Plan: | Buitengebied Maartensdijk 2012 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0310.0002BP11004-VG02 |
het bestemmingsplan Buitengebied Maartensdijk 2012 met identificatienummer NL.IMRO.0310.0002BP11004-VG02 van de gemeente De Bilt;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
een constructie, bestaande uit een mast, een ontvang- en zendmast of een stelsel van draden, dan wel een schotel bestemd voor (tele)communicatiedoeleinden;
een dienstverlenend beroep, dat in een woning door de bewoner wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;
een aan een hoofdgebouw aanwezig bouwwerk dat al dan niet rechtstreeks vanuit dat hoofdgebouw toegankelijk is;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
een reëel en volwaardig bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren, waarbij houtteelt is uitgesloten;
een agrarisch gerelateerde activiteit op een agrarisch bedrijf die qua economische bedrijfsomvang, inkomen en ruimtegebruik ondergeschikt is aan het agrarisch bedrijf;
een bedrijf in hoofdzaak gericht op werkzaamheden ten dienste van agrarische bedrijven of agrarische bodemexploitatie door middel van het telen van gewassen, het houden van dieren, of de toepassing van andere landbouwkundige methoden uitgezonderd mestbewerking.
Hieronder worden in ieder geval verstaan: agrarisch-loonwerkbedrijven, verhuur- en/of reparatiebedrijven van landbouwwerktuigen, veeoverslag-, veetransport- en/of veehandelsbedrijven; opslag-, overslag-, voorbewerkingsbedrijven in akker- en tuinbouwgewassen;
een bedrijf of instelling in hoofdzaak gericht op werkzaamheden ten dienste van particulieren of niet agrarische bedrijven door middel van het telen van gewassen, het houden van dieren, of de toepassing van andere landbouwkundige methoden uitgezonderd mestbewerking.
Hieronder worden in ieder geval verstaan: hoveniersbedrijven, groencomposteringsbedrijven, proefbedrijven, instellingen voor agrarisch praktijkonderwijs;
een bedrijf waarin bedrijfsmatig, geheel of overwegend doormiddel van handwerk, vervaardigen, bewerken of herstellen en het installeren van goederen, alsook het verkopen en/of leveren, als ondergeschikte activiteit, van goederen die verband houden met het ambacht;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
de bouwhoogte van de hoofdgebouwen, de situering daarvan ten opzichte van de openbare weg, de mate van aaneenbouwen en/of de onderlinge afstanden tussen de hoofdgebouwen en de bouwmassa van de hoofdgebouwen ten opzichte van het bouwperceel;
een kleinschalige overnachtingsaccommodatie gericht op het bieden van de mogelijkheid tot een toeristisch en veelal kortdurend verblijf met het serveren van ontbijt;
het bedrijfsmatig vervaardigen of repareren van goederen, dan wel het verrichten van ambachtelijke diensten;
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, die slechts is bedoeld voor de huisvesting van (het huishouden van) een persoon wiens huisvesting daar, gelet op de bestemming van de grond ter plaatse van het gebouw of het terrein, noodzakelijk moet worden geacht;
aan een waterstaatswerk grenzende zone, die als zodanig in de legger is opgenomen, waarin ter bescherming van dat waterstaatswerk voorschriften krachtens deze keur van toepassing zijn;
het aantal woningen, zoals dat op het moment van de inwerkingtreding van dit plan bestaat, of in uitvoering is of na dat tijdstip mag worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning, waarvoor de aanvraag voor dat tijdstip is ingediend of krachtens een omgevingsvergunning die na dit tijdstip, hoewel in strijd met dit plan, niet mag worden geweigerd;
een bouwwerk, dat op het moment van de inwerkingtreding van dit plan bestaat, of in uitvoering is of na dat tijdstip is of mag worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning, waarvoor de aanvraag voor dat tijdstip is ingediend of krachtens een omgevingsvergunning die na dit tijdstip, hoewel in strijd met dit plan, niet mag worden geweigerd;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak; in dit bestemmingsplan worden onder bijbehorende bouwwerken alleen begrepen bijgebouwen en overkappingen;
een gebouw dat in functioneel en bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
de grens van een bouwvlak;
