Plan: | Hooglanderveen en Vathorst |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0307.BP00066-0301 |
De Europese Kaderrichtlijn Water gaat er vanuit dat water geen gewone handelswaar is, maar een erfgoed dat moet worden beschermd en verdedigd. Het hoofddoel van de richtlijn is daarop gebaseerd. De Kaderrichtlijn Water geeft het kader voor de bescherming van landoppervlaktewater, overgangswater, kustwater en grondwater. Dat moet ertoe leiden dat: aquatische ecosystemen en gebieden die rechtstreeks afhankelijk zijn van deze ecosystemen, voor verdere achteruitgang worden behoed; verbetering van emissies; duurzaam gebruik van water wordt bevorderd op basis van bescherming van de beschikbare waterbronnen op lange termijn; er wordt gezorgd voor een aanzienlijke vermindering van de verontreiniging van grondwater.
Het Nationale Waterplan (NWP) is de opvolger van de vierde nota waterhuishouding en geeft het kader voor het waterbeheer voor Nederland, nu en in de toekomst. Het NWP is het rijksplan voor het waterbeleid. het NWP beschrijft de maatregelen die in de periode 2009-2015 genomen moeten worden om Nederland ook voor de toekomstige generaties veilig en leefbaar te houden en de kansen die water biedt te benutten.
Het Provinciaal Waterplan 2010-2015 is mede kader voor de wijze waarop omgegaan wordt met water in het plangebied. De doelstelling van het plan is: een veilig en bewoonbaar land. Het plan geeft de gewenste ontwikkelingen in het waterbeheer in de provincie Utrecht aan. Hierbij is rekening gehouden met de Europese kaderrichtlijn water en het beleid Waterbeheer 21e eeuw (WB21). Het thema "water als ordenend principe" loopt als een rode draad door het gehele plan. Dit houdt in dat, voordat er beslissingen worden genomen op ruimtelijk gebied,er wordt bekeken welke gevolgen die hebben voor watersystemen.
In het Waterbeheersplan 2010 - 2015 heeft Waterschap Vallei en Veluwe zijn ambities en uitvoeringsprogramma vastgelegd voor de periode 2010 tot en met 2015. Het plan bepaalt in grote lijnen de agenda van Waterschap Vallei en Veluwe voor de komende zes jaar. Dit plan is mede kader voor de wijze waarop omgegaan wordt met water in het plangebied.
Het Waterplan Amersfoort 2005-2015 is het kader voor integraal en duurzaam waterbeheer in Amersfoort. Het plan is gezamenlijk opgesteld door de Gemeente Amersfoort, Waterschap Vallei en Veluwe en Vitens Midden-Nederland. Het Waterplan Amersfoort is gebaseerd op een integrale beschouwing van het systeem van oppervlaktewater, ondiep grondwater en de waterketen vanaf de inzameling van afvalwater tot en met de zuivering van afvalwater.
Aan de hand van drie streefbeelden wordt geschetst hoe het waterbeheer er in 2030 uit zou moeten zien: water met allure, water van de wijk en water voor natuur. Het gaat hierbij met name om het oppervlaktewatersysteem en het ondiepe grondwater en de interactie tussen de waterketen en het oppervlaktewatersysteem.
De afgelopen planperiode 2007-2011 werden de 'Wet gemeentelijke watertaken' en de Waterwet van kracht. Met deze wetten zijn de gemeentelijke watertaken verbreed en hebben gemeenten de zorgtaak gekregen voor het:
De beleidsmatige invulling van deze (verbrede) gemeentelijke watertaken wordt vastgelegd in het wettelijke verplichte gemeentelijke rioleringsplan (Wet milieubeheer, artikel 4.22), daarom ook wel het 'verbreed gemeentelijke rioleringsplan' genoemd.
Bij ruimtelijke plannen geldt vanaf 1 november 2003 de wettelijke verplichting van een waterparagraaf/watertoets. De watertoets is één van de pijlers van het Waterbeleid voor de 21 eeuw, waarin aan water een meesturende rol in de ruimtelijke ordening is toegekend. Met de watertoets wordt beoogd waterbeheerders vroegtijdig in het ruimtelijke ordeningsproces te betrekken. De watertoets betreft het hele proces van informeren, adviseren, afwegen en beoordelen van waterhuishoudkundige aspecten in ruimtelijke plannen en besluiten. Het doel van een waterparagraaf is een samenhangend beeld te geven van de wijze waarop in het plan rekening is gehouden met duurzaam waterbeheer en de gevolgen van het plan voor de waterhuishouding. Het voorkomen van negatieve effecten op de waterhuishouding staat bij de watertoets voorop. Dan pas komen inrichtingsmaatregelen en compensatie in beeld.
Huidige Situatie
De basis voor de waterstructuur in Vathorst is uitgewerkt in het Waterstructuurplan 2001 en 2007. Als uitgangspunt wordt gehanteerd dat het oorspronkelijke niveau van de waterafvoer door de ontwikkeling van Vathorst niet verhoogd zal worden. Binnen het plangebied is en wordt dan ook voorzien in een ruime waterbergingscapaciteit. De benodigde wateroppervlakten zijn als ruimtelijk structurerende elementen in het plan opgenomen. Een tweede uitgangspunt is het beperken van verdroging. Hier wordt invulling aan gegeven door regenwater niet naar de rioolwaterzuivering af te voeren, maar waar mogelijk te infiltreren in de grond, danwel waar nodig via natuurlijke voorzuivering te lozen op en te bergen in oppervlaktewater. Het oppervlaktewater in Vathorst is opgedeeld in drie deelstroomgebieden:
De afvoer van de Malewetering is kunstmatig begrensd, dit om te voorkomen dat er in Kattenbroek wateroverlast zou kunnen ontstaan. Om de afvoeren van de verschillende stroomgebieden beperkt te houden is er in de drietal stroomgebieden een bepaalde hoeveelheid berging gecreëerd. Deze berging is gecreëerd door open water maar ook door middel van infiltratieriolering, waterbergingssystemen in wegfunderingen en doorlatende verharding wordt de afvoer van regenwater beperkt.
Vanuit plantechnisch oogpunt is voor de realisatie van geheel Vathorst minimaal 33 ha. wateroppervlakte vereist. Daarnaast is er voor elk stroomgebied apart een minimale hoeveelheid berging vastgesteld. Kijkend naar de huidige stand van zaken zal er aan de 33 ha. wateroppervlakte worden voldaan. Voor een groot deel is deze 33 ha. al gerealiseerd, een ander deel is in de planfase opgenomen en moet dus nog worden gerealiseerd.
De drie verschillende stroomgebieden worden weergegeven in onderstaande figuur.
De drie verschillende stroomgebieden in Hooglanderveen en Vathorst
De stroomgebieden zijn opgedeeld in verschillende peilvlakken met streefpeilen. Net zoals de bouw van Vathorst wordt ook het watersysteem gefaseerd aangelegd. Door middel van noodverbindingen tussen de stroomgebieden is een tijdelijk watersysteem gerealiseerd. Op het moment dat het watersysteem een meer definitief karakter zal krijgen, zal de functie van noodverbindingen worden herzien.
Wanneer het watersysteem door verdamping en wegzijging te veel water kwijt raakt, kan er water in het gebied worden aangevoerd. Er wordt dan water vanuit het randmeer door middel van pompen naar de hoogste peilvakken van de afzonderlijke stroomgebieden aangevoerd. Vanuit die peilvakken kunnen de lager gelegen peilvakken onder vrij verval van water worden voorzien.
Hemelwater
Het is van belang dat het grondwater wordt beschermd tegen vervuiling, ook in stedelijk gebied. Om hieraan bij te dragen mogen bij ruimtelijke ontwikkelingen geen uitloogbare materialen worden gebruikt zoals koper, lood, zink en geïmpregneerd hout op plekken waar die met regenwater in aanraking kunnen komen.
Het regenwater in het plangebied moet zoveel mogelijk worden verwerkt op eigen terrein, bijvoorbeeld door infiltratie in de bodem. Alleen als dit niet mogelijk is, moet het gescheiden worden aangeboden op het gemeentelijke riool.
Grondwater
De grondwaterstand in de Vathorst varieert tussen de 2,0 en 0,5 meter beneden maaiveld. Onderzoek naar klimaatgevolgen heeft uitgewezen dat de grondwaterstand ten gevolge van klimaatontwikkelingen op verschillende locaties in Amersfoort nog zo’n 20 tot 30 cm gaat stijgen. In onderstaande figuur is het worst case scenario te zien voor Amersfoort. Het onderzoek dat is uitgevoerd laat geen toekomstbeeld zien voor geheel Vathorst. Door het ontbreken van peilbuizen in dit gebied was het niet mogelijk om een dekkende kaart te maken.
Voor nieuwe ontwikkelingen in de in- en uitbreidingen geldt dat deze zo moeten worden geordend en ingericht dat dit past bij de bestaande grondwaterstanden. Hier moet het plan dus passend worden gemaakt.
Riolering
Via het rioleringssysteem mag zo min moge¬lijk hemel¬water het gebied verlaten zodat een zo ge¬ring mogelij¬ke belasting van de waterkwaliteit bereikt wordt. Er wordt naar gestreefd om ten min¬ste 60 % tot maxi¬maal 80 % van het gehele oppervlak af te koppelen van het rioolstelsel, gedifferen¬tieerd per deelgebied.
In Vathorst zijn verschillende typen rioolsysteem aanwezig. Zo zijn Velden 1 en Velden 2a voorzien van een infiltratieriool. Het regenwater wordt doormiddel van dit infiltratieriool in de bodem geïnfiltreerd. Velden 1G, de boulevard en het bedrijventerrein zijn voorzien van een verbeterd gescheiden stelsel. Dit stelsel zal echter op den duur omgebouwd worden naar een gescheiden stelsel.
Een belangrijk uitgangspunt voor het watersysteem van Vathorst is het voorkomen van verdroging en het vasthouden van neerslag. Hier wordt in Velden 3def invulling aan gegeven door het regenwater deels af te voeren via doorlatende verharding en funderingsmateriaal met een groot bergingsvermogen ('Aquaflow'). De neerslag die op deze verharding valt wordt in deze wegfundering geborgen en kan van daaruit infiltreren in de bodem.
Regionale waterkering
In het bestemmingsplan zijn gronden opgenomen met de medebestemming waterkering. De kering is voor een deel een verholen waterkering die maar deels in het landschap is terug te zien. Het gebied buiten de waterkering is boezemland. Binnen dit boezemland moet er niet beneden het peil van de waterkering worden gebouwd. Ondanks dat het om een verholen kering gaat, moet de kering volgens de regels van het waterschap op de kaart wel een gesloten kering zijn. Aan de gronden met de bestemming waterkering zijn regels verbonden welke in de regels bij dit bestemmingsplan nader worden beschreven.
Laakverbreding
In 2008 heeft de gemeenteraad de Ontwikkelingsvisie Laakzone vastgesteld. In de ontwikkelingsvisie is de ambitie uitgewerkt om de zone van het riviertje de Laak met aangrenzende oevers te ontwikkelen tot recreatiezone voor wandelen, fietsen, varen en paardrijden. Deze ambitie wordt gecombineerd met de waterhuishoudkundige opgave van het Waterschap Vallei & Veluwe tot verbetering van de doorstroming van de Laak en versterking van de oevers. De gemeente Amersfoort heeft in 2010 een realisatieovereenkomst gesloten met de gemeentes Bunschoten en Nijkerk, de provincie Utrecht en het Waterschap voor uitvoering van de werkzaamheden in de periode 2010 - 2013. Inmiddels is de planning gewijzigd vastgesteld tot einde 2015.
De ambitie tot verbreding en recreatieve ontwikkeling van de Laak sluit aan op de ontwikkelingsvisie voor de wijk Vathorst. In de wijk Vathorst wordt de Laak verbreed en geschikt gemaakt voor recreatievaart voor kano's en sloepjes. De verbreding van de Laak maakt tevens deel uit van de noodzakelijk wateropvang voor de wijk Vathorst.
Vanaf de locatie Achterhoekerweg richting Bunschoten krijgt de Laak tot aan de plangrens van de wijk Vathorst een profiel van ca. 20 meter breedte. Daarna versmalt de Laak naar 12 meter breedte. Op de Zuidoever komt een utilitair fietspad met natuurvriendelijke oriëntatieverlichting. Dit fietspad dient tevens als ontsluitingsweg voor de weilanden in plangebied Vathorst West. De noordoever van de Laak sluit aan op een ca. 15 meter brede strook 'boezemland', vrijgehouden ten behoeve van de gasbuizen die daar ondergronds lopen. Daarachter begrenst de waterkering het stroomgebied van de Laak. De strook boezemland kan in droge tijd benut worden als speel- en ligweide.
Over het aspect water is verschillende keren overleg geweest met het Waterschap Vallei en Veluwe. De tekst in deze waterparagraaf is het resultaat van deze overleggen.