direct naar inhoud van 1.4 Randvoorwaardelijk en wettelijk kader
Plan: Harderwijkerweg 51
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0302.BP01049-vg01

1.4 Randvoorwaardelijk en wettelijk kader

1.4.1 Infrastructuur en parkeren

Er wordt één extra aansluiting op de Harderwijkerweg gemaakt, de keuze van deze ontsluiting is ondergeschikt aan de aanwezige houtopstanden. Hierover is overleg gevoerd met de gemeentelijke afdeling Bossen & Plantsoenen van de gemeente Nunspeet. Het plan heeft geen gevolgen voor verkeer en/of infrastructuur. Parkeren vindt plaats op eigen terrein. Op eigen terrein is voldoende ruimte om te voldoende aan de CROW-normen.

1.4.2 Bodem

Er is ten behoeve van het bouwvoornemen (verkennend) bodemonderzoek benodigd waaruit blijkt dat er geen bodemverontreiniging is die bouw van de woningen op deze locatie in de weg zal staan. Het bodemonderzoek is uitgevoerd door Linge Milieu projectnummer 09-2239 en als bijlage gevoegd bij deze onderbouwing. Hierin wordt geconcludeerd dat de zandige bovengrond van het terrein is licht verontreinigd met enkele metalen, PAK en PCB`s. De grond van 05,m minus maaiveld is geheel niet verontreinigd. Het grondwater is geheel schoon. Metalen, PAK en PCB`s in de grond zijn geheel immobiel. Van verspreiding is dus geen sprake en ook risico`s voor de volksgezondheid ontbreken bij licht verhoogde gehaltes.

Vrijkomende grond

Grond die vrijkomt tijdens eventuele bouwwerkzaamheden dient ter plaatse verwerkt te worden. In de daarvoor af te geven bouwvergunning moet dit opgenomen worden. Is dit niet mogelijk dan zijn er twee alternatieven:

  • De grond wordt hergebruikt in een werk volgens het Bouwstoffenbesluit. De grond moet dan conform het bouwstoffenbesluit onderzocht worden (op basis van het schone grond protocol), omdat de resultaten van dit bodemonderzoek niet dienen voor kwaliteitsbepaling van de grond. Dit kan als partijbemonstering uitgevoerd worden of in-situ, voor aanvang van de graafwerkzaam- heden. Na beoordeling van deze resultaten kan de grond van het terrein elders worden verwerkt.
  • De grond wordt hergebruikt als bodem volgens de Bodemkwaliteitskaart en Bodembeheerplan van de gemeente Nunspeet op basis van de vrijstellingsregeling van het Bouwstoffenbesluit. Voorwaarde hierbij is dat bodem als bodem hergebruikt wordt binnen gebieden met een vergelijkbare bodemkwaliteit en dat er melding van het grondverzet gedaan moet worden.

Uit bovenstaande blijkt dat het aspect bodem geen belemmering voor de voorgenomen plannen heeft.

1.4.3 Geluid

Door Sain Milieu Advies is een akoestisch onderzoek uitgevoerd op 26 maart 2010 met het rapportnummer 2010-2019-0, het rapport met bijlagen is bij deze onderbouwing gevoegd als bijlage.

Geconcludeerd wordt:

  • De geluidsbelasting Lden ten gevolge van Harderwijkerweg bedraagt is onderzocht voor 2020 en

bedraagt 52 dB op de geplande nieuwbouw aan de Harderwijkerweg 51.

  • De berekende geluidsbelasting valt in de klasse “redelijk” volgens de GES-Geluidklasses.
  • Gezien de berekeningsresultaten en de situering van de woning lijkt de geplande nieuwbouw vanuit

het oogpunt van geluid geen bezwaar.De karakteristieke geluidwering van de gevel moet minimaal 23 dB bedragen om aan de eisen van het Bouwbesluit 2003 te voldoen.

Voor de harderwijkerweg geldt ter plaatse een maximum snelheid van 30 km hiermee is het aanvragen van een hogere grenswaarde niet aan de orde, omdat op grond van de Wet geluidhinder geen wettelijke zone rondom wegen ligt waarvoor een 30-kilometer regime geldt.

