direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Chw bestemmingsplan Amersfoort Zuid en Kattenbroek
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0307.BP00129-0301

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding

In 2021 treedt, volgens de huidige planning, de Omgevingswet in werking (zie 1.2 Nieuwe wetgeving: De Omgevingswet). Op dit moment wordt al de mogelijkheid geboden om vooruit te lopen op de Omgevingswet door te experimenteren met de mogelijkheden van de nieuwe wet.

Van deze mogelijkheid maken we gebruik bij de actualisatie in één bestemmingsplan van de geldende bestemmingsplannen voor de wijken Kattenbroek, Leusderkwartier-Vermeerkwartier en Randenbroek-Schuilenburg. Met behulp van dit experiment (ook wel pilot genoemd) krijgt dit bestemmingsplan nu al het karakter van een omgevingsplan. Hierbij is het goed om te benadrukken dat dit Chw bestemmingsplan een beheersgericht karakter heeft. Dat wil zeggen dat er geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt.
Het bestemmingsplan heet "Chw bestemmingsplan Amersfoort Zuid en Kattenbroek". Chw staat voor Crisis- en herstelwet en wordt gebruikt om duidelijk te maken dat het hier gaat om een bijzonder bestemmingsplan. Voor een nadere uitleg verwijzen we naar hoofdstuk 2 Crisis- en herstelwet.

In deze toelichting spreken we voor het gemak verder van het Chw bestemmingsplan.

1.2 Nieuwe wetgeving: De Omgevingswet

In Nederland kennen we erg veel wetten, algemene maatregelen van bestuur (AMvB’s) en ministeriële regelingen op het gebied van de leefomgeving. Voor ruimtelijke ordening en bodem- en waterbeheer. Voor milieu en monumentenzorg. Voor natuur, geluid, bouwen en infrastructuur. Elke wet richt zich op een deelbelang en kent haar eigen systematiek en terminologie, waardoor de ene wet de andere soms tegenspreekt. Hierdoor is de mogelijkheid aanwezig dat nieuwe ontwikkelingen vertraagd, gefrustreerd of soms zelfs onmogelijk worden gemaakt.

Daarnaast hebben we met complexe vraagstukken te maken: hoe gaan we om met klimaatverandering, biodiversiteit en het gebruik van duurzame energiebronnen? Doordat het huidige omgevingsrecht is opgebouwd uit deelbelangen, bevordert het nauwelijks een samenhangende benadering.

De rijksoverheid vindt dat dat eenvoudiger en beter kan en heeft de Omgevingswet gemaakt, die in 2021 in werking treedt. In deze wet is een groot aantal wetten en Amvb's en ministeriele regelingen samengevoegd tot een samenhangend geheel; De Omgevingswet. Deze wet wil nieuwe, duurzame ontwikkelingen in de samenleving mogelijk maken en wettelijk ondersteunen. Daartoe is een integrale benadering, waarin de diverse belangen in onderlinge samenhang worden beschouwd, essentieel. Deze integrale aanpak komt sterk naar voren in de Omgevingswet, bijvoorbeeld bij de omgevingsvisie en bij het gemeentelijke omgevingsplan. Een omgevingsplan omvat niet alleen het huidige bestemmingsplan, maar ook alle verordeningen die betrekking hebben op de leefomgeving, zoals bijvoorbeeld de terrassenverordening.

Dit is nader toegelicht in paragraaf 1.3.3.2. Straks komen alle relevante factoren in het omgevingsplan samen: ruimtelijke ordening, milieu, verkeer en vervoer, water, bouwen, natuur en cultureel erfgoed. Zo worden kansen en ontwikkelingen binnen de gemeente nog meer in onderlinge samenhang bekeken.

afbeelding "i_NL.IMRO.0307.BP00129-0301_0001.png"

Digitalisering - Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO)

In de nieuwe Omgevingswet is digitalisering een belangrijke pijler. De digitale dienstverlening aan burgers en bedrijven staat centraal en de mogelijkheden zullen nog verder worden benut. De belangrijke stappen die gezet zijn met de ontwikkeling van de RO-standaarden en de landelijke voorziening RO-online (www.ruimtelijkeplannen.nl) worden in de nieuwe wet gehandhaafd en verder doorontwikkeld. Ook voor het Omgevingsplan zal het verplicht zijn om alle locatiegebonden regels eenvoudig raadpleegbaar te maken op de landelijke voorziening.

Nog meer dan nu zal het koppelen van informatie aan de verbeelding (de kaart) het uitgangspunt worden. Via een klik op een perceel wordt duidelijk welke mogelijkheden of beperkingen ter plaatse gelden. Dit uitgangspunt is niet nieuw, omdat nu al zoveel mogelijk informatie aan de bestemmingsplankaart wordt gekoppeld. Straks zal op perceelsniveau nog veel meer duidelijk worden wat de mogelijkheden en beperkingen zijn, doordat niet alleen planologische bepalingen worden opgenomen, maar ook andere bepalingen die te maken hebben met de fysieke leefomgeving (welstand, reclame, milieu, etc.). In het digitale eindbeeld worden deze gegevens straks automatisch ingevuld door het leggen van intelligente koppelingen vanuit de beleving van de stad tussen kaart, informatie en regels. Dit komt de leesbaarheid van het plan en de snelheid om gegevens te interpreteren ten goede.

In paragraaf 1.3.3.5 Digitale raadpleging mogelijk staat hoe de digitalisering in het Chw bestemmingsplan is vorm gegeven.

1.3 Het Chw bestemmingsplan

1.3.1 Ligging en begrenzing van het Chw bestemmingsplan

Het Chw bestemmingsplan bestaat uit 3 grote gebieden in Amersfoort. Het Leusderkwartier en Vermeerkwartier aan de zuidzijde van Amersfoort. Randenbroek en Schuilenburg aan de zuid-oostzijde. En Kattenbroek aan de noordzijde van de stad. De drie gebieden hebben ieder hun eigen karakteristiek die kenmerkend is voor de periode waarin het gebied is ontwikkeld. Dit is opgenomen in de Planbeschrijving die is te vinden in bijlage 7 Planbeschrijving.

afbeelding "i_NL.IMRO.0307.BP00129-0301_0002.jpg"

1.3.2 Geldende plannen

Binnen het plangebied gelden op dit moment de volgende bestemmingsplannen voor de drie deelgebieden:

  • Kattenbroek; vastgesteld door de gemeenteraad op 28 februari 2006 en onherroepelijk op 26 juli 2007
  • Randenbroek-Schuilenburg; vastgesteld door de gemeenteraad op 19 juni 2007 en onherroepelijk op 12 november 2008
  • Leusderkwartier (inclusief Vermeerkwartier); vastgesteld door de gemeenteraad op 9 december 2008 en onherroepelijk op 13 april 2010

Naast deze drie bestemmingsplannen zijn er de afgelopen jaren verschillende kleinere bestemmingsplannen, projectbesluiten, vrijstellingen en afwijkingsprocedures opgesteld. Deze worden allemaal meegenomen in het Chw bestemmingsplan.

1.3.3 Doelstellingen Chw bestemmingsplan

Amersfoort vindt het belangrijk om nu alvast te werken 'in de geest van de Omgevingswet'. Hierbij staan vijf doelstellingen centraal, die hieronder worden toegelicht.

1.3.3.1 Doorontwikkelen participatie en gebiedsgericht werken

Bij het doorontwikkelen van participatie en gebiedsgericht werken wordt voortgebouwd op uitgangspunten vanuit de Omgevingswet. De Omgevingswet streeft naar vroegtijdige participatie van de omgeving bij de voorbereiding van beleids- en besluitvorming. Met participatie bedoelt de wetgever deelname van burgers, bedrijven en maatschappelijke organisaties aan het beleid- en besluitvormingsproces. Dit is nodig om informatie, kennis, belangen en standpunten te delen. Het gebruiken van de meedenkkracht en alternatieven, varianten en ideeën uit de maatschappij in het beleid- en besluitvormingsproces moet leiden tot een kwalitatief beter besluit,meer draagvlak en een korte doorlooptijd.

Uit het gemeentelijk participatiebeleid en de ideeën van de gemeenteraad (zoals besproken bij De Ronde over RO en participatie (5 april 2016) en de peiling van de werkgroep 'verbeteren en doorontwikkelen participatie' (24 mei 2016) blijkt dat 'voorwerk' belangrijk is. Daarom is eerst gesproken met een aantal belanghebbenden (waaronder raadsleden) om de inventarisatie van belangen en belanghebbenden aan te vullen en te toetsen. Dit is verwerkt in een analyse die te vinden is in bijlage 1 Omgevingsanalyse.

Met de aanpak vanuit het gebiedsgericht werken geven we invulling aan
de ambitie en voornemen om de samenwerking met de stad te verbeteren. Het helpt ons om meer te kijken vanuit de invalshoek van onze inwoners, ondernemers en andere partners. Bij de start van het Chw bestemmingsplan zijn er 3 inloopbijeenkomsten georganiseerd. Tijdens die bijeenkomsten waren er vanuit veel verschillende gemeentelijke disciplines medewerkers aanwezig. Zo was er bijvoorbeeld een tafel 'Verkeer', een tafel 'Openbare ruimte', een tafel 'Gezondheid' etc. Daar konden bewoners in gesprek gaan met medewerkers, vragen stellen en opmerkingen maken. Er zijn erg veel opmerkingen opgehaald. Enkele daarvan konden worden opgenomen in het Chw bestemmingsplan, de meeste niet. De opmerkingen die niet opgenomen konden worden in het Chw bestemmingsplan zijn door de medewerkers van de verschillende gemeentelijke disciplines meegenomen om te beoordelen of er vanuit de vakdiscipline actie op ondernomen kan worden. Ook is een aantal opmerkingen meegenomen als input voor de gebiedsplannen die de gemeente opstelt.

1.3.3.2 Verordeningen en beleidsregels integreren in Chw bestemmingsplan

Door het opnemen van regels uit verordeningen in het Chw bestemmingsplan willen we bereiken dat gebruikers de regels kunnen vinden op één plek. Een uitdagende opgave die is begonnen met het inventariseren van alle toepasselijke beleidsregels en verordeningen in Amersfoort (zie bijlage 2 Inventarisatie verordeningen en beleidsregels). Vervolgens hebben we gekozen om met name de regels over de fysieke leefomgeving op te nemen die een plaatsgebonden activiteiten betreffen. Dit zijn de regels die opgenomen moeten worden in het omgevingsplan.


De volgende (onderdelen van) regelingen zijn opgenomen in dit Chw bestemmingsplan:

  • 1. Algemene plaatselijke verordening
  • 2. Welstandsnota 2017
  • 3. Beleidsregel Toepassing Parkeernormen 2014
  • 4. Nota Parkeernormen
  • 5. Bouwverordening
  • 6. Beleidsregels Bomen
  • 7. Beleidsregels Standplaatsenvergunningen Amersfoort 2013
  • 8. De terrassennota Amersfoort 2013
  • 9. Marktverordening
  • 10. Geluidsnota Amersfoort Wet geluidhinder
  • 11. Beleid voor het afwijken van het bestemmingsplan
  • 12. Monumentenverordening (Vanwege de invoering van de Erfgoedwet op 1 juli 2016 wordt op termijn de Monumentenverordening vervangen door een (nieuwe) Erfgoedverordening. Vooruitlopend daarop nemen we in het Chw bestemmingsplan wel regels op voor de gemeentelijke beschermde stadsgezichten (38 Waarde - Gemeentelijk stadsgezicht)


Onderdelen van bovengenoemde verordeningen zijn rechtstreeks opgenomen in dit chw bestemmingsplan of er wordt op specifieke plekken naar verwezen met een link. De verordeningen worden daarom niet ingetrokken maar blijven gelden voor het grondgebied van de gemeente Amersfoort.

1.3.3.3 Deregulering

Dit Chw bestemmingsplan vervangt drie bestemmingsplannen. Dit betekent per definitie minder regels (letterlijk). Belangrijker nog is dat we kritisch hebben gekeken naar de regels die overblijven. Zijn de regels nodig, duidelijk leesbaar en goed te vinden.

Ook is onderzocht of het voor dit plangebied wenselijk en mogelijk is om het bestemmingsplan globaler en/of flexibeler op te zetten, zodat er meer mogelijkheden ontstaan voor gebruik en/of bouwen. Voor een bestemmingsplan voor bestaand stedelijk gebied is dit een lastige opgave. In het Chw bestemmingsplan heeft dit geleid tot de bestemming Gemengd - 2 ter plaatse van het winkelgebied aan de Leusderweg. Dit is nader toegelicht in paragraaf 3.3.1 Gemengde bestemming op winkelgebied Leusderweg en noordelijk deel Utrechtseweg

1.3.3.4 Gezondheid betrekken

Nieuw in de Omgevingswet is het gezondheidsaspect. In het Chw bestemmingsplan is onderzocht welke aspecten kunnen worden toegevoegd om te komen tot een veilige en gezonde fysieke leefomgeving waarbij een goede leefomgevingskwaliteit centraal staat. Dit is nader toegelicht en uitgewerkt in paragraaf 4.2 Gezondheid van deze toelichting.

1.3.3.5 Digitale raadpleging mogelijk

Bij het opstellen van het Chw bestemmingsplan is gekozen voor het gebruik van de Standaard Vergelijkbare bestemmingsPlannen (SVBP 2012). De regels vanuit de APV en verordeningen zijn op basis van deze standaarden toegevoegd aan het plan. Het plan kan, evenals alle andere bestemmingsplannen van Amersfoort, geraadpleegd worden via de landelijke voorziening www.ruimtelijkeplannen.nl en via de gemeentelijke website www.amersfoort.nl/bestemmingsplannen.

1.4 Wat kunt u lezen in deze toelichting?

Hoofdstuk 1 - Inleiding, Omgevingswet, doelstellingen van het Chwbestemmingsplan

Hoofdstuk 2 - Uitleg Crisis en herstelwet

Hoofdstuk 3 - Juridische planbeschrijving

Hoofdstuk 4 - Relevante beleidskaders en planbeschrijving

Hoofdstuk 5 - Uitvoerbaarheid (economisch en maatschappelijk)

Hoofdstuk 2 Crisis- en herstelwet

2.1 Algemeen

Op 31 maart 2010 is de Crisis- en herstelwet (Chw) in werking getreden. Deze wet heeft tot doel procedures te vereenvoudigen en uitvoering van projecten te versnellen. De Crisis- en herstelwet biedt ook de mogelijkheid om een bestemmingsplan te maken dat sterk lijkt op het omgevingsplan, een van de nieuwe instrumenten uit de Omgevingswet. Om van deze mogelijkheid gebruik te kunnen maken heeft Amersfoort het gehele grondgebied aangemeld als experiment bestemmingsplan met verbrede reikwijdte. Met het doel gefaseerd toe te werken naar één integraal Omgevingsplan voor het gehele grondgebied.

De Minister kan het experiment aanwijzen bij Algemene maatregel van Bestuur op grond van artikel 2.4 van de Crisis en herstelwet. De aanwijzingsprocedure vergt meer dan een half jaar. In de periode tussen de aanmelding en de inwerkingtreding is het al mogelijk om het plan voor te bereiden. Het experiment Omgevingsplan Amersfoort is aangemeld voor 1 oktober 2016 voor de vijftiende tranche van de Chw. Op 27 juni 2107 is de vijftiende tranche van het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet inwerking getreden. Het Besluit is via de volgende link te vinden: https://www.officielebekendmakingen.nl/stb-2017-275.html

Voor meer informatie wordt verwezen naar de Aanvraag omgevingsplan Crisis- en herstelwet in bijlage 3 Aanvraag 15e tranche Crisis en herstelwet.

2.2 Bestemmingsplan met bredere reikwijdte

Een bestemmingsplan met bredere reikwijdte betekent dat het bestemmingsplan niet alleen over een ‘goede ruimtelijke ordening’ gaat maar dat net als onder de Omgevingswet, de fysieke leefomgeving centraal staat. In dit bestemmingsplan kunnen regels worden opgenomen voor de fysieke leefomgeving, zoals een veilige en gezonde fysieke leefomgeving en goede omgevingskwaliteit. De manier waarop dit gebeurt in dit bestemmingsplan wordt in onderstaande paragrafen beschreven.

In de onderstaande tabel is aangegeven of en hoe in het Chw bestemmingsplan gebruik wordt gemaakt van de mogelijkheden van artikel 7c Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet:

Typering   Omschrijving   Gebruikt   Waarvoor?  
Verbrede reikwijdte   Naast goede ruimtelijke ordening ook regels voor de fysieke leefomgeving en goede omgevingskwaliteit   Ja   Geluid; om flexibiliteit in gebruik te bevorderen worden op enkele locaties meer functies toegelaten waaronder geluidgevoelige bestemmingen zoals woningen.
Gezondheid/klimaat; regels ten aanzien van het verharden van tuinen zijn opgenomen. En er is een differentiatie aangebracht in de regels voor het groen.  
Looptijd   20 jaar in plaats van 10 jaar   Ja    
Verordeningen   Toevoegen lokale verordeningen met betrekking tot de fysieke leefomgeving   Ja   Delen van onder andere de Algemene Plaatselijke Verordening, Bouwverordening en Marktverordening zijn opgenomen. Een overzicht is te vinden in paragraaf 1.3.3.2 Verordeningen en beleidsregels integreren in Chw bestemmingsplan  
Meldingsplicht   Verbod om zonder melding een activiteit te verrichten   Ja   Onder andere voor gebruik buurtgroen voor buurtinitiatieven.  
Beleidsregels   Open norm opnemen in het bestemmingsplan waarvan de uitleg afhankelijk is van een beleidsregel. Beleidsregel kan door B&W worden vastgesteld   Ja   Bijvoorbeeld Parkeren en Welstand  
RO-standaarden   Afwijken van de verplichting een plan op te stellen conform de landelijke standaarden (svbp2012)
en de verplichting het plan digitaal beschikbaar te stellen
 
Nee   Het plan wordt als plantype 'bestemmingsplan' gemaakt, en opgesteld conform de landelijke standaarden (svbp2012).
Het plan wordt beschikbaar gesteld op www.ruimtelijkeplannen.nl  
Uitvoerbaarheid   De verplichting om inzicht te geven in de uitvoering van het plan   Ja   Inzicht in uitvoerbaarheid  
Milieukwaliteitseis   De verplichting om te beschrijven op welke wijze de milieukwaliteitseisen bij het plan zijn betrokken (alleen indien er geen MER nodig is)   Ja   Milieukwaliteitseisen worden beschreven.
Een MER is niet nodig.  
Akoestisch onderzoek   Een hogere waardenbesluit kan worden opgenomen in het bestemmingsplan

Het akoestisch onderzoek kan minder gedetailleerd worden gedaan.  
Nee   Niet van toepassing.  
Exploitatieplan   Mogelijkheid om een exploitatieplan vast te stellen bij een omgevingsvergunning (ipv bij het bestemmingsplan)   nee   Uitgangspunt is dat de kosten verhaald worden via gronduitgifte of anterieure overeenkomsten. Als de kosten niet zijn verzekerd dan wordt bij de omgevingsvergunning een exploitatieovereen- komst vastgesteld  
Maatwerkregels   Mogelijkheid tot opnemen van gebiedsgerichte milieuvoorschriften of hogere geluidwaarden   Nee   Niet toegepast  
Delegatie   Delegatie aan B&W van de bevoegdheid tot wijzigen van onderdelen van het plan   Nee   Niet toegepast  

Hoofdstuk 3 Juridische planbeschrijving

3.1 Inleiding

De wettelijke procedure voor vaststelling van een Chw bestemmingsplan is hetzelfde als die van een 'gewoon' bestemmingsplan. De raad beslist over de vaststelling, nadat de zienswijzenprocedure is doorlopen.

Het Chw bestemmingsplan heeft een beheersgericht karakter. Dit houdt in dat de bestaande situatie, zoals die bij het opstellen van het bestemmingsplan bekend is, als uitgangspunt is genomen. Daarbij is het feitelijke gebruik, de bestaande bebouwing, de geldende rechten en het vastgestelde beleid van belang voor de op te nemen bestemmingen. Ook verleende vrijstellingen/ontheffingen/afwijkingen van het bestemmingsplan, waarvoor de gehele ruimtelijke-juridische procedure is afgerond, zijn overgenomen in het bestemmingsplan.

3.2 Uitleg bestemmingen

Het Chw bestemmingsplan kent dezelfde onderdelen als een 'gewoon' bestemmingsplan. Daarom is de uitleg over deze onderdelen opgenomen in bijlage 4 Wat is een bestemmingsplan.

In de volgende subparagraaf wordt een nadere uitleg gegeven over de bestemmingen die het Chw bestemmingsplan kent.

3.2.1 Uitleg van de bestemmingsregels

In hoofdstuk 2 van de regels, zijn de regels opgenomen voor de specifieke bestemmingen die aan percelen zijn gegeven. Hieronder wordt toegelicht waarom de verschillende bestemmingen aan bepaalde locaties zijn gegeven.

3.2.1.1 Bedrijf

Alle bedrijven in het plangebied hebben de bestemming 'Bedrijf' gekregen; Bedrijf - 1 of Bedrijf - 2, afhankelijk van de categorie bedrijf dat is toegestaan op de betreffende locatie. Omdat het plangebied met name bestaat uit woongebieden, komen er niet veel bedrijven voor.

Naast bedrijven hebben ook de grotere nutsvoorzieningen de bestemming Bedrijf gekregen (met een nadere aanduiding 'nutsvoorziening'). De reden voor deze bestemming is dat grotere nutsvoorzieningen niet voldoen aan de regels voor vergunning vrij bouwen (nutsvoorzieningen zijn vergunning vrij wanneer ze niet hoger zijn dan 3 meter en een oppervlakte hebben van niet meer dan 15 m²).

Bij enkele bedrijven is een aanduiding opgenomen waarmee een bedrijfswoning of detailhandel is toegestaan.

afbeelding "i_NL.IMRO.0307.BP00129-0301_0003.jpg"

Voorbeeld bestemming 'Bedrijf' (paars)

Langs de Hogeweg bevindt zich het tracé van een hoge druk gastransportleiding. Het gebouw waar deze gasleiding in uit komt heeft de bestemming 'Bedrijf - Gasdrukmeet- en regelstation'. In deze bestemming zijn specifieke regels opgenomen over deze locatie.

3.2.1.2 Bos

De bestemming 'Bos' is gegeven aan het gebied Nimmerdor aan de zuidzijde van het Leusderkwartier. Dit gebied ligt binnen het Natuurnetwerk Nederland (NNN). Om de waarde van dit gebied te beschermen heeft het ook een dubbel-bestemming gekregen 'Waarde - Natuur'.

Binnen de bestemming 'Bos' mogen alleen andere bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd. Voor een aantal met name genoemde werkzaamheden, zoals verharden, is een omgevingsvergunning nodig.

afbeelding "i_NL.IMRO.0307.BP00129-0301_0004.jpg"

De donkergroene kleur op bovenstaande afbeelding is het gebied Nimmerdor dat de bestemming 'Bos' heeft gekregen, met de dubbelbestemming 'Waarde - Natuur'.

3.2.1.3 Cultuur en ontspanning

Twee percelen in het plangebied hebben de bestemming 'Cultuur en ontspanning' . Het perceel aan de Woestijgerweg 27 waar een seksinrichting is gevestigd. Ter voorkoming van mogelijke hinder voor de woon- en leefomgeving, is in de regels opgenomen dat de toegang tot deze seksinrichting zich uitsluitend mag bevinden aan de Van Rootselaarstraat.

Het andere perceel met de bestemming 'Cultuur en ontspanning' ligt aan de Arnhemseweg 69. Hier is een speeltuin gevestigd.

afbeelding "i_NL.IMRO.0307.BP00129-0301_0005.jpg"

Voorbeeld bestemming 'Cultuur en Ontspanning' (roze)

3.2.1.4 Detailhandel

De meeste detailhandelsbedrijven hebben een bestemming 'Detailhandel'. Detailhandel is geconcentreerd in de wijk- en buurtwinkelcentra. Op een enkele plek komt een solitaire detailhandelsvestiging voor.

Detailhandel is toegestaan op de begane grond. De verdiepingen zijn bestemd voor woningen. Er is een regel opgenomen om hier, met een planologische procedure, onder voorwaarden van af te wijken en detailhandel ook toe te staan op de verdiepingen.

Op veel plekken in de stad streven we naar meer functiemenging waar dat kan. Horeca van categorie 1 (waarbij de nadruk ligt op eten en minder op het serveren van alcoholische dranken) zien we daarbij als een mogelijke ondersteunende functie in gebieden waar al voldoende functiemenging is (bijvoorbeeld de wijkwinkelcentra of stedelijke entreewegen). Daarom is in de bestemming detailhandel voor de wijkwinkelcentra een bepaald maximum bruto vloeroppervlak opgenomen voor horeca van categorie 1 en op een enkele plek ook voor horeca van categorie 2. Daarnaast is er een mogelijkheid opgenomen voor burgemeester en wethouders om daar onder voorwaarden van af te kunnen wijken of de bestemming te wijzigen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0307.BP00129-0301_0006.jpg"

Voorbeeld bestemming 'Detailhandel' (bruin)

3.2.1.5 Gemengd

Er zijn drie bestemmingen 'Gemengd' die verschillende functies toestaan. Met een gemengde bestemming kan de diversiteit in een gebied in stand worden gehouden.

Binnen de bestemming 'Gemengd-1' zijn toegestaan maatschappelijke voorzieningen (educatief, medisch, cultureel), kantoren, bedrijven van categorie 1, op enkele locaties horeca en tevens op enkele locaties opvangvoorzieningen voor kinderen. Deze laatste 2 functies zijn enkel toegestaan op de percelen die daarvoor zijn aangeduid.

Binnen de bestemming 'Gemengd-2' zijn dezelfde functies toegestaan als binnen Gemengd-1' en daarnaast detailhandelsdoeleinden. In het wijkwinkelcentrum Emiclaer is daarnaast horeca van categorie1 toegestaan met een maximum bruto vloeroppervlak van 800 m2.

Binnen 'Gemengd - 3' is uitsluitend administratieve, financiële en publieksgerichte dienstverlening toegestaan.

De gemengde doeleinden zijn toegestaan op de begane grond. De verdiepingen zijn bestemd voor woningen. Er is een regel opgenomen om hier, met een planologische procedure, van af te wijken en gemengde doeleinden ook toe te staan op de verdiepingen. Woningen op de verdiepingen zijn niet toegestaan op de adressen Leusderweg 63A, 65, 68, 125, 222 en 262-264. De reden hiervoor is dat in het nu nog geldende bestemmingesplan 'Leusderkwartier 2008' op deze adressen ook geen bovenwoningen toegestaan zijn. Wanneer hier nu wel woningen zouden worden toegestaan dan zouden hiervoor hogere grenswaarden in het kader van de Wet geluidhinder voor moeten worden verleend en tevens geluidwerende voorzieningen moeten worden getroffen in de vorm van bijvoorbeeld gevelisolatie. Omdat op dit moment geen vergunde woningen aanwezig zijn nemen we de mogelijkheid voor woningen op de verdiepingen daarom niet op voor deze adressen tenzij bij een aanvraag omgevingsvergunning aangetoond wordt dat voldaan kan worden aan de geldende geluidsnorm. In de regel wordt hiervoor een voorwaarde opgenomen.

In de bestemming is ook een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om onder voorwaarden op de locaties waar horeca is toegestaan tot een bepaalde maximum oppervlakte, deze maximum oppervlakte te vergroten.

Ook is er in de algemene regels een wijzigingsbevoegdheid opgenomen (45.1 Wetgevingszone - wijzigingsgebied (A)) om onder voorwaarden de bestemming van de locatie Kamerlingh Onnesstraat 1-3, nu een gemengde bestemming, te wijzigen ten behoeve van woningbouw.

afbeelding "i_NL.IMRO.0307.BP00129-0301_0007.jpg"

Voorbeeld bestemming 'Gemengd' (licht bruin)

3.2.1.6 Groen

Het voorliggende chw bestemmingsplan kent 2 verschillende groenbestemmingen met verschillende gebruiksmogelijkheden;

Groen - Stadsgroen is stedelijk groen en van belang voor de stad. Moet groen blijven.

Groen - Buurtgroen is wijk en buurt groen en van belang voor de wijk en buurt. Hier zijn wat meer mogelijkheden voor gebruik ten behoeve van buurtinitiatieven, zoals het aanleggen van een gemeenschappelijke moestuin, waarbij voldaan moet worden aan een aantal regels. In de bestemming Groen - Stadsgroen is deze mogelijkheid niet opgenomen omdat in gebieden met deze bestemming meer waarden aanwezig zijn. Dit vraagt om een uitgebreidere afweging over het al dan niet meewerken aan buurtinitiatieven in deze gebieden. Dit betekent niet dat het helemaal niet mogelijk is om buurtinitiatieven te ontplooien in gebieden met de bestemming Groen - Stadsgroen. Met een procedure voor het afwijken van het bestemmingsplan is dit ook in deze gebieden mogelijk, na een zorgvuldige afweging en na het doorlopen van een procedure.

Binnen de bestemming 'Groen' mogen geen gebouwen worden gerealiseerd, uitsluitend andere bouwwerken zoals muurtjes en hekwerken.

afbeelding "i_NL.IMRO.0307.BP00129-0301_0008.jpg"

Voorbeeld bestemming 'Groen'

3.2.1.7 Horeca

De panden in het gebied die volledig in gebruik zijn voor horeca hebben de bestemming 'Horeca' gekregen. Dit kan horeca van categorie 1 zijn (oa restaurants), categorie 2 (oa café's en dancings) of van categorie 4, een hotel. De percelen hebben een aanduiding gekregen van de categorie die is toegestaan. Horeca is uitsluitend toegestaan op de begane grond. De verdiepingen zijn bestemd voor woningen.

Horeca van categorie 3 komt niet voor binnen de bestemming 'Horeca' maar is opgenomen als aanduiding binnen andere bestemmingen zoals de bestemming 'Sport'. Binnen die andere bestemmingen is ondergeschikte horeca toegestaan bijvoorbeeld een kantine bij een sportvereniging, dat is horeca van categorie 3.

Binnen de bestemming 'Horeca' zijn terrassen toegestaan wanneer deze grenzen aan en behoren bij een horecabedrijf waarvoor vergunning is verleend. En de terrassen moeten voldoen aan de voorwaarden uit het terrassenbeleid.

afbeelding "i_NL.IMRO.0307.BP00129-0301_0009.jpg"

Voorbeeld bestemming 'Horeca' (rood)

3.2.1.8 Kantoor

In het plangebied, met name langs de Stadsring, bevinden zich enkele specifieke kantoorpanden. Deze panden hebben de bestemming 'Kantoor' gekregen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0307.BP00129-0301_0010.jpg"

Voorbeeld bestemming 'Kantoor' (roze)

3.2.1.9 Maatschappelijk

Een aantal percelen in het plangebied heeft de bestemming 'Maatschappelijk' gekregen. Het betreft in de meeste gevallen medische voorzieningen, onderwijsvoorzieningen en religieuze voorzieningen. Met een aanduiding is aangegeven om welke soort voorziening het gaat.

Binnen de bestemming is de mogelijk opgenomen om onder voorwaarden af te wijken van de aangeduide vorm van maatschappelijk, ten behoeve van andere soorten maatschappelijke voorzieningen of voor ondergeschikte detailhandel.

Voor de locaties die de aanduiding 'onderwijs' hebben is een regel opgenomen dat met een planologische procedure 300 m2 extra mag worden gebouwd buiten het bouwvlak.

Daarnaast is op enkele locaties horeca van categorie 3 toegestaan. Dit is horeca als nevenfunctie bij andere instellingen of hoofdfuncties (bijvoorbeeld een kantine bij een vereniging). Daarnaast zijn op aangegeven locaties gemengde doeleinden, wonen, een kinderdagverblijf of detailhandel toegestaan.

Ook is er een wijzigingsbevoegdheid opgenomen (45.2 Wetgevingszone - wijzigingsgebied (B)) om onder voorwaarden de bestemming van Robert Kochstraat 4-6, te wijzigen in maatschappelijke doeleinden in combinatie met woningen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0307.BP00129-0301_0011.jpg"

Voorbeeld bestemming 'Maatschappelijk' (bruin)

3.2.1.10 Recreatie

In het plangebied komen enkele volkstuincomplexen voor. De volkstuinen hebben de bestemming 'Recreatie' . Gebouwen mogen worden gebouwd binnen en buiten het bouwvlak. Voor de gebouwen buiten het bouwvlak geldt dat dit alleen kleine gebouwtjes ten dienste van de bestemming mogen zijn (bijvoorbeeld voor de opslag van tuingereedschap).

afbeelding "i_NL.IMRO.0307.BP00129-0301_0012.jpg"

Voorbeeld bestemming 'Recreatie' (lichtgroen)

3.2.1.11 Sport

De sportverenigingen en een sporthal hebben de bestemming 'Sport' gekregen.

Binnen de bestemming is de bouw van lichtmasten bij de sportvelden mogelijk tot een hoogte van 12 m. In de regels is verder de mogelijkheid opgenomen om ter voorkoming van hinder nadere eisen te stellen aan de situering, het aantal, de hoogte, de lichtsterkte, het type armatuur en het gebruik van paralumen van lichtmasten c.q. verlichtingselementen en andere lichtuitstralende elementen. Bovendien is vastgelegd, dat bij het aanvragen van een omgevingsvergunning voor verlichtingsmasten een verlichtingsplan moet worden overlegd.

Tevens is horeca van categorie 3 toegestaan. Dit is horeca als nevenfunctie bij andere instellingen of hoofdfuncties (bijvoorbeeld een kantine bij een vereniging).

afbeelding "i_NL.IMRO.0307.BP00129-0301_0013.jpg"

Voorbeeld bestemming 'Sport' (lichtgroen)

3.2.1.12 Tuin en Tuin - 1

Voortuinen bij de woningen hebben de bestemming 'Tuin' of 'Tuin - 1' gekregen. Binnen deze bestemming mogen uitsluitend erkers, ingangspartijen en andere bouwwerken worden gebouwd ten dienste van de aangrenzende woonbestemming. Daarnaast is een verboden gebruik opgenomen voor het parkeren van auto's.

De tuinen van de woningen aan de Knuppelweg 1 t/m 81 en de Bombardonstraat 135 t/m 173 hebben de bestemming 'Tuin - 1' gekregen. Deze tuinen grenzen aan openbaar gebied (de parkeerplaats van winkelcentrum Emiclaer met daar langs een groene zone). In verband met de uitstraling naar dit gebied is het niet wenselijk dat in deze tuinen bouwwerken worden gerealiseerd met uitzondering van erfafscheidingen die een maximale hoogte mogen hebben van 2 meter en overige andere bouwwerken die een maximale hoogte mogen hebben van 1 meter.

afbeelding "i_NL.IMRO.0307.BP00129-0301_0014.jpg"

Voorbeeld bestemmingen 'Tuin' en 'Tuin -1' (lichtgroen)

3.2.1.13 Verkeer en Verkeer - Verblijfsgebied

In het plangebied komen 2 typen wegen voor; de gebiedsontsluitingswegen en de erftoegangswegen. De gebiedsontsluitingswegen hebben de bestemming 'Verkeer' gekregen. Deze wegen zijn van belang voor de bereikbaarheid van de stad. Alle overige wegen zijn erftoegangswegen. Deze erftoegangswegen hebben de bestemming 'Verkeer - Verblijfsgebied' gekregen.

Binnen deze bestemmingen mogen enkel nutsvoorzieningen en andere bouwwerken zoals palen, masten en verlichtingselementen worden gerealiseerd evenals geluidwerende voorzieningen.

Langs een aantal wegen is de aanduiding 'specifieke vorm van groen - belangrijke lijnbeplanting' (sg-blb) opgenomen. Ter plaatse van deze aanduiding dient beplanting aanwezig te zijn. Bestaande beplanting moet worden gehandhaafd of nieuwe beplanting moet worden aangelegd, ongeveer ter plaatse van de betreffende aanduiding. Deze lijnbeplanting is van belang voor de ecologie en/of als belangrijke structuurlijn. De beplanting mag worden verplaatst of gekapt en nieuw aangeplant. Bijvoorbeeld wanneer dit nodig is bij herinrichting van het openbaar gebied. Voor het kappen gelden de betreffende regels uit de APV die ook zijn opgenomen in de regels van dit bestemmingsplan (41.7 overige zone - APV omgevingsvergunning voor het vellen van een houtopstand) . Er dient altijd rekening te worden gehouden met de benodigde standplaats voor de beplanting.

Ook is op een enkele locatie de aanduiding 'parkeergarage' opgenomen. Hier is een gebouwde parkeergarage toegestaan.

Terrassen zijn toegestaan binnen de bestemming 'Verkeer - Verblijfsgebied' wanneer de gronden grenzen aan en behoren bij een horecabedrijf waarvoor vergunning is verleend. En de terrassen moeten voldoen aan de voorwaarden uit het terrassenbeleid.

Voor markten en standplaatsen is een aanduiding opgenomen op de locaties waar deze momenteel al zijn toegestaan. Met een planologische procedure voor het afwijken van het bestemmingsplan kunnen binnen de bestemming 'Verkeer - Verblijfsgebied' markten en standplaatsen worden toegestaan op een locatie waar geen aanduiding voor markten en standplaatsen [svd-ms] is opgenomen. Bij de afweging over het verlenen van een vergunning als deze, worden de beleidsregels voor Standplaatsvergunningen Amersfoort gebruikt zoals die gelden op het moment waarop de aanvraag omgevingsvergunning wordt ingediend.

afbeelding "i_NL.IMRO.0307.BP00129-0301_0015.jpg"

Voorbeeld bestemming 'Verkeer' (donkergrijs) en 'Verkeer-Verblijfsgebied' (lichtgrijs)

3.2.1.14 Verkeer - railverkeer

De bestemming 'Verkeer - Railverkeer' is gegeven aan de gronden ter plaatse van de spoorlijn 'Kersenbaan'. Binnen deze bestemmingen mogen enkel nutsvoorzieningen en andere bouwwerken zoals palen, masten en verlichtingselementen worden gerealiseerd evenals geluidwerende voorzieningen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0307.BP00129-0301_0016.jpg"

Voorbeeld bestemming 'Verkeer - Railverkeer' (donkergrijs)

3.2.1.15 Water

De watergangen in het plangebied hebben de bestemming 'Water' gekregen.

Voor het innemen van een ligplaats is een omgevingsvergunning nodig die op het moment van aanvragen wordt getoetst aan de op dat moment geldende Algemene Plaatselijke Verordening.

Met een planologische procedure (afwijken van het bestemmingsplan) kunnen watergangen en -partijen worden verlegd maar daarbij moet de oppervlakte van het water gelijk blijven.Voordat wordt meegewerkt aan het verleggen van watergangen en -partijen, wordt advies gevraagd aan de beheerder van het water (dat kan de gemeente zijn of het Waterschap Vallei en Veluwe).

afbeelding "i_NL.IMRO.0307.BP00129-0301_0017.jpg"

Voorbeeld bestemming 'Water' (blauw)

3.2.1.16 Wonen

In het plangebied komen 5 woonbestemmingen voor. Deze woonbestemmingen worden voor alle bestemmingsplannen gebruikt zodat een eenduidige bestemmingsregeling ontstaat voor de woningen in Amersfoort.

  • Wonen: garageboxen en woonwagenstandplaatsen hebben de bestemming 'Wonen'. Ze hebben op de verbeelding binnen de bestemming ieder een eigen aanduiding. Op de verbeelding is ter plaatse van de aanduiding 'woonwagenstandplaats' aangegeven hoeveel woonwagens er maximaal mogen staan. Bij woonwagens mogen, binnen de bestemmingsgrens, bijbehorende bouwwerken worden gebouwd.
  • Wonen-1: de bestemming 'Wonen - 1' is gegeven aan de aaneengesloten woningen. Op de verbeelding ligt het bouwvlak bij deze bestemming steeds om een rij woningen. Daar binnen zijn de woningen toegestaan, waarbij voldaan moet worden aan een aantal regels. Daar buiten, maar binnen de bestemmingsgrens, mogen de bijbehorende bouwwerken worden gebouwd, waarbij ook weer voldaan moet worden aan een aantal regels.
  • Wonen-2: de bestemming 'Wonen - 2' is gegeven aan de twee-onder-één-kap-woningen. Op de verbeelding ligt het bouwvlak bij deze bestemming steeds om een blok van twee woningen. Daar binnen zijn de woningen toegestaan, waarbij voldaan moet worden aan een aantal regels. Daar buiten, maar binnen de bestemmingsgrens, mogen de bijbehorende bouwwerken worden gerealiseerd, waarbij ook weer voldaan moet worden aan een aantal regels.
  • Wonen-3: de bestemming 'Wonen - 3' is gegeven aan de vrijstaande woningen. Op de verbeelding ligt het bouwvlak bij deze bestemming om één woning. Daar binnen is de woning toegestaan, waarbij voldaan moet worden aan een aantal regels. Daar buiten, maar binnen de bestemmingsgrens, mogen de bijbehorende bouwwerken worden gerealiseerd, waarbij ook weer voldaan moet worden aan een aantal regels.
  • Wonen-4: de bestemming 'Wonen - 4' is gegeven aan de gestapelde woningen. Op de verbeelding ligt het bouwvlak bij deze bestemming om het gebouw. Daar binnen is de bebouwing voor gestapelde woningen toegestaan, waarbij voldaan moet worden aan een aantal regels. Buiten het bouwvlak maar binnen de bestemming mogen alleen bijbehorende bouwwerken worden gerealiseerd. In de aangrenzende bestemming 'Tuin' mogen bijbehorende bouwwerken worden gerealiseerd volgens de regels van het vergunningvrij bouwen (Besluit omgevingsrecht, bijlage II, hoofdstuk II, artikel 2).

In alle woonbestemmingen is een regeling opgenomen voor beroepen en bedrijven aan huis. Deze regeling biedt de mogelijkheid om onder bepaalde voorwaarden een beroep of bedrijf aan huis uit te oefenen.

Met een planologische procedure (afwijken van het bestemmingsplan) kan een woning, onder voorwaarden gebruikt worden voor kamergewijze verhuur.

En enkele locaties hebben een aanduiding gekregen bijvoorbeeld ten behoeve van gemengde doeleinden, kantoren, of maatschappelijke voorzieningen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0307.BP00129-0301_0018.jpg"

Voorbeeld bestemming 'Wonen' (geel)

3.2.1.17 Leiding - gas (dubbelbestemming)

In het plangebied ligt in Schuilenburg langs de Hogeweg een ondergrondse hoge druk gastransportleiding met een belemmeringsstrook van 4 meter ter weerszijden van de hartlijn van de leiding. Dit betekent dat ter plaatse van deze strook niet mag worden gebouwd en ook mogen geen grondwerkzaamheden worden uitgevoerd. Wanneer dit toch wenselijk is dan kan onder voorwaarden met een planologische procedure (afwijken van het bestemmingsplan) van deze verboden worden afgeweken.

afbeelding "i_NL.IMRO.0307.BP00129-0301_0019.jpg" afbeelding "i_NL.IMRO.0307.BP00129-0301_0020.jpg"

Op de linker afbeelding is de locatie van de gasleiding te zien. Op de digitale verbeelding heeft een gasleiding een stippelarcering, zoals te zien is op de rechter afbeelding.

3.2.1.18 Leiding - riool (dubbelbestemming)
afbeelding "i_NL.IMRO.0307.BP00129-0301_0021.png"  
Tussen de Ringweg Randenbroek en het Valleikanaal ligt een rioolwaterpersleiding. De gronden boven de leiding hebben een dubbelbestemming Leiding - Riool en zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het transport van rioolwater door een rioolpersleiding. Dit betekent dat ter plaatse van deze strook niet mag worden gebouwd. Wanneer dit toch wenselijk is dan kan onder voorwaarden met een planologische procedure (afwijken van het bestemmingsplan) van dit verbod worden afgeweken.














afbeelding "i_NL.IMRO.0307.BP00129-0301_0022.png"

Op de digitale verbeelding heeft een rioolwaterpersleiding een stippelarcering zoals hierboven is te zien.  

3.2.1.19 Waarde - Archeologie (dubbelbestemming)

In het voorliggende plangebied komen vier soorten archeologische waarden voor. Gebieden waarvan het bekend is dat er archelogische waarden aanwezig zijn hebben de dubbelbestemming Waarde - Archeologie categorie 1. Dan zijn er 3 soorten gebieden waar archeologische waarden worden verwacht; gebieden met hoge verwachtingswaarden (Waarde - Archeologie categorie 2), gebieden met middelhoge verwachtingswaarden (Waarde - Archeologie categorie 3) en gebieden met lage verwachtingswaarden (Waarde - Archeologie categorie 4).

Bouwen en/of slopen en/of het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden, ten behoeve van de andere daar voorkomende bestemming(en), is uitsluitend toegestaan - al dan niet onder bepaalde voorwaarden - nadat overleg heeft plaatsgevonden met een gemeentelijk archeoloog en/of nadat er een archeologisch onderzoekrapport is opgesteld.

3.2.1.20 Waarde - Gemeentelijk stadsgezicht (dubbelbestemming)

Voor de gemeentelijk beschermde stadsgezichten in het plangebied is een dubbelbestemming opgenomen Waarde - Gemeentelijk stadsgezicht. Een dubbelbestemming doet recht aan het feit dat deze gebieden te beschermen waarden hebben waarmee rekening gehouden moet worden bij wijzigingen in het gebied. In de regels van de dubbelbestemming is aangegeven wat de te beschermen waarden van het stadsgezicht zijn waarmee rekening moet worden gehouden. Een uitgebreidere beschrijving van deze gebieden is opgenomen in bijlage 7 Planbeschrijving.

De gemeentelijk beschermde stadsgezichten bevinden zich rond de volgende gebieden:

  • Gebied rond de Graaf Hendriklaan
  • Gebied rond de Röntgenstraat
  • Gebied rond de Hobbemastraat
  • Gebied rond de Lombokstraat
  • Gebied rond de Sumatrastraat
  • Gebied rond de Van Miereveldstraat
  • Gebied rond het Van Ostadeplein

3.2.1.21 Waarde - Natuur (dubbelbestemming)

Het gebied Nimmerdor heeft een dubbelbestemming Waarde - Natuur. Deze dubbelbestemming geeft aan dat het van belang is om de ter plaatse voorkomende landschappelijke, cultuurhistorische en natuurwaarden zo goed mogelijk te behouden, herstellen en/of te ontwikkelen.

Bouwen ter plaatse van de dubbelbestemming is niet toegestaan. Onder voorwaarden kan het college van burgemeester en wethouders van dit verbod afwijken.

Ook is voor bepaalde werkzaamheden een vergunning nodig. Dit geldt niet voor het herstellen van de lanenstructuur (volgens het 'Lanenherstelplan Nimmerdor 2015-2035').

3.2.1.22 Wrozone - Wijzigingsgebied (gebiedsaanduiding)

Voor de locatie Kamerlingh Onnesstraat 1-3 is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen (45.1 Wetgevingszone - wijzigingsgebied (A)) om onder voorwaarden de bestemming te wijzigen ten behoeve van woningbouw.

Voor de locatie Robert Kochstraat 4-6 is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen (45.2 Wetgevingszone - wijzigingsgebied (B)) om onder voorwaarden de bestemming te wijzigen in maatschappelijke doeleinden in combinatie met woningen.

3.2.2 Uitleg van de algemene regels

In hoofdstuk 3 van de regels, zijn de algemene regels opgenomen. Deze regels gelden voor het hele plangebied van het Chw bestemmingsplan of voor delen van dit plangebied. Het gaat bijvoorbeeld om aanduidingsregels (artikel 41 Algemene aanduidingsregels) waarmee een specifiek gebied wordt aangeduid waar regels voor gelden (bijvoorbeeld een ecologische verbindingszone maar ook gebieden uit de Welstandsnota waarvoor criteria gelden). Ook zijn er algemene bouwregels (artikel 42 Algemene bouwregels), afwijkingsregels (artikel 44 Algemene afwijkingsregels) en wijzigingsregels (artikel 45 Algemene wijzigingsregels).

In het Chw bestemmingsplan is ook een aantal regels uit de Algemene Plaatselijke Verordening opgenomen. Deze zijn te vinden in de aanduidingsregels onder overig APV ( zie 41.4, 41.5, 41.6). Dit zelfde geldt voor het kappen van bomen (artikel 41.7 en de geluidsnota van Amersfoort (artikel 41.8)
 

3.3 Belangrijkste wijzigingen

3.3.1 Gemengde bestemming op winkelgebied Leusderweg en noordelijk deel Utrechtseweg

In het winkelgebied aan de Leusderweg en het noordelijk deel van de Utrechtseweg komen verschillende functies voor. Om dit gebied aantrekkelijk te houden voor bezoekers en voor ondernemers hebben we er voor gekozen om de verschillende functies niet specifiek te bestemmen maar de bestemming 'Gemengd- 2' op te nemen. Hiermee wordt flexibiliteit aangebracht in de regels. In een pand waar op dit moment een bedrijf zit kan, wanneer dit bedrijf vertrekt, zonder planologische procedure een winkel of een maatschappelijke voorziening komen (met uitzondering van onderwijs- en opvangvoorzieningen).

afbeelding "i_NL.IMRO.0307.BP00129-0301_0023.jpg"  afbeelding "i_NL.IMRO.0307.BP00129-0301_0024.jpg"

3.3.2 Groen

We nemen 2 verschillende groenbestemmingen met verschillende gebruiksmogelijkheden op ( artikel 14 Groen - Stadsgroen en artikel 13 Groen - Buurtgroen). Hiermee sluiten we aan bij de onderverdeling van het groen in de Groenstructuurkaart waar op dit moment aan wordt gewerkt op basis van de Groen-Blauwe Structuur, groene bestemmingen en de STEK (stedelijke ecologiekaart). De Groenstructuurkaart is een uitwerking van één van de projecten uit de Toekomstagenda Milieu.

In voorliggend Chw bestemmingsplan sluiten we dus aan bij de indeling uit de Groenstructuurkaart met het verschil dat we naast Stadsgroen (de hoofdgroenstructuur), wijk- en buurtgroen samenvatten tot Buurtgroen.

In het Buurtgroen zijn onder voorwaarden buurtinitiatieven mogelijk. Hiermee wordt aangesloten bij 'Consultatieformulier raadsvoorstel Groenvisie Amersfoort 2030' waarin staat dat zelfbeheer in vele vormen mogelijk is in de openbare ruimte, met name in het groen, en dat het belangrijk is om deze mogelijkheden te behouden. Groen heeft een relatie met gezondheid vanwege het feit dat groen aanzet tot bewegen en spelen en zo het ontstaan en de verergering van overgewicht en obesitas tegengaat, evenals de hiermee samenhangende ziekten als diabetes en hart- en vaatziekten. Bovendien draagt groen bij aan het herstel van stress en aandachtsmoeheid en gaat zo het ontstaan van chronische stress tegen. Daarnaast kan groen een bijdrage leveren aan waterberging en verkoeling in de stad.

Groen - Stadsgroen: Is van belang voor de stad. Moet groen blijven.

Groen - Buurtgroen: wijk en buurt groen. Is van belang voor de wijk en buurt. Hier zijn wat meer mogelijkheden voor gebruik, bijvoorbeeld voor buurtinitiatieven zoals moestuintjes voor de bewoners van de betreffende buurt. Dit laatste is mogelijk via een melding 13.5 Melding gebruik groen.

Ook wordt er in de verkeersbestemmingen (artikel 22 Verkeer en artikel 24 Verkeer - Verblijfsgebied) een aanduiding opgenomen 'belangrijke lijnbeplanting' (blb). Ongeveer ter plaatse van deze aanduiding is behoud en ontwikkeling van deze lijn uitgangspunt in verband met het belang voor de ecologie en als belangrijke structuurlijn. Bij eventuele herinrichting van het openbaar gebied dient rekening te worden gehouden met de benodigde groeiplaats voor de bestaande en/of nieuwe bomen en onderbeplanting.

Reden wijziging:

De wijziging sluit aan bij het 'Consultatieformulier raadsvoorstel Groenvisie Amersfoort 2030'. De wijziging draagt eveneens bij aan de aandacht voor gezondheid, bewegen, spelen, klimaat en de beleving van de woonomgeving.

En als laatste draagt de aanduiding 'Belangrijke lijnbeplanting' bij aan flexibilisering. Deze aanduiding geeft aan dat ongeveer ter plaatse van de aanduiding bomenrijen aanwezig moeten zijn langs wegen. Deze bomenrijen zijn van belang voor de ecologie en/of als beeldbepalende structuurlijn. Tot nu toe werden deze bomenrijen meestal vastgelegd met de bestemming 'Groen'. Daarmee was er geen flexibiliteit bij eventuele herinrichting van het openbaar gebied omdat daarvoor een planologische procedure nodig was. Met de nu ingevoerde aanduiding ligt de exacte plek van de bomenrijen niet vast. Wel wordt specifiek aangegeven dat ter plaatse van de aanduiding belangrijke lijnbeplanting uitgangspunt is. En ook ter plaatse van deze aanduiding blijven de regels uit de APV ten aanzien van het kappen van bomen gelden.

3.3.3 Klimaat - ontstenen

In de regels (48.1 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden algemeen ) is opgenomen dat percelen niet onbeperkt mogen worden verhard met niet waterdoorlatende verharding. Dit draagt bij aan het voorkomen van wateroverlast bij regenval en verminderen van hittestress.

Reden wijziging:

De wijziging is gebaseerd op Operatie Steenbreek waar de gemeente aan deel neemt. De regeling draagt bij aan het voorkomen van wateroverlast en hittestress. De stortregens die steeds vaker voorkomen en het bestraten van de tuin is geen goede combinatie. Het water stroomt direct het riool in en draagt bij aan overstromingen, maar ook de planten komen vaker droog te staan. Operatie Steenbreek promoot de tegels uit de tuin en het groen er in waardoor je wateroverlast en hittestress voorkomt. Dit is nu ook opgenomen in de regels van het bestemmingsplan omdat het van belang is dat het water op een goede manier kan worden afgevoerd en om een bijdrage te leveren aan het voorkomen van hittestress.

3.3.4 Toevoegen horeca

Volgens het horecabeleid zijn nieuwe horecavestigingen toegestaan op plekken waar voldoende functiemenging is. Dit is het geval in de wijk- en buurtwinkelcentra. We willen de maximaal toegestane bruto vloeroppervlakte niet bij recht verhogen omdat er een afwegingskader wenselijk is voor het toevoegen van horeca. Zo mogen omliggende bedrijven niet worden beperkt in de bedrijfsvoering, er mogen geen onevenredig nadelige gevolgen optreden voor woningen in de directe omgeving, er moet voorzien worden in voldoende parkeergelegenheid zoals vastgelegd in de Nota Parkeernormen zoals die geldt ten tijde van de ontvangst van de aanvraag, en er mag geen sprake zijn van enige milieutechnische belemmering. Het toevoegen van horeca is opgenomen in artikel 9.4.1 Horeca toevoegen.

3.3.5 Faseren onderzoeksplicht tot moment vergunningverlening

In het plan zijn 2 wijzigingsbevoegdheden opgenomen om de bestemming van deze locaties te kunnen wijzigen. Daarbij moet aan een aantal randvoorwaarden worden voldaan moet worden bij wijziging. Eén van deze randvoorwaarden is dat voldaan wordt aan de eisen vanuit de Wet geluidhinder. Dit gebeurt bij de vergunningverlening en niet in het kader van voorliggend Chw bestemmingsplan. Op dat moment moet uit een akoestisch onderzoek blijken dat voldaan kan worden aan deze eisen.

3.3.6 Opnemen regels over welstand

Met gebiedsaanduidingen zijn de welstandsgebieden uit de welstandsnota aangegeven. Hiermee zijn deze regels makkelijker vindbaar. In de betreffende regels is opgenomen dat bij toetsing te allen tijde gebruik dient te worden gemaakt van de op het moment van indienen van de aanvraag geldende regels uit de betreffende verordening.

3.3.7 Opnemen regels uit verordeningen en APV

In het Chw bestemmingsplan is een aantal regels uit verordeningen opgenomen die gaan over de fysieke leefomgeving. Hiermee willen we bereiken dat gebruikers de regels kunnen vinden op één plek. In deze pilot is in de meeste gevallen gekozen voor het opnemen van een link naar de betreffende verordening. Meer informatie is te lezen in 1.3.3.2 Verordeningen en beleidsregels integreren in Chw bestemmingsplan.

In de betreffende regels is opgenomen dat bij toetsing te allen tijde gebruik dient te worden gemaakt van de op het moment van indienen van de aanvraag geldende regels uit de betreffende verordening. In paragraaf 3.3.16 zijn de regels opgesomd waarin verordeningen en beleidsregels zijn opgenomen.

3.3.8 Opschonen begripsbepalingen

Een groot aantal begrippen is verwijderd uit artikel 1 van de regels. De begrippen die zijn verwijderd waren niet (meer) nodig omdat het om algemeen bekende woorden ging. De begrippen die zijn behouden vragen meer uitleg.

3.3.9 Bestemming Water

In overleg met het waterschap heeft al het water in het plangebied de bestemming 'Water' gekregen. In de vorige bestemmingsplannen had alleen het primair water (water dat in beheer is bij het waterschap) de bestemming 'Water'. Al het overige water was met een aanduiding opgenomen in de bestemming 'Groen'. In het Chw bestemmingsplan heeft dus al het water de bestemming 'Water' waardoor een duidelijker kaartbeeld ontstaat.

3.3.10 Aanduidingen uit bestemming sport gehaald

In de vorige bestemmingsplannen had elke sportbestemming een specifieke aanduiding voor de soort sport, bijvoorbeeld voetbal, tennis etcetera. Deze specifieke aanduiding hebben we niet meer opgenomen. Elke sportvoorziening heeft nu de bestemming 'Sport' gekregen.

