3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
a. bedrijven in categorie 1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten zoals opgenomen in bijlage 1 bij deze regels;
-
b. ter plaatse van de aanduiding "bedrijf tot en met categorie 2" (b<2) bedrijven in categorie 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten zoals opgenomen in de bijlage bij deze regels;
-
c. ter plaatse van de aanduiding “verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg” (vm), tevens een verkooppunt voor motorbrandstoffen, met uitzondering van lpg, met daarbij behorende detailhandel;
-
d. ter plaatse van de aanduiding "bedrijfswoning" (bw) ten hoogste één bedrijfswoning;
-
e. ter plaatse van de aanduiding "wonen" (w) woningen op de verdieping(en);
-
f. ter plaatse van de aanduiding "nutsvoorziening" (nv) uitsluitend nutsvoorzieningen;
-
g. ter plaatse van de aanduiding "antennemast" (am) een antenne-installatie;
-
h. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, nutsvoorzieningen, wegen en paden, parkeervoorzieningen en laad- en losvoorzieningen en erven;
met dien verstande dat per bedrijf voorzien dient te worden in voldoende parkeergelegenheid conform de gemeentelijke parkeernormen zoals vastgelegd in de Nota Parkeernormen d.d. 27 januari 2009.
3.2 Bouwregels
Op en in deze gronden zijn uitsluitend gebouwen en andere bouwwerken toegestaan, die ten dienste staan van de bestemming.
3.2.1 Gebouwen - algemeen
Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:
-
a. alleen toegestaan binnen het bouwvlak;
-
b. er mogen niet meer bouwlagen worden gebouwd dan zoals ter plaatse is aangegeven;
-
c. ter plaatse van de aanduiding 'kap' mogen gebouwen worden afgedekt met een kap;
-
d. kelders die geheel zijn gelegen onder het peil zijn overal toegestaan waar gebouwen zijn toegestaan, waarbij het bebouwingspercentage mag worden overschreden;
-
e. kelders die gedeeltelijk boven het peil uitsteken zijn overal toegestaan waar gebouwen zijn toegestaan, waarbij het bebouwingspercentage niet mag worden overschreden;
-
f. in afwijking van het bepaalde onder a zijn ter plaatse van de specifieke bouwaanduiding 'overkapping' (sba-o) overkappingen toegestaan met een maximale hoogte van 5 meter;
-
g. in afwijking van het bepaalde onder a geldt voor nutsvoorzieningen dat deze tevens buiten het bouwvlak zijn toegestaan.
3.2.2 Bedrijfswoningen
ter plaatse van de aanduiding "bedrijfswoning" (bw) gelden naast de regels zoals opgenomen in artikel 3.2.1 ook de volgende regels:
-
a. ter plaatse is één bedrijfswoning toegestaan;
-
b. de inhoud van een bedrijfswoning mag niet meer dan 750 m³ bedragen;
-
c. voor de bijbehorende bouwwerken bij een bedrijfswoning gelden de regels zoals opgenomen in artikel 18.2.2, 13.2.2 en 13.2.3;
3.2.3 Andere bouwwerken
Voor het bouwen van andere bouwwerken gelden de volgende regels:
bouwwerken
|
max. bouwhoogte
|
palen, masten en reclame- en andere tekens
|
10 m
|
verlichtingsmasten en antenne-installaties
|
12 m
|
antenne-installaties ter plaatse van de aanduiding "antennemast" (am)
|
33 m
|
luifels
|
6 m
|
erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevel
|
1 m
|
overige erf- en perceelsafscheidingen en overige andere bouwwerken
|
2 m
|
3.2.4 Schotelantennes
Voor het plaatsen van schotelantennes gelden de volgende regels:
-
a. schotelantennes achter de voorgevelrooilijn of het verlengde daarvan mogen een doorsnede hebben van niet meer dan 2 m en een hoogte van niet meer dan 5 m;
-
b. schotelantennes vóór de voorgevelrooilijn of het verlengde daarvan mogen een doorsnede hebben van niet meer dan 1 m en mogen enkel aan de (hoofd)voorgevel worden opgericht terwijl de bovenzijde van de schotelantenne niet boven de goothoogte van het bijbehorende gebouw mag uitsteken.
3.4 Afwijking
3.4.1 Toestaan andere bedrijven
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3.1 voor het toestaan van een ander bedrijf dan ter plaatse is toegestaan, met uitzondering van nutsvoorzieningen, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
-
a. het gaat om een bedrijf dat voor wat betreft de aard en de omvang van de milieuhinder die het veroorzaakt gelijk kan worden gesteld met een bedrijf genoemd in de categorieën 1 of 2;
-
b. het bedrijf is opgenomen in de categorieën 2 of 3 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten in bijlage 1;
-
c. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de bouw- en gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
-
d. voldaan wordt aan de gemeentelijke parkeernormen zoals vastgelegd in de gemeentelijke parkeernota d.d. 27 januari 2009 en er uit oogpunt van verkeersveiligheid en een goede verkeersafwikkeling geen bezwaren bestaan.
3.4.2 bouwen van erfafscheidingen voor de voorgevel
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3.2.3 ten behoeve van het bouwen van erfafscheidingen voor de voorgevel tot ten hoogste 2 m, mits geen onevenredige aantasting plaats vindt van:
-
a. De gebruiksmogelijkheden van aangrenzende percelen
-
b. Het straat- en bebouwingsbeeld.
3.5 Wijzigingsbevoegdheid
Wijziging Staat van Bedrijfsactiviteiten
Burgemeester en wethouders kunnen overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6, lid 1, onder a van de Wro het plan wijzigen voor het toevoegen en schrappen van soorten bedrijven en het veranderen van de categorie-indeling van soorten bedrijven, voor zover veranderingen in de bedrijfsvoering en de milieugevolgen van soorten bedrijven hiertoe aanleiding geven.