorzieningen, waaronder begrepen afschermende en andere groenvoorzieningen, waterhuishoudkundige voorzieningen, waterhuishoudkundige voorzieningen, parkeerplaatsen en tuinen:
Adres | Nadere bestemming | Max. aantal bedrijfswoningen | Max. oppervlakte gebouwen en overkappingen in m2 (1) | Max. goothoogte gebouwen in m (2) | Max. bouwhoogte gebouwen in m (2) |
Westdijk ongenummerd | gemaal | 0 | 30 | 2 | 2 |
Amersfoortseweg ongenummerd | gemaal | 0 | 15 | 2 | 2 |
Eemdijk 27 | waterdistributiebedrijf | 0 | 1.546 | 7 | 12 |
Groeneweg 1 a | vuiloverslagstation, alsmede bedrijfsactiviteiten, die in de van deze regels deel uitmakende Bijlage 2 Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn aangeduid als categorie 1 t/m 3, dan wel daarmee gelijk kunnen worden gesteld wat betreft hun gevolgen voor de omgeving | 0 | 50 | 3 | 3 |
Groeneweg 2 | rioolwaterzuiveringsinstallatie, alsmede bedrijfsactiviteiten, die in de van deze regels deel uitmakende Bijlage 2 Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn aangeduid als categorie 1 t/m 3, dan wel daarmee gelijk kunnen worden gesteld wat betreft hun gevolgen voor de omgeving | 0 | 3.180 | 6,5 | 8 |
Groeneweg 4 | electriciteitsdistributiebedrijf | 0 | 250 | 3 | 7,5 |
Oostdijk 1 | gemaal | 1 | 140 | 5,5 | 7 |
(1) inclusief bedrijfswoning(en) en bijgebouwen (2) geldt niet voor niet-inpandige bedrijfswoningen en bijgebouwen, zie lid 5.2.2, sub d |
Op de gronden als bedoeld in lid 5.1, mogen, met inachtneming van het bepaalde in de tabel in lid 5.1, uitsluitend worden gebouwd gebouwen en andere bouwwerken, waaronder zijn begrepen bedrijfswoningen en bijbehorende bijgebouwen.
Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in lid 5.2.1, gelden de volgende regels:
Bouwwerken | Max. goothoogte in m | Max. bouwhoogte in m |
niet-inpandige bedrijfswoningen | 7 | 11 |
bijgebouwen | 3 | 6 |
Erf- of perceelsafscheidingen op ten minste 1 m achter de voorgevelrooilijn binnen het bouwvlak | - | 2 |
Overige erf- of perceelsafscheidingen | - | 1 |
Licht- en vlaggenmasten | - | 12 |
Overige andere bouwwerken | - | 10 |
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen zodanig dat de betreffende nadere bestemming in lid 5.1 wordt gewijzigd in een ander soort nutsbedrijf, met dien verstande dat:
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Adres | functie | Max. aantal bedrijfswo ningen | Max. oppervlakte gebouwen en overkappingen in m2 (1) | Max. goothoogte in m | Max. bouw- hoogte in m | |
Zevenhuizerstraat 1 | café restau- rant en bed and break- fast | 1 | 1.850 | 9 | 12 | |
(1) inclusief bedrijfswoningen en bijgebouwen |
Op de gronden als bedoeld in lid 7.1, mogen, met inachtneming van het bepaalde in de tabel in lid 7.1, uitsluitend worden gebouwd gebouwen en andere bouwwerken.
Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in lid 7.2.1, gelden de volgende regels:
Bouwwerken | Max. goothoogte in m | Max. bouwhoogte in m |
Bedrijfsgebouwen | 4,5 | 10 |
Niet-inpandige bedrijfswoningen | 7 | 11 |
Bijgebouwen en overkappingen | 3 | 6 |
Erf- of perceelsafscheidingen op ten minste 1 m achter de voorgevelrooilijn binnen het bouwvlak | - | 2 |
Overige erf- of perceelsafscheidingen | 1 | |
Licht- en vlaggenmasten | - | 12 |
Overige andere bouwwerken | - | 10 |
Voor de bed and breakfast als bedoeld in lid 7.1 geldt dat er maximaal 4 kamers ten behoeve van bed and breakfast gebruikt mogen worden.
