Plan: | Bedrijventerreinen e.o. en snelwegen |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0307.BP00070-0303 |
De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met dien verstande dat voorzien dient te worden in voldoende parkeergelegenheid zoals vastgelegd in de Nota Parkeernormen Amersfoort zoals die geldt ten tijde van de ontvangst van de aanvraag.
Op deze gronden zijn uitsluitend gebouwen en andere bouwwerken toegestaan, die ten dienste staan van de bestemming en nutsvoorzieningen.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van andere bouwwerken gelden de volgende regels:
de bouwhoogte van andere bouwwerken mag niet meer bedragen dan daarbij hierna is aangegeven:
bouwwerken | max. bouwhoogte |
palen, masten en reclame- en andere tekens | 15 m |
verlichtingsmasten en antenne-installaties | 12 m |
luifels en ander straatmeubilair | 4 m |
andere overkappingen | 3 m |
verkeerstekens en beeldende kunstwerken | 4 m |
ballenvangers op sportterreinen | 6 m |
erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevel | 1 m |
overige erf- en perceelsafscheidingen en overige andere bouwwerken | 2 m |
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in sublid 29.2.1, onder a ten behoeve van naschoolse opvang met dien verstande dat voldaan wordt aan de uitgangspunten van brede verenigingen zoals beschreven in "De kracht van Sport, kadernota voor het sportbeleid 2008-2015";
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in sublid 29.2.1, onder a ten behoeve van het bouwen buiten het bouwvlak van bijbehorende bouwwerken en andere bouwwerken ten dienste van de bestemming, zoals bijvoorbeeld bergingen of fietsenstallingen, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 1 ten behoeve van het toelaten van detailhandel die ondergeschikt is aan en ten dienste staat van de hoofdfunctie, die op het perceel dan wel in het gebouw wordt uitgeoefend, mits deze geen onevenredig nadelige gevolgen voor de woon-omgeving heeft, in de vorm van geluids-, verkeers- of parkeeroverlast.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in sublid 29.2.2, ten behoeve van het bouwen van erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevel tot ten hoogste 2 m, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van: