direct naar inhoud van 1.2 Inhoudelijk kader
Plan: Harderwijkerweg 51
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0302.BP01049-vg01

1.2 Inhoudelijk kader

Het inhoudelijk kader beschrijft het verzoek van de aanvrager op basis waarvan de partiële herziening wordt opgestart, de achtergrond van het gebruik van het perceel, de huidige en het nieuwe planologische situatie, de effecten van het veranderde gebruik en de voorwaarden waaronder deze partiële herziening zou moeten plaatsvinden.

1.2.1 Aanleiding

De Fam J.v.d. Werfhorst en W. Vermeulen, wonende Elspeet, hebben het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nunspeet verzocht mee te werken aan een bestemmingsplanwijziging ten behoeve van het realiseren van een dubbelwoonhuis aan de Harderwijkerweg 50-51 55 in Nunspeet, ter vervanging van één woning en één noodwoning met bijgebouwen. Het perceel is gelegen in de kom van de gemeente Nunspeet. De nieuwe woningen worden onder architectuur gebouwd. En passen in de welstandnota van de gemeente Nunspeet. De uitstraling van de woningen refereren aan de architectuur van de jaren `30. Op het huidige perceel zijn een woning met twee noodwoningen aanwezig met twee schuren, deze situatie geeft een rommelig beeld en is ongewenst. In de nieuwe situatie wordt de aanwezige bebouwing geamoveerd en vervangen door nieuwbouw van twee woningen. Dit voornemen is inmiddels getoetst en op 19 oktober 2009 akkoord bevonden door de commissie ruimtelijke kwaliteit.

Het vigerend bestemmingsplan bied de mogelijkheid om één vrijstaande woning te bouwen de voorgenomen bestemmingswijziging maakt de bouw van een dubbelwoonhuis mogelijk. Dit maakt een herziening van het bestemmingsplan noodzakelijk.

1.2.2 Ligging plangebied

Het onderhavige perceel is gelegen in de kom van de gemeente Nunspeet. De Harderwijkerweg kenmerkt zich door een brede laan met grote bomen met daartussen woningen met openruimten, deze structuur zal niet wijzigen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0302.BP01049-vg01_0002.jpg"

Verbeelding luchtfoto locatie Harderwijkerweg 51-51a

1.2.3 Vigerend bestemmingsplan

De partiële herziening valt binnen het bestemmingsplan “Kom Nunspeet van juli 1978”,.

Het perceel heeft nu de bij elkaar behorende bestemmingen “Woondoeleinden”, “Erven” en “Tuinen”. Binnen deze bestemming is het oprichten van een twee-onder-eenkapwoning niet mogelijk. Een herziening van het bestemmingsplan is derhalve noodzakelijk.

afbeelding "i_NL.IMRO.0302.BP01049-vg01_0003.jpg"

verbeelding vigerend bestemmingsplan

1.2.4 Wijze van bestemmen

Het bestemmingsplan is een middel waarmee functies aan gronden worden toegekend. Het gaat dus om het toekennen van gebruiksmogelijkheden. Op de plankaart is te vinden welke bestemming gronden hebben, en in de planregels zijn de bepalingen te vinden bij dat stuk grond. Vanuit de Wet ruimtelijke ordening volgt een belangrijk principe: het gaat om toelatingsplanologie. Het wordt de grondgebruiker (eigenaar, huurder etc.) toegestaan om de functie die het bestemmingsplan geeft uit te oefenen. Dit houdt in dat:

  • 1. de grondgebruiker niet kan worden verplicht om een in het bestemmingsplan aangewezen bestemming ook daadwerkelijk te realiseren, en;
  • 2. de grondgebruiker geen andere functie mag uitoefenen in strijd met de gegeven bestemming (de overgangsregels zijn hierbij mede van belang).

Een afgeleide van de gebruiksregels in het bestemmingsplan zijn regels voor bebouwing (bouwvergunning) en regels voor het verrichten van 'werken' (aanlegvergunning).

Een bestemmingsplan regelt derhalve:

  • 1. het toegestane gebruik van gronden (en de bouwwerken en gebouwen);

en een bestemmingsplan kan daarbij regels geven voor:

  • 2. het bebouwen van de gronden;
  • 3. het verrichten van werken (aanleggen).

Het bestemmingsplan is een belangrijk instrument voor het voeren van ruimtelijk beleid, maar het is niet het enige instrument. Andere wetten en regels zoals bijvoorbeeld de Woningwet, de Monumentenwet 1988, de Algemeen Plaatselijk Verordening, de Wet Milieubeheer en de bouwverordening zijn ook erg belangrijk voor het uitoefenen van ruimtelijke beleid.

Meer informatie over de rol en betekenis van het bestemmingsplan is te vinden op de site van de gemeente en op www.minvrom.nl.

Over bestemmen, dubbelbestemmen en aanduiden

Op de plankaart wordt aangegeven welke bestemming de gronden hebben. Dit gebeurt via een bestemmingsvlak. Voor het op de plankaart aangegeven bestemmingsvlak gelden de gebruiksmogelijkheden zoals die in de bijhorende regels worden gegeven. Die toegekende gebruiksmogelijkheden kunnen op twee manieren nader worden ingevuld:

  • 1. Via een dubbelbestemming. Een dubbelbestemming is, zoals de naam al zegt, een bestemming die óók aan de gronden wordt toegekend. Voor gronden kunnen dus meerdere bestemmingen gelden. Er geldt altijd één 'enkel' bestemming (dat is dé bestemming) en soms geldt er een dubbelbestemming (soms zelfs meerdere). In de regel van de dubbelbestemming wordt omschreven wat er voor de onderliggende gronden geldt aan extra bepalingen in aanvulling, of ter beperking, van de mogelijkheden van de onderliggende bestemmingen;
  • 2. Via een aanduiding. Een aanduiding is een teken op de plankaart. Dat teken kan bestaan uit een lijn, een figuur, of een lettercode etc.. Via een aanduiding wordt in de regels 'iets' geregeld. Dat 'iets' kan betrekking hebben op extra mogelijkheden of extra beperkingen voor het gebruik en/of de bebouwing en/of het aanleggen van werken. Aanduidingen kunnen voorkomen in één regel maar ook in meerdere planregels en kunnen ook een gehele 'eigen' planregel hebben.

