Artikel 3 Bos I
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor "Bos I" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
a. natuur en landschap in de vorm van bos, water, groen en bijzondere parkelementen;
-
b. de instandhouding, bescherming en ontwikkeling van de natuur- en landschapswaarden;
-
c. in- en uitritten ter breedte van maximaal 3 m ten dienste van de aangrenzende bestemmingen;
-
d. ter plaatse van de aanduiding ontsluiting (os) tevens een ontsluitingsweg ter breedte van maximaal 3 m;
-
e. nutsvoorzieningen;
met dien verstande dat de gronden worden aangelegd en ingericht volgens:
-
1. het van deze regels deel uitmakende landschapsontwerp Utrechtseweg 371-375 d.d. 9 januari 2012;
-
2. de eveneens van deze regels deel uitmakende Inrichtingsschets Utrechtseweg 302, toelichting t.b.v. de inrichting van het perceel Utrechtseweg 302 te Amersfoort.
3.2 Bouwregels
Op en in de gronden als bedoeld in lid 3.1 mogen uitsluitend worden gebouwd:
-
a. gebouwen voor nutsvoorzieningen;
-
b. andere bouwwerken ten dienste van de bestemming, zoals terreinafscheidingen, palen, masten en kunstwerken en verkeers- en andere tekens.
-
c. voor het bouwen van gebouwen als bedoeld in lid 3.2 onder a geldt dat de bruto-inhoud ten hoogste 50 m3 mag bedragen en de bouwhoogte ten hoogste 3.5 m;
-
d. voor het bouwen van andere bouwwerken als bedoeld in lid 3.2 onder b. geldt dat bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 2 m en terreinafscheidingen uitsluitend mogen worden gebouwd op de plangrens.
3.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
3.3.1 Vergunningplicht
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden op de in artikel 3.1 bedoelde gronden de volgende andere werken en werkzaamheden uit te voeren:
-
a. aanleggen en verharden of wijzigen van het profiel van wegen en paden en het aanleggen of aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
-
b. ophogen, afgraven en egaliseren van de gronden;
-
c. aanleggen en dempen van watergangen, sloten en andere waterpartijen;
-
d. vellen en rooien van bomen, hakhout en andere houtopstanden en het verrichten van handelingen, die de dood of ernstige beschadiging daarvan ten gevolge kunnen hebben;
-
e. vernieuwen of reconstrueren van de groenstructuur
3.3.2 Uitzonderingen vergunningplicht
Het in lid 3.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op:
-
a. werken en werkzaamheden in het kader van het normale beheer en onderhoud;
-
b. werken en werkzaamheden, waarmee is of mag worden begonnen ten tijde van het verkrijgen van rechtskracht van het bestemmingsplan;
-
c. werken en werkzaamheden die worden uitgevoerd in overeenstemming met het van deze regels deel uitmakende landschapsontwerp Utrechtseweg 371-375 d.d. 9 januari 2012 en de eveneens van deze regels deel uitmakende Inrichtingsschets Utrechtseweg 302, toelichting t.b.v. de inrichting van het perceel Utrechtseweg 302 te Amersfoort.
3.3.3 Verlening vergunning
Burgemeester en wethouders verlenen de in lid 3.3.1 bedoelde vergunning indien naar hun oordeel blijkt dat er geen sprake is van een onevenredige aantasting van de natuur- en landschapswaarden.
3.4 Afwijkingen
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.1 onder 1 en 2 met inachtneming van de volgende voorwaarden:
-
a. er mag geen onevenredige afbreuk worden gedaan aan de doelstellingen en uitgangspunten van het van deze regels deel uitmakende landschapsontwerp Utrechtseweg 371-375 d.d. 9 januari 2012 en de eveneens van deze regels deel uitmakende Inrichtingsschets Utrechtseweg 302, toelichting t.b.v. de inrichting van het perceel Utrechtseweg 302 te Amersfoort;
-
b. de aanwezige waarden van natuur en landschap mogen niet onevenredig worden geschaad;
-
c. er mag geen onevenredige afbreuk worden gedaan aan het gebruik van belendende percelen.
3.5 Specifieke gebruiksregels
Onverminderd het bepaalde in lid 3.4 wordt tot een strijdig gebruik met de bestemming in ieder geval verstaan:
-
a. het gebruik van de gronden in strijd met het van deze regels deel uitmakende landschapsontwerp Utrechtseweg 371-375 d.d. 9 januari 2012;
-
b. het gebruik van de gronden in strijd met het van deze regels deel uitmakende Inrichtingsschets Utrechtseweg 302, toelichting t.b.v. de inrichting van het perceel Utrechtseweg 302 te Amersfoort;
-
c. het gebruik van de gronden voor het parkeren van auto's.
3.6 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen overeenkomstig het bepaalde in artikel 3,6, lid 1, onder d van de Wet ruimtelijke ordening met het oog op het instandhouding, bescherming en ontwikkeling van de natuur- en landschapswaarden nadere eisen stellen aan de plaats, afmetingen en vormgeving van gebouwen, andere bouwwerken en de inrichting van onbebouwde gronden, waaronder de plaats, het aantal en de afmetingen van in- en uitritten en ontsluitingswegen.