3.3.11 Spoorhuisje Woestijgerweg/Leusderweg 26

De gemeente Amersfoort heeft een perceel aan de Woestijgerweg in bezit dat zij graag aan de markt wil aanbieden als bouwgrond voor een bescheiden vrijstaande eengezinswoning. De huidige bestemming van de locatie is 'Gemengde doeleinden -2' en dateert nog uit de tijd, dat de locatie als wachtpost voor het spoor in gebruik was. In deze bestemming is een flinke bouwmogelijkheid voor de uitbreiding van het aanwezige spoorwachtershuis opgenomen. Het perceel maakt deel uit van een voormalige werklocatie van de Nederlandse Spoorwegen. De locatie is in onbruik geraakt. Aan de Leusderweg is de voormalige dienstwoning van de spoorwachter behouden gebleven.

De gemeente is voornemens het perceel voor zelfbouw aan te bieden, waarbij het schetsontwerp van OOKarchitecten van 3 februari 2017 als kader stellend wordt beschouwd. Dit schetsontwerp verbeeld tevens de beeldkwaliteitscriteria, die de gemeente aan de bouwkundige invulling van deze locatie stelt. Daarnaast wordt met de koper nadere eisen t.a.v. de terreininrichting vastgelegd, om de weelderig groene uitstraling van het ensemble te waarborgen.

De ruimtelijke onderbouwing - welke als bijlage 13 is opgenomen bij de toelichting - voldoet aan de vereisten van een veilige en gezonde fysieke leefomgeving en gaat vergezeld van 4 bijlagen bij de toelichting:

  • 1. Schetsontwerp (bijlage 14)
  • 2. Terreinindeling (bijlage 15)
  • 3. Geluidsonderzoek (bijlage 16)
  • 4. Bodemonderzoek (bijlage 17)
3.3.12 Juliettestraat 44

Om de parkeerplaatsen op het terrein van de Juliettestraat 44 beter bereikbaar te maken is door de eigenaar van het perceel aan de westzijde een strook grond gekocht van de gemeente. Hier kan een smalle weg worden aangelegd om auto's die op zoek zijn naar een parkeerplek op het perceel, de mogelijkheid te bieden rond het gebouw te rijden. In de huidige situatie moeten auto's wanneer er geen parkeerplek meer vrij is, achteruit het terrein weer verlaten. Dit weerhoudt bezoekers er van om een parkeerplek op het perceel te zoeken waardoor de parkeerdruk in de omgeving toe neemt.

Met de wijziging wordt de parkeersituatie op het perceel verbeterd en dit zal ook een verbetering van de parkeerdruk in de omgeving betekenen.

Ook is de bestemming van het perceel aangepast. In artikel 17 Maatschappelijk is in lid 1 onder g een specifieke omschrijving opgenomen van de gebruiksmogelijkheden van dit perceel.

3.3.13 Bachweg 12-40

Voor deze locatie loopt momenteel een afzonderlijke bestemmingsplanprocedure. Om verwarring te voorkomen wordt deze locatie in dit Chw bestemmingsplan als 'witte vlek' opgenomen. Bij de vaststelling van dit Chw bestemmingsplan wordt dan het uiteindelijke plan voor deze locatie ook in dit bestemmingsplan opgenomen.

3.3.14 De Geer

Voor deze locatie loopt momenteel een afzonderlijke bestemmingsplanprocedure. Om verwarring te voorkomen wordt deze locatie in dit Chw bestemmingsplan als 'witte vlek' opgenomen. Bij de vaststelling van dit Chw bestemmingsplan wordt dan het uiteindelijke plan voor deze locatie ook in dit bestemmingsplan opgenomen.

3.3.15 Everard Meysterweg 52-58

De bestemming voor deze locatie is gewijzigd van 'Detailhandel' naar 'Gemengd - 2' omdat hier niet alleen detailhandel is gevestigd maar ook een rijschool, een beautysalon en een makelaarskantoor. Op de verdiepingen wordt gewoond.

3.3.16 Regels waarin verordeningen en beleidsregels zijn verwerkt

In paragraaf 1.3.3.2 is beschreven welke verordeningen en beleidsregels in voorliggende Chw bestemmingsplan worden geintegreerd. In deze paragraaf worden de regels opgesomd waarin verordeningen en beleidsregels zijn verwerkt.

De manier van verwerken van een verordening- of beleidsregel is als volgt. Als een regel algemeen van aard is en veelvuldig wordt gebruikt en bovendien qua tekst niet te omvangrijk is dan is ervoor gekozen om de tekst integraal op te nemen in de regel. Als de regel echter minder algemeen toepasbaar is en een veelomvattende tekst bevat dan is ervoor gekozen om een link op te nemen in de regel.

A. Verordening en beleidsregels zijn verwerkt in de volgende bestemmingsregels:

In de bestemming Bedrijf zijn in artikel 3.2.3, 3.3.3 regels met betrekking tot welstand opgenomen o.a. reclame;

In de bestemming Cultuur en ontspanning zijn in artikelen 6.2.2 en 6.2.3 regels met betrekking tot welstand opgenomen o.a. reclame;

In de bestemming Detailhandel zijn in artikelen 7.2.2 en 7.2.3 regels met betrekking tot welstand opgenomen o.a. reclame;

In de bestemming Gemengd- 1 zijn in artikelen 8.2.2 en 8.2.3 regels met betrekking tot welstand opgenomen o.a. reclame;

In de bestemming Gemengd- 2 zijn in artikelen 9.2.2 en 9.2.3 regels met betrekking tot welstand opgenomen o.a. reclame;

In de bestemming Gemengd- 3 zijn in artikelen 10.2.2 en 10.2.3 regels met betrekking tot welstand opgenomen o.a. reclame;

In de bestemming Horeca zijn in artikelen 13.2.2 en 13.2.3 regels met betrekking tot welstand opgenomen o.a. reclame;

In de bestemming Kantoor zijn in artikelen 14.2.2 en 14.2.3 regels met betrekking tot welstand opgenomen o.a. reclame;

In de bestemming Maatschappelijk zijn in artikelen 15.2.2 en 15.2.3 regels met betrekking tot welstand opgenomen o.a. reclame;

In de bestemming Recreatie zijn in artikelen 16.2.3 en 16.2.4 regels met betrekking tot welstand opgenomen o.a. reclame;

In de bestemming Sport zijn in artikelen 17.2.2 en 17.2.3 regels met betrekking tot welstand opgenomen o.a. reclame;

In de bestemming Verkeer-Verblijfsgebied is in artikel 22.1 sub j een regel opgenomen waarin wordt bepaald dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - markten en standplaatsen [sdh-ms] markten en standplaatsen zijn toegestaan overeenkomstig de op het moment van indienen van de omgevingsvergunning geldende beleidsregels Standplaatsvergunningen Amersfoort;
in artikel 22 lid 1 sub m is voorts een regel opgenomen dat bepaald dat terrassen zijn toegestaan mits deze grenzen aan en behoren bij een horecabedrijf waarvoor vergunning is verleend en de terrassen voldoen aan de voorwaarden uit het terrassenbeleid zoals dit geldt op het moment van indienen van de aanvraag omgevingsvergunning;

In de bestemming Water is in artikel 23.3 een gebruiksregel opgenomen waarin wordt geregeld dat het innemen van een ligplaats voor recreatievaartuigen toegestaan is overeenkomstig de daartoe geregelde bepalingen uit de Algemene Plaatselijke Verordening;

In de bestemming Wonen- 1 is in artikelen 25.5.2 een regel opgenomen dat regelt dat burgemeester en wethouders bij een omgevingsvergunning kunnen afwijken van het bepaalde in artikel 25.1 voor het gebruiken van een woning voor kamergewijze verhuur, waarbij voldaan moet worden aan de 'beleidsregels kamerverhuur gemeente Amersfoort' zoals die geldt ten tijde van de ontvangst van de aanvraag;

In de bestemming Wonen- 2 is in artikelen 26.5.2 een regel opgenomen dat regelt dat burgemeester en wethouders bij een omgevingsvergunning kunnen afwijken van het bepaalde in artikel 26.1 voor het gebruiken van een woning voor kamergewijze verhuur, waarbij voldaan moet worden aan de 'beleidsregels kamerverhuur gemeente Amersfoort' zoals die geldt ten tijde van de ontvangst van de aanvraag;
In de bestemming Wonen- 3 is in artikelen 27.5.2 een regel opgenomen dat regelt dat burgemeester en wethouders bij een omgevingsvergunning kunnen afwijken van het bepaalde in artikel 27.1 voor het gebruiken van een woning voor kamergewijze verhuur, waarbij voldaan moet worden aan de 'beleidsregels kamerverhuur gemeente Amersfoort' zoals die geldt ten tijde van de ontvangst van de aanvraag;

In de bestemming Wonen- 4 is in artikelen 28.5.2 een regel opgenomen dat regelt dat burgemeester en wethouders bij een omgevingsvergunning kunnen afwijken van het bepaalde in artikel 28.1 voor het gebruiken van een woning voor kamergewijze verhuur, waarbij voldaan moet worden aan de 'beleidsregels kamerverhuur gemeente Amersfoort' zoals die geldt ten tijde van de ontvangst van de aanvraag;

In de bestemming Woongebied is in artikel 29.4.2 een regel opgenomen dat regelt dat burgemeester en wethouders bij een omgevingsvergunning kunnen afwijken van het bepaalde in artikel 29.1 voor het gebruiken van een woning voor kamergewijze verhuur, waarbij voldaan moet worden aan de 'beleidsregels kamerverhuur gemeente Amersfoort' zoals die geldt ten tijde van de ontvangst van de aanvraag;

B. Welstandscriteria zijn verwerkt in de volgende algemene gebiedsaanduidingsregels:

In artikel 41.1 is een regel opgenomen over 'Welstand Criteria voor kleine bouwwerken';

In artikel 40.8 is een gebiedsaanduiding opgenomen voor 'Welstand Bebouwing langs oude linten';

In artikel 40.9 is een gebiedsaanduiding opgenomen voor 'Welstand Stadsuitleg eind 19e en begin 20e eeuw';

In artikel 40.10 is een gebiedsaanduiding opgenomen voor 'Welstand Tuinstedelijke bebouwing';

In artikel 40.11 is een gebiedsaanduiding opgenomen voor 'Welstand Wederopbouw in Bloembladconcept';

In artikel 40.12 is een gebiedsaanduiding opgenomen voor 'Welstand Groeistad';

In artikel 40.13 is een gebiedsaanduiding opgenomen voor 'Welstand van Groeistad naar Vinex';

In artikel 40.14 is een gebiedsaanduiding opgenomen voor 'Welstand Cityvorming';

In artikel 40.15 is een gebiedsaanduiding opgenomen voor 'Welstand Stedelijk Groen';

C. In Overige regels zijn bepalingen uit de APV en de Geluidsnota (beleidsregel) geregeld:

In artikel 40.3 zijn de regels uit de APV rondom de melding voor het maken of veranderen van een in- en/of uitrit opgenomen;
In artikel 40.4 zijn de regels uit de APV rondom het ten gehore brengen van onversterkte muziek binnen inrichtingen opgenomen;

In artikel 40.5 zijn de regels uit de APV opgenomen voor overig geluidhinder buiten een inrichting waarbij B&W wel een ontheffing kunnen verlenen;

In artikel 40.6 zijn de regels uit de APV opgenomen dat voor het vellen van een houtopstand een omgevingsvergunning benodigd is;

In artikel 40.7 is tot slot geregeld bij de beoordeling van omgevingsvergunningen voor het (ver)bouwen en/of het wijzigen van functies, ook getoetst aan de eisen uit de Geluidsnota zoals die geldt ten tijde van de ontvangst van de aanvraag.

3.3.17 Kruispunt Leusderweg Van Campenstraat

Ten behoeve van het verbeteren van de verkeersveiligheid en doorstroming op het kruispunt Leusderweg Van Campenstraat wordt het kruispunt opnieuw ingericht. Om meer opstelruimte voor fietsers te bieden moet het kruispunt worden vergroot wat ten koste gaat van andere ruimte. In dit specifieke geval komt er een klein gedeelte van de groenbestemming te vervallen en krijgt deze de bestemming Verkeer-Verblijfsgebied (trottoir).

Hoofdstuk 4 Beleidskaders en planbeschrijving

4.1 Inleiding

Gezondheid is een aspect dat onder de Omgevingswet en in het Chw bestemmingsplan extra aandacht krijgt, vandaar dat dit hieronder uitgebreid wordt beschreven. Het overige relevante beleid is opgenomen in bijlage 5 Beleid en bijlage 8 Omgevingsaspecten.

Ook de beschrijving van het plangebied aan de hand van de historische elementen, de stedenbouwkundige structuur, de verkeersstructuur en de groenstructuur is te vinden in de bijlagen (bijlage 7 Planbeschrijving) bij deze toelichting.

4.2 Gezondheid

De leefomgeving waarin mensen wonen, werken en leven heeft invloed op hun gezondheid. In de Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2014 van het RIVM is berekend dat in Nederland gemiddeld bijna 6 procent van de ziektelast toe te schrijven is aan milieufactoren. Hiermee is milieu, na roken, een van de belangrijke determinanten die bijdragen aan de ziektelast (zie onderstaande figuur).

afbeelding "i_NL.IMRO.0307.BP00129-0301_0025.png"


Fijn stof en geluidsbelasting leveren de grootste bijdrage aan de ziektelast door milieufactoren (zie onderstaande figuur). Vrijwel overal in Nederland wordt aan de normen voor fijn stof en stikstofdioxide voldaan, maar het grootste deel van de ziektelast door deze stoffen is toe te schrijven aan blootstelling aan concentraties die onder de huidige normen liggen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0307.BP00129-0301_0026.png"

Milieu gerelateerde ziektelast in Nederland, percentage van de ziektelast in DALY's (Disability-adjusted-life-years; generieke maat voor de totale last die ontstaat door ziektes). Bron Volksgezondheid Toekomst Verkenning (VTV) 2014,RIVM.

Naast het beperken van de druk op de gezondheid door diverse omgevingsfactoren, zoals luchtverontreiniging of geluid, is het tevens belangrijk om aandacht te hebben voor de positieve invloed die de omgeving kan hebben op de gezondheid. Dit kan door bij de leefomgeving rekening te houden met verschillende thema's en belangen, zoals gezonde mobiliteit, natuur, groen en water, sport en spelen, openbare ruimte, milieukwaliteit, en binnenmilieu. Kwetsbare groepen zoals kinderen, ouderen en mensen met een lage sociaal-economische status (SES) hebben daarbij vanwege hun kwetsbaarheid extra aandacht nodig.

Gezondheid en de Omgevingswet

De mogelijkheden om via de leefomgeving de gezondheid van mensen te verbeteren zijn groter dan men denkt. Het gaat daarbij over het nadrukkelijk en op een slimme manier rekening houden met gezondheid bij de inrichting van de leefomgeving, door gezondheid naar de voorkant van het proces te halen.

De Omgevingswet is erop gericht om een veilige en gezonde fysieke leefomgeving te bereiken en ondersteunt een gebiedsgerichte aanpak bij de inrichting van de leefomgeving. Daarbij wordt een innovatieve aanpak van de opgaven voor de leefomgeving nagestreefd. De toenemende integraliteit die bij de invoering van de Omgevingswet ook wettelijk wordt vastgelegd, biedt meer afwegingsruimte voor gemeenten om hun eigen ambities te bepalen voor een gezonde leefomgeving.

4.2.1 Ambitie

De Amersfoortse gezondheidsambitie met betrekking tot de leefomgeving, is er op gericht om de basis op orde te houden door het terugdringen van de milieulast (gezondheidsbescherming). Daarnaast investeren we in een integrale aanpak voor een inrichting van de fysieke leefomgeving, die mensen uitdaagt zelf te investeren in een betere gezondheid (gezondheidsbevordering). Dit draagt bij aan het terugdringen van gezondheidsverschillen en bevordert de sociale cohesie (gezondheidsbeleving).

Amersfoort wil een stad zijn waar gezondheid, duurzaamheid, een goed leefklimaat en gezond leven voor jong en oud nog meer centraal kunnen staan. Op 23 mei 2017 heeft de raad het Beleidskader lokaal Gezondheidsbeleid Amersfoort 2017-2022 vastgesteld. Dit sluit aan bij de omschrijving van (positieve) gezondheid: 'het vermogen zich aan te passen en een eigen regie te voeren, in het licht van de fysieke, emotionele en sociale uitdagingen van het leven' zoals deze sinds 2012 wordt gehanteerd.
Dit nieuwe gezondheidsconcept staat voor een brede kijk op gezondheid en welbevinden. Hierin wordt gezondheid niet meer als een statische conditie beschouwd, maar als het dynamische vermogen van mensen om zich met veerkracht aan te passen, en zelf regie te voeren over hun welbevinden. Zelfredzaamheid speelt hierin een grote rol. Ook de gemeente Amersfoort wil in haar nieuwe gezondheidsbeleid zoveel mogelijk aansluiten bij het concept van positieve gezondheid.

De ruimtelijke inrichting van de leefomgeving draagt in belangrijke mate bij aan positieve gezondheid. Daarom stelt de gemeente Amersfoort zichzelf de volgende gezondheidsambitie met betrekking tot de leefomgeving:

We realiseren 1) een gezonde leefomgeving voor alle burgers, zowel binnen- als buitenshuis, die 2) uitnodigt tot gezond gedrag, en die 3) positief beleefd wordt en bijdraagt aan een goede (ervaren) gezondheid.

Een dergelijke gezondheidsambitie wordt gerealiseerd door gezondheid vroegtijdig mee te nemen bij de inrichting van de leefomgeving. Hierdoor wordt de meeste gezondheidswinst behaald. Dit kan door in de (nog op te stellen) omgevingsvisie, het omgevingsplan en beleid de volgende drie aspecten op te nemen:

  • 1. Gezondheidsbescherming 
    De druk op de gezondheid door omgevingsfactoren (geluid, lucht, geur, water, bodem, infectierisico en externe veiligheid) zo laag mogelijk proberen te houden, zowel binnen- als buitenshuis. Bij de inrichting van de leefomgeving moet blootstelling aan externe invloeden zo veel mogelijk worden vermeden. Ontwikkelingen moeten voldoen aan wettelijke normen. Maar deze wettelijke normen dragen niet in alle gevallen bij aan het terugdringen van de ziektelast en het beperken van gezondheidsrisico's. Zo treedt bijvoorbeeld voor fijnstof ook onder de wettelijke norm gezondheidsschade op. De ambitie van Amersfoort ten aanzien van luchtkwaliteit (zoals verwoord in de Integrale visie Fijnstof) is het handhaven van de huidige situatie en deze waar mogelijk proberen te verbeteren, in ieder geval verslechtering proberen te voorkomen.
  • 2. Gezondheidsbevordering 
    De omgeving moet uitnodigen tot bewegen, sporten, spelen en ontmoeten. Door bij de inrichting van de leefomgeving rekening te houden met mogelijkheden die tot een gezonde leefstijl (bewegen, spelen, sporten) verleiden en sociaal welbevinden (ontmoeten) bevorderen, wordt gezond gedrag, functioneren, veerkracht en eigen regie van bewoners gestimuleerd en de sociale samenhang en betrokkenheid bij de wijk bevorderd.
  • 3. Gezondheidsbeleving 
    Inwoners moeten de leefomgeving positief kunnen beleven. Belangrijk hierbij is dat bij de inrichting van de leefomgeving rekening wordt gehouden met voldoende en passend groen en 'blauw' (water) met een goede kwaliteit, gezonde, veilige en duurzame woningen en gebouwen, en voldoende en passende voorzieningen voor alle bewoners in de directe woonomgeving.


afbeelding "i_NL.IMRO.0307.BP00129-0301_0027.jpg"

Relatie tussen positieve gezondheid, fysieke leefomgeving, gedrag en perceptie.


