direct naar inhoud van 5.9 Explosieven
Plan: Huize Het Oosten
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0310.0007BP00207-OH01

5.9 Explosieven

Locatiespecifieke factoren

Vanwege de verwachting dat zich op de locatie ongesprongen explosieven uit de Tweede Wereldoorlog bevinden, is door AVG Geoconsult een explosievenonderzoek uitgevoerd (rapportnummer 1062053, september 2010). De situatie ter plaatse van het onderzoeksgebied is in de periode 1945-heden drastisch veranderd. Villa De Bremhorst is verdwenen; hiervoor in de plaats zijn de gebouwen van woonzorgcentrum Huize Het Oosten gekomen. AVG heeft geen bewijs gevonden, dat tijdens deze bouwwerkzaamheden, ten bate van de huidige gebouwen van Huize Het Oosten, conventionele explosieven zijn aangetroffen.

De mogelijkheid is echter aanwezig dat er tijdens de graafwerkzaamheden onbewust conventionele explosieven zijn weggegraven, denk dan met name aan 20 mm granaten van het boordgeschut van jachtvliegtuigen. Niet uitgesloten kan worden bovendien, dat afwerpmunitie / raketten zich dieper bevinden dan de indertijd afgegraven gebieden. De overzichtslijst van aanwezige blindgangers te Bilthoven na het bombardement d.d. 29-12-1944 is niet compleet. Dit blijkt uit de vermeldingen in het Kriegstagebuch van het LXXXVIII. Armeekorps, waar een veel groter aantal blindgangers wordt genoemd. Bij een nadere analyse van de ruimrapporten van de EODD is bovendien naar voren gekomen, dat decennia later nog munitie afkomstig van de grootschalige luchtaanval werd aangetroffen. Het onderzoeksgebied bevond zich in de omgeving van een gebied waar Duitse luchtafweer (Flugabwehrkanone of Flak) stond opgesteld. Hoewel dit geschut (en de munitiebunkers) niet in het onderzoeksgebied waren gelegen, kunnen in een worst case scenario mogelijk 8,8 cm granaten in achtergelaten of gedumpte toestand in het onderzoeksgebied worden aangetroffen.

Risico's en verstorende acties

Het is niet mogelijk om de gevolgen van een detonatie exact te definiƫren. De volgende zaken spelen een rol:

  • het type projectiel / zijn inhoud springstof of witte fosfor;
  • de precieze ligging en diepteligging in de grond van het explosief;
  • de grondsoort en vochtigheidsgraad van deze grond;
  • omgevingsspecifieke factoren: de locatie waar de detonatie plaatsvindt, windrichting, bewolking, regen of mist.

In de algemene zin kan worden gesteld dat conventionele explosieven stabieler worden, naarmate ze langer in de grond liggen. Denk hierbij onder andere aan kristallisatie van springstof. De toestand van conventionele explosieven speelt een zeer belangrijke rol in de mogelijkheid tot een onvoorziene detonatie. Door de omgevingsfactoren (ligt de munitie lang in de bodem, ligt de munitie diep, grondslag, grondwater et cetera) en het organieke gebruik (wel of niet voorzien van een ontsteker, gelegd of gedumpt) kan de toestand van de conventionele explosieven zeer variƫren. Naar mate de conventionele explosieven langer in de grond liggen, worden de ontstekingsinrichtingen gevoeliger (bijvoorbeeld het doorroesten van veiligheidspennen).

Vervolg

Er wordt geadviseerd een oppervlaktedetectieonderzoek uit te voeren in het gebied zoals weergegeven in figuur 11. De verticale afbakening van het gebied is ongeveer 3,5 meter beneden maaiveld.

afbeelding "i_NL.IMRO.0310.0007BP00207-OH01_0011.jpg"

Figuur 11: Verdacht gebied voor conventionele explosieven.