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren (of horizontale balklagen) is begrensd en waarvan de lagen een nagenoeg gelijke omvang hebben, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw, dakopbouw en/of zolder;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
een grens van een bouwperceel;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
elke constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
een plat dak dat door de wijze van afwerking geschikt is gemaakt om te worden gebruikt als terras; een balkon (uitstekend of op een erker) wordt niet als een dakterras gezien;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of een bedrijfsactiviteit;
het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen, zoals reis- en uitzendbureaus, kapsalons, pedicures, wasserettes, makelaarskantoren, internetwinkels en bankfilialen;
een robuust netwerk van natuurgebieden en tussenliggende verbindingszones. Het netwerk bestaat uit bestaande natuurgebieden, nieuwe nog te realiseren natuurgebieden en verbindingszones tussen de gebieden. Enkele beheersgebieden, landbouwgebieden waar agrarisch natuurbeheer wordt ingezet om een bijdrage te leveren aan de biodiversiteit en aan het functioneren van de EHS maken ook onderdeel uit van de EHS;
een weg bedoeld voor het toegankelijk maken van erven; deze wegcategorie is in beginsel toegankelijk voor elke vervoerswijze;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
een inrichting, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een geluidszone moet worden vastgesteld;
de gemiddelde hoogte van het aansluitend niveau;
een agrarisch bedrijf met een bedrijfsvoering die geheel of in overwegende mate niet in gebouwen plaatsvindt. Het betreft rundvee-, paarden-, schapen- of geitenhouderij voor zover bij deze veebedrijven het benodigde ruwvoer (gras, snijmaïs) geheel of vrijwel geheel afkomstig is van de structureel bij het bedrijf behorende gronden;
gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;
het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken, het bedrijfsmatig exploiteren van zaalaccommodatie en/of het bedrijfsmatig verstrekken van nachtverblijf;
de agrarische teelt van snelgroeiend opgaand hout gedurende een periode van ten hoogste 25 jaar;
een agrarisch bedrijf met een bedrijfsvoering die geheel of in overwegende mate in gebouwen plaatsvindt en gericht is op het houden van dieren, zoals rundveemesterij, varkens-, vleeskalver-, pluimvee-, pelsdier-, geiten- of schapenhouderij of een combinatie van deze bedrijfsvormen, alsmede naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijfsvormen, met uitzondering van grondgebonden veehouderij;
een tent, kampeerauto of caravan dan wel enig ander onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan; één en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf;
voorzieningen gericht op het verlenen van diensten op administratief, financieel, architectonisch, juridisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied, waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen;
oorspronkelijke en streekeigen boerderij, bestaande uit een woongedeelte en een inpandig bedrijfsgedeelte;
transparant gedekte bouwwerken geschikt voor het telen en kweken van tuinbouw- en fruitteeltgewassen;
terrein of plaats met een niet-recreatieve hoofdfunctie, geheel of gedeeltelijk ingericht, en blijkens die inrichting, bestemd om daarop in de periode van 15 maart tot en met 31 oktober gelegenheid te geven tot het plaatsen of geplaatst houden van maximaal 15 kampeermiddelen ten behoeve van recreatief nachtverblijf;
als bedoeld in artikel 5.1 van de Wet of in artikel 78 tweede lid van de Waterschapswet;
bedrijf dat buiten het eigen perceel agrarisch gemechaniseerd loonwerk, zoals cultuurtechnische werken, mestdistributie en grondverzet en soortgelijke dienstverlening verricht;
activiteiten gericht op sociale, maatschappelijke, medische, educatieve en openbare dienstverlening;
zaken als bedoeld in artikel 1 sub b van de Monumentenwet 1988, als zodanig geplaatst in het register van beschermde monumenten evenals zaken die zijn geplaatst op de gemeentelijke monumentenlijst;
een geleidelijk aflopende overgang van land naar water met een gecombineerde waterhuishoudkundige, ecologische en landschappelijke functie;
