direct naar inhoud van 5.7 Bodem
Plan: Centraal Stadsgebied-zuid
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0307.BP00004-0301

5.7 Bodem

Volgens het Besluit ruimtelijke ordening zullen burgemeester en wethouders in verband met de uitvoerbaarheid van het plan onder meer een onderzoek verrichten naar de bodemgesteldheid in het plangebied. Bij functiewijzigingen dient te worden bekeken of de bodemkwaliteit voldoende is voor de betreffende functiewijziging.

Nieuwe bestemmingen dienen bij voorkeur op daarvoor geschikte gronden te worden gerealiseerd.

5.7.1 Wet bodembescherming

De Wet Bodembescherming bevat de voorwaarden die kunnen en worden verbonden aan het verrichten van handelingen in of op de bodem. Primair komt bescherming en sanering in de wet aan bod. De wet heeft betrekking op zowel landbodems als waterbodems. De Wet bodembescherming geeft aan wanneer er sprake is van een geval van ernstige bodemverontreiniging en of er dan ook gesaneerd moet worden.

De hoeveelheid grond dan wel grondwater (beide in m³) en de mate van vervuiling, gemiddeld boven de interventiewaarde, zijn de criteria voor een geval van ernstige bodemverontreiniging.

De interventiewaarde is de waarde, waarboven er risico’s zijn voor mens, flora en fauna. De urgentie, de noodzaak om te saneren, hangt hiervan af maar ook van de mate van verspreiding van de bodemverontreiniging.

Voor gevallen van ernstige bodemverontreiniging is er bij niet gewijzigd grondgebruik soms geen noodzaak tot saneren. Voorbeelden zijn voormalige stortplaatsen en kleine verontreinigingen in het diepere grondwater.

De gevallen van ernstige bodemverontreinigingen zijn door de Gemeente Amersfoort in beeld gebracht. In een aantal gevallen is in een beschikking Wet bodembescherming aangegeven wat er met een geval van ernstige bodemverontreiniging moet gebeuren. Nadat er is gesaneerd, kunnen er restverontreinigingen aanwezig zijn. Soms zijn er gebruiksbeperkingen.

5.7.2 Besluit bodemkwaliteit

In 2002 is een bodemkwaliteitskaart en een bodembeheerplan voor de gehele gemeente opgesteld. De bodemkwaliteitskaart geeft per te scheiden zone een indicatie van de algemene milieuhygiënische kwaliteit van de bodem. Aangegeven wordt wat de achtergrondgehalten van diverse stoffen in dit gebied zijn. Dit kan van belang zijn bij grondverzet. Centraal Stadsgebied-Zuid maakt voor het overgrote deel onderdeel uit van de zone Zonnehof. De Zonnehof is ontwikkeld vanaf de negentiende eeuw. Door de reeds vroege bebouwing en bewoning van beide wijken is het achtergrondgehalte aan diverse stoffen (kwik, PAK, koper, lood en zink) licht tot matig verhoogd. De zone wordt als matig verontreinigd geclassificeerd.

afbeelding "i_NL.IMRO.0307.BP00004-0301_0022.jpg"

Deel bodemkwaliteitskaart Amersfoort

5.7.3 Bodem in relatie tot het plangebied

In het Centraal Stadsgebied-zuid is in het verleden een groot aantal bodemonderzoeken uitgevoerd. Aanleiding voor deze bodemonderzoeken was veelal het voornemen tot herontwikkeling van een locatie of een inventarisatie van de historische bedrijfsactiviteiten. Op het merendeel van deze locaties zijn slechts lichte verontreinigingen aangetroffen, die geen belemmering vormen voor de voorgenomen herinrichting. Op een aantal locaties is echter ernstige bodemverontreiniging aangetroffen die wel een belemmering vormen bij herinrichting. De meeste van deze locaties zijn reeds, voorafgaand aan de desbetreffende bouwplannen, gesaneerd. Het gaat daarbij met name om locaties rond het stationsgebied. Voor een aantal locaties zijn gebruiksbeperkingen als gevolg van aanwezige (rest)verontreinigingen in grond en/of grondwater. Op een beperkt aantal locaties vindt monitoring plaats. Een groot deel van het gebied is kwetsbaar doordat de afsluitende Eemkleilaag (op ca 10 m onder het maaiveld) ontbreekt.