Het nastreven van deze ambitie vormt een stimulans om de leefomgeving zodanig in te richten dat gezond gedrag, functioneren, veerkracht en eigen regie worden bevorderd.

Voor bestuurders is het meenemen van gezondheidsaspecten aan de voorkant van beleids- en planontwikkeling belangrijk en waardevol omdat:

  • Een gezonde omgeving de ziektelast vermindert. Hierdoor kan de gemeente ook op zorgkosten besparen;
  • Een gezonde leefomgeving het gebied aantrekkelijk maakt voor bewoners en bedrijven om zich te vestigen;
  • De gemeente op basis van de Wet Publieke Gezondheid verantwoordelijk is voor het uitvoeren van taken die de gezondheid van de bevolking beschermen en bevorderen. Daarnaast is de gemeente vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning verantwoordelijk voor het faciliteren van een zelf- en samenredzame leefomgeving.
4.2.2 Beleid ten aanzien van gezondheid

Om op meerdere vlakken winst te behalen van de investeringen die deze ambities vragen, is het nuttig om aanknopingspunten voor gezondheid te zoeken in andere beleidsplannen. Hieronder volgt een opsomming van de beleidsstukken die betrekking hebben op gezondheid en de speerpunten die hierin worden gesteld.

4.2.2.1 Beleidskader lokaal Gezondheidsbeleid Amersfoort 2017-2022

Het doel van deze gezondheidsnota is: Amersfoort in 2022 gezonder. De focus ligt op inwoners met een lage sociaaleconomische status, dat wil zeggen lage opleiding, laag inkomen en/of laag gekwalificeerd werk. Eén van de kenmerken van gezondheidsbeleid Amersfoort is het handelen en integraal werken vanuit de 5 sporen van 'Gezond In...': Participatie, Preventie & Zorg, Gedrag & Vaardigheden, Fysieke Omgeving en Sociale Omgeving. Daarnaast is opgenomen om meer integraal samen te werken bij de gemeente door meer verbinding met bijvoorbeeld de fysieke leefomgeving en de Omgevingswet. Eens in de vier jaar stelt de gemeente een gezondheidsnota vast, deze gemeentelijke taak staat beschreven in de Wet Publieke Gezondheid.

4.2.2.2 Toekomstagenda Milieu 2014-2020

De Toekomstagenda Milieu 2014-2020 is het overkoepelende milieubeleidskader voor de gemeente Amersfoort. Hierbinnen zijn enkele speerpunten bepaald waaronder een gezonde en veilige stad.

Een gezonde en veilige stad is een stad waar je schone lucht inademt, waar je in de grond kunt wroeten omdat je erop kunt vertrouwen dat de bodem schoon is, waar je prettig woont omdat bedrijvigheid binnen de geluidnormen blijft. Een veilige stad is een stad waar risicovolle bedrijvigheid in beeld èn onder controle is.

Amersfoort voldoet aan de kwaliteitsnormen voor lucht, geluid, water, bodem en veiligheid. Doel is om dit zo te houden en waar mogelijk te verbeteren. Dat gaat niet vanzelf. De stad ontwikkelt zich voortdurend en bedrijvigheid neemt toe. Woonhuizen, winkelpanden, kantoren en bedrijven delen de schaarse ruimte. Hoe we de ruimte van de stad gebruiken en inrichten, heeft altijd gevolgen voor ons leefmilieu.

De keuzes die we hierin maken baseren we op een zorgvuldige afweging van deze gevolgen en de manier waarop ze met elkaar samenhangen. Als gemeente zien we erop toe dat bewoners en bedrijven zich aan de regels houden en dat risico's aanvaardbaar zijn èn blijven. We weten waar mogelijke knelpunten liggen en waar het kan, pakken we ze aan.

In de Toekomstagenda Milieu is verder het 'Actieplan stiller, schoner en veiliger' aangekondigd. In dit actieplan waarmee in 2017 zal worden gestart, brengen we knelpunten op het gebied van luchtkwaliteit, geluid en externe veiligheid in beeld. Op het moment dat ergens een ontwikkeling plaatsvindt, kunnen we dan een integrale oplossing bedenken waarin we geluid, luchtkwaliteit en veiligheid meenemen. Dit hangt ook samen met het actieplan Geluid en de geluidkartering dat momenteel wordt uitgevoerd. Dat betekent een actualisering en daarmee hernieuwd inzicht in de geluidssituatie in Amersfoort.

Als onderdeel van het actieplan zullen we onderzoeken of minimale afstanden te hanteren zijn tussen nieuwe kwetsbare bestemmingen en drukke wegen/ spoorwegen waarover gevaarlijke stoffen worden vervoerd. Dit komt als eventuele aanvulling op het huidige beleid dat geen kinderdagverblijven en scholen binnen 100 meter van de snelweg(en) mogen worden gevestigd.

4.2.2.3 Integrale visie fijnstof

De Integrale visie fijnstof, door de Amersfoortse gemeenteraad vastgesteld in oktober 2016, geeft een gedetailleerd en actueel beeld van de huidige situatie ten aanzien van de luchtkwaliteit (en specifiek voor de fijnstofconcentraties) in Amersfoort, inclusief een prognose voor de komende vier jaar. In de visie is een overzicht van maatregelen opgenomen die er aan bijdragen dat het huidige niveau van fijnstofconcentraties in Amersfoort niet hoger wordt. Op onderdelen levert de gemeente extra maatregelen en inspanning om fijnstof terug te dringen.

Er zal een jaarlijks actieprogramma luchtkwaliteit voor Amersfoort worden opgesteld, met daarin een uitwerking van de jaarlijks uit te voeren maatregelen om fijnstof terug te dringen. Het 1e actieprogramma is door het college vastgesteld en wordt momenteel (mei 2017) ter informatie aangeboden aan de gemeenteraad.

4.2.2.4 Groenvisie

In 2016 is een nieuwe Groenvisie voor de stad vastgesteld. Groen is van belang voor de stad op veel niveau's. Het draagt zeker ook bij aan een verhoging van de leefkwaliteit van de stad en heeft een positieve invloed op de gezondheid van bewoners. Een aantal aspecten waarbij groen een belangrijke rol speelt wordt hieronder opgesomd:

  • het daagt uit tot meer bewegen
  • verlaagt het stressniveau
  • is van belang voor ontmoeten en verblijven
  • verlaagt de kans op overgewicht bij kinderen, op depressie en andere ziekten zoals hart- en vaatziekten
  • draagt bij aan het voorkomen van hittestress
  • verhoogt de economische waarde; hogere huizenprijzen, aantrekkelijker vestigingsklimaat bedrijven
  • is van belang voor toerisme
  • helpt open water schoon te houden (vanwege de waterzuiverende werking van groene oevers)
  • is goed voor flora en fauna
  • kan in bepaalde situaties bijdragen aan verbeteren van de luchtkwaliteit
4.2.2.5 Fietsplan Amersfoort

Op 10 mei 2016 heeft de raad het fietsplan "Amersfoort fietst" vastgesteld. In dat plan zijn kaders, uitgangspunten en doelstellingen vastgelegd om het fietsgebruik in Amersfoort flink te laten groeien. Fietsen/bewegen heeft een relatie met gezondheid.

De stad Amersfoort groeit de komende jaren nog tot circa 170.000 inwoners en de mobiliteit groeit daarin mee, ook van het autoverkeer. We willen die groei van het autoverkeer zo veel mogelijk proberen te beperken door het fietsen te stimuleren.

4.2.2.6 Klimaat in verschillende beleidsdocumenten

De klimaatverandering vraagt om aanpassingen in ruimtelijke ontwikkelingen. De Gemeenteraad van Amersfoort heeft haar visie hierop in de Structuurvisie Amersfoort 2030, Groenvisie Amersfoort, de Toekomstagenda Milieu 2014-2020 en het Gemeentelijk Rioleringsplan 2012-2021 beschreven. Kernbegrippen ten aanzien van klimaat zijn compensatie en adaptatie.

  • Compensatie is het tegengaan en verminderen van negatieve effecten op het klimaat. Dit kan door energiegebruik te beperken en/of duurzame energiebronnen te gebruiken en door gebruik te maken van materialen uit vernieuwbare bronnen. Amersfoort streeft er daarom naar om als stad energieneutraal te worden.
  • Adaptatie is het aanpassen aan de zich wijzigende omstandigheden zoals extremere weersomstandigheden en een stijgende energieprijs. Voorbeelden hiervan zijn het voorkomen van oververhitting, aandacht voor het realiseren van grotere piekbergingen voor neerslag, meervoudig gebruik van de bodem.

Gebouwde omgeving
In de gebouwde omgeving zijn voor energiegebruik en oververhitting de oriëntatie van de bebouwing en de manier waarop met de bezonning is omgegaan bepalende factoren. Belangrijk is ook de verhouding tussen bebouwd en groen oppervlak en de relatie tussen bebouwde en groene structuren. Een goed groenontwerp helpt oververhitting tegen te gaan en vangt neerslag op.

Onbebouwde ruimte

Voorliggend bestemmingsplan is een plan met een conserverend karakter. Daarom liggen de mogelijkheden ten aanzien van klimaat met name in de onbebouwde ruimte. Voorbeelden van maatregelen die kunnen worden genomen (maar waaraan geen regels worden gekoppeld in dit chw bestemmingsplan) zijn:

  • overhoeken en ruimtereserveringen niet bestraten maar groen inrichten;
  • erfgrenzen en hekken groen aankleden (bijvoorbeeld begroeid met klimop);
  • parkeerterreinen voorzien van beplanting zodat er voldoende schaduw is en kiezen voor waterdoorlatende verharding;
  • daken en gevels gebruiken voor energievoorziening, waterberging en vergroening.

Wanneer één van de bovengenoemde mogelijkheden voor het treffen van maatregelen zich voordoet, wordt op dat moment beoordeeld of uitvoering hiervan mogelijk is.

Afkoppelen dak- en oppervlaktewater

Door dak- en oppervlaktewater af te koppelen en oppervlakkig af te voeren (volgens de principes van het Gemeentelijk Rioleringsplan 2012-2021) ontstaat in de wijk een fijnmazige waterstructuur die verkoeling biedt en piekbuien opvangt. Daarnaast is het van belang de hoofdwaterstructuur zo in te richten dat deze ecologische en recreatieve meerwaarde heeft.

Terugdringen CO2 uitstoot gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen liggen kernpunten bij het terugdringen van de CO2 uitstoot en aanpassing aan veranderde weersomstandigheden. Bijkomend voordeel hierbij is dat dit leidt tot lagere beheerlasten en een gezonder, comfortabeler gebouw.

Belang dakenlandschap

Voor bebouwing geldt dat het dakenlandschap in belang toeneemt vanwege het beperkt ruimtegebruik op het maaiveld en de toenemende zichtbaarheid vanuit hoogbouw. Dit is een extra aanleiding om de daken vergroend of voorzien van zonne-energiepanelen uit te voeren. Vergroenen van de daken heeft daarnaast positieve effecten op de atmosfeer in en rond het gebouw, de isolatiewaarde en levensduur van de onderliggende daken en de waterhuishouding van het gebied.

Operatie steenbreek

De stortregens die steeds vaker voorkomen en het bestraten van de tuin is geen goede combinatie. Het water stroomt direct het riool in waardoor het risico op overstromingen wordt vergroot. Daarnaast komen ook de planten vaker droog te staan. Operatie Steenbreek promoot de tegels uit de tuin en het groen er in waardoor wateroverlast wordt voorkomen. Planten houden water vast en ook de schaduw zorgt voor verkoeling in de stad. Of kies voor een groene schutting of groendak, dit isoleert ’s zomers en ’s winters. Kijk voor inspirerende voorbeelden op www.huisjeboompjebeter.nl.

4.2.3 Gezondheid in relatie tot het plangebied

Bij het Chw bestemmingsplan is de bestaande situatie, zoals die bij het opstellen van het bestemmingsplan bekend is, als uitgangspunt genomen. Daarbij is het feitelijke gebruik, de bestaande bebouwing, de geldende rechten en het vastgestelde beleid van belang voor de op te nemen bestemmingen.

Het realiseren van de in eerder beschreven ambities in wijken die 'af' zijn is een lastige opgave. Pas wanneer de inrichting van het openbare gebied verandert of wanneer er sprake is van sloop en vervangende nieuwbouw, komen de ambities in beeld en wordt gekeken waar deze kunnen leiden tot een uitwerking die bijdraagt aan een positief effect op het aspect gezondheid.

Samen met de GGD regio Utrecht (GGDrU) en de Regionale UitvoeringsDienst (RUD) Utrecht zijn we aan de slag gegaan om inzicht te krijgen in de lokale gezondheidssituatie. Hiervoor zijn gegevens gebruikt van lokale monitors van de GGDrU, van gemeentelijke data en van overige bronnen (CBS, RIVM, etc.). Daarnaast is de Gelderse Gezondheidswijzer gebruikt en ingevuld met Amersfoortse gegevens van de 3 wijken in het plangebied van voorliggend plan
(zie bijlage 6 Analyse gezondheid).

afbeelding "i_NL.IMRO.0307.BP00129-0301_0028.jpg"
Ook de bewoners van de wijken hebben tijdens inloopbijeenkomsten opmerkingen gemaakt ten aanzien van gezondheid in de wijk. Al deze informatie levert een beeld op van deze wijken in relatie tot gezondheid.

Gebleken is dat oplossingen en verbeteracties in de meeste gevallen niet opgenomen kunnen worden in de regels van het chw bestemmingsplan maar vaak wel in andere gemeentelijke processen zoals die van de Visie fijnstof. Verbeteracties die wel opgenomen zijn in het chw bestemmingsplan worden hieronder toegelicht.

  • Het groen wordt anders bestemd dan tot nu toe gebruikelijk was in bestemmingsplannen. Er komen twee verschillende groenbestemmingen met verschillende gebruiksmogelijkheden (artikel 11 Groen-Buurtgroen en artikel 12 Groen-Stadsgroen). Hiermee wordt aangesloten bij de uitwerking van de Groenvisie waar momenteel aan wordt gewerkt in het strategisch groenoverleg. Dit wordt nader toegelicht in paragraaf 3.2.1.6 Groen. Groen heeft een relatie met gezondheid vanwege het feit dat groen aanzet tot bewegen en spelen en zo het ontstaan en de verergering van overgewicht en obesitas tegengaat, evenals de hiermee samenhangende ziekten als diabetes en hart- en vaatziekten. Bovendien draagt groen bij aan het herstel van stress en aandachtsmoeheid en gaat zo het ontstaan van chronische stress tegen. Daarnaast kan groen een bijdrage leveren aan waterberging en verkoeling in de stad.
  • In de regels van het chw bestemmingsplan is genomen dat percelen niet onbeperkt mogen worden verhard met niet waterdoorlatende verharding. Dit draagt bij aan het voorkomen van wateroverlast bij regenval en verminderen van hittestress (artikel 46).

Enkele verbeteracties waar aan gedacht kan worden in een ander kader zijn:

  • Ten aanzien van lucht, roet en fijnstof zijn maatregelen mogelijk vanuit de gemeentelijke Visie fijnstof;
  • Ten aanzien van geluidoverlast van de rijksweg A1 in Kattenbroek worden maatregelen getroffen bij nieuwe bouwplannen aan de overzijde van de rijksweg A1. Daar is als voorwaarde bij nieuwbouw opgenomen dat de gevels langs de snelweg voor minimaal 50% uitgevoerd moeten worden met geluidabsorberend materiaal.
  • Ten aanzien van enkele locaties in het plangebied waar geluidoverlast optreedt door wegverkeer, wordt ten tijde van onderhoud/vervanging van het wegdek beoordeeld of het gebruik van een andere soort asfalt (bijvoorbeeld Gelders mengsel of SMA08) mogelijk is.
  • Ook bodem heeft een relatie met gezondheid. Wanneer uit bodemonderzoek blijkt dat maatregelen nodig zijn, zal er actie ondernomen worden door de gemeente op basis van de Wet bodembescherming.
  • Tijdens de inloopbijeenkomsten over het Chw bestemmingsplan zijn er veel opmerkingen gemaakt over (loslopende) honden en hondenpoep. In Amersfoort geldt, met uitzondering van enkele gebieden, een opruimplicht voor hondenpoep. Daarnaast moet een hond, ook weer met uitzondering van enkele gebieden, aangelijnd zijn. En in sommige gebieden geldt zelfs een verbod voor honden. Op de gemeentelijke website is hierover meer informatie te vinden. Ook is daar een kaart opgenomen waarop de gebieden zijn aangegeven waar een aanlijn- en opruimplicht geldt (informatie over honden uit laten).
  • Bewegen is een aspect van gezondheid waar een bijdrage aan geleverd kan worden vanuit de Gezonde Wijkaanpak bijvoorbeeld door middel van het faciliteren van beweegrondjes. De gemeente Amersfoort en Stichting Marathon Amersfoort zetten zich actief in om veilige, afwisselende en gemarkeerde beweegroutes (zie hier onder een afbeelding van één van de borden die een route markeert) uit te zetten in Amersfoort. Op deze manier kunnen Amersfoorters dicht bij huis op een laagdrempelige manier buiten bewegen en trainen.

    afbeelding "i_NL.IMRO.0307.BP00129-0301_0029.jpg"

Overigens wil dit alles niet zeggen dat het plangebied op dit moment niet bijdraagt aan een positieve gezondheid. Hieronder volgt een aantal voorbeelden.

  • In het plangebied komen verschillende sportvoorzieningen verspreid over de wijken voor.
  • Daarnaast zijn er grote groengebieden die uitnodigen tot bewegen, spelen en ontmoeten. Nimmerdor in het Leusderkwartier, de zone langs het Valleikanaal in Randenbroek-Schuilenburg, park Schothorst dat grenst aan Kattenbroek, park Randenbroek dat tussen Randenbroek en het Leusderkwartier ligt en Klein Zwitserland ten westen van het Leusderkwartier.
  • Tevens dragen deze groengebieden bij aan het verminderen van hittestress.

4.3 Conclusie

Het Chw bestemmingsplan is een conserverend bestemmingsplan dat gebaseerd is op de bestaande regels en beleid. Er worden geen grote, nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt. Wel zijn er regels toegevoegd ten opzichte van de tot nu toe geldende bestemmingsplannen. Dit is mogelijk omdat het Chw bestemmingsplan een bestemmingsplan is met verbrede reikwijdte. Vooruitlopend op de nieuwe Omgevingswet kan er nu al geëxperimenteerd worden met regels die gaan over de fysieke leefomgeving. Dit is een ruimer begrip dan 'een goede ruimtelijke ordening' waar een bestemmingsplan tot nu toe aan moest voldoen.

Het bestemmingsplan is in overeenstemming met zowel het gemeentelijk, provinciaal als rijksbeleid.

 

Hoofdstuk 5 Uitvoerbaarheid

5.1 Inleiding

Bij de beschrijving van de uitvoerbaarheid van het Chw bestemmingsplan gaat het zowel over het overleg dat bij de voorbereiding van het plan gevoerd is, als om de economische uitvoerbaarheid. Bij de uitvoerbaarheid speelt ook de handhaving een belangrijke rol.

