Plan: | Centraal Stadsgebied-zuid |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0307.BP00004-0301 |
Voor planologisch relevante leidingen gelden verschillende beschermings- en veiligheidsafstanden waar bij het bestemmen van onder andere nieuwe functies rekening mee moet worden gehouden. Voor ruimtelijke plannen in de omgeving van leidingen waardoor gevaarlijke stoffen worden vervoerd zijn de volgende circulaires van belang:
Afhankelijk van druk en diameter gelden verschillende bebouwings- en toetsingsafstanden). De afstand die, in verband met de bescherming en het beheer van de leiding, minstens moet worden aangehouden ten opzichte van andere functies, wordt bepaald door de zakelijk rechtstrook. Binnen deze afstand is in beginsel geen enkele vorm van bebouwing toegestaan.
De minimale bebouwingsafstand is de afstand die tussen de leidingen en andere functies zoals onder andere woningbouw, recreatie en bedrijven moet worden gehanteerd in verband met de veiligheid. De toetsingsafstand is de afstand die bij voorkeur moet worden aangehouden ten opzichte van de leiding. De minimale bebouwingsafstand is alleen van toepassing als er zwaarwegende argumenten zijn om van de toetsingsafstand af te wijken.
Momenteel wordt de circulaire Zonering langs hoogdrukaardgasleidingen herzien. Hierbij worden ook de aan te houden veiligheidsafstanden opnieuw bekeken. VROM adviseert rekening te houden met deze nieuwe regelgeving. De vaststelling van nieuwe afstanden is momenteel nog niet afgerond. Derhalve vigeert momenteel nog de bestaande circulaire.
Voor aan te houden afstanden in verband met de aanwezigheid van overige leidingen (zoals een rioolwaterpersleiding) wordt gebruikgemaakt van de voorganger van de nota "Regels voor Ruimte", de Nota Planbeoordeling van de provincie Utrecht.
In het voorliggende plangebied komt één planologisch relevante leiding voor. Het gaat om een rioolwaterpersleiding die ter hoogte van de Vermeerstraat het plangebied binnenkomt en onder de Bisschopsweg loopt tot aan de kruising met de Arnhemseweg. De leiding ligt gedeeltelijk onder de straat en gedeeltelijk onder het trottoir. Op de verbeelding en in de regels van dit bestemmingsplan heeft de leiding een dubbelbestemming gekregen. Hiermee wordt voorkomen dat onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het doelmatig functioneren van de leiding en de veiligheid daarvan. Op de gronden met deze dubbelbestemming mogen uitsluitend andere bouwwerken worden gebouwd ten dienste van de dubbelbestemming "Leiding-riool" waarbij de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 4 meter.