direct naar inhoud van 4.3 Nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen
Plan: Park Schothorst e.o.
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0307.BP00068-0301

4.3 Nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen

In dit plan zijn twee kleine ruimtelijke ontwikkelingen voorzien, te weten de bouw van een nieuw Centrum voor Natuur en Milieueducatie (feitelijk herbouw omdat het oude centrum is afgebrand) en het toestaan van horeca op het perceel Schothorsterlaan 11, aanvullend op de huidige bestemming.

  • 1. Nieuw Centrum voor Natuur en Milieu Educatie (CNME)

In december 2010 besloot de gemeenteraad tot het bouwen van een nieuw centrum voor natuur- en milieueducatie, nadat deze in september 2010 door brand is verwoest.

Bijna twee jaar later, op 18 september 2012, besloot de gemeenteraad dat de gemeente zelf opdrachtgever voor de nieuwbouw wordt en dat er een aantal essentiƫle uitgangspunten uit het programma van eisen voor de nieuwbouw wordt vastgesteld, te weten:

  • locatiekeuze

Uit een locatiestudie en marktverkenning bleek dat de huidige locatie van het CNME de meest geschikte is voor de beoogde functies. Er is daarmee geen noodzaak om uit te zien naar alternatieve locaties. De huidige locatie heeft als voordeel dat er synergie blijft tussen de de diverse functies, gebruikers en bezoekers van het gebied. Synergie is nu aanwezig tussen de sterrenwacht, bijenvereniging, middeleeuws erf en volkstuinen. Alternatieve locaties bieden die synergie niet en hebben als aanvullend nadeel dat ondergrondse infrastructuur (elektriciteit, riolering) nog ontbreekt.

  • De keuze voor een flexibel, duurzaam gebouw, dat past in de cultuurhistorische, landelijke en natuurlijke omgeving.

Het nieuwe gebouw moet een groene ontmoetingsplek worden voor de stad. Het ecologisch beheer van het landgoed en het middeleeuws erf wordt voortgezet, met dank aan de inzet van vrijwilligers en mensen van het project sociale activering. Het gebouw wordt zelf natuurlijk ook duurzaam gebouwd, ingericht en gebruikt. Door de verschillende functies van het CNME en om het mogelijk te maken in te spelen op nieuwe ontwikkelingen, is het van belang dat het gebouw flexibel en aanpasbaar is. Het nieuwe gebouw moet een karakteristieke uitstraling krijgen in een natuurlijke context met respect voor de cultuurhistorie.

  • Een goed toegankelijk, maar sociaal veilig en vandalismebestendig complex.

Het park en landgoed zijn openbaar toegankelijk. Om deze reden is het noodzakelijk om donkere en onoverzichtelijke plekken in het gebouw te voorkomen. Waar mogelijk dient rekening gehouden te worden met vandalismebestendige voorzieningen.

  • Een bruto vloeroppervlak van het gebouw van 955 m2 met een maximale afwijking van 20%. Het oppervlak van de bijbehorende buitenruimte bedraagt 300 m2 met een maximale afwijking van 50%.

Het volledig functioneel en ruimtelijke programma van eisen voor het CNME, zoals dat op 18 september 2012 aan de gemeenteraad is aangeboden, is als bijlage 1Ā toegevoegd aan deze toelichting. Een belangrijk uitgangspunt hierbij is dat de aard en omvang van het nieuwe CNME gelijk is aan het oude, en dat daarom geen extra verkeersbewegingen en/of parkeerdruk te verwachten zijn.

De ontwerpfase voor het gebouw start met de selectie van een bij de bouwopgave passende architect met kennis en ervaring op het gebied van duurzaamheid en flexibele, multifunctionele gebouwen. De architectenselectie verloopt via de regels van de nota Inkoop- en aanbestedingsbeleid gemeente Amersfoort 2008-2012. De geselecteerde architect zal vervolgens in overleg met de gemeente een voorlopig ontwerp voor het gebouw gaan opstellen, dat voldoet aan het programma van eisen.

Betrokken partijen, omwonenden en de raadsleden worden betrokken bij de plannen en krijgen gelegenheid om aan de wieg te staan van de uitwerking van het plan. Daarvoor zal een ontwerpatelier worden georganiseerd.

Binnen de herziening van het bestemmingsplan voor park Schothorst en Groot Weede willen we de herontwikkeling van het CNME faciliteren. Daartoe zijn stedenbouwkundige randvoorwaarden opgesteld, die verwerkt zijn in de regels en de verbeelding van het bestemmingsplan (voor zover ze direct ruimtelijk relevant zijn). Binnen deze stedenbouwkundige randvoorwaarden is het mogelijk om de uitgangspunten uit het programma van eisen een plek te geven.

