direct naar inhoud van 5.2 Beheer
Plan: Waardenburg-West
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0304.BPwaardenburgwest-1303

5.2 Beheer

De aanwezige functies binnen het woon-werkgebied zijn vertaald in bestemmingen. Per bestemming wordt aangegeven waarom hiervoor is gekozen. Een beschrijving van de opzet en inhoud van de bestemmingen is weergegeven in hoofdstuk 6 'Juridische aspecten’.

Daar waar wordt gesproken over 'positief' bestemmen wordt bedoeld dat de huidige functie als zodanig in het voorliggend bestemmingsplan is bestemd en dat de huidige functie ook in de nieuwe planologische situatie kan blijven bestaan.

5.2.1 Bedrijven

Centraal in het plangebied komen een groot aantal kleinschalige bedrijven voor in de milieucategorieën 1 tot en met 2. In het kader van milieubeheer is, passend bij het gemengd karakter van het gebied één maximale milieucategorie opgenomen: bedrijven tot maximaal categorie 2.

Per bedrijf is één bedrijfswoning toegelaten en als zodanig opgenomen in het bestemmingsplan.

In de regels en op de verbeelding zijn bepalingen opgenomen ten aanzien van de bouwmogelijkheden. Het betreft bepalingen over de maximaal te bebouwen oppervlakte (bebouwingspercentage) en de hoogte van gebouwen en daarbij behorende bouwwerken.

5.2.2 Bos

In het gebied komt een bosperceel voor dat ook alszodanig is bestemd. Op deze gronden mogen de natuurlijke, landschappelijke en cultuurhistorische waarden niet onevenredig worden geschaad.

5.2.3 Maatschappelijk

Binnen het gebied bevindt zich aan de oostzijde een tweetal maatschappelijke voorzieningen. Aan deze functies is een bouwvlak toegekend met een maximale goothoogte.

5.2.4 Tuin

De voortuinen bij de woningen zijn bestemd als ‘Tuin’. Binnen deze bestemming is het niet toegestaan te bouwen. Dit voorkomt ongewenste gebouwen voor de voorgevel van de woningen. Het is namelijk zeer wenselijk dat de woningen vanaf de openbare weg zichtbaar zijn en dat de tuinen een kwalitatieve bijdrage leveren aan het sfeerbeeld langs de Achterweg, Steenweg, Graaf Reinaldweg en Waalbanddijk.

5.2.5 Verkeer

De verkeersbestemming is ruim opgezet (zoveel mogelijk van erfgrens tot erfgrens) om op die manier de herinrichting van wegen ook in de toekomst mogelijk te maken.

Ook het meer ondergeschikte groen dat zich langs wegen bevindt, is geregeld binnen deze bestemming. Kleine algemene nutsvoorzieningen zijn mogelijk binnen de bestemming ‘Verkeer'.

5.2.6 Water

Voor het veiligstellen van de in het plangebied gelegen watergang is deze aangegeven op de plankaart. In de keur van het Waterschap is opgenomen wat de beschermingszone is die in acht genomen dient te worden en welke werkzaamheden plaats mogen vinden.

Water is ook mogelijk binnen de bestemmingen ‘Verkeer’. Zodoende is herinrichting van waterpartijen, als eventuele maatregel voortkomend uit het waterplan, ook in de toekomst mogelijk.

5.2.7 Wonen

De woonbestemming vormt naast de bedrijfsdoeleinden de belangrijkste functie in het gebied. De plaats waar het hoofdgebouw mag worden opgericht is op de verbeelding aangegeven met het bouwvlak. Op de verbeelding is ook aangegeven welke woningtype mag worden gebouw en wat de maximale goothoogte is.

Deze bestemming biedt ruimte voor (beperkte) uitbreiding en aanpassing van de woning.

Aan huis gebonden beroepen zijn mogelijk binnen deze bestemming onder de in de regels genoemde voorwaarden. Daarnaast is voor bestaande bedrijven aan huis, welke niet vallen onder de regeling 'aan huis gebonden beroepen' en specifieke aanduiding opgenomen.

5.2.8 Regeling bijgebouwen

De aan- en bijgebouwenregeling betreft een uitwerking die zowel voor- als achtergevelrooilijnen, zowel oppervlaktematen als bebouwingspercentages, zowel bouwhoogten als goothoogten alsmede erkers regelt.

Uit ruimtelijk oogpunt is een goede regulering van bijgebouwen belangrijk. Het verdient aanbeveling de omvang van de op te richten bijgebouwen te beheersen. Er moet worden voorkomen dat een perceel wordt ‘dichtgebouwd’. Daaraan kunnen bezwaren kleven, zowel uit het oogpunt van een goed woonmilieu gezien vanuit de betrokkene en diens omgeving, als uit stedenbouwkundig oogpunt om de gewenste structuur niet in aanzienlijke mate aan te tasten. Door het in ruime mate aanwezig zijn van bijgebouwen kunnen activiteiten ontstaan, als dan niet in de hobbysfeer, die zich niet verdragen met de eisen van een goed woonmilieu. Tegen deze ontwikkeling kan tevens door middel van handhaving worden opgetreden.

Voor de woningen in het plangebied is de toelaatbaarheid en de omvang van bijgebouwen onder andere afhankelijk van de ligging en de grootte van het perceel, de relatie met de omgeving en de omliggende woonbebouwing. In het bestemmingsplan geldt bijvoorbeeld een maximaal toelaatbare maatvoering van bijgebouwen en een vrijstelling om hogere bijgebouwen toe te laten.