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Adres | Nadere bestemming | Max. oppervlakte gebouwen en overkappingen in m2 | Max. goot hoogte gebouwen in m | Max. bouw hoogte gebouwen in m | |
Bikkersweg 86 | muziekcentrum | 620 | 6 | 7 | |
Bikkersweg 88 | verenigingscentrum | 200 | - | 6,5 | |
Maatweg ongenummerd) | dierenbegraafplaats | 20 | 3 | 3 |
Op de gronden als bedoeld in lid 8.1, mogen, met inachtneming van het bepaalde in de tabel in lid 8.1, uitsluitend worden gebouwd gebouwen en andere bouwwerken, met dien verstande dat geen bedrijfswoningen zijn toegestaan.
Bouwwerken | Max. goothoogte in m | Max. bouwhoogte in m |
Erf- of perceelsafscheidingen op ten minste 1 m achter de voorgevelrooilijn binnen het bouwvlak | - | 2 |
Overige erf- of perceelsafscheidingen | - | 1 |
Licht- en vlaggenmasten | - | 12 |
Overige andere bouwwerken | - | 10 |
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen zodanig dat de betreffende nadere bestemming in lid 8.1 wordt gewijzigd in een ander soort maatschappelijke voorziening, ter zake van religie, verenigingsleven, cultuur, onderwijs, opvoeding, recreatie en fysieke en geestelijke volksgezondheid, en openbare en bijzondere dienstverlening, met dien verstande dat:
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de gronden als bedoeld in lid 9.1 mogen uitsluitend worden gebouwd gebouwen en andere bouwwerken.
Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in lid 9.2.1 gelden de volgende regels:
De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor sport- en speelvoorzieningen, met de nadere bestemming die in onderstaande tabel is vermeld bij een adres, en voor daarbij behorende voorzieningen, waaronder begrepen afschermende en andere groenvoorzieningen, parkeerplaatsen, en tuinen:
Adres | Nadere bestemming | Max. oppervlakte gebouwen en overkappingen in m2 (1) | Max. goot- hoogte gebouwen in m (2) |
Max. bouw- hoogte gebouwen in m (2) |
|
Bikkersweg 74 | sporthal gymvereniging | 2.050 | - | 9 | |
Bikkersweg 78 | schietvereniging, zuidelijk deel | 865 | - | 5 | |
Bikkersweg 78 | schietvereniging, noordelijk deel | 850 | - | 2 (3) | |
Bikkersweg 82 | sportschool | 802 | - | 10 | |
Bikkersweg 90 | clubgebouw schaakvereniging | 200 | - | 8,5 | |
Bikkersweg 96 | zwembad en horecabedrijf | 2.600 (4) | 5 | 9 | |
Bikkersweg 100 | tennisbaan en horecabedrijf | 2.900 | 3 | 10 | |
(1) inclusief bijgebouwen (2) geldt niet voor bijgebouwen, zie lid 10.2.2, sub b (3) met dien verstande dan voor maximaal 10% van de gebouwen een hoogte van 4 meter is toegestaan (4) exclusief een overkapping voor een houtsnipperopslag ten behoeve van de verwarming van het zwembad met een maximale oppervlakte van 1.050 m2 |
Op de gronden als bedoeld in lid 10.1, mogen, met inachtneming van het bepaalde in de tabel in lid 10.1, uitsluitend worden gebouwd gebouwen en andere bouwwerken, waaronder zijn begrepen bijgebouwen.
Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in lid 10.2.1, gelden de volgende regels:
Bouwwerken | Max. goothoogte in m | Max. bouwhoogte in m |
Erf- of perceelsafscheidingen op ten minste 1 m achter de voorgevelrooilijn binnen het bouwvlak | - | 2 |
Overige erf- of perceelsafscheidingen | - | 1 |
Licht- en vlaggenmasten | - | 12 |
Overige andere bouwwerken | - | 10 |
De voor 'Sport - Manege' aangewezen gronden zijn bestemd voor een manege, met de nadere bestemming die in onderstaande tabel is vermeld bij een adres, en voor de daarbij behorende voorzieningen, waaronder begrepen afschermende en andere groenvoorzieningen, parkeerplaatsen en tuinen:
Adres | Nadere bestemming (1) | Max. aantal bedrijfswoningen | Max. oppervlakte gebouwen en overkappingen in m2 (2) | Max. goothoogte gebouwen in m (3) | Max. bouwhoogte gebouwen in m (3) |
Zevenhuizerstraat 154 | Manege | 3 | 10.795 (1) | 6 | 12 |
Bisschopsweg 20/22 | Manege | 2 | 11.525 (2,4) | 6 | 12 |
Groeneweg 20 | Manege | 1 | 1400 | 6 | 12 |
(1) met inbegrip van ondergeschikte nevenfuncties in de vorm van detailhandel in paardrij- en aanverwante artikelen tot een verkoopvloeroppervlakte van 380 m² en horeca tot een brutovloeroppervlakte van 400 m². In het gebouw met detailhandel is op de verdieping kamerbewoning toegestaan.
(2) inclusief bedrijfswoning(en) en bijgebouwen (3) geldt niet voor niet-inpandige bedrijfswoningen en bijgebouwen, zie lid 11.2.2, sub d (4) inclusief een kantine met een oppervlakte van 200 m2 |
Op de gronden als bedoeld in lid 11.1, mogen, met inachtneming van het bepaalde in de tabel in lid 11.1, uitsluitend worden gebouwd gebouwen en andere bouwwerken, waaronder zijn begrepen bedrijfswoningen en bijbehorende bijgebouwen.
Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in lid 11.2.1, gelden de volgende regels:
Bouwwerken | Max. goothoogte in m | Max. bouwhoogte in m |
niet-inpandige bedrijfswoningen | 7 | 11 |
bijgebouwen | 3 | 6 |
Erf- of perceelsafscheidingen op ten minste 1 m achter de voorgevelrooilijn binnen het bouwvlak | - | 2 |
Overige erf- of perceelsafscheidingen | - | 1 |
Licht- en vlaggenmasten | - | 12 |
Overige andere bouwwerken | - | 10 |
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 11.1 ten behoeve van het wonen, in een voormalige agrarische bedrijfswoning (plattelandswoning), met dien verstande dat:
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor tuinen behorende bij de op de bijbehorende gronden gelegen woningen, alsmede in- en uitritten, nutsvoorzieningen, watergangen, groenvoorzieningen en bijbehorende voorzieningen waaronder bruggen.
Op de gronden als bedoeld in lid 12.1 mogen uitsluitend worden gebouwd gebouwen en andere bouwwerken.
Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in lid 12.2.1 gelden de volgende regels:
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
bouwwerken | max. hoogte in meters |
viaducten en soortgelijke kunstwerken | 10 |
verkeerstekens, palen en masten op gronden als bedoeld in lid 13.1 sub a | 12 |
verkeerstekens, palen en masten op gronden als bedoeld in lid 13.1 sub b en c | 6 |
traverse ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - overbouwing' | 9 |
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende tuinen en erven.
Ten behoeve van de in 15.1 genoemde bestemmingsomschrijving mogen, met inachtneming van de in lid 15.2.2 genoemde regels, de daarbij behorende gebouwen (waaronder hobbykassen, dierenverblijven en vergelijkbare gebouwen), andere bouwwerken en andere werken worden gerealiseerd.
Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in lid 15.2.1, gelden de volgende regels:
Bouwwerken | Max. goothoogte in m | Max. bouwhoogte in m |
Bijgebouwen en overkappingen | 3 | 6 |
Pergola's | - | 3 |
Erf- of perceelsafscheidingen op ten minste 1 m achter de voorgevelrooilijn binnen het bouwvlak | - | 2 |
Overige erf- of perceelsafscheidingen | - | 1 |
Licht- en vlaggenmasten | - | 12 |
Overige andere bouwwerken | - | 10 |
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 15.2.2, sub e, ten behoeve van het bouwen van bijgebouwen onder voorwaarde van sloop van bestaande, niet voor bewoning bestemde gebouwen op de bij de betreffende woning behorende gronden, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 15.2.2, sub b, ten behoeve van een overschrijding van de bouwgrens binnen het bestemmingsvlak, met dien verstande dat:
Onder strijdig gebruik met de bestemming wordt in ieder geval verstaan:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 15.4.1 ten behoeve van het gebruiken van gronden als paardenbak, met dien verstande dat:
De voor Wonen - 2 aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende tuinen en erven.
