Plan: | Hooglanderveen en Vathorst |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0307.BP00066-0301 |
De voor 'Maatschappelijk - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op en in deze gronden zijn uitsluitend gebouwen en andere bouwwerken toegestaan die ten dienste staan van de bestemming.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van andere bouwwerken gelden de volgende regels:
bouwwerken | max. bouwhoogte |
palen en masten, zoals vlaggenmasten | 15 m |
verlichtingsmasten | 15 m |
luifels en ander straatmeubilair | 4 m |
overkappingen | 3 m |
beeldende kunstwerken | 9 m |
skatevoorzieningen | 5 m |
erf- en perceelsafscheidingen voor de voorgevel | 1 m |
overige erf- en perceelsafscheidingen en overige andere bouwwerken | 2 m |
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in sublid 16.2.1 onder a, voor het bouwen van vrijstaande bijbehorende bouwwerken buiten het bouwvlak, mits deze ten dienste staan van de bestemming en met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in sublid 16.2.1 onder d en een bouwhoogte toestaan van maximaal 15 meter.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in sublid 16.2.2, onder a voor het bouwen van erf- en perceelsafscheidingen voor de voorgevel tot ten hoogste 2 m, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 16.2.1 onder d en ter plaatse van de specifieke bouwaanduiding 'kerk en/of klokkentorens' [sba-kkt], kerk en/of klokkentorens toestaan met een maximale hoogte van 45 meter.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 16.1, voor het toelaten van detailhandel die ondergeschikt is aan en ten dienste staat van de hoofdfunctie, die op het perceel dan wel in het gebouw wordt uitgeoefend, mits dit geen onevenredig nadelige gevolgen voor de woonomgeving heeft in de vorm van geluids-, verkeers- of parkeeroverlast.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 16.1, voor:
mits dit geen onevenredig nadelige gevolgen voor de woonomgeving heeft in de vorm van geluids-, verkeers- of parkeeroverlast en mits wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid volgens de gemeentelijke parkeernormen zoals vastgelegd in de gemeentelijke parkeernota zoals die geldt ten tijde van de ontvangst van de aanvraag.