Plan: | Centraal Stadsgebied-zuid |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0307.BP00004-0301 |
In de structuurvisie is geen nieuw beleid geformuleerd, maar is het ruimtelijk relevante bestaande beleid in samenhang gepresenteerd. Het gaat in hoofdlijnen om beleidsnota’s en ruimtelijke kaders die voor projecten zijn bepaald.
Met de structuurvisie wordt een beeld gegeven van de ruimtelijke koers die gevaren wordt met de stadsontwikkeling.
In de structuurvisie is CSG-zuid op de afbeelding "Ruimtelijke hoofdstructuur 2009" aangegeven als "Gemengd gebied/Centrum" voor het deel Nederberg/Zonnehof, en als "Woongebied" voor het deel Bekenstein/Luiaard. Dit is te zien op onderstaande afbeelding die is overgenomen uit de structuurvisie.
Structuurvisie Amersfoort: Ruimtelijke hoofdstructuur 2009
Bij het thema wonen in de structuurvisie valt CSG-zuid samen met de andere zuidelijke wijken onder de noemer "Zandstad". Dit betekent dat het gebied erg geliefd is op de woningmarkt en een inspiratiebron vormt voor nieuwe ontwikkelingen.
Bij het thema werken komt het deel Nederberg/Zonnehof ter sprake als "Gemengd gebied/Centrum". Ook in het voorliggende bestemmingsplan heeft dit gebied grotendeels een gemengde bestemming gekregen.
Het thema "Verkeer" geeft in de structuurvisie aan dat de aanleg van de Kersenbaan met de aansluiting op de A28 een belangrijk verkeersproject is voor de ontsluiting van het Centraal Stadsgebied. Hoewel de Kersenbaan net buiten de plangrens van het voorliggende bestemmingsplan Centraal Stadsgebied-zuid ligt, is dit wel een belangrijk verkeersproject om in deze toelichting te noemen.
In hoofdstuk 5 van de structuurvisie Amersfoort wordt het ontwikkelingsbeeld voor de gemeente geschetst. Hierin wordt een deel van CSG-zuid, de Zonnehof, aangegeven als transformatiegebied. De Zonnehof is in het voorliggende bestemmingsplan echter conserverend bestemd. Zodra de ontwikkelingen voor de Zonnehof zijn uitgekristaliseerd en de financiele uitvoerbaarheid kan worden aangetoond, wordt voor deze ontwikkelingen een apart bestemmingsplan opgesteld.
De grens van de ruimtelijke (uit)groeimogelijkheden van de stad is min of meer bereikt, waardoor nieuwe ontwikkelingen zich steeds explicieter richten op de bestaande stad. In het Stadsperspectief 2015 staat beleid daaromtrent als volgt geformuleerd: 'focus op de bestaande stad met bijzondere aandacht voor oudere wijken, functiemenging van wonen en werken, het verbeteren van de bereikbaarheid, een kwaliteitsimpuls voor de openbare ruimte en het verbeteren van de voorzieningen'. Zo wordt niet alleen gewerkt aan de economische vitaliteit maar geeft de aanpak ook een impuls aan leefbaarheid, veiligheid, beperking mobiliteit en efficiënt stedelijk grondgebruik.
In het coalitieakkoord 2010-2014 geeft het college aan op welke manier ze zich gaat inzetten voor de stad voor de korte en de lange termijn. Centrale waarden zijn verbondenheid, slagvaardigheid en duurzaamheid. Een van de kernthema’s is veligheid & handhaving. Het verhogen van de betrokkenheid, eigen verantwoordelijkheid en het versterken van het zelfoplossend vermogen van burgers zijn de belangrijkste pijlers voor de komende jaren. Toezicht op en handhaving van allerhande regelgeving door de overheid, van bestemmingsplannen tot parkeren, zijn essentieel om het gveoel van rechtsorde te bestendigen en overtredend gedrag al bij voorbaat te ontmoedigen. Meer dan in voorgaande jaren wordt bezien of regelgeving kan worden verminderd.
Andere kernthema’s zijn Mobiliteit en Ruimtelijke ontwikkeling en projecten. Mobiliteit is voor mensen individueel en voor de stad als geheel van vitaal belang. Het domein van ruimtelijke ontwikkelingen bevat diverse reguliere opgaven. Zo moeten de bestemmingsplannen worden geactualiseerd. Met oog voor tegenstrijdige belangen wil het college meer ruimte laten aan burgers door globaler te bestemmen.
In de gemeentelijke woonvisie presenteert de gemeente Amersfoort haar beleidsdoelstellingen en strategieën op het gebied van de volkshuisvesting.
De missie van het volkshuisvestingsbeleid is het thema “ongedeelde stad”: in de ongedeelde stad is plaats voor iedereen. Iedereen dient te beschikken over voldoende keuzemogelijkheden op de Amersfoortse woningmarkt. De gemeente dient derhalve te streven naar het waarborgen van die voldoende keuzemogelijkheden. Dit streven moet gestalte krijgen in gedifferentieerde woonmilieus en aantrekkelijke verscheidenheid van woningtypen, die recht doen aan de maatschappelijke en de culturele verscheidenheid van de bewoners.