een toename van de stikstofdepositie groter dan 0 mol stikstof per hectare per jaar op de voor stikstof gevoelige habitats in een Natura 2000 gebied ten opzichte van de stikstofdepositie op de genoemde referentiedatum voor het betreffende Natura 2000 gebied, blijkend uit de bijlage Referentiedatum Natura-2000 - gebieden die deel uitmaakt van deze regels;
zorglandbouw, recreatie, agrarische kinderopvang, boerderijeducatie, agrarisch natuur- en landschapsbeheer en de productie en verkoop van streekproducten;
een bouwwerk van één bouwlaag dat dient ter overdekking en niet of slechts gedeeltelijk met wanden is omgeven;
een door middel van een afscheiding afgezonderd stuk terrein met een andere ondergrond dan gras, kennelijk ingericht voor het africhten en/of trainen en berijden van paarden en pony's en/of het anderszins beoefenen van de paardensport, met of zonder de daarbij behorende voorzieningen;
een gebouw of bouwsel op wielen dat dient als recreatiewoonverblijf, waarvan de gebruikers hun hoofdverblijf elders hebben en derhalve bedoeld is voor niet-permanente bewoning;
een figuur die twee afzonderlijk weergegeven delen van een bouwvlak dan wel bestemmingsvlak met elkaar verbindt, zodanig dat voor toepassing van de regels sprake is van één bouwvlak dan wel bestemmingsvlak;
hieronder wordt in ieder geval verstaan een prostitutiebedrijf, seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of parenclub al dan niet in combinatie met elkaar;
een weg gericht op continue doorstroming met hoge snelheid; dit betreft autosnelwegen en autowegen;
een gebouw met een eenvoudige constructie (zonder sanitaire voorzieningen) en beperkte omvang ten behoeve van een kortstondig recreatief nachtverblijf voor passanten;
recreatief verblijf, waarbij overnacht wordt in kampeermiddelen en/of recreatiewoningen;
de voor het publiek zichtbare en toegankelijke vloeroppervlakte voor de uitstalling en de verkoop van detailhandelsartikelen bedoelde oppervlakte;
de naar de wegzijde gekeerde gevel; in geval er meerdere gevels zijn aan te merken als voorgevel, is de gevel die meetelt in de huisnummering de voorgevel;
kunstmatige hoogte, (gedeelten van) natuurlijke hoogten of hoge gronden, inclusief eventuele bermen, onderhoudsstroken en ondersteunende werken die een waterkerende of mede een waterkerende functie hebben;
een ruimte of complex van ruimten, bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijke huishouding.
een ruimte of complex van ruimten, bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijke huishouding, waar door de ligging in of nabij een zorgvoorziening in meer of mindere mate zorg wordt geboden.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
tussen de grenzen van een bouwperceel en enig punt van een op dat bouwperceel voorkomend gebouw waar die afstand het kortst is;
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
tussen (de lijnen, getrokken door) de buitenwerkse gevelvlakken (en/of het hart van de scheidingsmuren);
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
het deel van het aanduidingsvlak, bouwvlak of bestemmingsvlak uitgedrukt in procenten dat bebouwd mag worden.
De in lid 2.1.2 genoemde ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen, mogen de maximale bouwhoogte met niet meer dan 3 meter overschrijden.
Indien er dakoverstekken aanwezig zijn met een lengte van 70 cm of meer, dan wordt bij de bepaling van de oppervlakte van een bouwwerk het einde van de dakoverstek als buitenwerks gevelvlak aangemerkt.
De voor 'Agrarisch met waarden - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
en verder:
inclusief bijbehorende:
Onder het doel 'agrarisch bedrijf':
Onder het doel 'behoud en herstel van natuur- en landschapswaarden van het zoddengebied' en 'natuurontwikkeling' worden de volgende ruimtelijke kenmerken begrepen:
Onder het doel 'behoud en herstel van cultuurhistorische waarden' worden de volgende ruimtelijke kenmerken begrepen:
Onder het doel 'behoud en bescherming van de openheid' worden de volgende ruimtelijke kenmerken begrepen:
Het doel 'dagrecreatie' is beperkt tot het gebruik van bestaande en nieuwe voet- fiets- en ruiterpaden en bestaande picknickplaatsenen naar de aard daarmee gelijk te stellen voorzieningen.
