direct naar inhoud van 3.2 Provinciaal beleid
Plan: NUNSPEET NOORD-OOST
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0302.BP01095-vg02

3.2 Provinciaal beleid

3.2.1 Streekplan Gelderland 2005

Het streekplan geeft de beleidskaders aan voor de ruimtelijke ontwikkeling binnen de provincie Gelderland in de periode van 2005 tot 2015. Met de inwerkingtreding van de Wro in 2008 is besloten om het streekplan een structuurvisie in het kader van die wet te laten zijn. Het streekplan is erop gericht de verschillende functies in regionaal verband een zodanige plek te geven dat de ruimtelijke kwaliteiten worden versterkt en er zuinig en zorgvuldig met de ruimte wordt omgegaan. De provincie heeft voor het ruimtelijk beleid in het streekplan de volgende uitgangspunten:

  • regionale inzet;
  • versterking ruimtelijke kwaliteit:
  • a. water en ruimtegebruik;
  • b. bundeling infrastructuur en ruimtegebruik;
  • c. bundeling stedelijke functies - stedelijke netwerken.

De uitgangspunten zijn vertaald in een tweeledige provinciale ruimtelijke hoofdstructuur, namelijk: inzetten op laagdynamische functies (Groen-Blauw Raamwerk) en op hoogdynamische functies (Rood Raamwerk).

Het doel van het Groen-Blauw Raamwerk is inzetten op ruimte voor ecologische en hydrologische dynamiek; bescherming van stilte, rust en milieukwaliteit. Er is hierbij sprake van een toelatingsplanologie en het weren van bedreigingen.

Het doel van het Rood Raamwerk is inzetten op ruimte voor intensivering van relaties en functies in stedelijke netwerken en regionale centra (stedelijke dynamiek en voorzieningen). Hierbij is sprake van een ontwikkelingsplanologie waarbij kansen worden benut.

Het streekplan geeft beleid dat is bedoeld voor de gehele provincie, maar ook voor bepaalde regio's is specifiek beleid opgesteld. Het plangebied valt in het streekplan onder het gebied Noord-Veluwe. Globaal is dit het gebied tussen de randmeren en het Veluwemassief; het gebied loopt van Amersfoort tot Zwolle. Voor deze regio is meer specifiek beleid opgenomen.

3.2.1.1 Gebiedsgericht beleid Noord-Veluwe

De samenwerkende gemeenten in de regio Noord-Veluwe hanteren in hun regionale structuurvisie voor de Noord-Veluwe (Regionale structuurvisie Noord-Veluwe, januari 2004) de volgende hoofddoelstelling: “zorg dragen voor leefbare gemeenschappen in een hoogwaardige omgeving, waarbij natuur en landschap én leefbaarheid vanuit wederzijds respect met elkaar in evenwicht zijn”. Deze doelstelling komt voort uit het breed verstaan van het begrip ‘rentmeesterschap’. In het verlengde van de hoofdopgave wordt veel waarde gehecht aan sociale cohesie en participatie in sociale structuren van de kernen. De regio hecht grote waarde aan een goede aansturing van de menselijke activiteiten, met respect voor de ruimtelijke kwaliteiten. De regio heeft, middels de regionale structuurvisie, vijf sturingswensen opgesteld, die de komende jaren veel aandacht zullen vragen bij het bereiken van de regionale hoofddoelstelling:

  • Het spanningsveld op de woningmarkt moet opgelost worden zodat er ruimte is voor met name jongeren en ouderen. Dit zal zo veel mogelijk de sociale participatie in de dorpen ondersteunen.
  • De leefbaarheid en ontwikkelingsmogelijkheden binnen het Veluwemassief moeten sterker in ogenschouw genomen worden, weliswaar tegen de achtergrond van de te beschermen natuurwaarden. Echt verstorende activiteiten moeten worden gesaneerd;
  • Er moet richting worden gegeven aan de onzekere toekomst van het landelijk gebied. Concrete en voorstelbare wensbeelden moeten worden gedefiniëerd, met de daarbij behorende sturingsmiddelen om het gewaardeerde landschapsbeeld te behouden en te versterken.
  • De recreatieve ontwikkeling moet een stevige en gebiedseigen impuls krijgen om deze sector vitaal in het zadel te houden.
  • Voldoende ontwikkeling in de lokale bedrijvigheid moet behouden blijven. Hiermee kan leegstroming van dorpen voorkomen worden en de sociale participatie op peil blijven.

