Plan: | Varelseweg 211 Hulshorst |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0302.bp01141-vg02 |
het bestemmingsplan Varelseweg 211 Hulshorst met identificatienummer NL.IMRO.0302.bp01141-vg02 van de gemeente Nunspeet;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
een of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
de bebouwde oppervlakte van de gebouwen uitgedrukt in procenten van de totale oppervlakte van nader aangegeven gronden;
een bedrijfseconomische eenheid, onder eenheid worden ook verstaan rechtspersonen die ruimtelijk als één bedrijf optreden;
het via een bedrijf, stichting of andere rechtspersoon voeren van een zodanig beheer/exploitatie dat in de logiesverblijven daadwerkelijke recreatieve (nacht)verblijfsmogelijkheden worden geboden;
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar, gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein, noodzakelijk is voor beheer of toezicht;
bij bouwwerken: de bestaande legale bebouwing ten tijde van de inwerkintreding van het bestemmingsplan;
bij gebruik: het bestaande legale gebruik ten tijde van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan;
de afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan bestaand en legaal aanwezig zijn of tot stand zullen komen met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegenaan gebouwd op de grond staand gebouw of ander bouwwerk met een dak;
niet losstaande functioneel ondergeschikte uitbreiding van een hoofdgebouw ten behoeve van de duurzame energievoorziening, welke niet vanuit het hoofdgebouw toegankelijk is.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
de grens van een bouwvlak;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
een grens van een bouwperceel;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
een permanent aanwezig kampeermiddel in de vorm van een gebouw, uitsluitend bestemd voor recreatief verblijf, waarbij de gebruikers hun hoofdverblijf elders hebben en dat hooguit een niet gebouwde fundering (zoals bijvoorbeeld in de vorm van stelconplaten of kanaalplaatvloerdelen) heeft en binnen 24 uur demontabel is; het chalet/stacaravan mag niet zijn/worden opgebouwd met stenen- of betonconstructies;
de aan een bouwwerk of gebied (waaronder begrepen landschapselementen) toegekende waarde, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis van dat bouwwerk of dat gebied heeft gemaakt;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen, geen motorbrandstoffen zijnde, aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
een gebouw, waarin de bedrijfsuitoefening hoofdzakelijk is gericht op het bieden van gelegenheid tot dansen op mechanische en/of levende muziek en het serveren van al dan niet alcoholhoudende dranken;
een al dan niet bebouwd perceel of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een (recreatie)woning of chalet/stacaravan en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van de (recreatie)woning of het chalet/stacaravan;
een extensief dagrecreatief gebruik van gronden dat ondergeschikt is aan de functie van de bestemming waarbinnen dit recreatieve gebruik is toegestaan, waaronder in elk geval niet wordt verstaan: boerengolf, paintball, gemotoriseerde sport;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
een landschapselement in de vorm van een lijnvormige houtopstand bestaande uit bomen en/of struiken.
een (deel van een) gebouw dat blijvend is bestemd voor recreatief nachtverblijf door groepen, waarbij wordt overnacht in slaapzalen en/of slaapkamers en waarin een dagverblijf beschikbaar is waarin de gasten mede huishoudelijke werkzaamheden kunnen verrichten en waarbij de gebruikers hun hoofdverblijf elders hebben;
een gebouw dat gelet op de bestemming als het belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel kan worden aangemerkt;
een bedrijf dat gericht is op het bedrijfsmatig verstrekken van dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse, al dan niet in samenhang met het bedrijfsmatig verschaffen van logies en/of het exploiteren van zaalaccommodatie, met uitzondering van een discotheek;
een landschapselement in de vorm van een aarden wal begroeid met houtopstand bestaande uit bomen en/of struiken;
twee huishoudens in een woning waarbij er sprake is van een hoofdtoegang, die toegang verschaft tot een gemeenschappelijke hal van waaruit rechtstreekse toegang tot de beide woonruimtes wordt verschaft en waarbij er sprake blijft van één aansluiting op de nutsvoorzieningen;
een en ander voor zover de onder a en b bedoelde onderkomens of voertuigen, geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.
