Plan: | Partiële herziening Centraal Stadsgebied-Noord |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0307.BP00050-0301 |
Het bestemmingsplangebied heeft een grotendeels onzichtbare geschiedenis: het behoort tot de oudste industrie- en bedrijvengebieden van de stad, die vanaf het eind van de negentiende eeuw ontstonden door de ligging nabij de Eem, maar vooral door de ligging bij het spoor. Tot het eind van de twintigste eeuw heeft het gebied als bedrijven- en industriegebied gefunctioneerd.
Vanaf de jaren 80 van de twintigste eeuw zijn er plannen gemaakt voor vernieuwing van dit toen verouderde gebied.
In 1999 is het Coördinatieplan Centraal Stadsgebied-Noord vastgesteld. Dit plan is de onderlegger geweest voor het bestemmingsplan Centraal Stadsgebied-Noord. Op basis hiervan is het gebied in de afgelopen periode van ongeveer 10 jaar bijna helemaal herontwikkeld.
De infrastructuur is sterk uitgebreid om doorstroming en ontsluiting te bieden voor het toenemende verkeer.
De bedrijfsgebouwen zijn allemaal afgebroken en vervangen door nieuwe bebouwing met functies die passen in het stadscentrum. De woonfunctie neemt hierin de meeste ruimte in.
Van de oorspronkelijk aanwezige bebouwing resten binnen de grenzen van dit bestemmingsplan slechts een aantal woningen in het blok tussen de Groningerstraat, Puntenburgerlaan en Flevostraat, en het elektriciteitsschakelstation aan de nieuwe Poort. In aangrenzende gebieden zijn meer zichtbare elementen aanwezig die herinneren aan het industriële verleden.
Eén project binnen het plangebied is op het moment van het schrijven van deze kenschets nog niet afgebouwd. (Oppidium).
De bouwblokken hebben veelal een hoogte van 4 of 5 lagen. Plaatselijk, op daarvoor geschikte plekken zijn er hogere delen tot een hoogte van 15 lagen. Aan de Nieuwe Poort, nabij de rotonde is als onderdeel van het project Oppidium een extra hoog element (met een kantoor/hotelfunctie) voorzien van 15 lagen.
Het blok Oppidium huisvest een grote hoeveelheid commerciële ruimte. Daarnaast is op meerdere plekken in de plint van de woongebouwen ruimte aanwezig voor (commerciële) voorzieningen.
Parkeergelegenheid voor de commerciële voorzieningen is aanwezig binnen de bebouwingsblokken. Vooral de parkeervoorzieningen van het Oppidium zijn van grote invloed op de hoeveelheid verkeer. De afwikkeling daarvan is zorgvuldig ingepast, met de toegang aan de Groningerstraat, en de uitrit direct op de Nieuwe Poort.
Het inrichtingsniveau van de openbare ruimte heeft een bijzondere kwaliteit door de gebruikte materialen ( met name de gebakken klinkers voor straten en trottoirs) en door de hoogwaardige vormgeving van bijzondere plekken, zoals de viaducten c.a. van de rotonde en onderdoorgang De Nieuwe Poort, en de inrichting van het Caspar van Wittelplantsoen ( niet binnen, maar direct grenzend aan het bestemmingsplangebied.)
Het plangebied is met dit al een afgerond gebied, waarin verdere ruimtelijke ontwikkelingen niet worden voorzien. Het bestemmingplan heeft daarom in de eerste plaats een conserverend karakter.
De herontwikkeling van de afgelopen 10 jaar heeft geleid tot een vernieuwde infrastructuur en een intensief bebouwd gebied, waar gesloten bouwblokken liggen aan stedelijke straten.
De infrastructuur bestaat allereerst uit de nieuwe Poort, die in het plangebied aansluit op een rotonde met een onderdoorgang (“De Nieuwe Poort”). De onderdoorgang faciliteert het doorgaande verkeer van en naar de Stadsring, de rotonde verdeelt het bestemmingsverkeer naar de Groningerstraat (toegangsweg naar het Soesterkwartier), de Mondriaanlaan (route naar station noordzijde en Wagenwerkplaats), de Eemlaan (toegangsweg naar het Eemplein en het Oliemolenkwartier).
De Groningerstraat valt binnen het plangebied. Het profiel van deze weg zal na afronding van de aanliggende bouwprojecten opnieuw worden aangelegd, met meer ruimte voor fietsers en veiliger oversteekvoorzieningen voor langzaamverkeer. De nieuwe opzet vraagt meer ruimte dan de oorspronkelijk aangelegde situatie; dit bestemmingsplan biedt hiervoor de planologische ruimte.
De rest van de straten in het plan hebben uitsluitend een functie voor de ontsluiting van de aanliggende woningen. Het parkeren voor de woningen vindt in hoofdzaak plaats in inpandige garages binnen de bouwblokken; alleen voor de oude woningen aan de Puntenburgerlaan e.o., en voor “bezoekers ” is op basis van normering in de straten parkeerruimte aanwezig.
De Puntenburgerlaan is bovendien de belangrijkste langzaamverkeerverbinding tussen het Soesterkwartier en de binnenstad, via de Brouwerstunnel.