Ten behoeve van de in 16.1 genoemde bestemmingsomschrijving mogen, met inachtneming van de in lid 16.2.2 genoemde regels, de daarbij behorende gebouwen (waaronder hobbykassen, dierenverblijven en vergelijkbare gebouwen), andere bouwwerken en andere werken worden gerealiseerd.
Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in lid 16.2.1 gelden de volgende regels:
Bouwwerken | Max. goothoogte in m | Max. bouwhoogte in m |
Bijgebouwen en overkappingen | 3 | 6 |
Pergola's | 3 | |
Bijgebouw lijkend op een hooiberg | 5 | 9 |
Erf- of perceelsafscheidingen op ten minste 1 m achter de voorgevelrooilijn | 2 | |
Overige erf- of perceelsafscheidingen | 1 | |
Licht- en vlaggenmasten | 12 | |
Overige andere bouwwerken | 10 |
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 16.2 ten behoeve van een grotere hoogte van andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 16.2, sub a ten behoeve van een overschrijding van de bouwgrens binnen het bestemmingsvlak, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 16.2, sub c ten behoeve van een overschrijding van de maximale inhoudsmaat van een woning binnen het bestemmingsvlak, met dien verstande dat:
Woningen en de daarbij behorende aan- en uitbouwen en bijgebouwen mogen tot ten hoogste 50% van de aanwezige vloeroppervlakte per woning en tot een maximum van 80 m² worden aangewend voor de uitoefening van een vrij beroep.
Onder strijdig gebruik met de bestemming wordt in ieder geval verstaan:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 16.4.1 ten behoeve van de uitoefening van beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten, anders dan een vrij beroep, in een woning en daarbij behorende aan- en uitbouwen en bijgebouwen, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 16.4.2 ten behoeve van het gebruiken van gronden als paardenbak, met dien verstande dat:
De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen, mede bestemd voor de instandhouding van ondergrondse hoge druk gastransportleidingen, inclusief voorzieningen, met de daarbij behorende belemmeringenstrook.
In geval van strijdigheid van bepalingen gaan de regels van dit artikel vóór de regels die ingevolge andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn.
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 17.2 voor het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en) mits het geen kwetsbaar object betreft en de belangen van de leiding niet worden geschaad.
Alvorens te beslissen op een aanvraag om een omgevingsvergunning winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij de betrokken leidingbeheerder.
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval begrepen:
Voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden zijn de regels opgenomen in artikel 35 van toepassing.
De voor 'Leiding - Hoogspanning' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor een bovengrondse hoogspanningsleiding en daarbij behorende voorzieningen inclusief voorzieningen met de daarbij behorende belemmeringenstrook. In geval van strijdigheid van belangen gaan de regels van dit artikel vóór de regels die ingevolge andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn.
Op en in de gronden als bedoeld in lid 18.1, mogen, in afwijking van het bepaalde ten aanzien van de andere bestemmingen, uitsluitend worden gebouwd, bouwwerken ten behoeve van de betreffende leiding, waaronder begrepen gebouwtjes met elk een oppervlakte van ten hoogste 100 m² en met een bouwhoogte van ten hoogste 3 m en hoogspanningsmasten met en hoogte van 50 m.
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 18.2, ten behoeve van het bouwen overeenkomstig de betreffende andere bestemming van deze gronden, met dien verstande dat:
Voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden zijn de regels opgenomen in artikel 35 van toepassing.
De voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor een rioolwaterleiding en daarbij behorende voorzieningen.
Op en in de gronden als bedoeld in lid 19.1, mogen, in afwijking van het bepaalde ten aanzien van de andere bestemmingen, uitsluitend worden gebouwd, bouwwerken ten behoeve van de betreffende leiding, waaronder begrepen gebouwtjes met elk een oppervlakte van ten hoogste 100 m² en met een bouwhoogte van ten hoogste 3 m.
