Plan: | Utrechtseweg 371 375 en Utrechtseweg 302 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0307.BP00052-0301 |
Het plangebied behoort tot de Utrechtse Heuvelrug. Het is gelegen op de flanken van de stuwwal van de Utrechtse Heuvelrug, waar het reliƫf bestaat uit flauwe en steile hellingen. De bodem bestaat voornamelijk uit grof zand en grind, afgezet in de laatste ijstijden. De archeologische verwachtingen voor deze gronden zijn middelhoog voor vondsten met betrekking tot jagers-verzamelaars en voor prehistorische landbouwers. In de directe omgeving bevinden zich enkele grafheuvels, waarvan de bijbehorende nederzettingen niet bekend zijn.
Op grond van de Monumentenwet 1988 (artikel 38a) is de gemeente verplicht om bij de vaststelling van bestemmingsplannen rekening te houden met de in de grond aanwezige of te verwachten monumenten. De wet zegt, dat in het bestemmingsplan regels kunnen worden gesteld voor het overleggen van archeologische onderzoeksrapporten door de aanvragers van een omgevingsvergunning voor het bouwen en/of het aanleggen werken en werkzaamheden. In lijn met de nieuwe archeologiewetgeving is de Amersfoortse ABP-kaart omgezet in een archeologische beleidskaart waar per gebied wordt aangegeven hoe moet worden omgegaan met de archeologie bij het ontwikkelen en uitvoeren van plannen / bodemverstorende projecten. De kaart is vastgesteld door de gemeenteraad op 28 september 2010.
figuur: Archeologische beleidskaart
De nieuwe beleidskaart kent een onderverdeling in vijf gebieden met verschillende kleuren. Per gebied is een beleidsadvies geformuleerd. Het voorliggende plangebied is aangeduid als AWV-4 gebied. Dat is een gebied met een middelhoge archeologische verwachting buiten de bebouwde kom. Ter voldoening aan artikel 38a van de Monumentenwet is in dit bestemmingsplan een regeling ten aanzien van de archeologische monumenten opgenomen. Bij verstoringen van de bodem die een terreinoppervlak van meer dan 500 m2 beslaan en dieper zijn dan 30 cm, dient een archeologisch rapport te worden opgesteld alvorens er met de verstorende activiteit kan worden begonnen.