5.2 Economische uitvoerbaarheid

Het Chw bestemmingsplan betreft een actualisatie van nu nog geldende bestemmingsplannen, waarbij de bestaande situatie opnieuw wordt vastgelegd. Omdat er geen ontwikkelingen worden meegenomen die niet ook al op basis van voorgaande plannen mogelijk waren, is het Chw bestemmingsplan vanuit gemeentelijk perspectief
financieel en economisch uitvoerbaar.

5.3 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

5.3.1 Inspraak

Een van de doelstellingen van het Chw bestemmingsplan is de doorontwikkeling van participatie (zie ook paragraaf 1.3.3.1 Doorontwikkelen participatie en gebiedsgericht werken). In dit kader is eerst gesproken met een aantal belanghebbenden (waaronder raadsleden en de SGLA) om de inventarisatie van belangen en belanghebbenden aan te vullen en te toetsen. Verder zijn er drie zogenaamde gebiedsgerichte inloopbijeenkomsten geweest.

Op woensdag 2 november 2016 in De Kandelaar, Heiligenbergerweg 64. Op donderdag 3 november 2016 in de Martuskerk, Copernicusstraat 18. En op maandag 7 november 2016 in Het Brandpunt, Laan naar Emiclaer 101. De opmerkingen die gemaakt zijn tijdens deze bijeenkomsten kunnen deels worden opgenomen in het Chw bestemmingsplan, de meeste echter niet.

Opmerkingen die we mee hebben genomen in het Chw bestemmingsplan zijn bijvoorbeeld aanpassingen van de verbeelding.

De opmerkingen die niet opgenomen kunnen worden in het Chw bestemmingsplan, zijn door de medewerkers van de verschillende gemeentelijke disciplines meegenomen om te beoordelen of er vanuit de vakdiscipline actie op ondernomen kan worden. Voorbeelden zijn hondenpoep, loslopende honden, parkeerdruk en parkeeroverlast, zwerfafval, gevaarlijke verkeerssituaties, geluidsoverlast, fijnstof, vieze ruiten en balcons, gezondheidsproblemen, weinig speelruimte voor kinderen, koesteren van bomen en groen en tot slot ook de vraag om snoei van bomen vanwege overlast.

Ook is een aantal opmerkingen meegenomen als input voor de gebiedsplannen die de gemeente opstelt. Voorbeelden hiervan zijn opvullen van braakliggend terrein en voorkomen van overlast door brommers en hangjongeren.

5.3.2 Wettelijk (voor)overleg

Het concept-ontwerp van het Chw bestemmingsplan is op 17 juli 2017 gestuurd naar de volgende vooroverleginstanties met het verzoek om in het kader van artikel 3.1.1 Wro te reageren op het plan:

  • 1. Provincie Utrecht
  • 2. Regionale Uitvoeringsdienst regio Utrecht
  • 3. Waterschap Vallei en Veluwe
  • 4. Veiligheidsregio Utrecht
  • 5. Gasunie regio west
  • 6. Samenwerkende Groeperingen Leefbaar Amersfoort
  • 7. Natuur en Milieufederatie Utrecht
  • 8. Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed
  • 9. Utrechts Landschap
  • 10. Stichting Het Beekdal
  • 11. GGD regio Utrecht
5.3.3 Reacties uit het vooroverleg

De instanties die het concept-ontwerp Chw bestemmingsplan hebben ontvangen, hadden tot 8 september 2017 de tijd om een advies uit te brengen over dit plan. We hebben van de provincie Utrecht, de Samenwerkende Groeperingen Leefbaar Amersfoort, de Veiligheidsregio Utrecht, en de GGD regio Utrecht. Onderstaand zijn deze reacties samengevat en voorzien van een gemeentelijke reactie.

5.3.3.1 Reactie Gasunie regio west

Binnen het plangebied ligt een gastransportleiding en een gasontvangststation.

Een gedeelte van de gastransportleiding naar het gasontvangststation is niet op de verbeelding opgenomen. Dit moet worden aangepast. Daarnaast kan de breedte van de belemmeringsstrook worden teruggebracht van 5 naar 4 meter, ter weerszijden van de leiding.

Het gasontvangststation heeft de bestemming 'Bedrijf'. Deze bestemming moet worden aangepast naar 'Bedrijf - Gasdrukmeet- en regelstation'. Daarnaast moet hier een extra aanduiding worden opgenomen ; 'Veiligheidszone - bedrijven'. De bijbehorende regels zijn als bijlage bij het advies gevoegd.

Reactie gemeente

De voorgestelde aanpassingen zijn overgenomen op de verbeelding en in artikel 32 Leiding - Gas van de regels van het ontwerp Chw bestemmingsplan.

5.3.3.2 Reactie provincie Utrecht
  • 1. Provinciaal Ruimtelijke Verordening

In de beschrijving van het provinciaal beleid is de herijking van de PRV van 20 januari 2017 niet opgenomen.

Reactie gemeente

De tekst over provinciaal beleid zal worden aangevuld met de herijking van de PRV van 20 januari 2017.

  • 2. Detailhandel

Uit de pdf van de verbeelding is niet duidelijk op te maken of de detailhandelsbestemmingen passen binnen het 'Bestaand winkelgebied' zoals bedoeld in de PRV. Verzocht wordt dit inzichtelijk te maken.Wanneer deze detailhandelsbestemmingen buiten het 'Bestaand winkelgebied' vallen moet worden aangetoond dat wordt voldaan aan artikel 4.4 PRV waarbij speciaal aandacht wordt gevraagd voor de bestemming 'Maatschappelijk' met de aanduiding 'Gemengd-2'.

Reactie gemeente

De winkelgebieden aan de Leusderweg, het Euterpeplein, Operaplein en Emiclaer liggen allen binnen het 'Bestaand winkelgebied' zoals dit is aangeduid in de PRV op de kaart Wonen en Werken.

Hieronder enkele afbeeldingen ter illustratie.

afbeelding "i_NL.IMRO.0307.BP00129-0301_0030.png"

Winkelgebied Emiclaer in bestemmingsplan
 
afbeelding "i_NL.IMRO.0307.BP00129-0301_0031.png"
Bestaand winkelgebied Emiclaer in PRV  
afbeelding "i_NL.IMRO.0307.BP00129-0301_0032.png"

Winkelgebied Euterpeplein in bestemmingsplan
 
afbeelding "i_NL.IMRO.0307.BP00129-0301_0033.png"
Bestaand winkelgebied EUterpeplein in PRV  
afbeelding "i_NL.IMRO.0307.BP00129-0301_0034.png"

Winkelgebied Leusderweg in bestemmingsplan
 
afbeelding "i_NL.IMRO.0307.BP00129-0301_0035.png"
Bestaand winkelgebied Leusderweg in PRV  
afbeelding "i_NL.IMRO.0307.BP00129-0301_0036.png"

Winkelgebied Operaplein in bestemmingsplan
 
afbeelding "i_NL.IMRO.0307.BP00129-0301_0037.png"
Bestaand winkelgebied Operaplein in PRV  
afbeelding "i_NL.IMRO.0307.BP00129-0301_0038.png"

Winkelgebied Utrechtseweg in bestemmingsplan
 
afbeelding "i_NL.IMRO.0307.BP00129-0301_0039.png"
Bestaand winkelgebied Utrechtseweg in PRV  

Enkele solitaire detailhandelsbestemmingen liggen buiten de zones 'Bestaand winkelgebied' uit de PRV. Het gaat hier om bestaande detailhandelsvestigingen die ook in de geldende onherroepelijke bestemmingsplannen de bestemming detailhandel hadden of waarvoor een planologische procedure is doorlopen.

Ook de bestemming 'Maatschappelijk' met de aanduiding 'Gemengd-2' komt voort uit het geldende bestemmingsplan en is een bestaande situatie.

  • 3. Kantoren

Binnen verschillende bestemmingen wordt op de begane grond transformatie naar kantoren mogelijk gemaakt. Hieraan moet, conform artikel 4.3 PRV, een maximum oppervlakte worden toegevoegd van 1500 m² bvo per gebouw.

Ook hebben enkele woonbestemmingen een aanduiding gekregen ten behoeve van gemengde doeleinden, kantoren of maatschappelijke voorzieningen. Voor zover dit kantoren betreft moet dit onderbouwd worden op basis van artikel 4.3 PRV.

Reactie gemeente

Aan de mogelijkheid van transformatie naar kantoren op de begane grond, die is opgenomen in enkele bestemmingen, zal een maximum oppervlakte worden toegevoegd van 1500 m2 bvo per gebouw.

Ook hebben enkele woonbestemmingen een aanduiding gekregen ten behoeve van gemengde doeleinden, kantoren of maatschappelijke voorzieningen op de begane grond. Dit zijn bestaande situaties die ook in de geldende bestemmingsplannen zijn opgenomen of waarvoor een planologische procedure is doorlopen. Ook in deze regels zal ten aanzien van kantoren een maximum oppervlakte worden toegevoegd van 1500 m2 bvo per gebouw.

  • 4. Recreatie 

In de bestemming water is de mogelijkheid opgenomen voor ligplaatsen voor recreatievaartuigen. Ter overweging wordt meegegeven om dit recreatief medegebruik ook in de bestemming water op te nemen.

Reactie gemeente

De mogelijkheid voor het realiseren van ligplaatsen is een regeling die voortkomt uit hoofdstuk 5, afdeling 6 van de APV. Deze regeling is opgenomen vanwege de verbrede reikwijdte van dit Chw bestemmingsplan. Dit is dus geen nieuwe maar een bestaande regeling die nu in het bestemmingsplan is opgenomen. Hiermee is deze regeling makkelijker vindbaar.

We hebben er niet voor gekozen om recreatief medegebruik op te nemen in de bestemming 'Water' omdat bijvoorbeeld in de bestemming Verkeer ook niet is opgenomen dat er recreatief medegebruik mogelijk is in de vorm van wandelen of fietsen.

  • 5. Natuur

Niet duidelijk is of alle gronden die zijn aangewezen als Natuur Netwerk Nederland (NNN) ook als zodanig beschermd worden volgens artikel 2.4 PRV. In de toelichting ontbreekt de daadwerkelijke toets en verantwoording die nodig is in het kader van het NNN. Daarnaast is er geen toets op de uitvoerbaarheid in het kader van de (nieuwe) Wet natuurbescherming opgenomen.

Reactie gemeente

In de eerste plaats is de begrenzing van het NNN niet geheel juist overgenomen op de verbeelding van dit Chw bestemmingsplan. Aan de oostzijde van het gebied Nimmerdor ontbreekt een klein deel van het gebied. Dit passen we aan.

Het gebied Nimmerdor heeft de bestemming 'Bos' en in het kader van het NNN een dubbelbestemming 'Waarde - Natuur' gekregen. Wij zijn van mening dat deze bestemmingen de waarden van het gebied goed beschermen. Voor de volledigheid is aan de bestemmingsomschrijving van de dubbelbestemming 'Waarde - Natuur' nog toegevoegd dat 'flora en fauna verbindingen kunnen ontstaan tussen natuur- of natuurontwikkelingsgebieden'.

Ook is aan de regel voor het afwijken van de bouwregels toegevoegd: 'mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het Natuurnetwerk Nederland'.

En er is een specifieke gebruiksregel toegevoegd waarin staat: 'Het gebruik van de gronden overeenkomstig de regels van de daarvoor aangewezen andere bestemming mag uitsluitend geschieden, indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het Natuurnetwerk Nederland'.

Daarnaast is het een juiste constatering dat de toelichting niet volledig is ten aanzien van de toets en verantwoording in het kader van het NNN. Ook dit passen we aan. Dit zelfde geldt voor de toets in het kader van de Wet natuurbescherming.

Gezondheid en klimaat

Graag gaat de provincie in gesprek over gezondheid en klimaat teneinde hierover kennis te delen en kennis te ontwikkelen.

Reactie gemeente

Ook de gemeente wil graag kennis delen en ontwikkelen en gaat graag met de provincie in gesprek over gezondheid en klimaat.

5.3.3.3 Reactie Samenwerkende Groeperingen Leefbaar Amersfoort (SGLA)

Vooraf

In het kader van de doorontwikkeling van de participatie is vooraf gesproken met o.a. de SGLA. De SGLA heeft een uitgebreide vragenlijst voorgelegd en bedankt voor het uitgebreide antwoord wat daarop is gegeven. Het vooraf met elkaar bespreken vindt de SGLA een goede zaak en de SGLA staat ervoor open om dergelijk overleg vaker te voeren. Wel wordt als kanttekening meegegeven dat het wenselijk is dat dan nog niet alles vastligt zodat resultaten ook direct meegenomen kunnen worden.

Reactie gemeente

Het 'starten voor de start' waarbij onder andere de uitgebreide omgevingsanalyse - de inventarisatie van de belanghebbenden en belangen - en de doelstellingen van de pilot zijn besproken kan inderdaad toegevoegde waarden hebben. Overigens zal per plan verder worden bekeken of en hoe er verder invulling wordt gegeven aan het 'starten voor de start. Tot slot wordt de gemaakte kanttekening niet gedeeld, dat op het moment van het overleg in het kader van 'starten voor de start' alles al vast ligt.

  • 1. Handhaving in Omgevingswet

De uitleg die op een eerdere vraag is gegeven ten aanzien van de betekenis van de Omgevingswet voor handhaving vraagt nog om nader overleg en uitwerking.

Reactie gemeente
Handhaving is één van de onderdelen van de implementatie van de Omgevingswet die zowel op landelijk, provinciaal als gemeentelijk niveau verder uitgewerkt zal moeten worden.

  • 2. Uit te werken locaties

Het is de SGLA bekend dat omwonenden van de Mozartweg 54 bezwaar hebben tegen de hoogte van 26 meter die mogelijk wordt gemaakt in de regels van de uit te werken bestemming voor deze locatie. Gezamenlijk overleg hierover zou een goede zaak zijn om er zo uit te kunnen komen. Verdichting mag niet ten koste gaan van de leefbaarheid.

Reactie gemeente

De uit te werken locatie Mozartweg 54 was ook al onderdeel van het voorgaande bestemmingsplan 'Randenbroek-Schuilenburg 2007'. Dat plan heeft destijds ter inzage gelegen waarbij zienswijzen ingediend konden worden, ook over de betreffende uit te werken bestemming.

Omdat bij ons bekend is dat een ontwikkelaar plannen aan het uitwerken is om van de locatie en woonlocatie te maken, maar deze plannen nog niet voldoende uitgewerkt zijn om ze in voorliggend plan op te kunnen nemen, hebben we opnieuw de uit te werken bestemming opgenomen. In de toelichting van voorliggend plan is wel aangegeven dat wanneer de besluitvorming over de uitwerking van de locatie heeft plaatsgevonden voordat voorliggend bestemmingsplan wordt vastgesteld, deze nieuwe uitwerking overgenomen wordt in het voorliggend bestemmingsplan, in plaats van de uit te werken bestemming.

Het is ons ook bekend dat omwonenden bezwaar hebben tegen de mogelijke bouwhoogte. Op 4 september 2017 is er ambtelijk gesproken met twee leden van de Vereniging van Eigenaren (VvE). Inhoudelijk is daarbij de planologische- en juridische situatie uitgelegd. Toegelicht werd onder andere dat de uitwerkingsregels, waarbij de hoogte ook is opgenomen, onherroepelijk zijn vastgesteld. Dat betekent dat ze voor een ontwikkelaar als randvoorwaarde gelden bij een te ontwikkelen bouwplan. Naast de bouwhoogte hebben de omwonenden ook hun bedenkingen ten aanzien van de kleurstelling en het 'opknappen' van het groen. Afgesproken is dat over de kleurstelling de VvE contact opneemt met de ontwikkelaar en dat ambtelijk contact wordt gezocht met de ontwikkelaar over het 'opknappen' van het groen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0307.BP00129-0301_0040.jpg"  afbeelding "i_NL.IMRO.0307.BP00129-0301_0041.jpg"

Huidige situatie Mozartweg 54 Schetsontwerp toekomstige situatie

  • 3. Verwerking Groenvisie

De Groenvisie is een voortzetting van de beleidsvisie Groen-Blauwe Structuur die in 2004 is vastgesteld. De Groenvisie schetst een beeld van de groen-blauwe wensen, ideeën en initiatieven die in de stad leven en waar inwoners meer aandacht voor vragen. In het 'Consultatieformulier raadsvoorstel Groenvisie Amersfoort 2030' d.d. 12 september 2016, hebben wij reeds aangegeven dit beeld te herkennen en dat we op diverse onderwerpen hier al aan werken. We willen dit dan ook doorzetten en waar mogelijk versterken. De Groenvisie is een levend document dat doorontwikkeld wordt. Voorliggend Chw bestemmingsplan bouwt hier, samen met de Bomenleidraad en de Groenstructuurkaart, op voort en geeft er invulling aan.

    • a. Doelen en uitgangspunten

In bijlage 1.4 Groenvisie ontbreken de doelen en uitgangspunten van de Groenvisie. En ook dient aangegeven te worden hoe dit bestemmingsplan uitwerking geeft aan die doelen en uitgangspunten.

Reactie gemeente

De tekst wordt aangepast, doelen en uitgangspunten van de Groenvisie worden opgenomen. Overigens is in de paragraaf 3.3. verwoord wat de belangrijkste wijzigingen zijn in voorliggend plan.

    • a. Vaststelling Bomenleidraad en APV wijziging afwachten en ten aanzien van de twee groenbestemmingen dient aangesloten te worden bij de Groenvisie.

De tekst over het Bomenbeleid / kapvergunning is niet volledig en niet geheel juist. Daarnaast zou het bestemmingsplan moeten aansluiten op de nog op te stellen Bomenleidraad en de aanpassing van de APV en beleidsregels.

In de Groenvisie wordt onderscheidt gemaakt tussen natuur-, kijk-, en gebruiksgroen. In voorliggend bestemmingsplan tussen stadsgroen en buurtgroen. Dit komt niet met elkaar overeen.

Reactie gemeente

In het 'Consultatieformulier raadsvoorstel Groenvisie Amersfoort 2030' d.d. 12 september 2016 is aangegeven dat wij de behoefte aan een nieuwe Bomenleidraad delen en deze in vervolg op de Groenvisie opstellen. De betekenis en waarde van bomen in de stad is groot en vraagt om zorgvuldige afwegingen.

De opmerking van de SGLA over de belangenafweging en weigeringsgronden voor het kappen van bomen is correct in de zin dat de kapvergunning een afweging is van de waarde van de boom en het belang van de aanvrager. Het kan dus zijn dat de genoemde waarden in het gedrang komen en toch een vergunning wordt verleend.

Overigens worden de weigeringsgronden in de nieuwe Bomenleidraad enigszins aangepast maar het systeem blijft gelijk.

In voorliggend bestemmingsplan wordt geldend beleid en regelgeving meegenomen zoals in een conserverend plan te doen gebruikelijk is. We gaan dus niet wachten op beleid en regelgeving die nog moet worden vastgesteld.

De tekst over het bomenbeleid in bijlage 1.4 zal worden verduidelijkt.