Hoofdstukopbouw van de planregels

De planregels zijn verdeeld over 4 hoofdstukken:

  • 1. Inleidende regels. In dit hoofdstuk worden begrippen verklaard die in de planregels worden gebruikt (regel 1). Dit gebeurt om een eenduidige uitleg en toepassing van de planregels te waarborgen. Ook is bepaald de wijze waarop gemeten moet worden bij het toepassen van de regels (regel 2);
  • 2. Bestemmingsregels. In dit tweede hoofdstuk zijn de bepalingen van de bestemmingen opgenomen. Dit gebeurt in alfabetische volgorde. Per bestemming is het toegestane gebruik geregeld en zijn bouwregels en, eventueel, ook een aanlegvergunningstelsel opgenomen. Als er dubbelbestemmingen zijn worden die ook in dit hoofdstuk opgenomen. Die komen, ook in alfabetische volgorde, achter de bestemmingsregels.Iedere artikel kent een vaste opzet. Eerst wordt het toegestane gebruik geformuleerd in de bestemmingsomschrijving. Vervolgens zijn bouwregels opgenomen. Aansluitend volgen de (mogelijke) ontheffingsmogelijkheden met betrekking tot de bouw en/of het gebruik. Ten slotte zijn (eventuele) aanlegvergunningstelsel en/of wijzigingsbevoegdheden opgenomen.Belangrijk om te vermelden is dat naast de bestemmingsregels ook in andere regels relevante informatie staat die mede gelezen en geïnterpreteerd moeten worden. Alleen zo ontstaat een volledig beeld te verkrijgen van hetgeen is geregeld.
  • 3. Algemene regels. In dit hoofdstuk zijn regels opgenomen met een algemeen karakter. Ze gelden dus voor het hele plan. Denk aan de anti-dubbeltelregel, algemene procedurebepalingen maar ook regels met betrekking tot mogelijke binnenplanse ontheffingen (een binnenplanse ontheffing is, zoals het woord het al zegt, een ontheffingsmogelijkheid in het bestemmingsplan zelf van de regels uit dat zelfde bestemmingsplan. Dit in tegenstelling tot 'buitenplanse' ontheffingen). Het zijn allemaal belangrijke regels die voor het gehele plan gelden: ze moeten daarom altijd goed gelezen worden vóórdat op basis van de bestemmingregels interpretaties worden verricht;

Overgangs- en slotregels. In het laatste hoofdstuk wordt het overgangrecht geregeld en wordt bepaald hoe het bestemmingsplan heet (de slotregel).

1.2.4.1 Bestemmingen

Voorliggend bestemmingsplan bevat de volgende bestemmingen:

Wonen

De woonbestemming in het plangebied is toegekend aan de aanwezige woning en omliggend erf. De aanduiding twee-aan-een geeft aan dat een twee-onder-eenkapwoning kan worden opgericht. Daarnaast is voor de bijgebouwen een regeling opgenomen die de realisatie van een bijgebouw van 60 m² mogelijk maakt, mits het erf niet meer dan de helft is bebouwd. Het is niet toegestaan om in vrijstaande bijgebouwen te gaan wonen. De gronden en opstallen mogen niet gebruikt worden ten dienste van een bedrijf. Onder voorwaarden kan ontheffing worden verleend voor het starten van een bed-en-breakfastgelegenheid. Aan huis gebonden beroepen, zoals advocaat of notaris zijn ondergeschikt aan de woning of in een bijgebouw mogelijk.

Tuin

De tuinbestemming in het plangebied is toegekend aan de zijde van de woning welke grenst aan het openbaar gebied en loopt door tot drie meter achter de voorgevelrooilijn. Binnen deze bestemming is een regeling opgenomen dat er op deze gronden geen gebouwen kunnen worden opgericht. De gronden zijn bestemd voor het realiseren van tuinen en inritten ten behoeve van de woning. De maximale bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevel is op 1 meter is begrenst.

Met dit hoofdstuk is voldaan aan artikel 3.1.3 van het Bro.

1.2.5 Ruimtelijke effecten

De effecten op de omgeving zullen ten gevolge van het bouwvoornemen verbeteren. De huidige situatie biedt door zijn veelheid aan gebouwtjes een rommelig karakter. De woonfunctie blijft ongewijzigd. De situering van de woonfunctie op het perceel verschuift. De bomenstructuur van de Harderwijkerweg blijft onaangetast. Het plan is getoetst en op 19 oktober 2009 akkoord bevonden door de commissie ruimtelijke kwaliteit.

1.2.6 Voorwaarden

Door het college van Burgemeester & Wethouders is medewerking aan het plan toegezegd onder de volgende voorwaarde dat er een akoestisch onderzoek wordt overlegd, waaruit blijkt dat ter plaatse een aanvaardbaar woon- en leefklimaat is gegarandeerd. Daarnaast dient een bodemonderzoek te worden uitgevoerd en een planschade overeenkomst te worden ondertekend. Daarnaast is aan het verzoek om bestemmingsplanherziening de verplichting gekoppeld dat de bestaande bebouwing wordt geamoveerd. Overige voorwaarden zijn niet anders dan in de regels van het bestemmingsplan is vastgelegd.