De Woonvisie 2006-2010 is zowel een visie- als een beleidsdocument. Het is een visiedocument, omdat het strategische uitspraken doet over de ontwikkelingen van het wonen in de stad op lange termijn (tot ca. 2030). Het is een beleidsdocument, omdat de woonvisie daarnaast meer programmatische en beleidsmatige uitspraken doet voor het wonen in Amersfoort voor de kortere termijn (tot 2010).
In de Woonvisie valt CSG-zuid samen met de andere zuidelijke wijken onder de noemer "Zandstad". Dit betekent dat het gebied erg geliefd is op de woningmarkt en een inspiratiebron vormt voor nieuwe ontwikkelingen.
Voor de ontwikkeling van het gebied Nederberg (het westelijk deel van het plangebied van voorliggend bestemmingsplan) is een ruimtelijke visie opgesteld die door de gemeenteraad is vastgesteld op 27 november 2007. Op basis van een analyse van het gebied zijn in de visie per aspect doelstellingen geformuleerd, die vervolgens zijn geïntegreerd in een totaalvisie. Uit de analyse zijn bovendien enkele specifieke deelopgaven naar voren gekomen. Dit zijn:
Bovendien zouden enkele opgaven uit de visie een vertaling krijgen in het voorliggende bestemmingsplan:
Over Nederberg, en dan met name over de Zonnehof, heeft veel overleg plaatsgevonden. Er zijn diverse initiatieven zowel bij particulieren als bij de gemeente. Maar het huidige economische klimaat maakt dat deze initiatieven, met name vanuit financieel oogpunt, moeilijk concreet te maken zijn. Daarom is besloten om ze niet bij recht op te nemen in het voorliggende bestemmingsplan. Wanneer dit wel zou worden gedaan dan zou er een compleet kostenverhaal aan het bestemmingsplan moeten worden gekoppeld in de vorm van overeenkomsten of een exploitatieplan. Dit is een voorwaarde die volgt uit de nieuwe Wet ruimtelijke ordening die per 1 juli 2008 is ingevoerd. Omdat dit voor vrijwel alle opgaven uit de visie Nederberg niet mogelijk is, zijn we tot het besluit gekomen om de huidige juridisch-planologische situatie in het bestemmingsplan vast te leggen.
Wanneer een initiatief zich in een dusdanig stadium bevindt dat er een planologische procedure voor gevoerd kan worden, dan zal dit worden getoetst aan de uitgangspunten van de visie Nerderberg en zal er op dat moment een bestemmingsplan voor worden opgesteld in combinatie met een compleet kostenverhaal in de vorm van een overeenkomst of exploitatieplan.
Het gemeentelijk beleid is gericht op het realiseren van een doelmatig verkeer- en vervoerssysteem voor alle vervoerswijzen om de bereikbaarheid in en van Amersfoort te waarborgen. Daarbij worden sluipverkeer en doorgaand verkeer geweerd en de verkeersveiligheid en leefbaarheid verbeterd. Stilstaand verkeer is slecht voor de luchtkwaliteit. Met de toenemende ontwikkelingen in de stad ligt hier een opgave om een efficiënt verkeer- en vervoerssysteem in te richten voor alle modaliteiten. De gemeente wil de beschikbare verkeersruimte op het wegennet optimaal gaan benutten. Dit houdt in dat gekeken wordt naar een slimmere indeling van bestaande rijstroken en ook, waar dit winst voor de totale afwikkeling oplevert, extra optelstroken op kruispunten met verkeerslichten worden toegevoegd.
Op 12 april 2011 is de "Visie Werklocaties, Amersfoort stad om in te werken" vastgesteld door de gemeenteraad. Deze visie is bedoeld als bouwsteen voor onder andere bestemmingsplannen, om daarmee de economische groei te faciliteren en randvoorwaarden te verbeteren. Voor het voorliggende bestemmingsplan is met name van belang dat in de visie wordt aangegeven dat het voor de vitaliteit van de economie wenselijk is dat er meer menging ontstaat van wonen en werken. Ook wordt aangegeven dat voor werkfuncties meer ruimte moet worden geboden op verspreide werklocaties. Werken is in deze visie een breed begrip. Het gaat niet alleen om bedrijven en kantoren, maar ook om voorzieningen, cultuur, winkels, zorg, onderwijs en dergelijke. Sinds een aantal jaren is er een verschuiving te zien van dit type werkgelegenheid van reguliere werklocaties naar verspreide werklocaties. Deze bedrijvigheid is over het algemeen goed te mengen met wonen. In de visie is te lezen dat de gemeente positief staat tegenover deze vorm van functiemenging.