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 19.2, ten behoeve van het bouwen overeenkomstig de betreffende andere bestemming van deze gronden, met dien verstande dat:
De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en bescherming van de archeologische waarden. Deze bestemming is primair ten opzichte van de overige aan deze gronden toegekende bestemmingen.
Op en in de gronden als bedoeld in lid 20.1 mag ten behoeve van de andere voor deze gronden geldende bestemming(en) slechts worden gebouwd overeenkomstig de regels van die bestemming(en) en mits de aanvrager van een omgevingsvergunning een archeologisch onderzoeksrapport heeft overgelegd waarin de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag zullen worden verstoord naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate zijn vastgesteld.
Het bepaalde in lid 20.2.1 met betrekking tot het overleggen van een archeologisch onderzoeksrapport is niet van toepassing indien de aanvraag betrekking heeft op:
Burgemeester en wethouders verlenen de in lid 20.2.1 bedoelde vergunning indien naar hun oordeel uit het daar genoemde rapport genoegzaam blijkt dat:
De volgende genoemde voorwaarden kunnen door burgemeester en wethouders aan de omgevingsvergunning verbonden worden:
De in lid 20.2.1 bedoelde vergunning kan worden geweigerd indien door de bodemverstoring het belang van de archeologie onevenredig wordt geschaad.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen zodanig dat:
De voor 'Waarde - Archeologie 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en bescherming van de archeologische waarden. Deze bestemming is primair ten opzichte van de overige aan deze gronden toegekende bestemmingen.
Op en in de gronden als bedoeld in lid 21.1 mag ten behoeve van de andere voor deze gronden geldende bestemming(en) slechts worden gebouwd overeenkomstig de regels van die bestemming(en) en mits de aanvrager van een omgevingsvergunning een archeologisch onderzoeksrapport heeft overgelegd waarin de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag zullen worden verstoord naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate zijn vastgesteld.
Het bepaalde in lid 21.2.1 met betrekking tot het overleggen van een archeologisch onderzoeksrapport is niet van toepassing indien de aanvraag betrekking heeft op:
Burgemeester en wethouders verlenen de in lid 21.2.1 bedoelde vergunning indien naar hun oordeel uit het daar genoemde rapport genoegzaam blijkt dat:
De volgende genoemde voorwaarden kunnen door burgemeester en wethouders aan de omgevingsvergunning verbonden worden:
De in lid 21.2.1 bedoelde vergunning kan worden geweigerd indien door de bodemverstoring het belang van de archeologie onevenredig wordt geschaad.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen zodanig dat:
De voor 'Waarde - Archeologie 4' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en bescherming van de archeologische waarden. Deze bestemming is primair ten opzichte van de overige aan deze gronden toegekende bestemmingen.
Op en in de gronden als bedoeld in lid 22.1 mag ten behoeve van de andere voor deze gronden geldende bestemming(en) slechts worden gebouwd overeenkomstig de regels van die bestemming(en) en mits de aanvrager van een omgevingsvergunning een archeologisch onderzoeksrapport heeft overgelegd waarin de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag zullen worden verstoord naar het oordeel van het college van burgemeester en wethouders in voldoende mate zijn vastgesteld.
Het bepaalde in lid 22.2.1 met betrekking tot het overleggen van een archeologisch onderzoeksrapport is niet van toepassing indien de aanvraag betrekking heeft op:
Het college van burgemeester en wethouders verleent de in lid 22.2.1 bedoelde vergunning indien naar zijn oordeel uit het daar genoemde rapport genoegzaam blijkt dat:
De volgende genoemde voorwaarden kunnen door burgemeester en wethouders aan de omgevingsvergunning verbonden worden:
De in lid 22.2.1 bedoelde vergunning kan worden geweigerd indien door de bodemverstoring het belang van de archeologie onevenredig wordt geschaad.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen zodanig dat:
De voor 'Waarde - Archeologie 5' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en bescherming van de archeologische waarden. Deze bestemming is primair ten opzichte van de overige aan deze gronden toegekende bestemmingen.
