3.5.2 Wonen
Regionale visie Rivierengebied
Rivierenland wordt gekenmerkt door vrijwel alleen dorpse en landelijke woonmilieus.De belangrijkste beleidsopgaven voor Rivierenland zijn:
- de bouwproductie verhogen;
- minstens 40% van de totale nieuwbouw als levensloopbestendige woningen bouwen;
- locaties in of nabij voorzieningencentra uitsluitend bestemmen voor woningen, geschikt voor ouderen;
- woningsplitsing en functieverandering in het buitengebied goed benutten om aan de vraag voor landelijk wonen te voldoen;
- vooral in kleinere kernen meer meergezinswoningen bouwen (wel bij voorzieningen);
- beduidend minder woningen in het dure segment (<45%) en beduidend meer woningen in het goedkope segment bouwen (mede door kleinere woningen);
- meer verscheidenheid in woningtypen creëren, mede met behulp van particulier opdrachtgeverschap;
- toename van inspanningen op het gebied van herstructurering en stedelijke vernieuwing.
Kwalitatief woonprogramma Rivierenland
Het ontwikkeltraject voor de regio Rivierenland 2005-2014 is gericht op:
- meer dure huurwoningen realiseren (ambitie 9%);
- meer goedkope huurwoningen realiseren (ambitie 10%);
- meer goedkope koopwoningen realiseren (20%);
- meer levensloopbestendige woningen realiseren (ambitie: 38% van de nieuwbouw met Woonkeur);
- in het buitengebied het woonmilieu landelijk wonen primair te realiseren door functieverandering, hergebruik van bestaande gebouwen en woningsplitsing, en secundair door nieuwbouw (uitbreiding van kernen).
Visie wonen en werken Neerijnen
De hoofdkoers van het beleid van de ontwikkeling van de kernen op het gebied van wonen en werken zijn (ten aanzien van Est):
- zuinig ruimtegebruik en zoveel mogelijk gebruik maken van inbreidingslocaties;
- voorrang geven aan mogelijkheden om de ruimtelijke kwaliteit en leefomgeving te verbeteren;
- behouden en herstellen van waardevolle landschapsgezichten;
- behouden en versterken van structuurlijnen, -patronen en cultuurhistorische elementen zoals karakteristieke open groen ruimtes in de dorpskernen
- behouden van visuele relaties vanuit dorpen met de omgeving;
- behouden van zichtlijnen naar de omgeving en oriëntatiepunten;
- inspelen op dynamiek (situering nieuwe functies ten opzichte van lopende ontwikkelingen).
Beleid ten aanzien van kwalitatieve woningbehoefte:
- nadruk op woningen voor ouderen en starters;
- bouwen van kleinere voor meerdere doelgroepen geschikte woningen;
- mogelijkheden voor zelfbouw;
- uitbreidingsbehoefte voor de kern Est: 15 woningen (2002-2011);
- in februari 2003 heeft Compaenen een woonbehoefteonderzoek uitgevoerd: de uitbreidingsbehoefte voor Est voor de periode 2005-2014 bedraagt 25 woningen.
Binnen de huidige dorpscontour zijn inbreidingsmogelijkheden beperkt (de visie geeft een locatie voor twee woningen aan de Dreef). Ontwikkeling bedrijven ten noorden van de Dreef is niet wenselijk. Binnen Est is alleen uitbreiding van bestaande bedrijven voorzien, geen nieuwe bedrijventerreinen.
Woonbehoefte
Uitgangspunt: voorzien in de plaatselijke behoefte.
Aandachtsgroep: starters en senioren. Het aanbod is voor beide groepen is te klein. Het aanbod voor starters kan vergroot worden door:
- bouw van niet al te dure seniorenwoningen, waardoor doorstroming wordt bereikt,
- huurwoning als betaalbare koopwoning op de markt brengen;
- bouwen van kleinere multifunctionele woningen, zowel geschikt voor jongeren als ouderen.
Het aanbod voor ouderen kan vergroot worden door:
- bouwen van geschikte woningen en zorgen voor een goede infrastructuur wonen-welzijn-zorg;
- in het bouwprogramma is het wenselijk uit te gaan van levensloopbestendige woningen (mits aantrekkelijke en gedifferentieerd in prijsklasse en type).
Sterke punten Est: rust, ruimte, landelijkheid, schoonheid en gemeenschapszin.
Knelpunt: laag voorzieningenniveau.