de aan een gebied toegekende waarde, in verband met de waarneembare verschijningsvorm van dat gebied;
het oppervlak (of de hoogte daarvan) van het land of de bovenkant van het terrein dat een bouwwerk omgeeft;
kampeermiddelen die uitsluitend tijdens het zomerseizoen worden gebruikt. Zodra een kampeermiddel langer dan acht maanden op een kampeerterrein is geplaatst of niet langer te verplaatsen is (uitgezonderd stalling), krijgt dit een plaatsgebonden karakter, waardoor het kampeermiddel niet langer binnen de definitie van mobiel kampeermiddel valt;
een nadere eis als bedoeld in artikel 3.6 lid 1 onder d van de Wet ruimtelijke ordening;
de aan een gebied toegekende waarde, in verband met de geologische, geomorfologische, bodemkundige en/of biologische elementen, voorkomend in dat gebied;
werkzaamheden die regelmatig noodzakelijk zijn voor een goed beheer van de gronden, waaronder begrepen de handhaving dan wel de realisering van de bestemming;
gebouwde dan wel ongebouwde en/of ondergrondse infrastructurele voorzieningen, met uitzondering van hoogspanningsverbindingen en hoge druk aardgastransportleidingen, ten behoeve van algemene nutsdoeleinden zoals de watervoorziening, afval, energievoorziening, openbare verlichting, warmte- koude opslag of het (tele)communicatieverkeer;
een bouwlaag in een gebouw, dat wordt afgedekt door een vloer, die geheel of gedeeltelijk is gelegen beneden peil, met uitzondering van kruipruimten;
voor verblijf geschikte al dan niet aan de bestemming onttrokken voer- en vaartuigen en kampeermiddelen;
een functie die zowel ruimtelijk als functioneel ondergeschikt is aan een hoofdfunctie;
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een dak;
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander persoon tegen vergoeding;
de overnachting die plaatsvindt in het kader van de weekend- en/of verblijfsrecreatie (dus niet als hoofdverblijf);
een gebouw, geen kampeermiddel zijnde, uitsluitend bestemd voor recreatief verblijf, waarbij de gebruikers hun hoofdverblijf elders hebben;
een gedeelte van een terrein bestemd voor de plaatsing van een kampeermiddel, inclusief bij het kampeermiddel behorende ondergeschikte onderkomens, zoals bijzettenten, uitsluitend gedurende het zomerseizoen;
de voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;
pad langs een watergang waar een vertegenwoordiger van het waterschap de schouw (inspectie van de sloten) kan uitvoeren;
zie artikel 1.22;
een gedeelte van een terrein bestemd voor de plaatsing van een kampeermiddel, inclusief bij dat kampeermiddel behorende ondergeschikte onderkomens, zoals bijzettenten, gedurende een beperkte periode van het zomerseizoen;
elke vorm van recreatie gericht op verblijf buiten de eigen woning, waarbij ten minste één overnachting plaatsvindt in een recreatief nachtverblijf;
de naar de weg gekeerde gevel(s) van een (hoofd)gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel die kennelijk als zodanig zal worden aangemerkt;
een gebouw ten behoeve van de verblijfsrecreatie dat niet is gericht op nachtverblijf maar op functies als 'een receptie, zwembad, sportzaal, restaurant, kantine, parkwinkel, animatieruimten, technische dienst, zeil- en surfschool, fietsverhuur, zorg- en gezondheidsdiensten, kampeerplaatsgebonden en gezamenlijke en individuele sanitaire voorzieningen' en dat onderdeel uitmaakt van de exploitatie van het recreatieterrein;
een complex van ruimten dat dient voor de zelfstandige huisvesting van één afzonderlijk huishouden.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of de harten van de scheidingsmuren;
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel, waarbij de goot van dakkapellen met een maximale breedte van 50% van de gevelbreedte niet als goot wordt aangemerkt;
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen; bij recreatiewoningen wordt vanaf de bovenzijde van de begane grondvloer gerekend;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
Alle maten zijn, tenzij anders aangegeven:
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde, en andere werken.
Op de voor 'Groen' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde, ten dienste van de bestemming worden gebouwd waarbij de bouwhoogte van een bouwwerk, geen gebouw en overkapping zijnde, niet meer dan 1,8 m mag bedragen.
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in elk geval gerekend:
De groensingel / houtwal dient daar waar de aanduiding 'specifieke vorm van groen - voorwaardelijke verplichting 1' is aangegeven:
Voor die delen van de groensingel / houtwal die de exploitant wel al aan derden heeft verkocht tezamen met de verkoop van kavels voor recreatiewoningen / chalets en die zijn geleverd (waardoor deze derden deze kavels in eigendom hebben verkregen) geldt daar waar de aanduiding 'specifieke vorm van groen - voorwaardelijke verplichting 2' is aangegeven:
Voor de volgende andere werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is een omgevingsvergunning vereist:
Het bepaalde in lid 3.5.1 is niet van toepassing op:
De omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk en werkzaamheden als bedoeld in lid 3.5.1 kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de natuurlijke en landschappelijke waarden, waaronder de landschappelijke inpassing van het recreatiepark.
De voor 'Natuur - Landschap' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, andere werken en terreinen.
Op de voor 'Natuur - Landschap' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
Op deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd, met dien verstande dat bestaande gebouwen mogen worden gehandhaafd met de bestaande omvang.
Voor het bouwen van een bouwwerk, geen gebouw zijnde geldt dat de bouwhoogte niet meer dan 2,5 m mag bedragen.
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 4.2.1 ten behoeve van onderhouds- en beheersgebouwen en jacht- en vogelkijkhutten, met dien verstande dat:
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 4.2.1 ten behoeve van de bouw van veldschuren ten behoeve van een schaapskooi, met dien verstande dat:
Tot een met het bestemmingsplan strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend het gebruiken of laten gebruiken van de gronden ten behoeve van:
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 4.4.1 in die zin dat nieuwe wandel-, fiets- en/of ruiterpaden worden aangelegd dan wel de tracees van bestaande wandel-, fiets- en/of ruiterpaden worden gewijzigd, met dien verstande dat:
Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is een omgevingsvergunning vereist:
Het verbod in 4.6.1 is niet van toepassing op werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden die:
De omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk en werkzaamheden als bedoeld in 4.6.1 kan slechts worden verleend, met dien verstande dat geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de natuurlijke en landschappelijke waarden van de gronden.
De voor ' Recreatie - Dagrecreatie ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, andere werken, spel- en speelvoorzieningen, vaargeul, vissteigers en aanlegsteigers, tuinen, erven, terreinen, groen- en parkeervoorzieningen.
Op de voor ' Recreatie - Dagrecreatie ' aangewezen gronden mogen uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
Gebouwen mogen niet worden gebouwd.
Voor het bouwen van een bouwwerk, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:
De voor 'Recreatie - Gemengd terrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor bedrijfsmatig geëxploiteerde verblijfsrecreatieve terreinen met:
met daarbij behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, andere werken, sport- en spelvoorzieningen, dagrecreatieve voorzieningen, water- en waterhuishoudkundige voorzieningen, opslag van boottrailers, een milieustraat en loosplaats voor vuil water, groenvoorzieningen en/of erfbeplanting, ontsluiting, paden en wegen ten behoeve van het verblijfsrecreatieve terrein.
Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen gelden de volgende regels.
recreatiewoningen, geen groepsaccom- modaties zijnde |
chalets/stacaravans | groepsaccommodaties | ||
1. | maximum aantal | 165 | 380 | 17 |
2. | maximum hoogte | goothoogte = 4 m voor ten minste 50% van de recreatiewoningen bouwhoogte = 8 m bouwhoogte van bijbehorende bouwwerken = 3,5 m |
bouwhoogte = 5,5 m |
goothoogte = 4 m voor ten minste 50% van de groepsaccommodaties bouwhoogte = 9 m bouwhoogte van bijbehorende bouwwerken = 3,5 m |
3. | maximum oppervlak/inhoud | oppervlak = 75 m² en inhoud = 300 m³* oppervlak = 100 m² en inhoud = 400 m³ voor maximaal 20 woningen* oppervlak van bijbehorende bouwwerken per recreatiewoning= 9 m2 per recreatiewoning tevens één bijbehorend bouwwerk ten behoeve van duurzame energievoorziening = 6 m² |
oppervlak =70 m² oppervlak van bijbehorende bouwwerken = 9 m2 per chalet/stacaravan tevens één bijbehorend bouwwerk ten behoeve van duurzame energievoorziening = 6 m² |
oppervlak =150 m2 en inhoud = 600 m3* oppervlak van bijbehorende bouwwerken = 18 m² per groepsaccommodatie tevens één bijbehorend bouwwerk ten behoeve van duurzame energievoorziening = 6 m² |
4. |
maximaal te bebouwen bouwperceel- oppervlak |
25% van de bouwperceelomvang | 25% van de bouwperceelomvang | 25% van de bouwperceelomvang |
5. | maximaal te verharden bouwperceeloppervlak | 25% van de bouwperceelomvang bovenop het maximaal te bebouwen perceeloppervlak | 25% van de bouwperceelomvang bovenop het maximaal te bebouwen perceeloppervlak | 25% van de bouwperceelomvang bovenop het maximaal te bebouwen perceeloppervlak |
6. | minimum afstanden tussen gevels recreatiewoningen, chalets/stacaravans en groepsaccommodaties | 3 m deze afstanden gelden niet bij geschakelde bouw voor de zijde waar recreatiewoningen geschakeld zijn gebouwd |
3 m deze afstanden gelden niet bij geschakelde bouw voor de zijde waar chalets/stacaravans geschakeld zijn gebouwd |
3 m deze afstanden gelden niet bij geschakelde bouw voor de zijde waar groepsaccommodaties geschakeld zijn gebouwd |
*bij het bepalen van de maximum inhoud worden ondergrondse technische installaties niet meegerekend.
