direct naar inhoud van 2.4 Provinciaal beleid
Plan: Centraal Stadsgebied-zuid
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0307.BP00004-0301

2.4 Provinciaal beleid

2.4.1 Ruimtelijke Structuurvisie Provincie Utrecht

Bij het provinciale beleid is met name de Ruimtelijke Structuurvisie Provincie Utrecht van belang. Deze structuurvisie is ontstaan door een beleidsneutrale omzetting van het streekplan 2005-2015 van de provincie Utrecht. Deze omzetting vond plaats op 1 juli 2008. Provinciale Staten hebben hiervoor de “Beleidslijn nieuwe Wro” vastgesteld op 23 juni 2008.

In de structuurvisie worden verschillende ruimtelijke functies afgewogen en keuzen bepaald. Ook worden bestemmings- en bouwplannen van gemeenten aan het streekplan getoetst.

Binnen de structuurvisie vormen de begrippen kwaliteit, uitvoering en samenwerking gezamenlijk de rode draad. Er is een grote behoefte aan woningen en bedrijventerreinen. Ruimte hiervoor moet zoveel mogelijk worden gezocht binnen de huidige verstedelijking (inbreiden). In totaal is er ruimte gereserveerd voor 72.000 nieuwe woningen in de structuurvisie. Voor bedrijventerreinen is er ongeveer 100 ha aan ruimte gereserveerd. In de structuurvisie zijn ook de bebouwingscontouren van de gemeenten precies vastgelegd en op kaarten aangegeven. Daarbinnen mag worden gebouwd; daarbuiten niet. Voor de komende twee jaar moeten nadere afspraken worden gemaakt over het soort woningen dat wordt gebouwd in een regio, het aantal zorgwoningen en het aandeel sociale woningbouw. Provinciale staten willen dat dit aandeel minimaal 30 procent bedraagt. Het volledige plangebied ligt binnen de rode bebouwingscontour.

afbeelding "i_NL.IMRO.0307.BP00004-0301_0004.jpg"

Plankaart Structuurvisie Provincie Utrecht


De Cultuurhistorische Hoofdstructuur
De structuurvisie geeft aan dat de Cultuurhistorische Hoofdstructuur (CHS) bestaat uit samenhangende, historisch waardevolle structuren van bovenlokaal belang. Het zijn ruimtelijk herkenbare, dan wel in de ondergrond aanwezige structuren die kenmerkend zijn voor een bepaalde periode of ontwikkeling. In het voorliggende plangebied gaat het daarbij om de stapelingsstructuur. Stapelingsstructuren richten zich op bewonings- en transportzones. Deze bezitten door hun dynamische ontwikkeling een sterke historische gelaagdheid. Hier bevinden zich de grootste concentraties aan archeologische vindplaatsen, oude blokvormige verkavelingen, historische kernen en buitenplaatsen. In het voorliggende plangebied gaat het in dit kader om de aanwezigheid van oude blokvormige verkavelingen. Archeologische vindplaatsen worden hier niet in het bijzonder verwacht.

afbeelding "i_NL.IMRO.0307.BP00004-0301_0005.jpg"

Cultuurhistorische hoofdstructuur

De provinciale ambities met betrekking tot de CHS kennen drie soorten sturingsmechanismen:

  • veiligstellen: cultuurhistorie is mede sturend voor de ontwikkeling;
  • eisen stellen: cultuurhistorie geeft richting aan de mogelijkheden voor nieuwe ontwikkelingen;
  • actief versterken: de provincie start zelf projecten.


In bovenstaande afbeelding is te zien dat het plangebied van het voorliggende bestemmingsplan in de zone "eisen stellen archeologie" ligt. Deze aanduiding is in de Structuurvisie toegepast in gebieden met een grote cultuurhistorische samenhang in combinatie met een hoge dynamiek. Met deze aanduiding wil de provincie vanuit cultuurhistorie voorwaarden verbinden aan veranderingsprocessen binnen deze gebieden. Verandering van beeld en functie is in principe mogelijk als aantoonbaar is dat de verandering zich 'in de geest van' de cultuurhistorische samenhang voltrekt. In het voorliggende bestemmingsplan wordt aan deze voorwaarde voldaan. Het plan wordt voor het grootste deel een conserverend bestemmingsplan. Er worden geen grote veranderingen mogelijk gemaakt zonder procedure (wijziging-, afwijkingsprocedure).

2.4.2 Provinciale Ruimtelijke Verordening

Onder de oude Wet op de Ruimtelijke Ordening behoefde het bestemmingsplan na vaststelling goedkeuring van gedeputeerde staten. Het Streekplan en Handleiding vormden hierbij het toetsingskader.De nieuwe Wro kent de figuur van goedkeuring niet meer. Ter borging en doorwerking van het provinciaalbelang kan de provincie een verordening vaststellen: kaderstelling vooraf. De figuur van verordening is nieuw in de ruimtelijke ordening. Maar de inhoud van de Utrechtse verordening is in die zin niet nieuw.De verordening is namelijk gebaseerd op de Wro-proof gemaakte Structuurvisie (Beleidslijn nieuwe Wro)en de Wro-proof gemaakte Handleiding (Uitvoering Beleidslijn nieuwe Wro).

De Provinciale Ruimtelijke Verordening is op 21 september 2009 vastgesteld door Provinciale Staten en in werking getreden op 24 december 2009.