Het doel agrarisch gerelateerde functies is beperkt tot:
Op of in de in lid 3.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend in de bestemming passende bouwwerken worden gebouwd onder de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij het verlenen van een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in:
Onder een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval verstaan:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij het verlenen van een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 3.4 voor het gebruik van gronden en gebouwen dat een negatief effect op een Natura 2000-gebied door stikstofdepositie kan veroorzaken, indien is aangetoond dat geen aantasting plaatsvindt van de instandhoudingsdoelstellingen van een Natura 2000-gebied, blijkend uit een onherroepelijke vergunning op grond van de Natuurbeschermingswet 1998, dan wel een verklaring van het bevoegd gezag dat een vergunning op grond van de Natuurbeschermingswet 1998 niet is vereist.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij beëindiging van de agrarische bedrijfsvoering binnen het bouwvlak een agrarisch hulp- en/of nevenbedrijf of een hoveniersbedrijf toe te staan, mits:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij beëindiging van de agrarische bedrijfsvoering de bestemming te wijzigen in de bestemming 'Wonen' als bedoeld in Wonen van deze planregels, mits:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij beëindiging van de agrarische bedrijfsvoering de bestemming van de binnen het bouwvlak gelegen gronden te wijzigen in de bestemming Wonen als bedoeld in Wonen van deze planregels en daarbij naast de reeds bestaande dienstwoning één extra woning toe te staan, mits:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij beëindiging van de agrarische bedrijfsvoering en sloop van ten minste de helft van de bestaande oppervlakte aan bedrijfsgebouwen de bestemming van de binnen het bouwvlak gelegen gronden te wijzigen ten behoeve van kleinschalige ambachtelijke bedrijvigheid, kleinschalige dienstverlening of recreatie van beperkte omvang, onder de volgende voorwaarden:
De voor 'Agrarisch met waarden - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
en verder:
inclusief bijbehorende:
Onder het doel 'agrarisch bedrijf':
Het doel 'militair demonstratieveld' is beperkt tot:
Onder het doel 'behoud en bescherming van de openheid', worden de volgende ruimtelijke kenmerken begrepen:
Onder het doel 'behoud en bescherming van landschappelijke en natuurwetenschappelijke waarden', worden de volgende ruimtelijke kenmerken begrepen:
Onder het doel 'behoud en herstel van de cultuurhistorische waarden', worden de volgende ruimtelijke kenmerken begrepen:
Het doel 'dagrecreatie' is beperkt tot het gebruik van bestaande en nieuwe voet- fiets- en ruiterpaden en bestaande picknickplaatsen.
Het doel 'agrarisch' gerelateerde functies is beperkt tot:
Op of in de in lid 4.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend in de bestemming passende bouwwerken worden gebouwd onder de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij het verlenen van een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in:
Onder een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval verstaan:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij het verlenen van een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 4.4 voor het gebruik van gronden en gebouwen dat een negatief effect op een Natura 2000-gebied door stikstofdepositie kan veroorzaken, indien is aangetoond dat geen aantasting plaatsvindt van de instandhoudingsdoelstellingen van een Natura 2000-gebied, blijkend uit een onherroepelijke vergunning op grond van de Natuurbeschermingswet 1998, dan wel een verklaring van het bevoegd gezag dat een vergunning op grond van de Natuurbeschermingswet 1998 niet is vereist.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij beëindiging van de agrarische bedrijfsvoering binnen het bouwvlak een agrarisch hulp- en/of nevenbedrijf of een hoveniersbedrijf toe te staan, mits:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij beëindiging van de agrarische bedrijfsvoering de bestemming te wijzigen in de bestemming 'Wonen' als bedoeld in Wonen van deze planregels, mits:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij beëindiging van de agrarische bedrijfsvoering de bestemming van de binnen het bouwvlak gelegen gronden te wijzigen in de bestemming Wonen als bedoeld in Wonen van deze planregels en daarbij naast de reeds bestaande dienstwoning één extra woning toe te staan, mits:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ter plaatse van aanduiding 'caravanstalling' de bestemming van de binnen het bouwvlak gelegen gronden te wijzigen in de bestemming Wonen als bedoeld in Wonen van deze planregels en daarbij naast de reeds bestaande dienstwoning één extra woning toe te staan, mits:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij beëindiging van de agrarische bedrijfsvoering en sloop van ten minste de helft van de bestaande oppervlakte aan bedrijfsgebouwen de bestemming van de binnen het bouwvlak gelegen gronden te wijzigen ten behoeve van kleinschalige ambachtelijke bedrijvigheid, kleinschalige dienstverlening of recreatie van beperkte omvang, onder de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de gronden ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingszone - wijzigingsgebied 3' te wijzigen in de bestemming 'Bedrijf' ten behoeve van de realisering van een opslag voor de aangrenzende gronden met de bestemming 'Bedrijf', onder de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de gronden ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingszone - wijzigingsgebied 2' te wijzigen ten behoeve van maatschappelijke voorzieningen, onder de volgende voorwaarden:
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
en verder:
inclusief bijbehorende:
Per bestemmingsvlak is ten hoogste één bedrijf toegestaan.