In dit bestemmingsplan is geen uitbreiding van de woningvoorraad voorzien. De leefbaarheid in het dorp wordt gehandhaafd door de aanwezige maatschappelijke voorzieningen dezelfde ruimte te geven die ze tot dusver had. Datzelfde geldt voor de bedrijvigheid in het dorp.

3.2.2 Provinciale ruimtelijke verordening

Op 15 december 2010 hebben Provinciale Staten van de provincie Gelderland de Ruimtelijke Verordening Gelderland (RVG) vastgesteld. Artikel 25 van de RVG geeft aan dat Provinciale Staten de planologische rechten respecteren die bestaan op het moment van inwerkingtreding van de verordening. Met deze verordening stellen Provinciale Staten regels over de inhoud, toelichting en onderbouwing van bestemmingsplannen. De regels hebben betrekking op onder andere verstedelijking, detailhandel, wonen, bedrijven, ecologische hoofdstructuur et cetera, en zijn gebaseerd op de uitgangspunten uit de provinciale structuurvisie (Streekplan Gelderland 2005).

3.2.2.1 Verstedelijking

Op de kaart “Verstedelijking” behorende bij de RVG is het bestaande woongebied aangewezen als Bestaand Bebouwd Gebied (zie onderstaande figuur). Artikel 2, lid 2 van de RVG geeft aan dat nieuwe bebouwing voor wonen binnen Bestaand Bebouwd Gebied is toegestaan. Eventuele nieuwe woonlocaties en de daar te bouwen woningen moeten passen in het geldende, door Gedeputeerde Staten vastgestelde Kwalitatief Woningbouwprogramma voor de desbetreffende regio en het daarin opgenomen regiototaal aan woningen.

De gronden die zijn aangewezen als “Zoekzone wonen en werken streekplan” vallen buiten het plangebied.

afbeelding "i_NL.IMRO.0302.BP01095-vg02_0005.jpg"

Kaart “Verstedelijking” behorende bij de Ruimtelijke Verordening Gelderland

3.2.2.2 Kwalitatief Woningbouwprogramma 3

De regiogemeenten voor de Noord-Veluwe (Hattem, Elburg, Epe, Ermelo, Harderwijk, Heerde, Nunspeet, Oldebroek en Putten) en de provincie Gelderland hebben voor de periode 2010-2019 het Kwalitatief Woningbouwprogramma 3 (KWP3) voor de regio vastgesteld.

In het KWP3 is per regio een afsprakenkader opgenomen, zo ook voor de regio Noord-Veluwe. De ontwikkeltrajecten voor de regio Noord-Veluwe zijn gericht op het aanpakken van de belangrijkste verschillen met de uit onderzoeken gebleken behoeften aan woningen (het referentiekader). De trajecten zijn een resultaat van de vergelijking van het referentiekader en de regionaal opgetelde woningbouwprogramma's.

Naar aanleiding van de trajecten zijn voor de regio nieuwe afspraken gemaakt; deze zijn opgenomen in een werkprogramma. Op basis van dat werkprogramma worden de komende jaren lokale en provinciale woningbouwprogramma's en woonvisies gerealiseerd, inclusief de bouw van goedkope huur- en koopwoningen.

Het KWP3 van de provincie gaat in op de kwaliteit van de woning en de woonomgeving. Inbreiding krijgt voorrang boven uitbreiding en er is specifieke aandacht voor duurzaamheid en levensloopbestendigheid. Er blijft aandacht voor het realiseren van voldoende goedkope huur- en koopwoningen en er is aandacht voor specifieke doelgroepen zoals senioren en starters. De ambities van Nunspeet passen goed bij de ambitie van het KWP3. De afnemende bevolkingsgroei in de regio heeft effect op het totale aantal woningen dat is toegewezen aan de regio.

