direct naar inhoud van Artikel 4 Bedrijf
Plan: Bedrijventerreinen e.o. en snelwegen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0307.BP00070-0303

Artikel 4 Bedrijf

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijven in de categorie 1 tot en met 3.2 zoals aangeduid in de bij deze regels behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  • b. ter plaatse van de aanduiding "brandweerkazerne" (brk), een brandweerkazerne;
  • c. een verkooppunt voor motorbrandstoffen uitsluitend toegestaan is ter plaatse van de aanduiding (vm) "verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg', met dien verstande dat de verkoop van lpg uitsluitend is toegestaan ter plaatse van de aanduiding (vml) "verkooppunt motorbrandstoffen met lpg';
  • d. ter plaatse van de aanduiding (am) een antennemast;
  • e. ter plaatse van de aanduiding (dhp) is perifere detailhandel toegestaan;
  • f. ter plaatse van de aanduiding (dh) is detailhandel toegestaan;
  • g. ter plaatse van de specifieke bouwaanduiding (sba-o) is een overkapping toegestaan;
  • h. ter plaatse van de aanduiding (op) is opslag toegestaan;
  • i. bedrijven, zijnde categorieën inrichtingen die zijn aangewezen in artikel 2.1, derde lid van het BOR (geluidzoneringsplichtige inrichtingen), zijn uitgesloten;

met dien verstande dat per bedrijf voorzien dient te worden in voldoende parkeergelegenheid zoals vastgelegd in de Nota Parkeernormen Amersfoort zoals die geldt ten tijde van de ontvangst van de aanvraag.

4.2 Bouwregels

Op en in deze gronden zijn uitsluitend gebouwen en andere bouwwerken toegestaan, die ten dienste staan van de bestemming, en nutsvoorzieningen.

4.2.1 Gebouwen - algemeen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. gebouwen zijn alleen toegestaan binnen het bouwvlak;
  • b. de goothoogte en bouwhoogte mag niet meer zijn dan ter plaatse op de verbeelding is aangegeven;
  • c. de gronden binnen een bouwvlak mogen geheel worden volgebouwd, tenzij ter plaatse een bebouwingspercentage of een bebouwde oppervlakte is aangegeven; in dat geval geldt dat bebouwingspercentage of de bebouwde oppervlakte;
  • d. een overkapping is toegestaan ter plaatse van de aanduiding (sba-o);
  • e. in afwijking van het bepaalde in sublid 4.2.1 onder a, geldt voor nutsvoorzieningen dat deze tevens buiten het bouwvlak zijn toegestaan.

4.2.2 Andere bouwwerken

Voor het bouwen van andere bouwwerken gelden de volgende regels:

bouwwerken   max. bouwhoogte  
palen, masten en reclame- en andere tekens   10 m  
verlichtingsmasten en
antenne-installaties, voor zover gelegen achter de voorgevelrooilijn tevens bouwgrens  
12 m  
luifels   6 m  
andere overkappingen   3 m  
erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevel   1 m  
overige erf- en terreinafscheidingen en overige andere bouwwerken   2 m  

 

4.3 Afwijking bedrijvigheid
4.3.1 Toestaan vergelijkbare bedrijven

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.1 voor het toestaan van een ander bedrijf dan ter plaatse is toegestaan, met uitzondering van nutsvoorzieningen, met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  • a. het bedrijf is opgenomen in de categorieën 1 tot en met 3.2 in de bij de regels opgenomen Staat van Bedrijfsactiviteiten, dan wel een bedrijf dat voor wat betreft de aard en de omvang van de milieuhinder die het veroorzaakt gelijk kan worden gesteld met een bedrijf genoemd in de categorieën 1 tot en met 3.2;
  • b. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de bouw- en/of gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.

4.3.2 Toestaan andere categorie bedrijvigheid
  • a. Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in sublid 4.1 voor het toestaan van bedrijven in een hogere categorie dan 3.2, dan wel andere bedrijven toestaan die niet zijn opgenomen in de Staat van Bedrijfsactiviteiten maar daarmee vergelijkbaar zijn voor wat betreft de aard en de omvang van de effecten naar de omgeving, zoals bedoeld in de VNG-publicatie "Bedrijven en milieuzonering", uitgave 2009.
  • b. Een bedrijf uit een milieucategorie 3.2 of lager kan niet worden toegelaten als de milieueffecten groter zijn dan de effecten uit milieucategorie 3.2.

4.4 Wijzigingsbevoegdheid
4.4.1 Wijziging Staat van Bedrijfsactiviteiten

Burgemeester en wethouders kunnen overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6, lid 1, onder a van de Wro het plan wijzigen voor het toevoegen en schrappen van soorten bedrijven en het veranderen van de categorie-indeling van soorten bedrijven, voor zover veranderingen in de bedrijfsvoering en de milieugevolgen van die soorten bedrijven hiertoe aanleiding geven.

4.4.2 Functieaanduidingen

Burgemeester en wethouders kunnen overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6, lid 1, onder a van de Wro het plan wijzigen om de functieaanduidingen te wijzigen indien de betreffende functies zijn beëindigd.