23.2 Criteria voor afwijken
De toepassing van het afwijken bij een omgevingsvergunning is beperkt tot incidentele gevallen. In de afweging worden in ieder geval de volgende belangen in acht genomen:
-
a. de ruimtelijke kenmerken die van belang worden geacht ten behoeve van het doel 'behoud en bescherming van landschappelijke en natuurwetenschappelijke waarden' zoals bepaald in de regels, in die zin dat de activiteit waarvoor omgevingsvergunning wordt verleend geen blijvende nadelige gevolgen heeft voor deze kenmerken;
-
b. door de ingreep geen significante schade ontstaat aan de wezenlijke waarden en kenmerken van de groene contour;
-
c. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
-
d. het bepaalde in artikel 22;
-
e. de verkeersveiligheid.