De landschappelijke randvoorwaarden hebben betrekking op de landschappelijke inpassing van het gebouw en op cultuurhistorische context. De stedenbouwkundige randvoorwaarden in dit bestemmingsplan zijn vertaald, zijn:

  • a. het gebouw mag bestaan uit 2 bouwlagen met daaronder een soutterain;
  • b. Het soutterain ligt deels ondergronds. De maximale hoogte van het deel van het soutterain dat boven het aangrenzende terrein ligt is niet begrensd.
  • c. de tweede bouwlaag dient maximaal 70% van het oppervlak van de onderliggende verdieping te beslaan;
  • d. de tweede bouwlaag mag worden uitgevoerd als kap;
  • e. het gebouw dient een zo compact mogelijke footprint te krijgen.
  • f. het maximale grondoppervlak van het gebouw bedraagt 600 m2 (via een bebouwingspercentage op de verbeelding), met een maximale afwijking van 20%;
  • g. bestaande groenelementen op het terrein, zoals bomen, dienen ingepast te worden in het plan.
  • h. de maximale (verharde) oppervlakte van het bij het gebouw behorende erf bedraagt 300m2, met een maximale afwijking van 50%;
  • i. Ten behoeve van de ontsluiting en het parkeren mag maximaal 1040 m2 grond worden verhard.
  • j. Het bouwplan dient vergezeld te worden door een inrichtingsplan welke is goedgekeurd door een door de gemeente aan te wijzen landschapsarchitect, waarin in ieder geval aandacht is besteed aan de volgende zaken:
    • 1. relatie van het gebouw tot het bestaande cultuurhistorische ensemble van gebouwen en het groen in het landgoed.
    • 2. wijze waarop het gebouw wordt opgenomen in de groene parkbosrand van de kern van het landgoed.
    • 3. wijze waarop de context van de omgeving mee is ontworpen (onder andere parkeerplaats en restanten van de omgeving van de boomgaard) bij de terreininrichting.

Met deze landschappelijke randvoorwaarden en de voorwaarden aan inrichting van het gebied respecteert het nieuwe gebouw het oorspronkelijke, cultuurhistorische ensemble van gebouwen in het landgoed, alsmede het groen.

In onderstaande afbeelding is te zien hoe de oorspronkelijke opzet van het gebouw en het groen er uit zag:

afbeelding "i_NL.IMRO.0307.BP00068-0301_0051.jpg"

  • 2. Horeca / (zorg)wonen op perceel Schothorsterlaan 11

Midden in het landgoed Schothorst, op het adres Schothorsterlaan 11, staat de Witte Villa. De wens bestaat om hier lichte horeca, bijvoorbeeld in de vorm van een lunchroom, op de begane grond mogelijk te maken. Daarnaast is door de eigenaren van het gebouw gevraagd om wonen en/of zorgwonen ter plekke mogelijk te maken. Hierbij zouden geen aanpassingen worden doorgevoerd aan de gevels van de Witte Villa. De horecagelegenheid zou alleen overdag moeten opengaan.

Ruimtelijke gevolgen als gevolg van een horecazaak of woningen op deze locatie zijn te voorzien in de vorm van extra verkeersbewegingen in het gebied, een hogere parkeerdruk en een eventuele toename van het geluid wanneer ter plekke ook een terras of tuinen worden toegestaan. Een toename van verkeer, parkeerdruk en geluid kan gevolgen hebben voor de natuurwaarden in het gebied, waardoor onderzoek noodzakelijk is naar de mogelijkheden van inpassing van horeca in dit gebied.Binnen dit bestemmingsplan is daarom geen directe mogelijkheid opgenomen voor het vestigen van een horecagelegheid of woningen. Wel is een bevoegdheid opgenomen voor het afwijken van het bestemmingsplan om ter plekke horeca en/of wonen toe te staan. Bij de afwijkingsbevoegdheid staat aangegeven hoe de landschappelijke en natuurwaarden worden beschermd, bijvoorbeeld door het oppervlak van het terras te beperken en door onderzoek te verlangen naar de gevolgen van horeca op de natuurwaarden ter plekke. Als voorwaarde geldt ook dat de cultuurhistorische waarde van het pand als gevolg van de functiewijziging niet mag worden aangetast. Dit betekent bijvoorbeeld dat het bouwen van een afzuiginstallatie waarbij door de muren heen moet worden geboord niet direct is toegestaan.