type |
aantal groeps- accom- modaties ter vervanging |
aantal recreatie- woningen van maximaal 75 m² ter vervanging |
aantal recreatie woningen van maximaal 100 m² ter vervanging |
aantal chalets/ stacaravans ter vervanging |
aantal standplaatsen voor mobiele kampeer- middelen ter vervanging |
1 groepsaccommodatie (waarbij minimaal 12 groepsaccommodaties gehandhaafd blijven) | 1 | 2 | 1,5 | 2,5 | 6 |
1 recreatiewoning van maximaal 75 m² | 0,33 | 1 | 0,75 | 1,25 | 3 |
1 recreatiewoning van maximaal 100 m² | 0,33 | 1 | 1 | 1,25 | 3 |
1 chalet/stacaravan | 0 | 0 | 0 | 1 | 2,5 |
1 standplaats voor mobiele kampeermiddelen | 0 | 0 | 0 | 0,4 | 1 |
Voor het bouwen van een bedrijfswoning en bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van voorzieningengebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van een overig bouwwerk, geen gebouw zijnde, gelden de volgende regels:
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
De ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - 1' toegestane standplaatsen betreffen uitsluitend maximaal 30 toeristische standplaatsen.
Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is een omgevingsvergunning vereist:
Het bepaalde in lid 6.5.1 is niet van toepassing op:
De omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk en werkzaamheden kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de natuurlijke en landschappelijke waarden.
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende voorzieningen zoals paden, bermen, oevers, taluds, waterhuishoudkundige voorzieningen en andere bouwwerken, zoals bruggen, steigers, duikers, palen, masten, verkeers-, reclame- en andere tekens, kunstwerken, technische installaties en terreinafscheidingen.
Op de voor ' Water ' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en voorzieningen ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
Voor het bouwen van een bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde: maximale bouwhoogte:
De voor 'Waarde - Randmeerkust' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud, de bescherming en/of het herstel van de natuurlijke, landschappelijke, natuurlijke en cultuurhistorische waarden zoals deze tot uitdrukking komen in de openheid en de bestaande houtwallenstructuur en zoals deze zijn vastgelegd in paragraaf 3.2.2. in Bijlage 14 bij de toelichting.
Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is een omgevingsvergunning vereist:
Het bepaalde in 8.2.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die normale onderhouds- of exploitatiewerkzaamheden betreffen.
De omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk en werkzaamheden kan slechts worden verleend, met dien verstande dat geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de natuurlijke, landschappelijke en cultuurhistorische waarden, zoals mede omschreven in Bijlage 14 bij de toelichting, welke bijlage deel uitmaakt van dit toetsingskader. Onverminderd het bepaalde in Bijlage 14 kan een vergunning voor een houtopstand verleend worden als uit een onderbouwing blijkt dat de natuurlijke, landschappelijke en/of cultuurhistorische waarden worden versterkt of hersteld danwel niet onevenredig worden aangetast.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
In afwijking, dan wel aanvulling van het bepaalde in hoofdstuk 2 geldt dat:
Met betrekking tot bestaande maten geldt het volgende:
Tot een gebruik, strijdig met enige bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
Tot een gebruik, strijdig met enige bestemming, wordt in ieder geval niet gerekend:
Ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - beschermingszone natte landnatuur' geldt dat die gronden – naast de andere aangewezen bestemming(en) – mede bestemd zijn voor de bescherming van vochtgebonden natuurlijke waarden.
Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden 'binnen de milieuzone – beschermingszone natte landnatuur' is een omgevingsvergunning vereist:
Het bepaalde in lid 12.1.2 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
De omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk en werkzaamheden kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de vochtgebonden natuurlijke waarden.
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - gelders natuurnetwerk' geldt dat die gronden - naast de andere aangewezen bestemming(en) - mede bestemd zijn voor het behoud, het herstel en de bescherming van het Gelders Natuurnetwerk.
Nieuwe recreatiewoningen die ingevolge hoofdstuk 2 zijn toegestaan, mogen niet worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - gelders natuurnetwerk'.
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:
De wettelijke regelingen, waarnaar in de regels van dit plan wordt verwezen, gelden zoals deze luiden op het moment van vaststelling van het plan.
Burgemeester en Wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 14.2.1:
Deze regels worden aangehaald als:
'Regels van het bestemmingsplan Varelseweg 211 Hulshorst'.