Op of in de in lid 5.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend in de bestemming passende bouwwerken worden gebouwd onder de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij het verlenen van een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 5.2 sub a voor het vergroten van de oppervlakte met ten hoogste 20%, dan wel ten hoogste 30% uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - uitbreiding 30%', mits:
Op of in de in lid 5.1 bedoelde gronden zijn geen bedrijfsactiviteiten toegestaan, betreffende:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij het verlenen van een omgevingsvergunning het volgende toe te laten:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij feitelijke en duurzame beëindiging van bedrijfsactiviteiten in categorie 3.1 voor gronden ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.1' deze aanduiding te laten vervallen.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij beëindiging van de bedrijfsvoering de bestemming te wijzigen in de bestemming 'Wonen' als bedoeld in Wonen van deze planregels, mits:
De voor 'Bedrijf - Nutsvoorziening' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
inclusief bijbehorende:
Op of in de in lid 6.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend in de bestemming passende bouwwerken worden gebouwd onder de volgende voorwaarden:
De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
en verder:
inclusief bijbehorende:
Voor het doel 'behoud en herstel van de natuurlijke, landschappelijke en cultuurhistorische waarden van Fort Ruigenhoek en Voordorp', gelden de volgende kernkwaliteiten:
Een beschrijving en handvatten voor het omgaan met de kernkwaliteiten is opgenomen in de Kwaliteitsgids voor de Utrechtse Landschappen.
Op of in de in lid 7.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend in de bestemming passende bouwwerken worden gebouwd onder de volgende voorwaarden.
Voor de bebouwing ten dienste van vestingwerken gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij het verlenen van een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 7.1 voor het gebruik van een vestingwerk als hotel, pension en/of restaurant/café/uitspanning, mits ondergeschikt aan de functies genoemd in lid 7.1 onder a, d en e.
In de afweging voor omgevingsvergunningverlening worden in ieder geval de volgende belangen betrokken:
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
inclusief bijbehorende:
Op of in de in lid 8.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend in de bestemming passende bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd, waarvan de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan:
De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
inclusief bijbehorende:
Op of in de in lid 9.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend in de bestemming passende bouwwerken worden gebouwd onder de volgende voorwaarden:
De voor 'Kantoor' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
inclusief bijbehorende:
In de bestemming zijn bedrijfswoningen niet toegestaan.
Op of in de in lid 10.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend in de bestemming passende bouwwerken worden gebouwd onder de volgende voorwaarden:
De voor 'Maatschappelijk - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
en verder:
inclusief bijbehorende:
Op of in de in lid 11.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend in de bestemming passende bouwwerken worden gebouwd onder de volgende voorwaarden:
De voor 'Maatschappelijk - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
inclusief bijbehorende:
Op of in de in lid 12.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend in de bestemming passende bouwwerken worden gebouwd onder de volgende voorwaarden:
De voor 'Maatschappelijk - 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
inclusief bijbehorende:
Op of in de in lid 13.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend in de bestemming passende bouwwerken worden gebouwd onder de volgende voorwaarden:
De voor 'Maatschappelijk - 4' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
inclusief bijbehorende:
Op of in de in lid 14.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend in de bestemming passende bouwwerken worden gebouwd onder de volgende voorwaarden:
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
inclusief bijbehorende:
Onder het doel 'behoud en bescherming van landschappelijke en natuurwetenschappelijke waarden', worden de volgende ruimtelijke kenmerken begrepen:
Onder het doel 'behoud en herstel van cultuurhistorische waarden' worden de volgende ruimtelijke kenmerken begrepen:
Het doel 'dagrecreatie' is beperkt tot het gebruik van bestaande en nieuwe voet- fiets- en ruiterpaden en bestaande picknickplaatsen.
Het doel 'verkeer' is beperkt tot:
Het doel 'ecologische voorzieningen' is beperkt tot het aanbrengen van voorzieningen ter bevordering of instandhouding van ecologische verbindingen.
Op of in de in lid 15.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend in de bestemming passende bouwwerken worden gebouwd onder de volgende voorwaarden:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 15.2 voor beheergebouwen ten behoeve van het beheer van natuur-, landschaps- en boscomplexen, met dien verstande dat:
De voor 'Recreatie - Dagrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
inclusief bijbehorende:
Het doel 'dagrecreatie' is beperkt tot:
Nabij Fort Ruigenhoek zal de herkenbaarheid van het (voormalige) vrije schootsveld en inundatiegebied voldoende gewaarborgd dienen te zijn.
