Plan: | Waardenburg-West |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0304.BPwaardenburgwest-1303 |
Ontstaansgeschiedenis
Het plangebied wordt gekenmerkt door een mening aan functies: land- en tuinbouw, bedrijvigheid, wonen, maatschappelijke functies en een bosgebied. Daarnaast heeft het gebied ook landschappelijke en cultuurhistorische waarden.
Waardenburg is ontstaan op een oeverwal (hoger gelegen zandrug) langs de rivier de Waal. Aan de ene kant lagen de uitwaarden en de rivier, aan de andere zijde van de oeverwallen lagen de lager gelegen komgronden, die nog steeds hoofdzakelijk in agrarisch gebruik zijn. De Achterweg bestaat al lang. Van oudsher lagen hier boomgaarden langs. De Achterweg sloot voorheen direct aan op de Waalbanddijk.
Door de aanleg van de A2 is het plangebied afgesneden van de rest van de kern Waardenburg. Het heeft daardoor een min of meer geïsoleerde ontwikkeling doorgemaakt. Woningbouw werd geconcentreerd aan de andere zijde van de A2.
De oorspronkelijk in het plangebied gevestigde agrarische bedrijven hebben de trend van schaalvergroting in de landbouw niet kunnen volgen. Door de aantrekkelijke ligging nabij de rijksweg A2 en de regionale weg Graaf Reinaldweg/Steenweg en op enige afstand, maar toch in de nabijheid van de woonbebouwing in Waardenburg, kwam er een ontwikkeling op gang waarbij zich kleinschalige bedrijvigheid in het gebied vestigde. Vaak gebeurde dat als nevenactiviteit bij een agrarisch bedrijf of in vrijkomende bedrijfsgebouwen. De niet-agrarische bedrijvigheid kreeg uiteindelijk de overhand.
In het plangebied is nu nog één volwaardig agrarisch bedrijf gevestigd. Van de overige bedrijven is allen de woonfunctie overgebleven of hebben de agrarische bedrijfsgebouwen een bedrijfsfunctie gekregen. De bedrijven en woningen bepalen nu in belangrijke het beeld van het gemengde gebied.
Landschappelijke structuur
Van oudsher is een aantal oost-west lopende lijnen bepalend voor de structuur van het gebied: de rivier met haar uiterwaarden, de dijk en de oeverwallen, waar de meeste ontwikkelingen plaatsvonden. In noord-zuid richting is daarentegen een geleding van intensief naar extensief gebruikt ontstaan.
Karakteristiek voor het plangebied is de kleinschaligheid en de afwisseling tussen bebouwde percelen met daartussen open plekken in de vorm van agrarische grond of bos. Ook een blik op de Achterweg laat die kleinschaligheid zien. De aanwezige open plekken zijn belangrijk in de functie als 'overgangszone' die het gebied heeft.
Cultuurhistorie
Uit de verkavelings- en bebouwingsstructuur is afleesbaar dat de ontginning van het gebied heeft plaatsgevonden vanaf de Achterweg. De verkaveling en de bebouwing staan loodrecht op deze weg. De Steenweg/Graaf Reinaldweg is pas later aangelegd en doorkruist deze structuur. Echter ook panden die later zijn gebouwd volgen nog de oorspronkelijke kavelrichting. Daardoor is de kenmerkende 'vertanding' van de bebouwing ontstaan. De bebouwing staat consequent in een hoek ten opzicht van de Steenweg.