Op en in de gronden als bedoeld in lid 23.1 mag ten behoeve van de andere voor deze gronden geldende bestemming(en) slechts worden gebouwd overeenkomstig de regels van die bestemming(en) en mits de aanvrager van een omgevingsvergunning een archeologisch onderzoeksrapport heeft overgelegd waarin de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag zullen worden verstoord naar het oordeel van het college van burgemeester en wethouders in voldoende mate zijn vastgesteld.
Het bepaalde in lid 23.2.1 met betrekking tot het overleggen van een archeologisch onderzoeksrapport is niet van toepassing indien de aanvraag betrekking heeft op:
Burgemeester en wethouders verlenen de in lid 23.2.1 bedoelde vergunning indien naar zijn oordeel uit het daar genoemde rapport genoegzaam blijkt dat:
De volgende genoemde voorwaarden kunnen door burgemeester en wethouders aan de omgevingsvergunning verbonden worden:
De in lid 23.2.1 bedoelde vergunning kan worden geweigerd indien door de bodemverstoring het belang van de archeologie onevenredig wordt geschaad.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen zodanig dat:
De voor 'Waarde - Cultuurhistorie gebieden' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de versterking en ontwikkeling van de aanwezige cultuurhistorische en ruimtelijke waarden. Objecten met cultuurhistorische en ruimtelijke waarden zijn aangegeven op de bij deze regels behorende bijlage 4 (Onderzoek cultuurhistorie Buitengebied Bunschoten) en nader aangeduid als:
Deze bestemming is primair ten opzichte van de overige aan deze gronden toegekende bestemmingen.
Op en in de gronden als bedoeld in lid 24.1 mag in afwijking van het bepaalde ten aanzien van de andere bestemmingen, slechts worden gebouwd indien uit cultuurhistorisch onderzoek blijkt dat de ruimtelijke karakteristiek en de cultuurhistorische waarden niet op onaanvaardbare wijze worden verstoord of vernietigd, met in achtneming van het volgende:
Over het verzoek om een omgevingsvergunning dient de Monumentencommissie om advies te worden gevraagd.
Het is verboden de gronden te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze waardoor de cultuurhistorisch en/of ruimtelijk waarden wordt ontsierd of in gevaar gebracht.
De voor 'Waarde - Cultuurhistorie object' aangewezen gronden zijn mede bestemd voor het behoud, de versterking en ontwikkeling van de aanwezige cultuurhistorische en ruimtelijke waarden, in de vorm van:
Op de gronden als bedoeld in lid 25.1, mag in afwijking van het bepaalde ten aanzien van de andere bestemmingen, slechts worden gebouwd indien uit cultuurhistorisch onderzoek blijkt dat de ruimtelijke karakteristiek en de cultuurhistorische waarden niet op onaanvaardbare wijze worden verstoord of vernietigd, met in achtneming van het volgende:
De bouwregels vermeld onder 25.2 zijn zondermeer van toepassing indien het bouwwerkzaamheden betreft, voor zover zichtbaar vanaf de openbare ruimte, aan cultuurhistorisch waardevolle objecten die zijn aangeduid als:
Het is verboden de gronden en of bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze waardoor het cultuurhistorisch en/of ruimtelijk waardevol element wordt ontsierd of in gevaar gebracht.
Het is verboden om zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning) aan cultuurhistorisch waardevolle objecten die zijn aangeduid als:
werken of werkzaamheden, niet zijnde bouwen, slopen of regulier onderhoud, uit te voeren zichtbaar vanaf de openbare ruimte.
De omgevingsvergunning genoemd onder 25.5.1 kan slechts worden verleend indien:
Het in lid 25.6.1vervatte verbod is niet van toepassing op sloopwerkzaamheden:
De vergunning kan worden verleend indien:
De voor 'Waarde - Grebbelinielandschap' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor voor het behoud, herstel en bescherming van de herkenbaarheid en de beleefbaarheid van de cultuurhistorische waarden, deeluitmakende van de Grebbelinie zoals beschreven in Bijlage 3 (Beeldkwaliteitsplan Grebbelinie) behorende bij deze regels. Deze bestemming is primair ten opzichte van de overige aan deze gronden toegekende bestemmingen.