Ten aanzien van de opmerking over de onderverdeling in groen in de Groenvisie verwijzen we naar het 'Consultatieformulier raadsvoorstel Groenvisie Amersfoort 2030' naar de reactie van het college waarin staat dat we de Groenstructuurkaart een belangrijk instrument vinden. We maken daarom op dit moment een Groenstructuurkaart op basis van de Groen-Blauwe Structuur, groene bestemmingen en de STEK (stedelijke ecologiekaart) als uitwerking van een van de projecten uit de Toekomstagenda Milieu. We maken onderscheid in stadsgroen en wijk- en buurtgroen. Wijk- en buurtgroen is dichtbij, daar betrekken we de buurt nauw bij. De ecologische waarde is één van de vele aspecten van het stedelijk groen. Per plek zal er in de praktijk een afweging gemaakt worden tussen verschillende belangen zoals gebruikerseisen, ecologische waarde, tuin- of cultuurhistorische betekenis, stadsklimatologie en aspecten van beheer en ruimtelijke ordening.

In dit Chw bestemmingsplan is in afwijking van de Groenvisie onderscheid gemaakt in Groen- Stadsgroen (de hoofdgroenstructuur) en Groen-Buurtgroen (het overige groen). Dat we gaan werken met een andere onderverdeling van groen is ook weergegeven in het 'Consultatieformulier raadsvoorstel Groenvisie Amersfoort 2030' d.d. 12 september 2016 .Overigens hebben we in dit bestemmingsplan ook de bestemmingen bos, natuur en belangrijke lijnbeplanting die deel uitmaken van de (hoofd)groenstructuur.

    • a. Project zelfbeheer uit Groenvisie afwachten

Voordat zelfbeheer in het bestemmingsplan wordt vastgelegd moet dit eerst worden uitgewerkt in een groenbeheerplan per wijk.

Reactie gemeente

In het 'Consultatieformulier raadsvoorstel Groenvisie Amersfoort 2030' staat dat zelfbeheer in vele vormen mogelijk is in de openbare ruimte, met name in het groen. Wij vinden het belangrijk om deze mogelijkheden te behouden. De stad kent al voorbeelden, variërend van objecten als een bloembak, geveltuin of een boomspiegel, tot grotere groenstroken en -gebieden. In de samenwerkingsovereenkomsten ('zelfbeheercontracten') die zijn gesloten zijn spelregels opgenomen. Bij het opstellen of herzien van spelregels willen we naast heldere spelregels, ruimte voor maatwerk geven. Ook zullen we naar een manier zoeken hoe we meer bekendheid aan de mogelijkheden voor zelfbeheer en de spelregels kunnen geven.

In voorliggend Chw bestemmingsplan is een vorm van zelfbeheer opgenomen in de bestemming 'Groen-buurtgroen'. Door middel van een melding ('melding gebruik groen') die is opgenomen in de bestemming 'Groen-buurtgroen', is het onder voorwaarden mogelijk groen te gebruiken ten behoeve van bijvoorbeeld moestuinen.

    • a. Mogelijkheden buurtgroen verwarrend. En onduidelijkheid over kapvergunning in relatie tot de aanduiding 'belangrijke lijnbeplanting'.

De SGLA vraagt de verschillende groenbestemmingen niet op te nemen in dit bestemmingsplan. En de kapvergunning moet in stand worden gehouden, ook ter plaatse van de aanduiding 'belangrijke lijnbeplanting '.

Reactie gemeente

Op dit moment wordt gewerkt aan de Groenstructuurkaart op basis van de Groen-Blauwe Structuur, groene bestemmingen en de STEK (stedelijke ecologiekaart) als uitwerking van één van de projecten uit de Toekomstagenda Milieu. In de Groenstructuurkaart maken we onderscheid in stadsgroen en wijk- en buurtgroen. Wijk- en buurtgroen is dichtbij, daar betrekken we de buurt nauw bij.

In voorliggend Chw bestemmingsplan sluiten we aan bij deze indeling met het enige verschil dat we naast Stadsgroen (de hoofdgroenstructuur), wijk- en buurtgroen samenvatten tot Buurtgroen. In het Buurtgroen zijn onder voorwaarden buurtinitiatieven mogelijk.

Ten aanzien van de opmerking over de kapvergunning wordt aangegeven dat deze nodig blijft overeenkomstig de APV, ook ter plaatse van de aanduiding 'belangrijke lijnbeplanting'. Blijkbaar is dit niet duidelijk. Daarom zal de tekst hierop worden aangepast. Daarnaast is - door de verbrede reikwijdte van dit bestemmingsplan - de kapvergunning opgenomen in de regels van dit Chw bestemmingsplan, in artikel 41.7 overige zone - APV omgevingsvergunning voor het vellen van een houtopstand .

  • 4. Nimmerdor

Het lijkt er op dat Nimmerdor als parkgebied wordt bestemd waardoor de bestemming Bos ondergeschikt raakt. Hierdoor kan de bescherming door de Boswet onder druk komen te staan.

Daarnaast ziet de SGLA graag een rol voor de gemeenteraad bij het verlenen van omgevingsvergunningen voor het afwijken van de bouwregels in dit gebied. Dit geldt ook voor de Stichting Behoud Bosgebied Nimmerdor en de Bomenstichting Amersfoort als direct belanghebbenden.

Reactie gemeente

De hoofdbestemming van Nimmerdor is 'Bos'. In deze bestemming is aangegeven op welke manier deze gronden gebruikt kunnen worden en welke bouw(on)mogelijkheden er zijn. Vanwege het belang van Nimmerdor heeft dit gebied ook een extra bescherming gekregen. Hiervoor is de dubbelbestemming 'Waarde - Natuur' opgenomen. In de bestemming 'Bos' zijn regels opgenomen voor recreatief medegebruik. Waarschijnlijk is dat de reden voor de opmerking dat het er op lijkt alsof het gebied is bestemd als parkgebied. Maar Nimmerdor is dus niet bestemd als parkgebied en het is uitdrukkelijk de bedoeling dat recreatief medegebruik mogelijk is in het gebied.

De bescherming in het kader van de Wet natuurbescherming (vervangt per 1 januari 2017 onder andere de Boswet) blijft bestaan. Ten aanzien van bomen geldt deze wet voor alle gronden buiten de begrenzing van de bebouwde kom (van de Wet natuurbescherming) en bij een oppervlakte van 10 are en groter en een bomenrij van 20 bomen en meer. Nimmerdor ligt buiten deze begrenzing van de bebouwde kom (van de Wet natuurbescherming) waardoor voor het kappen van bomen de regels gelden van de Wet natuurbescherming.

De door de SGLA gevraagde rol voor de gemeenteraad bij het verlenen van omgevingsvergunningen voor het afwijken van de bouwregels in dit gebied is niet gebruikelijk en niet wenselijk. Afwijken is alleen maar mogelijk voor de bouwmogelijkheden uit de hoofdbestemming 'Bos' . En op basis van die bestemming mogen er geen gebouwen worden gebouwd, enkel andere bouwwerken zoals hekwerken.

Bouwen in dit gebied is enkel mogelijk met een procedure voor het afwijken van de bouwregels. Wanneer van deze afwijkingsmogelijkheid gebruik wordt gemaakt, wordt het ontwerpbesluit omgevingsvergunning gedurende 6 weken ter inzage gelegd. In die periode hebben direct belanghebbende de mogelijkheid een bezwaarschrift in te dienen over het ontwerpbesluit omgevingsvergunning. Wij nemen het voorstel niet over om direct belanghebbenden een adviesrol te geven bij het verlenen van deze omgevingsvergunningen. In het kader van de algemene belangenafweging zou zo'n eenzijdige adviesrol namelijk niet leiden tot een goede procesorde.

  • 5. Wijzigingsbevoegdheden

De SGLA heeft moeite met dit soort vage bepalingen. De voorwaarden zijn niet concreet geformuleerd en het gevaar op willekeur is daarmee niet uitgesloten. Het is beter om zo weinig mogelijk afwijkingsbevoegdheden en/of uitzonderingen op te nemen, maar steeds concreet op te nemen wat kan en mag onder welke voorwaarden. Dat komt de duidelijkheid én handhavingsmogelijkheden ten goede.

Reactie gemeente

Het Chw bestemmingsplan Amersfoort Zuid en Kattenbroek is een bestemmingsplan waarin vooruitlopend op de in aantocht zijnde Omgevingswet al wordt geëxperimenteerd met mogelijkheden uit deze nieuwe wet. Eén van de uitgangspunten van het wetsvoorstel Omgevingswet is flexibiliteit. Dit is niet volledig nieuw want ook in de huidige Wet ruimtelijke ordening is het mogelijk om flexibiliteit in de regels van een bestemmingsplan op te nemen. Dit kan onder andere met wijzigingsbevoegdheden. Flexibiliteit is geen doel op zich. Flexibiliteit biedt de ruimte om adequater en sneller op ontwikkelingen in de fysieke leefomgeving in te springen.
De wijzigingsbevoegdheden in het Chw bestemmingsplan Amersfoort Zuid en Kattenbroek zijn opgenomen voor specifieke locaties. Elke wijzigingsbevoegdheid kent zijn eigen regels waar een wijziging aan moet voldoen. Daarmee zijn deze regels niet vaag maar juist specifiek afgestemd op de verschillende locaties. Ze worden opgenomen in het plan om aan te geven dat het zeer waarschijnlijk is dat de betreffende locaties van functie en vorm zullen wijzigen.

  • 6. Leusderweg

De SGLA wil een nadere toelichting waarom de bestemming van de Leusderweg is gewijzigd van specifieke bestemmingen per pand naar 'Gemengd-2' voor het gehele winkelgbied.

Reactie gemeente

Omdat het winkelgebied aan de Leusderweg op dit moment al een gemengd gebied is met naast detailhandel ook andere functies willen we in het bestemmingsplan de flexibiliteit opnemen om deze verschillende functies bij recht mogelijk te maken in dit deel van de Leusderweg. In de regels is dit inderdaad een wijziging ten opzichte van het vorige bestemmingsplan maar omdat het feitelijk een gemengd gebied is, is de aanpassing van de bestemming een logisch gevolg daarvan. Omdat het gaat om relatief kleine panden zal dit niet tot grote overlast, bijvoorbeeld ten aanzien van parkeren, gaan leiden. Wel zullen we naar aanleiding van deze reactie een extra regel opnemen dat ter plaatse van de Leusderweg binnen de bestemming 'Gemengd-2' geen panden mogen worden samengevoegd om te voorkomen dat grootschalige winkels, bedrijven of voorzieningen ontstaan. Wanneer in de toekomst een vraag om samenvoegen van panden aan de orde komt, moet hiervoor een planologische procedure worden doorlopen waarbij alle ruimtelijks aspecten worden afgewogen voordat medewerking wordt verleend.

  • 7. Gevolgen klimaat

De SGLA vindt de regels ten aanzien van klimaat - verharden van gronden niet duidelijk en doet een suggestie voor verduidelijking. Daarnaast lijkt er een strijdigheid te zijn met artikel 44 'Maken of veranderen van een in- en/of uitrit.

Reactie gemeente

De suggestie over het verduidelijken van de regels ten aanzien van klimaat-verharden van gronden nemen wij graag ter harte. Wij zullen de regels nogmaals bekijken en aanpassen om deze duidelijker en beter handhaafbaar te maken. Overigens moet over het daadwerkelijk opnemen van deze regels nog een definitief besluit worden genomen door college en gemeenteraad aangezien het hier om een inperking van mogelijkheden gaat.

Daarnaast zullen we duidelijkheid brengen in artikel 44 'Maken of veranderen van een in- en/of uitrit' om te voorkomen dat er sprake is van tegenstrijdigheid in regels.

  • 8. Faseren onderzoeksplicht

De SGLA vreest dat met uitstel van de onderzoeksfase tot het moment van vergunningverlening het risico bestaat dat inspraak en/of uitwerking van de plannen in samenwerking met belanghebbenden in het gedrang komt. Het past ook niet in een conserverend bestemmingsplan.

Reactie gemeente

Voorliggend bestemmingsplan is een Crisis- en herstelwet plan wat betekent dat vooruitlopend op het in werking treden van de Omgevingswet nu al geëxperimenteerd mag worden met de mogelijkheden van die wet. De mogelijkheid tot het faseren van onderzoeksplicht is hier een voorbeeld van.

Een belangrijk uitgangspunt voor het opnemen van deze mogelijkheid in de Omgevingswet is een vermindering van onderzoeksverplichting en daarmee een vermindering van onderzoekslasten. Op grond van de Wet ruimtelijke ordening moet je alles onderzoeken bij het vaststellen van een bestemmingsplan. Daarbij kunnen die onderzoekslasten hoog oplopen omdat het in sommige gevallen noodzakelijk is meerdere uitvoeringsvarianten te onderzoeken.

In voorliggend bestemmingsplan is het faseren van de onderzoeksplicht gebruikt bij de wijzigingsbevoegdheden. Het is daarbij niet bekend of, wanneer en hoe er gebruik gemaakt zal worden van deze wijzigingsbevoegdheden. Daarom biedt in dit geval het faseren van de onderzoeksplicht ten aanzien van akoestiek een oplossing waarmee de gewenste mogelijkheid tot wijziging kan worden opgenomen in het voorliggende bestemmingsplan zonder dat daarvoor nu al uitgebreide akoestische onderzoeken uitgevoerd hoeven worden. Op het moment dat er gebruik gemaakt wordt van de wijzigingsbevoegdheid wordt akoestisch onderzoek uitgevoerd op basis van het ontwerp dat er dan ligt.

Dit faseren van de onderzoeksplicht staat los van inspraak over en/of samenwerking met belanghebbenden over toekomstige plannen. Dit laatste heeft betrekking op participatie. Dat is een ander aspect van de ruimtelijke ordening dan de onderzoeksplicht. Een toekomstig wijzigingsplan moet ter inzage worden gelegd waarbij de mogelijkheid bestaat om zienswijzen over het plan in te dienen. Hoe een toekomstig plan wordt uitgewerkt met belanghebbenden is afhankelijk van de vorm van participatie die wordt gekozen bij dat plan.

In de Omgevingswet is brede participatie als belangrijke voorwaarde genoemd voor betere en snellere plan- en besluitvorming. In het koersdocument voor de implementatie van de Omgevingswet in de gemeente Amersfoort is als koers voor participatie het volgende aangegeven:

  • Maatwerk per proces, met een bij dat proces passende vorm van participatie (raadplegen, adviseren of coproductie) en helderheid daarover bij alle betrokkenen (zie Inspraak- en Participatieverordening Amersfoort 2009).
  • Doorontwikkelen burgerparticipatie zoals verwoord in de Peiling in De Ronde van 24 mei 2016, met onder meer de insteek van Starten voor de start: naast het doen van goede omgevingsanalyses ook in contact treden met belanghebbenden voordat we een plan van aanpak maken.
  • Aansluiten bij de manier van werken van gebiedsgericht werken (zie RIB 2016-027).
  • Ook van derden vragen om belanghebbenden te informeren en raadplegen (afhankelijk van onze rol als gemeente in de ontwikkeling is deze vraag open of dwingend).
  • Gemeente houdt bij het nemen van besluiten de rol om alle belangen af te wegen, naast die waarvoor mensen op de been komen ook die waarvoor geen actievelingen opstaan.
  • 9. Gezondheid

Gevraagd wordt in de toelichting concreter te benoemen welke regels ten aanzien van de verbrede reikwijdte worden toegevoegd. Waarschijnlijk gaat dit over groen. Dit is nu niet duidelijk.

Daarnaast wordt gevraagd of er niet meer regels ten aanzien van gezondheid opgenomen kunnen worden. Een aantal voorbeelden wordt genoemd waarbij de SGLA met name mogelijkheden ziet in een dubbelbestemming voor parkeerterreinen (ten aanzien van bijvoorbeeld een groene aankleding, waterdoorlatenden verharding, zorgen voor voldoende schaduw).

Ten aanzien van de gezondheidsrisico's door fijnstof mist de SGLA concrete maatregelen.

Reactie gemeente

In paragraaf 3.3 en 4.2.3 van de toelichting zijn de belangrijkste wijzigingen van voorliggend bestemmingsplan opgesomd. Daaraan is een tekst toegevoegd als de wijziging voortkomt uit de verbrede reikwijdte.

Ten aanzien van de opmerking over het opnemen van meer regels ten aanzien van gezondheid wordt aangegeven dat hier uitgebreid onderzoek naar is gedaan en gebleken is dat het lastig is om in de bestaande stad meer regels op te nemen. De in paragraaf 4.2.2.6 van dit chw bestemmingsplan genoemde voorbeelden zijn maatregelen die gaan over inrichtingsaspecten en deze regelen we nu niet in dit Chw bestemmingsplan. Beleidsmatig wordt hier waar mogelijk wel rekening me gehouden wanneer de inrichting van de openbare ruimte wordt aangepast.

Ten aanzien van fijnstof zijn er geen concrete regels opgenomen in voorliggend bestemmingsplan. Er zal een jaarlijks actieprogramma luchtkwaliteit voor Amersfoort worden opgesteld, met daarin een uitwerking van de jaarlijks uit te voeren maatregelen om fijnstof terug te dringen. In dat kader kunnen er concretere en beter op elkaar afgestemde maatregelen worden genomen dan in een bestemmingsplan.

  • 10. Inspraak en belanghebbenden

De SGLA vraagt helder te maken welke tijdens de inloopbijeenkomsten gemaakte opmerkingen zijn meegenomen en welke niet. Ook vernemen ze graag welke opmerkingen hebben geleid tot nadere acties en hoe deze zijn teruggekoppeld aan de vragenstellers.

Er is aangegeven dat iedereen met een adres in het plangebied is aangemerkt als belanghebbende. Maar waarom wordt dan een uitzondering gemaakt voor de Natuur en Milieu Federatie Utrecht die een adres heeft in de stad Utrecht? Daarnaast wordt de Bomenstichting gemist als belanghebbende (in verband met de afschaffing van de kapvergunningplicht voor belangrijke lijnbeplanting en wijziging in soorten groen). En de beschrijving van de belanghebbende status van de Stichting Heiligenbergerbeek is onvolledig.

Reactie gemeente

Tijdens de inloopbijeenkomsten zijn erg veel opmerkingen gemaakt. Voor een zeer groot deel gaan deze over zaken die niet in een bestemmingsplan geregeld kunnen worden. Overlast door hondenpoep is een voorbeeld van een opmerking die bij elke bestemmingsplanherziening heel erg veel wordt gemaakt maar wat niet geregeld kan worden in een bestemmingsplan. Het gaat te ver om alle gemaakte opmerkingen op te nemen in het bestemmingsplan. Enkele voorbeelden zijn toegevoegd aan de tekst in de toelichting in paragraaf 5.3.1 van de toelichting.

Naar de bezoekers van de inloopbijeenkomsten is ook gecommuniceerd dat we geen terugkoppeling geven op elke gemaakte opmerking. Daarom is tijdens de bijeenkomsten ook niet gekozen voor officiële opmerkingen formulieren. Bezoekers konden 'geeltjes' op de kaarten plakken met daarop een opmerking. Daarnaast zijn er naderhand wel rechtstreeks vragen gesteld en beantwoord per mail met betrokkenen. Ook konden bezoekers een emailadres achter laten zodat ze via email geïnformeerd worden over het moment van ter inzage leggen van het ontwerpbestemmingsplan.