Uit bovenstaande blijkt dat het aspect geluid geen belemmering voor de voorgenomen plannen heeft.

1.4.4 Luchtkwaliteit

Op 15 november 2007 is de Wet milieubeheer uitgebreid met titel 5.2. Luchtkwaliteitseisen. Met ingang van 1 augustus 2009 is het Nationaal samenwerkingsprogramma luchtkwaliteit van kracht. De Wet milieubeheer is hiervoor aangepast. Met deze wijziging is c.q. wordt ook het 'Besluit niet in betekenende mate bijdragen' en de 'Regeling niet in betekenende mate bijdragen' vastgesteld.

De strekking van het besluit en de regeling is dat projecten die minder dan 3% van de norm bijdragen aan de luchtkwaliteit, niet afzonderlijk op dit punt behoeven te worden getoetst. In de regelingen worden woningbouwlocaties tot een maximaal aantal woningen van 500 met één ontsluitingsweg genoemd als projecten die niet in betekenende mate bijdragen aan de luchtkwaliteit. Aangezien dit plan aanmerkelijk kleiner is dan het genoemde vloeroppervlak, is geen nader onderzoek naar de gevolgen voor de luchtkwaliteit uitgevoerd.

Voor dit project hoeven dus geen verdere onderzoeken plaats te vinden voor het aspect luchtkwaliteit.

Uit bovenstaande blijkt dat het aspect luchtkwaliteit geen belemmering voor de voorgenomen plannen heeft.

1.4.5 Water

Het plangebied valt binnen bestaand stedelijk gebied. Het bevindt zich niet binnen enige Keurzone of binnen de zoekgebieden voor waterberging zoals deze staan weergegeven in het Streekplan.

Grondwater

In het plangebied is grondwatertrap VII* aanwezig. Dit wil zeggen dat de gemiddelde hoogste grondwaterstand minimaal 120 cm onder maaiveld ligt en de gemiddelde laagste grondwaterstand lager dan 140 cm onder maaiveld. Er is in en om het gebied geen grondwateroverlast bekend. Het gebied ligt niet in de grondwaterfluctuatiezone zoals provincie Gelderland deze heeft gedefinieerd, grote grondwaterpeilstijging is in de toekomst derhalve niet te verwachten. Door de diepe ligging zal grondwater geen overlast veroorzaken in dit plan en niet structureel afgevoerd worden.

Hierdoor zal het plan 'grondwaterneutraal' worden ontwikkeld. Het plan heeft geen nadelige gevolgen voor en door (grond)water in de omgeving.

Ingrepen voortkomend uit deze planontwikkeling zullen geen bodemlagen aantasten als gevolg waarvan het grondwatersysteem verandert. Waar de mogelijkheid aanwezig is, zullen geen uitlogende bouwmaterialen worden toegepast.

Oppervlaktewater en waterafhankelijke natuur

In het plan is geen oppervlaktewater aanwezig. Naar aanleiding van dit plan zal geen extra oppervlaktewater (in verbinding staand met het oppervlaktewatersysteem) gecreëerd worden. Ook zal er niet geloosd worden op het oppervlaktewater.

Het plan veroorzaakt geen nadelige gevolgen voor of door het oppervlaktewatersysteem in de omgeving. Binnen en nabij het plangebied komt geen waterafhankelijke natuur voor.

Hemelwater

De ondergrond bestaat uit (grof) zand. Hemelwater, met inbegrip van neerslag afkomstig van verhard oppervlak (daken, wegen en terreinoppervlak) wordt niet via de gemeentelijke riolering afgevoerd en dient te worden verzameld en binnen het plangebied te worden geïnfiltreerd. De aan te leggen infiltratievoorziening dient een berging te hebben van minimaal 36 mm nieuw gerealiseerd verhard oppervlak (inclusief het gebouw). Een bui van 36 mm in 45 minuten (T=10, d.w.z. herhalingstijd eens per tien jaar) die optreedt binnen het plangebied, zal kunnen worden geborgen. Hierbij mag geen 'water op straat' worden berekend. Bij de keuze van een infiltratievoorziening beneden maaiveld dient een bovengrondse overstort aanwezig te zijn welke niet op de gemeentelijke riolering mag worden aangesloten.