De voor 'Waarde - Historische watergang' aangewezen gronden zijn uitsluitend bestemd voor:
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:
Deze bestemming is primair ten opzichte van de overige aan deze gronden toegekende bestemmingen.
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 28.2, ten behoeve van het bouwen en gebruiken overeenkomstig de betreffende andere bestemming van deze gronden, met dien verstande dat:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Onverminderd het overigens in deze regels met betrekking tot het bouwen bepaalde, mag of mogen op en in gronden die grenzen aan de gronden als bedoeld in:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 30.1, ten behoeve van het op een kortere afstand bouwen tot de as van de weg of de bestemmingsgrens, mits vooraf advies van de beheerder van de betreffende weg of watergang is ingewonnen.
Onder strijdig gebruik met de bestemmingen wordt in ieder geval verstaan het gebruik:
een en ander tenzij dit gebruik verband houdt met het op de bestemming gerichte beheer van de gronden.
Onder strijdig gebruik met de bestemmingen wordt in ieder geval niet verstaan het gebruik van een (bedrijfs)woning en bijgebouwen voor de uitoefening van een "vrij" beroep, mits de gezamenlijke vloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van het "vrij" beroep, in voorkomend geval samen met de vloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van beroeps- en bedrijfsactiviteiten, niet meer bedraagt dan 30% van de totale vloeroppervlakte van de betreffende woning en de daarbij behorende bijgebouwen, met een maximum van 80 m².
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het plan ten behoeve van de uitoefening van beroeps- en bedrijfsactiviteiten, anders dan een "vrij" beroep, in een (bedrijfs)woning en daarbij behorende bijgebouwen, met dien verstande dat:
Ter plaatse van de aanduiding 'Geluidszone - industrie' zijn de gronden in aanvulling op het bepaalde in de regels als bedoeld in Hoofdstuk 2, mede bestemd voor het tegengaan van een te hoge geluidbelasting op geluidgevoelige objecten als bedoeld in de Wet Geluidhinder vanwege het industrieterrein De Kronkels/Haarbrug.
In afwijking van het elders in deze regels bepaalde geldt ter plaatse van de aanduiding 'geluidszone - industrie' dat een gebouw ten behoeve van een geluidgevoelige functie als bedoeld in de Wet Geluidhinder slechts mag worden gebouwd indien de geluidbelasting vanwege het industrieterrein op de gevels van dit gebouw niet hoger is dan de daarvoor geldende voorkeurgrenswaarde of een vastgestelde hogere grenswaarde.
Ter plaatse van de aanduiding 'Geluidszone - industrie' wordt onder strijdig gebruik in ieder geval begrepen het gebruik van een niet-geluidgevoelig object ten behoeve van een geluidgevoelige functie als bedoeld in de Wet Geluidhinder.
Ter plaatse van de aanduiding 'Milieuzone - hydrologische beschermingszone' zijn de gronden in aanvulling op het bepaalde in de regels als bedoeld in Hoofdstuk 2, tevens bestemd voor het tegengaan van de verdroging en op de bescherming van de natte natuurwaarden van de nabijgelegen natuurgebieden.
Ter plaatse van de aanduiding 'Milieuzone - waterwingebied' zijn de gronden in aanvulling op het bepaalde in de regels als bedoeld in Hoofdstuk 2, mede bestemd voor de exploitatie en bescherming van het grondwater ten behoeve van de drinkwatervoorziening.
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - aardkundige waarden' zijn de gronden in aanvulling op het bepaalde in de regels als bedoeld in Hoofdstuk 2, mede bestemd voor het behoud, het herstel en de uitbouw van de aardkundige waarden.
Op de gronden ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - aardkundige waarden' mogen uitsluitend worden gebouwd:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 32.4.2 ten behoeve van bouwen ten behoeve van de overige aan deze gronden toegekende bestemming, indien is gebleken dat het oprichten van het bouwwerk, waarvoor een omgevingsvergunning wordt gevraagd, niet zal leiden tot een verstoring van de aardkundige waarden.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen door de gebiedsaanduiding 'Overige zone - aardkundige waarden' geheel of gedeeltelijk te verwijderen, indien op basis van onderzoek is aangetoond dat in de betreffende gronden geen aardkundige waarden aanwezig zijn of meer aanwezig zijn.
