direct naar inhoud van Artikel 6 Horeca
Plan: Buitengebied De Bilt Noord-Oost
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0310.0006BP00103-OH01

Artikel 6 Horeca

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. horecabedrijven, die zijn aangegeven met categorie 1 in de van deze regels deel uitmakende de bijlage 'Staat van horeca-activiteiten';
  • b. behoud en bescherming van landschappelijke en natuurwetenschappelijke waarden;
  • c. parkeervoorzieningen;
  • d. groenvoorzieningen;
  • e. wegen, paden en verhardingen;
  • f. nutsvoorzieningen;
  • g. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

Per bestemmingsvlak is ten hoogste één bedrijfswoning toegestaan, met dien verstande dat geen bedrijfswoning is toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten'.

Onder het doel 'behoud en bescherming van landschappelijke en natuurwetenschappelijke waarden', worden de volgende ruimtelijke kenmerken begrepen:

  • het behoud van erf-, laan-, kavelgrens- en wegbeplanting;
  • het openhouden van sloten;
  • de aansluiting op ecologische verbindingen;
  • de instandhouding van het boslandschap dat zich kenmerkt door een afwisseling van kleine open ruimten in een overigens gesloten bosgebied.
6.2 Bouwregels

Ten aanzien van de bebouwing gelden de volgende regels:

  • a. een niet-inpandige bedrijfswoning wordt gebouwd met kap;
  • b. de afstand tussen gebouwen mag niet meer bedragen dan 20 m;
  • c. de gebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd binnen het bouwvlak;
  • d. de maatvoering van de bebouwing mag niet meer bedragen dan hierna is aangegeven:

Bouwwerken   Goothoogte   Bouwhoogte   Oppervlakte  
Bedrijfsgebouwen   6 m   8 m
 
- Maartendijkseweg 9: 525 m²
- Soestdijkseweg Noord 492: 208 m²  
Bedrijfswoning   6 m   10 m   100 m2  
Aan- en uitbouwen en bijgebouwen bij een bedrijfswoning   3 m   6 m   70 m²  
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde   -   3 m   -  
6.3 Afwijken van de bouwregels
  • a. Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 6.2 voor vergroting van het maximale oppervlak aan bedrijfsgebouwen met ten hoogste 15%.

  • b. In de afweging worden in ieder geval de volgende belangen betrokken:
    • 1. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
    • 2. de verkeersveiligheid, respectievelijk de verkeersaantrekkende werking;
    • 3. de landschappelijke, natuurwetenschappelijke en cultuurhistorische waarden.

  • c. De onder a bedoelde omgevingsvergunning is beperkt tot incidentele gevallen en wordt slechts verleend indien is aangetoond dat:
    • 1. de vergrote bouwmogelijkheid noodzakelijk is in het kader van een doelmatige bedrijfsvoering;
    • 2. de activiteit waarvoor een omgevingsvergunning wordt verleend, geen blijvende nadelige gevolgen heeft voor de ruimtelijke kenmerken, die van belang worden geacht ten behoeve van het doel 'behoud en bescherming van landschappelijke en natuurwetenschappelijke waarden' (zie lid 6.1);
    • 3. door de ingreep geen significante schade ontstaat aan de wezenlijke waarden en kenmerken van de groene contour.