DWA en RWA

Het huishoudelijk afvalwater (dwa) wordt afzonderlijk afgevoerd. Het bestaande rioleringsstelsel waarop de nieuwbouw wordt aangesloten is voldoende gedimensioneerd om deze extra belasting (dwa) van het plan te kunnen bergen/ afvoeren zonder dat er daarbij sprake is van een situatie van overlast, d.w.z. een “water op straat situatie”.

Procedures

Doordat dit plan buiten Keurzones valt, het geen HEN-water inclusief beschermingszone betreft, er niet meer dan de landelijke afvoernorm geloosd gaat worden op oppervlaktewater, buiten de zoekgebieden voor waterberging valt, geen landgoed, weg(en), spoorlijn(en), Tracéwet, damwand(en), scherm(en), ontgrondingen et cetera betreft, valt het onder de “postzegelplannen” zoals Waterschap Veluwe die vanuit het oogpunt van de watertoets heeft gedefinieerd. Dit betekent dat voor dit plan het “standaard wateradvies” geldt. Afwijkingen hiervan en afwijkingen op de plankaart hebben wij beargumenteerd weergegeven in deze waterparagraaf.

Aangezien het plan zich binnen stedelijk gebied bevindt, zal het zoals afgesproken niet in het watertoetsadviesoverleg aan Waterschap Veluwe worden voorgelegd.

Eventueel benodigde vergunningen worden niet met deze waterparagraaf geregeld en zullen via daarvoor bedoelde procedures verkregen moeten worden.

Uit bovenstaande blijkt dat het aspect water geen belemmering voor de voorgenomen plannen heeft.

1.4.6 Externe veiligheid

Bij de realisering van het project is er geen sprake van vestiging van (brand)gevaarlijke functies. Uit een analyse van de risicokaart van de provincie Gelderland blijkt dat in de directe omgeving zijn geen (brand) gevaarlijke bedrijven gevestigd. Hiermee zijn ervan het oogpunt van externe veiligheid geen beletselen voor de realisering van het plan.

afbeelding "i_NL.IMRO.0302.BP01049-vg01_0005.jpg"

Verbeelding risicokaart plangebied

1.4.7 Flora- en fauna

Het projectgebied ligt niet in de ecologische hoofdstructuur (EHS), niet in een natuurbeschermingsgebied en valt niet onder de Vogel- en Habitat Richtlijn.

Geconcludeerd wordt dat er zowel vanuit de Natuurbeschermingswet en het streekplan als vanuit de Flora- en Faunawet geen belemmeringen zijn. Het grondvlak van de huidige bebouwing blijft vrijwel gelijk aan dat van de nieuwe situatie.

Uit bovenstaande blijkt dat het aspect Flora & Fauna geen belemmering voor de voorgenomen plannen heeft.

1.4.8 Archeologie en cultuurhistorie

Het projectgebied is gelegen in een gebied dat op basis van de Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (IKAW) aangewezen is als een gebied met een lage archeologische verwachtingswaarde. Het projectgebied is niet aangeduid als een terrein van betekenis op de Archeologische Monumenten Kaart (AMK). De betreffende bebouwing heeft geen monumentale danwel beeldbepaldende status welke behouden dient te blijven.

Er is overleg gevoerd met de regio archeoloog van de regio Noord Veluwe. Deze heeft als volgt geadviseerd:

De locatie Harderwijkerweg 51 ligt feitelijk net buiten de enk van Nunspeet in de heide. Dat toont de kadastrale minuut van 1832. In heidegebieden ligt de archeologie normaal gesproken direct onder het maaiveld. Dat is voor de eventueel aanwezige waarden geen veilige plek. Door aanleg van wegen, riolering, bouw van huizen (ook het bestaande) is de bodem vaak al dieper verstoord dan alleen de bouwvoor. Door de bestaande bebouwing op het kavel en de relatief kleine nieuwe verstoring (nog net geen 100 m2) die zal plaatsvinden, wordt geadviseerd om hier geen archeologisch onderzoek te gelasten.