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone – cultuurhistorisch waardevol gebied' zijn de gronden in aanvulling op het bepaalde in de regels als bedoeld in Hoofdstuk 2, mede bestemd voor het behoud, de versterking en ontwikkeling van de aanwezige cultuurhistorische waarden in de vorm van een historische cope-ontginning met een kenmerkende noord-zuid verkaveling.
Ter plaatse van de aanduiding 'Vrijwaringszone - dijk' zijn de gronden, naast de voor die gronden aangewezen bestemmingen, mede bestemd voor:
Op de gronden als bedoeld in lid 32.6.1, mag in afwijking van het bepaalde ten aanzien van de andere bestemmingen, niet worden gebouwd anders dan ten behoeve van deze aanduiding.
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 32.6.2 ten behoeve van bouwen en gebruiken overeenkomstig de betreffende andere bestemming van deze gronden, met dien verstande dat:
Het is verboden de gronden te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze waardoor de cultuurhistorisch en/of ruimtelijk waarden wordt ontsierd of in gevaar gebracht.
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het plan voor zover dit, tengevolge van geringe afwijkingen of onnauwkeurigheden, noodzakelijk is voor een goede uitvoering van het plan, met dien verstande dat de genoemde afwijkingen ten hoogste 1 m mogen bedragen.
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het plan ten behoeve van een vermeerdering van de voorgeschreven maten en percentages, alsmede de inhoud en de oppervlakte van de bouwwerken, mits de vermeerdering niet meer dan 10% bedraagt.
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het plan ten behoeve van de bouw van nutsgebouwtjes met een maximale bouwhoogte en inhoud van respectievelijk 3,5 m en 50 m³.
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het plan voor:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het plan voor het vergroten van een (bedrijfs)woning tot maximaal 1.000 m3, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het plan voor het gebruik van een woning ten behoeve van mantelzorg en inwoning, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om binnen de volgende grenzen het plan te wijzigen, voorzover daaraan behoefte blijkt te bestaan: het wijzigen van grenzen van bestemmingsvlakken zodanig, dat de geldende oppervlakte van de bij wijziging betrokken vlakken met niet meer dan 10% wordt verkleind of vergroot en de grenzen daarbij met niet meer dan 10 m worden verschoven. Bij het wijzigen mag geen onevenredige afbreuk worden gedaan aan de belangen en waarden van de betrokken en aangrenzende bestemmingen.
Het is verboden op en in de gronden met de hierna genoemde bestemmingen of ter plaatse van de hierna genoemde aanduidingen de daarbij aangegeven werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren te doen of te laten uitvoeren, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning:
a, b etc. omgevingsvergunningplichtig (activiteit onder voorwaarden mogelijk)
- niet omgevingsvergunningplichtig (activiteit bij recht toegestaan)
X omgevingsvergunning niet mogelijk (activiteit onder geen enkele voorwaarde toegestaan)
Noten 1 t/m 5: zie artikel 35.2, onder a.
Noot 6: het graven van sloten en het aanleggen van nieuwe drainage is hier niet toegestaan.
Werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden:
Geen omgevingsvergunning als bedoeld in lid 35.1 is vereist voor werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden:
Burgemeester en wethouders verlenen de omgevingsvergunning als bedoeld in lid 35.1 alleen indien door de in lid 35.1 genoemde werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden, dan wel door de gevolgen daarvan, hetzij direct, hetzij indirect de waarden, belangen en/of functies die het plan beoogt te beschermen, niet blijvend onevenredige of niet onevenredig kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van die waarden of functies niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind, tenzij hieraan door het stellen van voorwaarden voldoende tegemoet kan worden gekomen.
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 35.1 onder m. wordt niet verleend indien de bodembewerkingen tot gevolg hebben dat veen aan de oppervlakte wordt gebracht.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan Buitengebied.