Het dagrecreatiegebied dient te worden ingericht ten behoeve van de dagrecreatie en sportieve recreatie, met dien verstande dat:
Op of in de in lid 16.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend in de bestemming passende bouwwerken worden gebouwd onder de volgende voorwaarden:
De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
inclusief bijbehorende:
Voor het doel 'verblijfsrecreatie' gelden de volgende regels:
Voor het doel 'trekkershutten' gelden de volgende regels:
Op of in de in lid 17.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend in de bestemming passende bouwwerken worden gebouwd onder de volgende voorwaarden:
De voor 'Recreatie - Volkstuinen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
inclusief bijbehorende:
Op of in de lid 18.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend in de bestemming passende bouwwerken worden gebouwd onder de volgende voorwaarden:
De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
inclusief bijbehorende:
Op of in de in lid 19.1 bedoelde gronden, mogen uitsluitend in de bestemming passende bouwwerken worden gebouwd onder de volgende voorwaarden:
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
inclusief bijbehorende:
Met uitzondering van de A27 mag van deze wegen het aantal rijstroken ten hoogste 2 rijstroken bedragen. Van de A27 mag het aantal rijbanen ten hoogste 2 bedragen met een maximale verhardingsbreedte van 10,7 meter per rijbaan, waarbij de op- en afritten en vluchtstroken niet zijn meegerekend.
Op of in de in lid 20.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend in de bestemming passende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, waarvan de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 15 meter.
De voor 'Verkeer - Railverkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
inclusief bijbehorende:
Op of in de in lid 21.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend in de bestemming passende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, waarvan de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 15 meter.
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op of in de in lid 22.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend in de bestemming passende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd waarvan de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 3 meter. De breedte van bruggen mag niet meer bedragen dan 6 meter.
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
en verder:
inclusief bijbehorende:
Op of in de in lid 23.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend in de bestemming passende bouwwerken worden gebouwd onder de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan het oppervlak en de locatie van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voor zover dit noodzakelijk is om te kunnen voorzien in voldoende parkeerplaatsen op eigen terrein.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij het verlenen van een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in:
In de woning is een aan-huis-verbonden beroep alleen toegestaan onder de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij het verlenen van een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 23.1 voor het opslaan van goederen bij een woning, mits:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij het verlenen van een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 23.1 voor een bed and breakfast in een woning en/of (vrijstaande) bijgebouwen, mits:
De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van een gastransportleiding, inclusief voorzieningen, met de daarbij behorende belemmeringenstrook.
Op of in de in lid 24.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken worden gebouwd onder de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij het verlenen van een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 24.2 ten behoeve van overige aan deze gronden toegekende bestemmingen, mits geen kwetsbare objecten worden toegelaten en indien is gebleken dat het oprichten van het bouwwerk, waarvoor een omgevingsvergunning wordt gevraagd, niet zal leiden tot aantasting van het doelmatig functioneren van de gastransportleiding.
Alvorens de omgevingsvergunning te verlenen vragen burgemeester en wethouders de leidingbeheerder schriftelijk om advies.
Onder strijdig gebruik wordt begrepen:
Het is verboden om zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden op of in de in lid 24.1 bedoelde gronden de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:
Het in lid 24.5.1 opgenomen verbod is niet van toepassing op werken of werkzaamheden, die:
De omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden wordt verleend, indien is gebleken dat de in lid 24.5.1 genoemde werken en werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze werken en werkzaamheden geen aantasting van het doelmatig functioneren van de gastransportleiding oplevert.
Alvorens de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden te verlenen vragen burgemeester en wethouders de leidingbeheerder schriftelijk om advies.
De voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van een hoogspanningsleiding.
Op de in lid 25.1 bedoelde gronden mag in afwijking van het bepaalde in de voorgaande artikelen niet worden gebouwd, met uitzondering van bebouwing ten behoeve van het leidingenbeheer, met, indien het een gebouw betreft, een maximale bebouwde oppervlakte van 30 m².
Het is verboden om zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden op of in de in lid 25.1 bedoelde gronden de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:
Het in lid 25.3.1 opgenomen verbod is niet van toepassing op werken of werkzaamheden, die:
De omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden wordt verleend, indien is gebleken dat de in lid 25.3.1 genoemde werken en werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze werken en werkzaamheden geen onevenredige aantasting van het doelmatig functioneren van de hoogspanningsleiding oplevert.
Alvorens de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden te verlenen vragen burgemeester en wethouders de leidingbeheerder om advies.
De voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van een rioolpersleiding.