Uit bovenstaande blijkt dat het aspect archeologie & cultuurhistorie geen belemmering voor de voorgenomen plannen heeft.

1.4.9 Economische uitvoerbaarheid

Dit project is een particulier initiatief en heeft voor de gemeente geen negatieve financiële gevolgen. Voor eventuele planschade zal met betrokkenen een overeenkomst worden gesloten conform schade ex. Art. 6.4 van de Wro.

1.4.10 Maatschappelijke uitvoerbaarheid
1.4.10.1 Inspraak- en vooroverleg

Inspraak

Voor dit plan met een beperkt effect is geen inspraak gehouden. Op basis van de gemeentelijke inspraakverordening wordt onderhavig plan aangemerkt als plan van lokale betekenis (postzegelplan). Postzegelplannen zijn uitgezonderd van de verplichting om in het kader van inspraak een voorontwerpbestemmingsplan ter visie te leggen.

Vooroverleg

Op basis van artikel 3.1.1 Wro dient (voor)overleg gepleegd te worden met gemeentes, waterschappen,provincie of de Vrom-inspectie, indien sprake is van belangen die door deze partners behartigd worden welke naar redelijke en objectiveerbare maatstaven in het geding zijn bij de bestemmingsplanherziening. Nationale belangen worden met onderhavig plan niet doorkruist. Op basis van de oude vrijstellingenlijst ex. artikel 19 lid 2 WRO kan onderhavig bouwplan worden gekenmerkt als plan van lokale aard, waarvoor onder de oude WRO geen verklaring van geen bezwaar behoefde te worden gevraagd in een vrijstellingsprocedure ex artikel 19 lid 1 WRO. Het betreft immers een plan welke valt in categorie 1 van de vrijstellingenlijst: Projecten in stedelijke gebied, Wonen: (Bouw)projecten voor woonfuncties, mits niet gesitueerd op een bedrijventerrein. Onderhavig plan betreft derhalve een plan van lokale aard waarbij in beperkte mate een herschikking van belangen plaatsvindt. Om bestuurlijke drukte te vermijden en aan te sluiten bij het principe decentraal wat kan, centraal wat moet' is deze gedachte onder de Wro doorvertaald. Provincie Gelderland heeft hiervoor een omgevingsverodrdening en WRO-Agenda opgesteld. Op basis van de Omgevingsverordening kan worden gesteld dat sprake is van bouwen binnen bestaande stedelijk gebied. In de toelichting is opgenomen op welke wijze onderhavig bestemmingsplan zich verhoud tot het KWP. Er is derhalve geen sprake van strijd met de omgevingsverordening. Op basis van de WRO-agenda kan gesteld worden dat de provincie de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van het KWP bij de gemeentes legt. In het uiterste geval wordt een reactieve aanwijzing als middel overwogen. Omdat onderhavig plan een herstructureringsopgave binnen bestaande stedelijk gebied betreft, waarbij in de feitelijke situatie twee woongelegenheden worden gesloopt, welke vervangen worden door een dubbele woning, is geen sprake van strijd met de provinciale doelstellingen en het KWP3. Ten aanzien van wateraspecten betreft het een ruimtelijke ontwikkeling welke op basis van de waterparagraaf geen invloed heeft op wateraspecten. Vanwege het geringe belang van water is het plan tijdens de ter visie legging van het ontwerpbestemmingsplan opgestuurd naar het Waterschap in het kader van vooroverleg.

Op basis van voorgaande is afgezien van het' formele' vooroverleg en is de planologische procedure gestart middels het ter visie ieggen van een ontwerpbestemmingsplan.

1.4.10.2 Ontwerpbestemmingsplan

Het ontwerpbestemmingsplan heeft vanaf PM voor een periode van 6 weken ter visie gelegen. In het vaststellingsbesluit bij dit bestemmingsplan, wordt verslag gedaan van de (mogelijke) zienswijzen als ook van de mogelijke wijzigingen bij vaststelling.