3.2.2.3 Detailhandel

Ten aanzien van detailhandel meldt de provinciale verordening dat het doel van het beleid het behoud van een duurzame en fijnmazige detailhandelsstructuur in Gelderland is. De positie van de bestaande winkelgebieden heeft prioriteit. Nieuwe locaties voor detailhandel dienen niet ten koste te gaan van de bestaande detailhandelsstructuur. Het gaat daarbij zowel om de leefbaarheid en de economische vitaliteit van stadscentra en wijken, als de beschikbaarheid van een voldoende voorzieningenniveau op voor bewoners van een bepaald gebied aanvaardbare afstand.

3.2.2.4 Ecologische Hoofdstructuur

Ten zuiden van de bebouwing van Nunspeet is het gebied aangeduid als “EHS”. Binnen de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) geldt de “nee, tenzij-benadering”. Dit houdt in dat bestemmingswijziging niet mogelijk is als daarmee de wezenlijke kenmerken of waarden van het gebied significant worden aangetast, tenzij er geen reële alternatieven zijn en er sprake is van groot openbaar belang. In onderstaande figuur wordt de ligging van de EHS ten opzichte van de bebouwing van Nunspeet weergegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.0302.BP01095-vg02_0006.jpg"

Kaart “EHS” behorende bij de Ruimtelijke Verordening Gelderland

3.2.2.5 Nationaal landschap

Nunspeet ligt volledig in het Nationaal landschap Veluwe. Organische groei van kleine kernen zoals weergegeven in de streekplanuitwerking zoekzones stedelijke functies en landschappelijke versterking (3.2.2.1) moet ook in een nationaal landschap mogelijk zijn. Voorwaarde hierbij is wel dat de kernkwaliteiten van het waardevolle landschap worden behouden en versterkt.

Het Rijk wil de bevolking in de nationale landschappen niet méér laten toenemen dan overeenkomstig de natuurlijke aanwas (geboorten-overlijdens). Op deze wijze hoopt het Rijk de verstedelijkingsdruk op het bestaande landschap in al zijn facetten te beperken. Dit wordt aangeduid met het “migratiesaldo nul beleid”. De provincie Gelderland wordt in dit verband in de concept-AMvB Ruimte genoemd als uitzondering. In Gelderland is dit migratiesaldo nul beleid niet in de ruimtelijke verordening opgenomen.

Op de volgende afbeelding zijn ook de waardevolle landschappen binnen het nationaal landschap aangegeven (donkergroen gearceerd) en de waardevolle open gebieden (geel).

afbeelding "i_NL.IMRO.0302.BP01095-vg02_0007.jpg"

Kaart “Landschap” behorende bij de Ruimtelijke Verordening Gelderland

Aan de oostzijde in het plangebied in het voormalig agrarisch grondgebied liggen gronden die aangewezen zijn als waardevol open gebied en landschap. In gebieden binnen een nationaal landschap met de aanduiding waardevol landschap kunnen slechts bestemmingen worden toegestaan, voor zover deze de kernkwaliteiten van het gebied, zoals vastgelegd in de streekplanuitwerking "Kernkwaliteiten waardevolle landschappen" behouden of versterken.

Voor waardevol open gebied geldt altijd 'nee' voor nieuwe bouwlocaties binnen waardevol landschap en 'nee, tenzij' voor overige ruimtelijke ingrepen.

3.2.3 Conclusie provinciaal beleid

Het bestemmingsplan is in overeenstemming met het provinciaal beleid. Er is in dit bestemmingsplan rekening gehouden met de beleidsuitgangspunten vanuit het Streekplan Gelderland 2005 en de Provinciale Ruimtelijke Verordening. Het bestemmingsplan heeft een conserverend karakter en heeft uitsluitend betrekking op de bestaande bebouwing van het plangebied.