Ten aanzien van de opmerking over de belanghebbenden wordt aangegeven dat iedereen met een adres in het plangebied belanghebbend is. De door de SGLA genoemde uitzondering voor de Natuur en Milieu Federatie Utrecht is geen uitzondering. Het gaat hier om een vooroverlegpartner. Er zijn meer vooroverlegpartners die geen adres in het plangebied hebben. De Bomenstichting is inderdaad niet betrokken geweest bij het vooroverleg. Er is geen direct belang in het geding omdat in het plan niets wijzigt ten aanzien van het kappen van bomen. Ook voor de bomen ter plaatse van de aanduiding 'belangrijke lijnbeplanting moet overeenkomstig de APV een kapvergunning worden aangevraagd. De aanduiding is opgenomen om er voor te zorgen dat er bij het kappen altijd bomen teruggeplaatst moeten worden. Dit hoeft niet in dezelfde aantallen en op dezelfde plek maar moet wel binnen de zone van de aanduiding. Van belang hierbij zijn de goede groeiplaats en de kwaliteit van het bomenbestand, de structuurbepalende lijn en/of de ecologische waarde.

Ook het onderscheid aanbrengen in 2 bestemmingen Groen (Stadsgroen en Buurtgroen) waarbij wordt voortgeborduurd op de Groen-Blauwe Structuur, groene bestemmingen en de STEK (stedelijke ecologiekaart) is geen aantasting van het groenbelang. De gronden ter plaatse van deze bestemmingen blijven een groene inrichting houden.

En in de laatste opmerking bij dit punt geeft de SGLA aan dat de beschrijving van de status van de Stichting Heiligenbergerbeek niet compleet is. Het was niet onze bedoeling om een uitvoerige beschrijving te geven van de belangen van de verschillende vooroverlegpartners. De bedoeling was om kort aan te gegeven welk belang de verschillende vooroverlegpartners dienen.

  • 11. Onduidelijkheden plankaart

De SGLA geeft aan dat de verbeelding onduidelijk is wat betreft de groenbestemmingen.

Reactie gemeente

Dit is een juiste constatering. In het onwerpbestemmingsplan zal dit worden aangepast zodat duidelijk te zien is waar de verschillende groenbestemmingen liggen.

  • 12. Groenbestemmingen voldoen niet aan doelen Groenvisie

De SGLA vraagt nog eens kritisch te kijken naar de 2 groenbestemmingen omdat deze nu niet aansluiten bij de Groenvisie en daarnaast wordt aandacht voor biodiversiteit en klimaatbestendigheid gemist.

Reactie gemeente

De Groenvisie is een voortzetting van de beleidsvisie Groen-Blauwe Structuur die in 2004 is vastgesteld. De Groenvisie schetst een beeld van de groen-blauwe wensen, ideeën en initiatieven die in de stad leven en waar inwoners meer aandacht voor vragen. In het 'Consultatieformulier raadsvoorstel Groenvisie Amersfoort 2030' d.d. 12 september 2016, hebben wij reeds aangegeven dit beeld te herkennen en dat we op diverse onderwerpen hier al aan werken. We willen dit dan ook doorzetten en waar mogelijk versterken. De Groenvisie is een levend document dat doorontwikkeld wordt. Voorliggend Chw bestemmingsplan bouwt hier, samen met de Bomenleidraad en de Groenstructuurkaart, op voort en geeft er invulling aan. In het Chw bestemmingsplan is 'Groen-Stadsgroen' de hoofdgroenstructuur. 'Groen-Buurtgroen' is al het overige groen.

Verder zoneren bemoeilijkt veranderingen/ontwikkelingen in de stad. Nog verder gedetailleerde bestemmingen zijn ook niet de bedoeling van de Omgevingswet.

  • 13. Onduidelijke termen en inconsequenties tav Groenvisie en Bomenleidraad

Ten aanzien van de Groenvisie is niet duidelijk wat er met de 2 groenbestemmingen wordt bedoeld.

Ten aanzien van de Bomenleidraad is het gebruik van groen niet gelimiteerd tot gebruik voor buurtinitiatieven maar gaat het ook over de invloed die bewoners hebben op de bomen. In het concepbestemmingsplan gaat het enkel over buurtinititiatieven. Graag in overeenstemming brengen met elkaar.

Reactie gemeente

Ten aanzien van de opmerking over de twee groenbestemmingen wordt verwezen naar de gemeentelijke reactie op punt 12.

Ten aanzien van buurtinitiatieven en de Bomenleidraad wordt aangegeven dat er in de Bomenleidraad inderdaad niet alleen over buurtinitiatieven wordt gesproken maar bijvoorbeeld ook over het mee praten en denken over soorten bomen die geplant kunnen worden. Dit laatste gaat over de inrichting en dat wordt niet in dit Chw bestemmingsplan meegenomen.

  • 14. Belangrijke beplanting

De SGLA vreest dat er geen kapvergunning meer nodig is voor bomen ter plaatse van de aanduiding 'belangrijke lijnbeplanting'.

Reactie gemeente

Ook voor de bomen ter plaatse van de aanduiding 'belangrijke lijnbeplanting' moet overeenkomstig de APV een kapvergunning worden aangevraagd. De aanduiding is opgenomen om extra aandacht te vestigen op deze lijnbeplanting en om er voor te zorgen dat er bij het kappen altijd bomen teruggeplaatst moeten worden. Dit hoeft niet in dezelfde aantallen en op dezelfde plek maar moet wel binnen de zone van de aanduiding. Van belang hierbij zijn de goede groeiplaats, de kwaliteit van het bomenbestand, het belang van de structuurbepalende lijn en/of de ecologische waarde. Door de verbrede reikwijdte van dit Chw bestemmingsplan is het kapverbod ook opgenomen in de regels, zie artikel 41.7 overige zone - APV omgevingsvergunning voor het vellen van een houtopstand.

15. Horeca

De omschrijving waar horeca mogelijk is in woonwijken waar functiemenging aanwezig is en in stadsparken is niet overeenkomstig het horecabeleid.

Reactie gemeente

De tekst in de toelichting betreft een korte samenvatting van het beleid. De samenvatting is wat uitgebreid om een beter beeld te geven over het horecabeleid in woonwijken en in stadsparken.Overigens is alle horeca in het bestemmingsplan specifiek bestemd en zijn geen nieuwe bestemmingen toegevoegd (enkele wanneer er een planologische procedure voor is doorlopen).

5.3.3.4 Reactie Veiligheidsregio Utrecht

De Veiligheidsregio Utrecht adviseert het volgende:

  • In de verantwoording externe veiligheid (omgevingsveiligheid) ingaan op aandachtsgebieden brand, explosie, gifwolk, zoals het concept van de Omgevingswet voorschrijft.
  • De aandachtsgebieden brand, explosie en gifwolk opnemen op de verbeelding.
  • In artikel 42 'Algemene wijzigingsregels' opnemen dat de Veiligheidsregio en de omgevingsdienst om advies worden gevraagd bij wijzigings- of afwijkingsverzoeken.


Reactie gemeente

Het voorliggende bestemmingsplan is een crisis- en herstelwet bestemmingsplan. Dit betekent dat we vooruitlopend op het in werking treden van de Omgevingswet nu al kunnen experimenteren met de mogelijkheden van deze wet. In het voorliggende bestemmingsplan hebben we een aantal onderwerpen meegenomen, maar lang niet alles wat straks onder de Omgevingswet anders wordt. We hebben in de startnotitie - welke is vastgesteld door de raad - van dit bestemmingsplan bepaald met welke onderwerpen we in dit plan gaan experimenteren. De aandachtsgebieden brand, explosie en gifwolk horen daar nu niet bij. Dat wil echter niet zeggen dat het niet interessant zou zijn om, voor toekomstige projecten, met deze onderwerpen te experimenteren. Daarover willen we graag verder van gedachten wisselen en daarvoor is een afspraak ingepland met de VRU.

Ten aanzien van het punt over de adviesrol bij wijzigings- en afwijkingsbevoegdheden merken wij op dat de VRU en RUD vooroverlegpartners zijn bij planologische procedures. Dit komt voort uit de wet en nemen we daarom niet op de regels van dit Chw bestemmingsplan.

5.3.3.5 Reactie GGD regio Utrecht

De GGD regio Utrecht heeft enkele tekstuele aanpassingen voorgesteld in de teksten over gezondheid.

Reactie gemeente

De tekstuele aanpassingen zijn overgenomen.

5.3.4 Vaststelling bestemmingsplan

Het ontwerpbestemmingsplan heeft van donderdag 22 maart tot en met woensdag 2 mei 2018 ter inzage gelegen. In deze periode zijn 9 zienswijzen ingediend over het ontwerpbestemmingsplan.

Een aantal zienswijzen geeft aanleiding tot aanpassing van het bestemmingsplan. Voor een uitgebreide samenvatting en de beoordeling van de zienswijzen, wordt verwezen naar de zienswijzennota die bij de besluitvormingsstukken over het plan is te vinden.

Onderstaand is een overzicht opgenomen van de wijzigingen bij de vaststelling van het bestemmingsplan. Er zijn wijzigingen naar aanleiding van zienswijzen en ambtshalve wijzigingen. In de tekst over de wijziging is, waar relevant, een link opgenomen naar de betreffende tekst in de toelichting of regels.

Wijziging naar aanleiding van zienswijzen

1. Natuur Netwerk Nederland

De regels ten aanzien van het Natuur Netwerk Nederland (artikel 39 Waarde - Natuur) zijn overeenkomstig de zienswijze van de provincie aangepast.

2. Bescherming grondwaterwinning met een 100-jaarsaandachtsgebied

In de toelichting wordt de door Vitens voorgesteld tekst opgenomen over het 100-jaarsaandachtsgebied in verband met de bescherming van de grondwaterwinning. Dit staat in paragraaf 2.2 van bijlage 8 Omgevingsaspecten. Op de verbeelding wordt een aanduiding opgenomen 'milieuzone - 100jaarsaandachtsgebied' en in de bijbehorende regel in artikel 41.3 milieuzone - 100jaarsaandachtsgebied wordt een verwijzing opgenomen naar de zorgplicht uit artikel 4 van de Provinciale Milieu Verordening 2013.

3. Gastransportleiding en bijbehorend gasdrukmeet- en regel station

Rond het gasdrukmeet- en regel station bij de Hogeweg wordt de aanduiding 'veiligheidszone - bedrijven 1' aangepast zodat deze aan alle zijden 25 meter bedraagt gemeten vanaf het bouwvlak. Er wordt een extra aanduiding 'veiligheidszone - bedrijven 2' toegevoegd om dit zelfde gebouw, aan alle zijden 4 meter gemeten vanaf het bouwvlak. En de zone rond de gastransportleiding wordt aangepast zodat deze overal 4 meter vanaf het hart van de leiding bedraagt. Daarnaast worden de door de Gasunie voorgestelde specifieke gebruiksregels toegevoegd aan de regels in 32.5 Specifieke gebruiksregels.


Ambtshalve wijzigingen

1. Aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - 1' verwijderd

Bij de bestemming Maatschappelijk is in het ontwerpbestemmingsplan de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - 1' (sm-1) opgenomen. Deze aanduiding geeft aan dat zowel opvang- als onderwijsvoorzieningen zijn toegestaan. Deze aanduiding wordt bij de vaststelling verwijderd omdat ook al de aanduidingen 'onderwijs' (onderwijsvoorzieningen) en 'kinderdagverblijf' (opvangvoorzieningen voor kinderen van 0 tot ongeveer 12 jaar) bestaan. De aanduiding 'sm-1' is overbodig. De verbeelding is overeenkomst aangepast.


2. Gebruik schoolpleinen door buurt

Veel schoolpleinen krijgen momenteel een meer groene inrichting en er worden extra speelmogelijkheden gecreëerd en/of speeltoestellen geplaatst. Ook buurtbewoners/kinderen kunnen na schooltijd van deze pleinen gebruik maken. Om dit planologisch ook goed te regelen is in de bestemming 'Maatschappelijk-onderwijs' een regel opgenomen waarmee schoolpleinen buiten schooltijden mogen worden gebruikt door buurtbewoners (artikel 17.1 Bestemmingsomschrijving).


3. Woningen op verdiepingen kantoren in Randenbroek en Schuilenburg

In 16 Kantoor wordt een regel opgenomen dat ter plaatse van de aanduiding 'wonen' woningen op de verdiepingen zijn toegestaan overeenkomstig artikel 30 'Wonen-4'. Dit is overeenkomstig het voorgaande bestemmingsplan 'Randenbroek-Schuilenburg'. Op de verbeelding krijgen de panden met een kantoorbestemming in de wijken Randenbroek en Schuilenburg een aanduiding 'wonen'.


4. Aanpassen regel voor dakopbouwen

De mogelijkheid voor het realiseren van dakopbouwen is opgenomen om bij woningen met een flauwe kap, de ruimte onder de kap beter te kunnen benutten. Deze regel is niet voor alle woningen bedoeld. Daarom wordt in de bestemmingen 'Wonen-1', 'Wonen-2' en 'Wonen-3' een aanvullende voorwaarde aan de regels ten aanzien van Dakopbouwen toegevoegd waarmee dakopbouwen uitsluitend mogelijk zijn bij woningen met een flauwe kap.


5. Bestemming perceel naast Leusderweg 26 aangepast aan kadastrale begrenzing

Van het perceel naast de Leusderweg 26 wordt de bestemmingsgrens overeenkomstig de kadastrale grens aangepast. Hierdoor verschuift het bouwvlak enigszins in noordoostelijke richting.


6. Bestemming Jonkvrouw Foeytweg 2-4 aangepast aan bestaande situatie

Op de verbeelding wordt aan de bestemming van het perceel Jonkvrouw Foeytweg 2-4, 'Maatschappelijk-gezondheidszorg', de aanduiding 'wonen' (w) en de aanduiding 'kinderdagverblijf' (kdv) toegevoegd. Dit is overeenkomstig de bestaande situatie.


7. Bestemming hoek Vivaldistraat/Heiligenbergerweg aangepast aan voorgaand bestemmingsplan

Het bouwvlak op de zuidelijke hoek van de Vivaldistraat en de Heiligenbergerweg wordt aangepast overeenkomstig het op voorgaande bestemmingsplan Randenbroek Zuid. In de regels behorende bij dit bouwvlak (bestemming Wonen-3) wordt opgenomen dat de woning georiënteerd moet zijn op de Heiligenbergerweg en dat het bouwvlak mag schuiven mits de afstand tot de zijdelingse bestemmingsgrens minimaal 2,5 meter bedraagt. Ook dit is overeenkomstig het voorgaande bestemmingsplan Randenbroek Zuid.


8. Aanduiding 'kap' toegevoegd aan Utrechtseweg 40 t/m 78

Aan de percelen Utrechtseweg 40 t/m 78 is de aanduiding 'kap' toegevoegd. Deze aanduiding was per abuis niet opgenomen in het ontwerpbestemmingsplan.


9. Begripsomschrijving 'achtererfgebied' en 'bebouwingsgebied' toegevoegd

Ter verduidelijking van de bouwmogelijkheden voor bijbehorende bouwwerken is aan de lijst met begrippen (artikel 1 van de regels van het bestemmingsplan) een omschrijving van het begrip 'achtererfgebied' en 'bebouwingsgebied:' opgenomen.


10. Hoogte Karrespoor 5 en 7 aangepast een voorgaand bestemmingsplan

De goothoogte en bouwhoogte van de percelen Karrespoor 5 en 7 is aangepast aan de geldende hoogte (goothoogte 3,5 meter en bouwhoogte 9 meter) zoals deze was opgenomen in het postzegelbestemmingsplan voor deze twee percelen.

11. Mozartweg 54 uit plangebied gehaald

Voor de Mozartweg 54 zijn in het ontwerpbestemmingsplan nog de uitwerkingsregels opgenomen zoals deze in het voorgaande bestemmingsplan Randenbroek-Schuilenburg stonden. Inmiddels is er een uitwerkingsplan voor deze locatie in procedure gebracht. Dit uitwerkingsplan wordt binnenkort vastgesteld. Omdat de vaststelling en de verdere procedure van voorliggend bestemmingsplan ongeveer gelijk met het uitwerkingsplan plaatsvindt wordt deze locatie uit het plangebied van voorliggend bestemmingsplan gehaald. Hiermee wordt onduidelijkheid voorkomen over de verschillende procedures.


12. Nadere eis Rameau-, Weber-, Haydn-, en Rossinistraat

Voor de woningen in het gebied omgeven door de Rameau-, Weber-, Haydn-, en Rossinistraat wordt een nadere eis opgenomen in de regels ten aanzien van de mogelijkheid van aanpassingen aan het voordakschild (bijvoorbeeld in de vorm van dakopbouwen, dakkapellen en zonnepanelen) en ten aanzien van aanpassingen van de voorgevel. Deze nadere eis wordt opgenomen omdat voor dit gebied een aanwijzing tot gemeentelijk stadsgezicht loopt. Omdat de procedure van deze aanwijzing nog niet is afgerond kan er nog geen dubbelbestemming 'Waarde-beschermd stadsgezicht' worden opgenomen met daarin beschermende regels. Vooruitlopend op de aanwijzing wordt nu wel een nadere eis in het Chw bestemmingsplan opgenomen waarmee eventuele aanvragen in dit gebied voor wijzigingen aan het voordakschild en aan de voorgevel met een nadere eis kunnen worden bijgestuurd.


13. Enkele tekstuele aanpassingen

Medewerkers van het ministerie van Binnenlandse Zaken hebben het ontwerp Chw bestemmingsplan doorgenomen in het kader van de in aantocht zijnde Omgevingswet. Zij hebben nog een aantal tekstuele aanpassingen voorgesteld om de regels van het Chw bestemmingsplan te verduidelijken. Deze tekstuele aanpassingen worden verwerkt in de regels.


14. Regels toegevoegd in het kader van gezondheid en klimaat

In het kader van gezondheid en klimaat worden nog enkele regels toegevoegd ten aanzien van de zorgplicht voor de fysieke leefomgeving, de afvoer van hemelwater, vervoer gevaarlijke stoffen, bevordering van gezondheid.

5.4 Handhaving

Met dit Chw bestemmingsplan proberen we een duidelijk en herkenbaar beleid voor de fysieke leefomgeving te formuleren. Activiteiten die niet passen binnen het Chw bestemmingsplan en ook niet op grond van de opgenomen afwijkingsbevoegdheden kunnen worden toegestaan, zullen in beginsel ongewenst zijn (vanuit het belang van 'een veilige en gezonde fysieke leefomgeving en een goede omgevingskwaliteit' en vanwege het gemeentelijke omgevingsbeleid). Het uitgangspunt is dat er handhavend wordt opgetreden wanneer de regels van het Chw bestemmingsplan niet worden nageleefd. Bij het opstarten van een handhavingstraject zal altijd nog een check plaatsvinden of in het concrete geval toch een legalisatie van de activiteit mogelijk is, maar de verwachting is dat dit in de meeste gevallen niet aan de orde zal zijn. Dit betekent dat in de meeste gevallen sprake is van de beginselplicht tot handhaving. De primaire verantwoordelijkheid voor de daadwerkelijke controle en handhaving ligt bij de gemeente. Ook belanghebbenden kunnen vorderen dat de bepalingen van het Chw bestemmingsplan worden nageleefd.
Naast handhaving 'achteraf' onderscheiden we ook preventieve handhaving. Deze komt voornamelijk tot uitdrukking in het toezicht op het gebruik van gronden en gebouwen.

Het Chw bestemmingsplan heeft betrekking op bestaande woonwijken en kent geen nieuwe ontwikkelingen. De mogelijkheden om meer flexibiliteit en ruimte te bieden dan het traditionele bestemmingsplan zijn hierdoor beperkt. De verwachting is dat er op het gebied van handhaving dan ook niet veel verandert ten opzichte van het traditionele bestemmingsplan.