Op of in de in lid 26.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken worden gebouwd onder de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij het verlenen van een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 26.2 ten behoeve van overige aan deze gronden toegekende bestemmingen, indien is gebleken dat het oprichten van het bouwwerk, waarvoor een omgevingsvergunning wordt gevraagd, niet zal leiden tot een onevenredige aantasting van het doelmatig functioneren van de rioolpersleiding.
Alvorens de omgevingsvergunning te verlenen vragen burgemeester en wethouders de leidingbeheerder om advies.
Het is verboden om zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden op of in de in lid 26.1 bedoelde gronden de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:
Het in lid 26.4.1 opgenomen verbod is niet van toepassing op werken of werkzaamheden, die:
De omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden wordt verleend, indien is gebleken dat de in lid 26.4.1 genoemde werken en werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze werken en werkzaamheden geen onevenredige aantasting van het doelmatig functioneren van de rioolpersleiding oplevert.
Alvorens de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden te verlenen vragen burgemeester en wethouders de leidingbeheerder om advies.
De voor 'Waarde - Aardkundige waarden' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming van aardkundige waarden.
Op of in de in lid 27.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken worden gebouwd onder de volgende voorwaarden:
Het is verboden om zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden op of in de in lid 27.1 bedoelde gronden de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:
De omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden wordt verleend, indien is gebleken dat de in lid 27.3.1 genoemde werken en werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze werken en werkzaamheden geen onevenredige aantasting van de aardkundige waarden oplevert, tenzij hieraan door het stellen van voorwaarden voldoende tegemoet kan worden gekomen.
Het in lid 27.3.1 opgenomen verbod is niet van toepassing op werken of werkzaamheden, die:
De voor 'Waarde - Archeologie 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en het behoud van de op en/of in deze gronden voorkomende archeologische waarden.
Ter plaatse van de in deze bestemming bedoelde gronden mag worden gebouwd volgens de bouwregels van de andere daar voorkomende bestemmingen, mits de aanvrager van een omgevingsvergunning voor de bouw van één of meerdere bouwwerken met een gezamenlijke oppervlakte van 50 m² of groter en dieper dan 0,5 meter -mv of meer een rapport overlegt, waaruit blijkt dat de ingreep niet zal leiden tot aantasting van de archeologische waarde.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen met betrekking tot:
Het is verboden om zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden op of in de in lid 28.1 bedoelde gronden over een oppervlakte van 50 m² of meer en dieper dan 0,5 meter - mv de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:
Het in lid 28.4.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden die:
De aanvrager van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden als bedoeld in 28.4.1 dient een rapport te overleggen, waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld.
De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 28.4.1 zijn slechts toelaatbaar indien door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen geen onevenredige aantasting van de belangen van de in lid 28.1 genoemde doeleinden ontstaat.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Waarde - Archeologie 1' geheel of gedeeltelijk te laten vervallen, indien op basis van archeologisch onderzoek, dat voldoet aan de normen van de archeologische beroepsgroep, ter plaatse geen archeologische waarden zijn vastgesteld.
De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en het behoud van de op en/of in deze gronden voorkomende archeologische waarden (hoge archeologische verwachting).
Ter plaatse van de in deze bestemming bedoelde gronden mag worden gebouwd volgens de bouwregels van de andere daar voorkomende bestemmingen, mits de aanvrager van een omgevingsvergunning voor de bouw van één of meerdere bouwwerken met een gezamenlijke oppervlakte van 100 m² of groter en dieper dan 0,5 meter -mv een rapport overlegt, waaruit blijkt dat de ingreep niet zal leiden tot aantasting van de archeologische waarde.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen met betrekking tot:
Het is verboden om zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden op of in de in lid 29.1 bedoelde gronden over een oppervlakte van 100 m² of meer en dieper dan 0,5 meter -mv de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:
Het in lid 29.4.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden die:
De aanvrager van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden als bedoeld in 29.4.1 dient een rapport te overleggen, waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld.
De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 29.4.1 zijn slechts toelaatbaar indien door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen geen onevenredige aantasting van de belangen van de in lid 29.1 genoemde doeleinden ontstaat.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Waarde - Archeologie 2' geheel of gedeeltelijk te laten vervallen, indien op basis van archeologisch onderzoek, dat voldoet aan de normen van de archeologische beroepsgroep, ter plaatse geen archeologische waarden zijn vastgesteld.
De voor 'Waarde - Archeologie 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en het behoud van de op en/of in deze gronden voorkomende archeologische waarden (middelhoge archeologische verwachting).
