De voor “Natuur” aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. natuur en landschap in de vorm van bos, heide, moeras, weide, water en bijzondere parkelementen;
b. de instandhouding, bescherming en ontwikkeling van de natuur- en landschapswaarden;
c. extensief recreatief medegebruik in de vorm van fiets-, voet- en ruiterpaden.
28.2 Bouwregels
a. op en in de gronden als bedoeld in lid 20.1, mogen uitsluitend worden gebouwd andere bouwwerken ten dienste van de bestemming, zoals palen, masten, kunstwerken, verkeers- en andere tekens en terreinafscheidingen.
b. de bouwhoogte van andere bouwwerken mag niet meer bedragen dan 2 m.
28.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
a. Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden van burgemeester en wethouders op de gronden met de aanduiding "waterberging/hydrologische buffer" de hieronder genoemde werkzaamheden uit te voeren: - het aanleggen van sloten, watergangen en waterpartijen; - het dempen van sloten, watergangen en water; - het leggen van dammen en duikers - het ophogen van gronden > 0.50 meter; - het afgraven van gronden > 0.50 meter; - het aanleggen/verharden van wegen/paden/oppervlakte; - het (ver)leggen van ondergrondse transport-, energie- en telecommunicatieleidingen; - het egaliseren/veranderen van reliëf bij de aanduiding "geomorfologisch waardevol"; - het aanbrengen van opgaande beplanting/bebossen;
b. Het onder a vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke: - het normale onderhoud betreffen; - noodzakelijk zijn in verband met het op de betreffende bestemming gerichte beheer of gebruik van de grond; - reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan;