direct naar inhoud van 5.5 Duurzaamheid
Plan: Bedrijventerreinen e.o. en snelwegen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0307.BP00070-0303

5.5 Duurzaamheid

5.5.1 Beleid duurzaamheid

Duurzaamheid is de samenhang vinden op sociaal-cultureel, economisch en ecologisch vlak. Daarbij moeten lange termijnopgaven, zoals klimaatbestendigheid, bereikbaarheid en mobiliteit energieneutrale gebouwen en energetisch effectieve bedrijfsvoering in het zicht blijven. Duurzaamheid speelt op verschillende schaalniveaus een rol, zowel op het niveau van de stad, de wijk als het gebouw.
Het Bouwbesluit vormt het minimaal te realiseren kwaliteitsniveau in Nederland. Bij duurzaam bouwen gaat het om maatregelen boven het wettelijke minimum. De ambities van het Rijk zijn vastgelegd in het werkprogramma 'Schoon en Zuinig: Nieuwe energie voor klimaat'. Via convenanten met o.a. het bedrijfsleven en gemeentes wordt hier invulling aan gegeven. In het convenant 'Lente-akkoord' is afgesproken dat wordt gestreefd naar een stapsgewijze aanscherping van de energie-eisen tot energieneutrale nieuwbouw in 2020.
De gemeente stimuleert duurzaam bouwen. Duurzaamheid is een kernwaarde in het coalitieakkoord. Dit is vertaald in duurzaamheidsambities. Zo is Amersfoort in 2030 een stad zonder CO2 uitstoot. Om een bijdrage te kunnen leveren aan het duurzaamheidsprogramma van Amersfoort moet in alle stadia van het ontwerp- en bouwproces rekening worden gehouden met duurzaam en milieubewust bouwen.
Beleid hierover is verankerd in het Milieubeleidsplan gemeente Amersfoort 2008-2011 (geldigheid met twee jaar verlengd).

5.5.2 Duurzaamheid in relatie tot het plangebied

Het bestemmingsplan is grotendeels conserverend. Bij bouwinitiatieven wordt gekeken naar de kansen op het gebied van duurzaamheid. Meestal wordt op het kavel- en blokniveau een afweging gemaakt. Het gaat voornamelijk om de beeldkwaliteit van panden en inrichting van de buitenruimte en de openbare ruimte. De herontwikkeling van de randkavels heeft wel te maken met de landschappelijke omgeving en/of stedelijke weefsel. De inbedding van de nieuwe kavels in de landschappelijke en stedelijke omgeving moet zorgvuldig gebeuren met behoud en versterking van sociale, ecologische en culturele dimensies.

Een van de grote opgaven voor de gemeente is het verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit en de duurzaamheid van de bestaande bedrijventerreinen. Dit blijkt onder meer uit het feit dat in 2010 circa 33% van de CO2-emissie werd veroorzaakt door industrie, handel en diensten. Sectoren, die grotendeels zijn te relateren aan de bedrijventerreinen.
De bestaande bedrijventerreinen moeten een continue verbetering doormaken om bedrijfseconomische en ruimtelijke veroudering te voorkomen. Hiermee wordt de aantrekkelijkheid voor de ondernemers behouden en leegstand voorkomen. Om dit te realiseren moet kwaliteitsbehoud van het bedrijventerrein meer aandacht krijgen.
Belangrijk bij de duurzame (her)ontwikkeling van een bedrijventerrein is het streven naar een evenwicht tussen sociaal-maatschappelijke aspecten (people), bescherming van het milieu en natuur (planet) en economische ontwikkeling (profit). Het gaat om het behoud van de waarde van het terrein voor de langere termijn, waarbij de waarde dus zowel in economische, milieu- als sociaal-maatschappelijke termen wordt uitgelegd.


Integrale aanpak, brede betrokkenheid
Het duurzaam ontwikkelen en verbeteren van bestaande bedrijventerreinen vraagt om samenwerking tussen de verschillende bedrijven, de verschillende afdelingen van de gemeente, provincie en omwonenden. Voor een duurzame ontwikkeling moeten bij het bestemmingsplan al de aspecten economie, milieu en ruimtelijke ontwikkeling goed zijn afgestemd.

Ambitieniveau, prestatieafspraken duurzaam bouwen t.a.v. nieuwbouwinitiatieven

Het college van Amersfoort heeft op 11 oktober 2011 besloten het duurzaam bouwen beleid gemeentebreed te baseren op het instrument GPR-Gebouw. Met dit instrument worden duurzaamheidsprestaties voor vijf verschillende thema's uitgedrukt in een score op een schaal van 0 tot 10, hoe lager de milieubelasting, hoe hoger de score. Hiermee zijn de gemeentelijke beleidsdoelstellingen vertaald naar de volgende prestatiescores voor nieuwbouw:


Energie: 7,5

Milieu: 7,0

Gezondheid: 7,0

Gebruikskwaliteit: 7,0

Toekomstwaarde: 7,0


Bovengenoemde prestatiescores gelden voor alle bouwprojecten en projecten waarbij de gemeente prestatie- of samenwerkingsconvenanten met externe partners afsluit.
Bij GPR-gebouw kunnen vooralsnog alleen de prestatie-scores van woningen, kantoren en scholen, bedrijfsgebouwen, logiesgebouwen en bijeenkomstgebouwen worden berekend. Voor alle overige gebouwfuncties moet een energiescan worden uitgevoerd, waarbij alle rendabele resultaten moeten worden uitgevoerd.
Bij nieuwe wettelijke aanscherpingen van de energieprestatiecoƫfficiƫnt (EPC) , zal ook de GPR score voor het thema energie verder worden verhoogd.


Materiaalgebruik (nieuwbouw)

Voor uitlogende bouwmetalen (koper, lood en zink) voor zover deze worden toegepast op plaatsen die zijn blootgesteld aan weersinvloeden, geldt een toepassingsverbod. Daarnaast dient uitsluitend FSC gecertificeerde hout of gemodificeerd hout zoals verhit vuren, o.a. Plato, of geacetyleerd hout Accoya toegepast te worden.


Groene daken en gevels

Het realiseren van groene daken (vegetatiedaken) en gevels wordt sterk aanbevolen. Behalve een waarde voor planten en dieren heeft dit ook een functie voor waterberging waardoor piekbelasting op de riolering wordt verminderd. Bovendien helpen groene daken en gevels hittestress te voorkomen en vangen ze fijnstof, wat een positief effect heeft op de luchtkwaliteit. Overige natuurvriendelijke maatregelen in de bouw zijn te vinden in de checklist "Natuurvriendelijke maatregelen in de bouw".


Energiebesparing en duurzame energie

Gemeente Amersfoort heeft een duidelijk ambitie op duurzame energie en streeft naar om in 2030 CO2-neutraal te zijn. Nieuwe ontwikkelingen moeten daar aan bijdragen. Bij elke nieuwe ontwikkeling wordt de thema energiebesparing en duurzame energie als een van de hoofdpeilers beschouwd.


Dit betekent:

  • Uitwisseling energie mogelijk maken (restwarmte- en/of koude), infrastructuur t.b.v. warmte- en koudenetten faciliteren
  • Stimuleren toepassen duurzame energie:
    • 1. PV- zonnecellen
    • 2. Wind
    • 3. WKO
    • 4. Geothermie
    • 5. Biomassa
    • 6. Collectieve energiesystemen


Amersfoortse bedrijven die duurzaam willen ondernemen, kunnen sinds 29 september 2010 een mini-windturbine plaatsen op hun bedrijf zonder daarvoor eerst een vergunning te moeten aanvragen. De gemeente heeft delen van bedrijventerreinen Isselt, De Hoef, Calveen, terrein Smink en De Wieken aangewezen als experimentgebied voor mini windturbines. Gedurende een periode van tien jaar, kunnen mini-windturbines daar vergunningsvrij worden geplaatst. De randen van de bedrijventerreinen en belangrijke zichtlocaties binnen 50 a 100 meter blijven wel vergunningsplichtig.
De mini-windturbines moeten wat betreft hoogte, rotoroppervlak, diameter en geluidsproductie voldoen aan bepaalde eisen: een mini windturbine heeft een rotordiameter van ten hoogste 5 meter, rotoroppervlak van ten hoogste van 20 m2, met een horizontale of verticale rotor-as, met maximale tiphoogte van niet meer dan tien (15) meter, gemeten vanaf de voet van de turbine. De toelaatbare geluidsbelasting door mini windturbines op de dichtstbijzijnde gevel van een geluidgevoelige bestemming in niet groter dan 47 dB Lden. Turbine is gecertificeerd volgens IEC 61400-12 (2006) of volgens de standaarden van de American of de British Wind Energy Association of het Kleinwind Keur op basis van de Nederlandse beoordelingsrichtlijn Kleine Windturbines.


Proces Duurzaam Bouwen

Bij bouwprojecten dient vroegtijdig te worden overlegd met de afdeling Milieu van de gemeente Amersfoort over de sturing van ontwerp- en materiaalkeuzen. Doel van dit overleg is:

  • Het vroegtijdig bepalen van de milieu-ambities en het in beeld brengen van kansen;
  • een programma van 'dubo'-eisen op stellen;
  • de aanpak van duurzaam bouwen in vullen;
  • vast te stellen hoe tijdens het ontwerp en de bouw wordt getoetst op de uitgangspunten van duurzaam bouwen door de afdeling Vergunningen-, Toezicht en Handhaving (VTH).


Indien het streefniveau niet wordt gehaald wordt met de bouwende partij overlegd over de redenen voor ontstane belemmeringen. Gezamenlijk wordt bekeken welke oplossingen mogelijk zijn.