Ter plaatse van de in deze bestemming bedoelde gronden mag worden gebouwd volgens de bouwregels van de andere daar voorkomende bestemmingen, mits de aanvrager van een omgevingsvergunning voor de bouw van één of meerdere bouwwerken met een gezamenlijke oppervlakte van 500 m² of groter en dieper dan 0,5 meter -mv een rapport overlegt, waaruit blijkt dat de ingreep niet zal leiden tot aantasting van de archeologische waarde.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen met betrekking tot:
Het is verboden om zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden op of in de in lid 30.1 bedoelde gronden over een oppervlakte van 500 m² of meer en dieper dan 0,5 meter -mv de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:
Het in lid 30.4.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden die:
De aanvrager van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden als bedoeld in 30.4.1 dient een rapport te overleggen, waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld.
De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 30.4.1 zijn slechts toelaatbaar indien door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen geen onevenredige aantasting van de belangen van de in lid 30.1 genoemde doeleinden ontstaat.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Waarde - Archeologie 3' geheel of gedeeltelijk te laten vervallen, indien op basis van archeologisch onderzoek, dat voldoet aan de normen van de archeologische beroepsgroep, ter plaatse geen archeologische waarden zijn vastgesteld.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Voor de bebouwing op de adressen die zijn genoemd in de bijlage Karakteristieke bebouwing geldt de regel dat de dakvorm en goothoogte bij verbouw van de bebouwing dient aan te sluiten bij de bestaande dakvorm en goothoogte.
Veldschuren zijn toegestaan, uitsluitend voor zover bestaand en tot ten hoogste de bestaande oppervlakte en inhoud. De veldschuren mogen worden gebruikt voor het stallen van vee, inclusief het hobbymatig houden van paarden of ander vee.
Onderkeldering is uitsluitend toegestaan onder gebouwen en in maximaal één laag waarvan de diepte niet meer dan 3 meter mag bedragen, uitgezonderd voor de gronden:
Binnen een afstand van 5 meter gemeten vanaf de bestemmingsgrens van de bestemming Water mogen geen gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, met uitzondering van bestaande bouwwerken.
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde onder a en worden toegestaan dat gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, mits vooraf advies wordt ingewonnen bij het betreffende Waterschap.
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - landgoedpark' zijn de gronden, naast de aldaar voorkomende bestemmingen, bestemd voor:
Ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied' zijn de gronden tevens bestemd voor de bescherming van de kwaliteit van het grondwater.
Onverminderd het bepaalde in de Provinciale Milieuverordening is het verboden op of in de gronden ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:
Geen omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden als bedoeld onder a is vereist voor werken en werkzaamheden die:
Burgemeester en wethouders verlenen een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden als door de onder a genoemde werken of werkzaamheden dan wel door de directe of indirecte gevolgen daarvan de kwaliteit van het grondwater niet in gevaar komt.
Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - molenbiotoop' zijn de gronden tevens bestemd voor het behoud en/of de ontwikkeling van de aan een molen eigen bouwkundige en cultuurhistorische kenmerken.
Voor het bouwen van bouwwerken gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij het verlenen van een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 33.4.2 voor het bouwen ten behoeve van de overige aan deze gronden gegeven bestemmingen, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij het verlenen van een omgevingsvergunning af te wijken van de regels van het plan, indien het betreft:
Als een strijdig gebruik met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan:
In de afweging worden in ieder geval de volgende belangen in acht genomen:
Met het oog daarop dienen de in elk geval de volgende criteria in acht te worden genomen:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de gronden ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingszone - wijzigingsgebied 1' te wijzigen in de bestemming 'Natuur' onder de voorwaarde dat de betreffende gronden worden ingericht specifiek voor de realisering van de natuur- en landschapsfunctie.
Een beslissing omtrent het stellen van nadere eisen wordt niet eerder genomen dan het moment nadat belanghebbenden gedurende twee weken na publicatie van het voornemen tot het stellen van nadere eisen in een van overheidswege uitgegeven blad of een dag-, nieuws- of huis-aan-huisblad, in de gelegenheid zijn gesteld mondeling of bij voorkeur schriftelijk zienswijzen tegen die voorgenomen nadere eis bij het college van burgemeester en wethouders in te dienen.
Waar in dit plan wordt verwezen naar andere wettelijke regelingen wordt geduid op die regelingen, zoals zij luidden op het tijdstip van de ter-inzage-legging van het ontwerpbestemmingsplan.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan Buitengebied Maartensdijk 2012.