direct naar inhoud van 5.3 Luchtkwaliteit
Plan: Vathorst, partiele herziening De Velden 2 D
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0307.BP00075-0301

5.3 Luchtkwaliteit

5.3.1 Wettelijk kader

Uit de Wet luchtkwaliteit volgt dat een voorgenomen ontwikkeling vanuit het oogpunt van luchtkwaliteit inpasbaar is indien in ieder geval aan één van de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • 1. Er worden geen grenswaarden voor de luchtkwaliteit overschreden;
  • 2. Er treedt geen verslechtering van de luchtkwaliteit op, of er vindt per saldo een verbetering van de luchtkwaliteit plaats door compenserende maatregelen;
  • 3. De voorgenomen ontwikkeling draagt niet in betekenende mate (NIBM) bij aan de luchtverontreiniging;
  • 4. De voorgenomen ontwikkeling is onderdeel van het Nationaal.


Ad. 3 Regeling NIBM geeft voor een aantal categorieën van projecten een (getalsmatige) invulling aan de NIBM-grens. Eén van die categorieën zijn woningbouwlocaties. Indien een dergelijke locatie, in geval van één ontsluitingsweg, netto niet meer dan 1500 nieuwe woningen omvat, dan wel in geval van twee ontsluitingswegen met een gelijkmatige verkeersverdeling, netto niet meer bedraagt dan 3000 woningen dan is er sprake van een NIBM project.
Indien een voorgenomen ontwikkeling binnen de begrenzing van de Regeling NIBM valt is verdere toetsing aan de grenswaarden niet nodig mits de voorgenomen ontwikkeling niet valt onder het Besluit gevoelige bestemmingen.

In het Besluit NIBM is een anticumulatiebepaling opgenomen, die het 'opknippen' van projecten moet tegengaan. Projecten moeten als één locatie worden beschouwd als ze a) gebruikmaken van dezelfde ontsluitingsinfrastructuur en b) binnen 1000 meter van elkaar liggen. Projecten waarvan de toename van de concentraties ter plaatse niet meer bedraagt dan 0,1 µg/m3 kunnen buiten beschouwing blijven.


Besluit gevoelige bestemmingen

Op 16 januari 2009 is het Besluit gevoelige bestemmingen in werking getreden. Met deze amvb wordt de vestiging van zogeheten 'gevoelige bestemmingen', zoals scholen, kinderdagverblijven, verzorging-, verpleeg- en bejaardenhuizen, in de nabijheid van provinciale en rijkswegen beperkt. Het besluit is gericht op bescherming van mensen met een verhoogde gevoeligheid voor fijn stof (PM10) en stikstofdioxide (NO2), met name kinderen, ouderen en zieken. Daartoe voorziet het besluit in zones waarbinnen luchtkwaliteitsonderzoek nodig is: 300 meter aan weerszijden van rijkswegen en 50 meter langs provinciale wegen, gemeten vanaf de rand van de weg. Het gaat hierbij niet om bestemmingen in de meest enge zin van het woord, maar om alle vergelijkbare functies, ongeacht de exacte aanduiding ervan in bestemmingsplannen en andere besluiten. Van doorslaggevend belang is de (voorziene) functie van het gebouw en het bijbehorende terrein.

5.3.2 Luchtkwaliteit in relatie tot het plangebied

Binnen het plangebied worden maximaal 49 woningen mogelijk gemaakt. Dit is ruim onder de NIBM grens, maar aangezien in de directe omgeving veel meer wordt gebouwd, moet de anticumulatiebepaling in acht genomen worden. Daarom wordt getoetst of de grenswaarden voor luchtkwaliteit worden overschreden. De meest kritische stoffen ten gevolge van het verkeer zijn stikstofdioxide (NO2) en fijn stof (PM10). De relevante grenswaarden voor deze stoffen zijn een jaargemiddelde norm van 40 µg/m3 voor zowel NO2 als PM10 en een 24-uursgemiddelde norm van 50 µg/m3voor PM10, die 35x per jaar overschreden mag worden. In 2011 moest al aan de grenswaarden (jaargemiddelde en 24-uursgemiddelde concentratie) voor PM10 worden voldaan. Voor NO2 geldt dat vanaf 2015 moet worden voldaan aan de (jaargemiddelde en uurgemiddelde) grenswaarden. Tot deze grenswaarden gelden zijn minder strenge grenswaarden van kracht.

Onderzoek

De concentraties NO2 en PM10 langs de Paulinapolder en de Laakboulevard zijn berekend met CAR II, versie 11.0, volgens Standaard Rekenmethode I. De luchtkwaliteit is berekend voor de jaren 2012, 2015 en 2020.

Voor de bepaling van de verkeersaantrekkende werking van het plan is uitgegaan van 49 woningen * 6 motorvoertuigbewegingen per etmaal, dus 294 mvt/etm. Er is gerekend met een meerjaren meteorologie. De regiogebonden aftrek van 3 dagen dat de 24-uurs-norm mag worden overschreden en een plaatsafhankelijke correctie op de jaargemiddelde norm van 4 µg/m3 zijn in de resultaten verwerkt. Langs de Laakboulevard is gerekend op 10 meter afstand van de rand van de weg, langs de Paulinapolder is gerekend op 5 meter vanaf de rand van de weg (worst case situatie, als de gevels van de woningen op 5 meter afstand van de rand van de weg zouden staan). Voor de Paulinapolder is ook gerekend met een ongunstig wegtype. Voor de Laakboulevard is gerekend op het drukste gedeelte, tussen de Boerderijenboulevard en Vrouwenpolder.

Een uitgebreide versie van de invoergegevens is opgenomen in bijlage 1 (zie hieronder).

Rekenresultaten

De rekenresultaten zijn weergegeven in bijlage 2. De jaargemiddelde concentratie NO2is het hoogst langs de Laakboulevard in 2012 en bedraagt dan inclusief de ontwikkeling 31,5 µg/m3. De norm van 40 µg/m3 wordt niet overschreden. In latere jaren is de berekende concentratie lager.

Ook de jaargemiddelde concentratie PM10 is het hoogst langs de Laakboulevard in 2012 en bedraagt dan inclusief de ontwikkeling 22,0 µg/m3. De norm van 40 µg/m3wordt niet overschreden. Het aantal overschrijdingen van de 24-uursgemiddelde norm is ten hoogste 15, waarmee ook deze norm (max. 35x per jaar) niet wordt overschreden.

De berekende maximale bijdrage van het extra verkeer door het plan is 0,5 µg/m3 NO2en 0,1 µg/m3 PM10.

Conclusie

Er is geen sprake van een (dreigende) overschrijding van de grenswaarden in het plangebied. Vanuit luchtkwaliteit zijn er geen belemmeringen voor het plan.

afbeelding "i_NL.IMRO.0307.BP00075-0301_0011.png"

afbeelding "i_NL.IMRO.0307.BP00075-0301_0012.png"